43
NL
Voorzichtig: verwijder regelmatig alle resten van
gras en onkruid om een oververhitting van de
schachtbuis te voorkomen. Resten van gazon, gras
en onkruid blijven onderaan het beschermschild (fig.
9c) vastzitten en verhinderen daardoor een
voldoende koeling van de schachtbuis. Verwijder de
resten voorzichtig met een schroevendraaier of iets
dergelijks.
Verschillende snijmethodes
Is het toestel correct gemonteerd, snijdt het onkruid
en hoog gras op moeilijk bereikbare plaatsen, zoals
b.v. langs omheiningen, muren en funderingen alsook
rond bomen. Het kan eveneens voor het “afmaaien”
worden gebruikt om vegetatie dicht over de grond te
verwijderen of een bepaald gebied op te schikken
voor een betere voorbereiding van een tuin.
Opgelet! Zelfs bij zorgvuldig gebruik leidt het snijden
langs funderingen, muren van steen of beton enz. tot
een verhoogd slijtage van de draad.
Trimmen/maaien
Zwenk de trimmer met sikkelachtige bewegingen van
de ene kant naar de andere. Hou de draadspoel
steeds evenwijdig met de grond. Controleer het
terrein en leg de gewenste snijhoogte vast. Leid en
houd de draadspoel in de gewenste hoogte voor een
gelijkmatige snede (fig. 9d).
Laag trimmen
Hou de trimmer exact voor u lichtjes schuin zodat de
onderkant van de draadspoel zich boven de grond
bevindt en de draad de juiste snijplaats raakt. Snij
steeds weg van uzelf. Trek de trimmer nooit naar u
toe.
Snijden langs omheiningen/funderingen
Nader al snijdend langzaam gaasafrasteringen,
lattenheiningen, muren van natuursteen en
funderingen om er dichtbij te snijden zonder echter
met de draad tegen de hindernis te slaan. Komt de
draad b.v. met stenen, muren van steen of
funderingen in aanraking, slijt hij af of rafelt hij uit.
Slaat de draad tegen omheiningstraliewerk, gaat hij
breken.
Trimmen van bomen
Als u rond bomen trimt, nader langzaam teneinde de
draad de schors niet raakt. Ga rond de boom en snij
daarbij van links naar rechts. Nader gras of onkruid
met de top van de draad en kantel de draadspoel
lichtjes naar voren.
Waarschuwing: wees bijzonder voorzichtig bij
afmaaiwerkzaamheden. Neem bij dergelijke
werkzaamheden een afstand van minstens 30 m
tussen uzelf en andere personen of dieren in acht.
Afmaaien
Bij het afmaaien wordt de hele vegetatie tot op de
grond afgesneden. Te dien einde kantelt u de
draadspoel in een hoek van 30 graden naar rechts.
Breng de handgreep in de gewenste positie. Hou
rekening met verhoogd lichamelijk gevaar voor
gebruiker, toeschouwers en dieren alsmede met het
gevaar voor materiële schade door wegspringende
voorwerpen (b.v. stenen) (fig. 9e).
Waarschuwing: verwijder met het toestel geen
voorwerpen van voetpaden enz.!
Het toestel is een krachtig gereedschap; steentjes of
andere voorwerpen kunnen 15 m en meer worden
weggeslingerd en kunnen letsels of beschadigingen
van auto’s, huizen en vensters veroorzaken.
Zagen
Het toestel is niet geschikt voor het zagen.
Vastkomen
Mocht het snijmes wegens te dichte vegetatie
blokkeren dient u meteen de motor stil te leggen.
Ontdoe het toestel van gras en struikgewassen
voordat u het opnieuw in werking zet.
Vermijden van terugstoot
Bij het werken met het snijmes bestaat gevaar voor
terugstoot als het een vaste hindernis (boomstam,
tak, boomstomp, steen of dergelijks) raakt. Het
toestel springt daarbij terug tegen de draairichting van
het gereedschap in. Dit kan ertoe leiden dat u de
controle over het toestel verliest. Gebruik het snijmes
niet in de buurt van omheiningen, metalen palen,
grenspalen of funderingen.
Om dichte stengels te snijden plaatst u die zoals
getoond in fig. 9f om een terugstoot te voorkomen.