23
NL
LET OP!
Om beschadigingen op de te polijsten vlakken van
het werkstuk te voorkomen dient u op het volgende te
letten:
Zorg ervoor dat het polijstopzetstuk steeds exact in
het midden van de polijst-/schuurschotel is
vastgemaakt.
Vergewis u er zich van dat de opzetstukken goed
vast zitten alvorens het gereedschap in te
schakelen!
Het te bewerken vlak nooit met de zijrand van de
polijst-/schuurschotel aanraken.
Kies voor het polijsten maximaal de onderstaande
toerentallen m.b.v. de toerenregelaar
(fig. 3, pos. 4):
- politoer inwerken: ca. 1000 t/min
- hoogglanspolijsten: ca. 1000-1100 t/min
- oppoetsen: ca. 1400 t/min
Bij niet-naleving van de boven vermelde instructies is
de fabrikant ontheven van elke aansprakelijkheid.
Probleemloos verwisselen van polijstopzetstukken
door klithechting.
- Voor het aanbrengen van het polijstmiddel gebruikt
u het schuimstofopzetstuk (fig. 8)
Let wel dat die vrij is van verontreinigingen.
Verdeel het polijstmiddel gelijkmatig op de polijst
plateau. (Het polijstmiddel niet rechtstreeks aan-
brengen op het te polijsten oppervlak)
Schakel de polijstmachine alleen in of uit als het
toestel contact heeft met het te polijsten
oppervlak.
Leg de verlengkabel over uw schouder en bewerk
eerst de effen en grote oppervlakken zoals b.v.
motorkap, kofferruimtedeksel en dak.
Werk met gelijkmatige bewegingen.
Belangrijk! Breng de polijstmachine met het te
polijsten oppervlak lichtjes in contact zonder
hard aan te drukken!
Vervolgens gaat u over tot het bewerken van de
kleinere oppervlakken (b.v. deuren).
- Voor het napolijsten gebruikt u de lamsvelschijf
(fig. 9)
Let wel dat ook die vrij is van verontreinigingen.
Verwijder de polijstlaag in dezelfde volgorde zoals
u het polijstmiddel hebt aangebracht.
Let op! Oefen geen druk uit op de polijst-
machine!
Onderhoudhints
Voor een optimale bescherming van het lakwerk
is het aan te raden uw wagen twee tot drie keer
per jaar te polijsten.
Was uw wagen minstens om de 2 weken.Vermijdt
het gebruik van huishoudelijke wasmiddelen
omdat die het lakwerk kunnen beschadigen en de
waslaag verwijderen.
Was uw wagen met een schone spons. Werk van
boven naar beneden.
Insecten, vogeldrek en teerplekken dienen
dagelijks van het lakwerk te worden verwijderd.
Om de voorkomen dat het glasschoonmaakmid-
del het lakwerk bevochtigt is het raadzaam dit
middel op de wasdoek te sproeien, niet rechts-
treeks op de ruiten.
7.3 Gebruik als schuurmachine
Voor het schuren gebruikt u de bijgeleverde
schuuropzetstukken (fig. 10).
Probleemloos verwisselen van schuuropzetstukken
door klithechting.
Schuurplateau met de hele oppervlak aanbren-
gen.
Machine inschakelen en met matige druk over het
te bewerken stuk kringvormige of dwars- en
langsbewegingen uitvoeren.
Voor het grofschuren is een grove, voor het
fijnschuren een fijnere korrel aan te bevelen.
Door schuurtests kan de gunstigste korrel worden
bepaald.
7.4 Toerentalregeling (fig. 3)
Via de toerentalregeling kan u het gewenste
werktoerental afstellen.
Het toerental verhoogt door op de knop „+“ te
drukken.
Het toerental vermindert door op de knop “-” te
drukken.
Het afgestelde toerental verschijnt op het display (8).
Afgesteld toerental = aangeduid cijfer x 100
8. Vervanging van de netaansluitleiding
Als de netaansluitleiding van dit apparaat
beschadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant of
diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalificeerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.