6
NL
3. Montage (fig. 3/4)
Aanwijzingen:
Vóór de montage dient u ervoor te zorgen dat al
het verpakkings- en transportmateriaal van het
toestel verwijderd is.
Hou verpakkings- en transportmateriaal weg van
kinderen.
Controleer het verwarmingstoestel op
beschadigingen. Als het vermoeden bestaat dat
het toestel beschadigd is mag u het toestel niet
monteren of gebruiken; stelt u zich dan met de
geautoriseerde klantendienst in verbinding.
1. Vouw de bodemplaat (A) waarop de gasfles komt
te staan omlaag.
2. Schroef de bodemplaat (A) op vier plaatsen vast
op de hoofdbehuizing. Gebruik daarvoor 4
sluitringen (B) en 4 schroeven (C).
3. Haak de plaat (P) ter bevestiging van de gasfles
vast in de ervoor voorziene sleuven (R) van de
zijgedeelten van de behuizing.
4. Veiligheidsinstructies
Vóór gebruik van het toestel handleiding lezen.
Het toestel dient conform de nationale
voorschriften en in overeenstemming met deze
handleiding te worden opgesteld.
Voor dit toestel zijn een slang van maximaal 60
cm lengte, goedgekeurd volgens EN 1763-1 en
een drukregelaar, goedgekeurd volgens EN
12864, vereist. Indien die niet bij de omvang van
de levering van het toestel zijn begrepen, gelieve
uw gasvoorzieningsmaatschappij te vragen.
Enkel in goed verluchte ruimten gebruiken.
Niet in vrijetijdsvoertuigen zoals caravans en
mobilhomes gebruiken.
Niet in appartementen van hoge flatgebouwen,
kelders, bad- en slaapkamers of in ruimten met
een volume onder 100 m³ gebruiken en evenmin
in woonkamers als permanente verwarming
gebruiken.
De ruimten waarin het toestel wordt opgesteld
moeten voldoende verlucht zijn. Er dienen
luchtverversingsopeningen van minstens 100
cm² te worden voorzien.
Het verwarmingstoestel mag niet in de buurt van
andere verwarmingsapparaten (minimumafstand
1 m), of van ontvlambare of explosieve
materialen in gebruik worden genomen.
Ter voorkoming van schade door hitteinwerking
mogen geen hittegevoelige voorwerpen
tegenover het verwarmingstoestel worden
geplaatst.
Stel het verwarmingstoestel op zodat de voorkant
van de behuizing (brander) naar het centrum van
de kamer en in elk geval naar een kameropening
wijst. De afstand tussen gordijnen, stoelen,
kasten of andere voorwerpen en de voorkant van
de behuizing moet tenminste 2 meter bedragen.
De afstand tussen het toestel en zijmuren moet
tenminste 1 m bedragen.
Gebruik het toestel nooit met een gasfles die zich
buiten de gasflesopstelruimte bevindt.
De beveiliging tegen aanraking dient ter
voorkoming van brandgevaar en brandwonden;
geen deel van de beveiliging tegen aanraking
mag permanent worden verwijderd. VOOR
KLEUTERS EN GEBREKKIGE PERSONEN
BIEDT HIJ GEEN VOLLEDIGE BESCHERMING!
Bij een lekkage dient de afsluiter van de gasfles
onmiddellijk dicht te worden gedraaid.
4.1. Aanvullende veiligheidsvoorschriften
Overeenkomstig de geldende voorschriften dient
het toestel te worden geïnstalleerd en de fles
met vloeibaar gas te worden opgeborgen.
Het toestel niet bewegen terwijl het in werking is.
Voor het bewegen van het toestel dienen de
afsluiter van de gasfles of de drukregelaar dicht
te worden gedraaid.
De slangleidingen moeten binnen de opgegeven
intervallen worden vervangen.
Gebruik enkel de door de fabrikant opgegeven
soorten gas en flessen met vloeibaar gas.
De fles met vloeibaar gas dient in een goed
verluchte ruimte van open vlammen (kaarsen,
sigaretten, andere toestellen met open vlammen)
te worden verwisseld.
Controleer of de dichting van de drukregelaar
correct is gemonteerd en zijn functie kan
vervullen.
Na gebruik de afsluiter van de fles met vloeibaar
gas of van de drukregelaar dichtdraaien.
In geval van gaslek mag het toestel niet worden
gebruikt of, indien het in werking is, moet de
gastoevoer worden onderbroken en moet het
toestel worden gecontroleerd en in orde gebracht
alvorens het opnieuw kan worden gebruikt.
Ten minste eenmaal per maand en telkens bij
het verwisselen van de gasfles dienen de
slangleidingen (gasslang) te worden
gecontroleerd. Wanneer de slangleidingen
tekens van broosheid of andere beschadigingen
vertonen moeten ze door nieuw slangleidingen
van dezelfde lengte en kwaliteit worden
vervangen.
Het toestel op een effen, niet hellend, stevig vlak
plaatsen.