23
Die schakelt de stopcontacten (3) uit. De
stopcontacten (3) kunnen opnieuw in gebruik worden
genomen door op de knop (5) van de beveiliging
tegen overbelasting te drukken.
Let op! Mocht dit geval zich voordoen, verminder
dan het elektrische vermogen dat u aan de
generator onttrekt of verwijder aangesloten
defecte toestellen.
Let op! Defecte overbelastingsschakelaars
mogen enkel worden vervangen door
overbelastingsschakelaars van hetzelfde type
met dezelfde vermogensgegevens. Wendt u zich
daarvoor tot uw klantenservice.
7. Reiniging, onderhoud, opbergen en
bestellen van wisselstukken
Zet vóór alle reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden de motor af en trek de
bougiesleutel van de bougie af.
Let op: Zet het toestel meteen af en wendt u zich
tot uw servicestation:
앬 als er zich ongewone trillingen of geluiden
voordoen,
앬 als de motor blijkbaar overbelast is of als u het
overslaan van de ontsteking vaststelt,
7.1 Reiniging
n Hou de veiligheidsinrichtingen, de
ventilatiespleten en het motorhuis zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met
een schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
n Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
n Reinig het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kunnen
aantasten. Let er goed op dat geen water in het
toestel terechtkomt.
7.2 Luchtfilter
Gelieve hieromtrent ook de service-informatie in acht
te nemen.
앬 Luchtfilter regelmatig schoonmaken, indien
nodig, vervangen.
앬 Open de beide klemmen (fig. 5/A) en verwijder
het luchtfilterdeksel (fig. 5/B).
앬 Ontneem de filterelementen (fig. 6/C).
앬 Voor het schoonmaken van de elementen mogen
geen agressieve reinigingsmiddelen of benzine
worden gebruikt.
앬 De elementen schoonmaken door ze op een plat
vlak uit te kloppen. Als de elementen erg vervuild
zijn, met zeepsop wassen, daarna met helder
water uitspoelen en aan de lucht laten drogen.
앬 De assemblage gebeurt in omgekeerde volgorde.
7.3. Bougie (fig. 7)
Controleer de bougie voor het eerst na 20
bedrijfsuren op vervuiling en reinig hem, indien
nodig, m.b.v. een koperdraadborstel. Daarna de
bougie om de 50 bedrijfsuren onderhouden.
앬 Trek de bougiestekker met een draaiende bewe
ging eraf.
앬 Verwijder de bougie met behulp van de
bijgaande bougiesleutel.
앬 De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
7.4 Olie verversen, oliepeil controleren (telkens
vóór gebruik)
Het is aan te bevelen de motorolie bij warme motor te
verversen.
앬 Gebruik enkel motorolie (15W40).
앬 Generator op een gepaste onderlaag lichtjes
schuin tegen de olieaftapplug afzetten.
앬 Olievulplug opendraaien.
앬 Olieaftapplug opendraaien en de warme
motorolie in een gepast opvangvat aflaten.
앬 Nadat al de afgewerkte olie is weggelopen de
olieaftapplug terug dichtdraaien en generator
opnieuw horizontaal opstellen.
앬 Verse motorolie ingieten tot het bovenste merk
van de oliepeilstok is bereikt (ca. 0,6 l).
앬 Let op! Oliepeilstok voor het controleren van het
oliepeil niet indraaien maar slechts tot aan de
schroefdraad insteken.
앬 U dient zich naar behoren van de afgewerkte olie
te ontdoen.
7.5 Automatische uitschakeling bij oliegebrek
Deze beveiliging reageert als er te weinig motorolie
voorhanden is. De motor kan in dit geval niet worden
gestart of wordt na korte tijd automatisch afgezet.
Herstarten kan pas na het bijvullen van motorolie (zie
punt 7.4).
7.6 Bestellen van wisselstukken:
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken volgende
gegevens te vermelden:
n Type van het toestel
n Artikelnummer van het toestel
n Ident-nummer van het toestel
n Wisselstuknummer van het benodigd stuk
NL