50
NL
gebruiker weg wijzende kant op.
15. Start de motor niet als u voor de uitwerpopening
staat.
16. Kom nooit met handen of voeten tegen of onder
draaiende onderdelen. Blijf steeds op afstand
van de uitwerpopening.
17. Hef de maaier nooit op of draag hem nooit terwijl
de motor draait.
18. Zet de motor af en trek de bougiestekker af:
- alvorens een geblokkeerd onderdeel los te
zetten of verstoppingen in de uitwerpopening te
verwijderen
- alvorens de maaier te controleren, te reinigen,
of er werkzaamheden aan uit te voeren
- als een vreemd voorwerp werd geraakt.
Controleer de maaier op beschadigingen en
voer de nodige herstellingen uit voordat u het
toestel opnieuw start en er mee werkt. Indien
de maaier ongewoon sterk begint te vibreren, is
een onmiddellijke controle vereist.
19. Zet de motor af:
– als u zich van de maaier verwijdert
- voordat u bijtankt.
20. Bij het afzetten van de motor moet de
gasregelaar naar de stand AUS (UIT) worden
gebracht. De benzinekraan moet worden
dichtgedraaid.
21. Door gebruik te maken van de machine met
bovenmatige snelheid kan het ongevallenrisico
verhogen.
22. Wees voorzichtig bij afstelwerkzaamheden aan
de machine en zorg dat uw vingers niet beklemd
raken tussen het bewegende snijgereedschap en
starre onderdelen van het toestel.
Onderhoud en berging
1. Zorg er voor dat alle moeren, bouten en
schroeven goed aangehaald zijn en dat het
toestel zich in een toestand bevindt om er veilig
mee te kunnen werken.
2. Bewaar de maaier met benzine in de tank nooit
binnen een gebouw waar mogelijk
benzinedampen in contact kunnen komen met
open vuur of vonken.
3. Laat de motor afkoelen voordat u de maaier
opbergt in een gesloten ruimte.
4. Ter voorkoming van brandgevaar dient de motor,
de uitlaat en de zone rond om de brandstoftank
vrij te worden gehouden van gras, bladeren of
ontsnappend vet (olie).
5. Controleer regelmatig of de grasopvanginrichting
slijtageverschijnsels vertoont resp. of hij naar
behoren werkt.
6. Om veiligheidsredenen dienen versleten of
beschadigde onderdelen te worden vervangen.
7. Als de brandstoftank moet worden geleegd, moet
dit in open lucht gebeuren m.b.v. een
benzinezuigpomp (verkrijgbaar in bouwmarkten).
WAARSCHUWING!
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen.
Nalatigheden bij de inachtneming van de
veiligheidsinstructies en aanwijzingen kunnen
elektrische schok, brand en/of zware letsels tot
gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en
aanwijzingen voor de toekomst.
Verklaring van de symbolen op het gereedschap
(fig. 26):
1) Handleiding lezen
2) Let op! Gevaar door wegspringende stukken.
Veiligheidsafstand in acht nemen
3) Voorzichtig! Scherpe messen!
Voor onderhoud bougiestekker trekken
4) Voor inbedrijfstelling olie en brandstof ingieten
5) Let op! Gehoorbeschermer en veiligheidsbril
dragen
6) Motorstart-/motorstophendel (I = motor start;
0 = motor uit)
7) Rijhendel (koppelingshendel)
8) Voorzichtig! Warme onderdelen.
9) Enkel bij afgezette motor tanken
2. Beschrijving van het toestel (fig. 1-3)
1. Rijhendel (koppelingshendel)
2. Motor start/stop-hendel (motorrem)
3. Regelhendel motorafstelling (gashendel/choke)
4. Benzinetank
5. Starttrekkabel
6. Luchtfilter
7. Bougie
8. Oliepeilstok
9. Hefboom voor het instellen van de maaihoogte
10. Klep voor opvangzak
11. Opvangzak
12. Bovenste schuifbeugel
13. Bougiesleutel
14. Bout voor bougiesleutel
15. Schroef voor kabelhouder
16. 2 kabelstroppen
17. Onderste schuifbeugel
18. Bevestigingsschroeven voor de onderste
schuifbeugel
19. Bevestigingsmoeren voor de onderste
schuifbeugel
20. Snelsluitschroeven voor de bovenste
schuifbeugel
21. Bevestigingsmoeren voor de bovenste