17
NL
Schroeven zonder klopfunctie
Trillingsemissiewaarde a
h
≤ 2,5 m/s
2
Onzekerheid K = 1,5 m/s
2
ƽ Let op!
De vibratiewaarde zal op grond van het
toepassingsgebied van het elektrische gereedschap
veranderen en kan in uitzonderingsgevallen boven
de opgegeven waarde liggen.
5. Vóór inbedrijfstelling
Lees zeker de volgende instructies voordat u uw
accuschroevendraaier in gebruik neemt:
1. Laadt de accu m.b.v. de bijgeleverde lader.
2. Enkel scherpe boren en intacte en gepaste
schroeverbits gebruiken.
3. Bij het boren en schroeven in muren en wanden
dient u die op verborgen stroom-, gas- en water-
leidingen te controleren.
6. Bediening
6.1 Accu laden (fig. 1)
1. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
kenplaatje overeenkomt met de voorhanden
zijnde netspanning. Steek het laadtoestel het
stopcontact in en verbindt de laadkabel met de
laadaansluiting. Het laadproces begint zodra de
laadkabel is aangesloten op de laadadapter.
2. De rode LED (8) signaleert dat de accu wordt
geladen.
Let op! Als het accupack volledig opgeladen is
wordt niet automatisch uitgeschakeld!
Aan het einde van het laadproces scheidt u de
laadkabel van de schroever.
Let op! Tijdens het laden kan de handgreep wat
warm worden, dat is echter normaal.
Mocht het laden van de accu niet mogelijk zijn,
controleer dan
of op het stopcontact de netspanning
voorhanden is
of een perfect contact aan de laadcontacten van
de lader voorhanden is.
Indien het laden van de accu altijd nog niet mogelijk
is, stuur dan
de lader
en de schroevendraaier
naar onze klantenservice.
In het belang van een lange levensduur van de accu
is het raadzaam om op tijd voor het herladen van de
accu te zorgen. Dit is in ieder geval noodzakelijk
wanneer u vaststelt dat het vermogen van de
accuschroevendraaier vermindert.
Ontlaadt de accu nooit helemaal. Dat leidt tot een
defect van de accu!
6.2 AAN/UIT-draairichtingsschakelaar (fig. 1,
pos. 3)
U kunt kiezen tussen links en rechts draaiend.
Om een beschadiging van de transmissie te
voorkomen is het aan te bevelen enkel in stilstand
van draairichting te veranderen.
6.3 Verlichting (fig. 1, pos. 1)
De lamp (1) maakt het extra verlichten van de
schroefplaats mogelijk. Met de schakelaar (5) kunt u
de lamp inschakelen.
6.4 Hoekafstelling
De schroever kan in 3 verschillende schuine standen
worden gearreteerd. Daarvoor moet de
vergrendelnkop (7) worden ingedrukt en moet de
schroever in de gewenste stand worden gebracht.
Vervolgens laat u de vergrendelknop (7) terug los.
Let op! Voordat u de schroever in gebruik neemt
dient u na te gaan of hij in de gewenste
hoekstand vastgezet is.
6.5 Verwisselen van gereedschap (fig. 3)
Steek de bit (A) de bithouder (1) in.
Om de bit (A) te verwijderen, trek u hem de bithouder
(1) terug uit.
6.6 Schroeven:
Gebruik best zelfcentrerende schroeven (b.v. Torx,
kruiskopschroeven) die een veilige werkwijze
verzekeren. Let er wel op dat de gebruikte bit en de
schroef qua vorm en grootte bijeenpassen.
7. Reiniging, onderhoud en bestellen
van wisselstukken
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
7.1 Reiniging
Hou de veiligheidsinrichtingen, de
ventilatiespleten en het motorhuis zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met
een schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.