쎲 Da machine mag geenszins in ruimten met
potentieel explosieve atmosfeer worden gebruikt
쎲 De werktemperatuur moet tussen +5 en + 60°C
liggen.
쎲 Er mogen geen afdekkingen worden verwijderd
noch wijzigingen aan de lans of de sproeikoppen
worden verricht.
쎲 De hogedrukreiniger is berekend om met koud of
matig warm water (max. tot 50° C) te werken,
hogere temperaturen hebben schade aan de
pomp tot gevolg.
쎲 Het toegevoerde water mag niet vervuild noch
zand houdend noch met chemische producten
zijn belast die nadelige gevolgen zouden kunnen
zijn voor de werking van het gereedschap en de
duurzaamheid van de machine kunnen
verkorten.
5.2 Montage:
5.2.1 Slangtrommel (6)
De slangtrommel (6) dient om de hogedrukslang (5)
plaats besparend op te bergen. De trommel is
voorzien van een uitklapbare kruk (7) en een
slangtrommelarrêt (2) (zie fig. 2-5)
5.2.2 Aansluiting watertoevoer (fig. 1/11)
De aansluiting voor de watertoevoer is (12) uitgerust
met een aansluitstuk voor
standaardslangkoppelingssystemen. Steek de
slangkoppeling van de toevoerslang (min. Ø 1/2“) de
aansluiting voor watertoevoer (12) op.
Tussen de waterkraan en de hogedrukreinger moet
een buisonderbreker zijn geïnstalleerd! Vraag
hieromtrent uw sanitair installateur!
5.2.3 Aansluiting van de hogedrukslang (5)
Wind 1 tot 2 m van de hogedrukslang (5) af van de
slangtrommel (6) (zie 5.2.2) en schroef de
schroefkoppeling van de hogedrukslang (4) vast op
de aansluiting voor hogedrukslang (24) op het pistool
(22) zoals voorgesteld in fig. 6-7.
5.2.4 Montage van de pistoolopzetstukken
Schroef de las puntstraal/brede straal (21) op het
pistool (22) zoals voorgesteld in fig. 9. Om de
roterende wasborstel (25) op het pistool (22) vast te
maken schroeft u eerst de adapter (29) op het pistool
zoals voorgesteld in fig. 8.
Steek dan de roterende wasborstel (25) de adapter
(29) in en zet hem door rechtsdraaiing vast (fig. 8).
5.2.5 Elektrisch aansluiting (fig. 1)
쎲 Controleer of de gegevens vermeld op het
kenplaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het toestel aan te sluiten.
쎲 Let bij gebruik van verlengkabels erop dat die
geschikt zijn voor buiten en beschikken over een
voldoende aderdoorsnede:
1 tot 10 m: 1,5mm
2
10 tot 30 m: 2,5mm
2
쎲 Steek de netstekker (17) aan de netkabel (16)
het stopcontact in.
6. Bediening
De machine bestaat uit een ondergroep met een
pomp die afgedekt is door een stootvaste behuizing.
De machine is voorzien van een lans en een handig
pistool voor een optimale werkpositie waarvan vorm
en uitrusting overeenkomen met de geldige
voorschriften.
6.1 Inbedrijfstelling:
Als u de hogedrukreiniger helemaal hebt gemonteerd
en alle aansluitingen hebt uitgevoerd kan u als volgt
aan de slag gaan:
Open de watertoevoer. Klap de borgbout (fig. 9/27)
op het pistool (fig. 9/22) in en trek de trekker (fig.
9/23) terug zodat de in het gereedschap voorhanden
zijnde lucht kan ontsnappen.
Zet het gereedschap aan door de AAN/UIT-
schakelaar (fig. 1/9) naar de stand „I“ te brengen.
Om het gereedschap uit te schakelen laat u de
trekker (fig. 9/23) gewoon los, het gereedschap gaat
dan over naar de standby-modus. Zodra u de trekker
(fig. 9/23) opnieuw bedient herstart de
hogedrukreiniger.
Om de hogedrukreingier helemaal uit te schakelen
brengt u de AAN/UIT-schakelaar (fig. 1/9) naar de
stand „0“.
Door draaien van de sproeikop kan de puntstraal in
brede straal worden veranderd (fig. 10).
Gebruik voor bijzonder hardnekkige
verontreinigingen de roterende wasborstel (25).
6.2 Gebruik van wasmiddelen (fig. 11):
Vul de geïntegreerde wasmiddeltank (19) met een
gepast reinigingsmiddel. Door verschuiven van de
sproeikop aan de lans (21) schakelt het gereedschap
over naar de lage drukmodus; het wasmiddel wordt
NL
20