Trillingsemissiewaarde a
h
≤ 2,5 m/s
2
ƽ Let op!
De vibratiewaarde zal op grond van het
toepassingsgebied van het elektrische gereedschap
veranderen en kan in uitzonderingsgevallen boven
de opgegeven waarde liggen.
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het kenplaatje
overeenkomen met de gegevens van het stroomnet
alvorens het toestel aan te sluiten.
Verwijder altijd de netstekker uit het stopcontact
voordat u het gereedschap anders afstelt.
5.1 Beschermkap (fig. 1, pos. 15)
De beschermkap (15) beschermt tegen het per
ongeluk aanraken van het zaagblad (12) en staat
toch een blik op het snijgebied toe.
5.2 Verwisselen van zaagblad (fig. 2, pos. 12)
ƽ Let op!
Verwijder de netstekker uit het stopcontact
voordat u een zaagblad monteert of vervangt.
Breng de omschakelaar voor pendelbeweging (8)
naar de stand 3.
De tanden van het zaagblad zijn heel scherp.
Met behulp van de bijgaande
binnenzeskantsleutels de schroeven (a) op de
zaagbladopname (14) losdraaien.
Het zaagblad (12) de geleidegroef (b) van de
zaagbladhouder (14) in schuiven tot tegen de
aanslag.
Haal de schroeven (a) aan m.b.v. de bijgaande
binnenzeskantsleutel.
De tanden van het zaagblad moeten in
snijrichting wijzen. Let er wel op dat het zaagblad
in de geleidegroef (b) van de zaagbladopname
(14) en de looprol zit.
Controleer of het zaagblad (12) vast in de
opname zit.
Het verwijderen van het zaagblad gebeurt in
omgekeerde volgorde.
5.3 Montage van de parallelaanslag (fig. 3, pos.
11)
De parallelaanslag (11) maakt het uitvoeren van
parallelle sneden mogelijk.
Draai de beide vastzetschroeven (13) die zich
aan de zaagschoen (7) bevinden los.
Schuif dan de parallelaanslag (11) de geleidingen
op de zaagschoen (7) in. U kan de
parallelaanslag (11) aan de linker- of rechterkant
van het gereedschap inzetten.
De geleidelijst steeds naar beneden uitrichten.
Zet de nodige afstand vast met behulp van de
meetschaal van de parallelaanslag (11) en haal
de vastzetschroeven (13) opnieuw aan.
5.4 Afstellen van de zaagschoen voor
versteksneden (fig. 4-5)
De schroeven voor zaagschoen (16) aan de
onderkant van de verstelbare zaagschoen (7)
losdraaien d.m.v. een binnenzeskantsleutel (4),
(fig. 4).
De zaagschoen (7) lichtjes naar voren trekken.
De zaagschoen kan dan tot 45° naar links of
rechts worden gekanteld.
Wordt de zaagschoen (7) terug naar achteren
geschoven functioneert dit telkens enkel in de bij
0°, 15°, 30° en 45° zich bevindende
grendelstanden die op de graadschaal voor de
zaagschoen (9) zijn gemerkt (fig. 5). Zaagschoen
in de overeenkomstige positie brengen en
schroef voor zaagschoen (16) aanhalen.
De zaagschoen (7) kan echter ook zonder
problemen op een ander hoekmaat worden
ingesteld. Daarvoor de zaagschoen (7) naar
voren trekken, de gewenste hoek instellen en de
schroef voor zaagschoen (16) opnieuw aanhalen.
5.5 Adapter voor spaanafzuiging (fig. 6)
De decoupeerzaag is voorzien van een adapter voor
het aansluiten van een stofzuiger. De adapter wordt
op de decoupeerzaag geplaatst en door draaien
vastgezet. Elke stofzuiger kan op de zuigadapter
worden aangesloten. Zorg ervoor dat de
gereedschappen luchtdicht gekoppeld zijn. Het bij het
werk onstaand stof kan gevaarlijk zijn. Volg de
veiligheidsinstructies op.
6. Bediening
6.1 AAN/UIT-schakelaar (fig. 7, pos. 3)
Aanzetten:
AAN/UIT-schakelaar indrukken
Uitzetten:
AAN/UIT-schakelaar loslaten
6.2 Vastzetknop (fig. 7, pos. 2)
Met de vastzetknop (2) kan de AAN-/UIT-schakelaar
(3) tijdens het gebruik van de zaag worden
vergrendeld. Voor het uitschakelen de AAN-/UIT-
schakelaar (3) kort indrukken.
22
NL