16
Het toestel binnen en het toestel buiten mogen
enkel vertikaal gemonteerd worden.
2. Montage van het toestel binnen
Let zeker op de montageaanwijzingen.
2.1 Voor de montage
Kies de plaats van het toestel binnen (let op de
voorafgaande tips voor de keuze van de plaats).
Kijk of de voorhanden zijnde netspanning
overeenkomst met de netspanning die op het
gegevensbordje aangegeven staat. Deze
spanning moet dezelfde zijn.
De leidingen voor het koelmiddel moeten
geïsoleerd zijn met het bijgeleverde materiaal.
2.2 De montageplaat aanbrengen
De montageplaat voor het toestel binnen moet
horizontaal aan de muur gemonteerd worden.
Houd u zeker aan de opgegeven afstanden. Duid
de plaats aan en boor de bevestigingsgaatjes en
schroef de montageplaat met pluggen en
schroeven vast. Om trillingen van het toestel
binnen te voorkomen moet u er op letten dat er
geen tussenruimte is tussen de muur en de
montageplaat.
2.3 Muuropening boren
Boor de muuropening met een 65 mm boorkroon
van binnen naar buiten voor de leidingen in een
hoek van ongeveer 5° naar buiten dalend.
2.4 Buis voor afvoer van condenswater
aanbrengen
Deze buis moet met een afdalende helling naar
buiten toe gemonteerd worden. Vermijd zeker
buigingen en knikken. Het uiteinde van de buis
mag niet in een houder liggen die vol water kan
lopen. Wanneer er water in de afvoerbuis blijft
zitten, kan waterschade optreden.
Schuif de bijkomende afvoerbuis op de steun van
de afvoerbuis aan het toestel binnen. Maak deze
aansluiting goed vast met kleefband. Wikkel het
gedeelte van de afvoerbuis in het gat in de muur
goed in met isolatiemateriaal en nog 10 cm
verder aan de binnen-en buitenkant.
2.5 Elektrische aansluiting op het binnenapparaat
Let wel: de elektrische aansluiting mag alleen door
een elektricien worden uitgevoerd die erkend is door
de energievoorzieningsmaatschappij.
Open de klep van het binnenapparaat.
Verwijder het aansluitdeksel (1).
Sluit de verbindingskabels (netspanningskabel
en signaalkabel) tussen het binnenapparaat en
het buitenapparaat aan zoals getoond. Trekt
daarna de verbindingskabels naar achteren naar
de achterkant van het binnenapparaat en breng
het aansluitdeksel terug aan.
Sluit de klep van het binnenapparaat.
2.6 Aansluiting van de koelmiddelleidingen op
het binnenapparaat
Plaats de koelmiddelleidingen van het
binnenapparaat naar het buitenapparaat.
Verwijder de kunststofsluitingen van het
koelmiddelaansluitstuk op het binnenapparaat en
op de overeenkomstige koelmiddelleiding.
Plaats de schroefkoppeling op de
koelmiddelleiding recht op de schroefdraad op
het binnenapparaat.
Schroef de eerste schroefdraadgangen met de
hand tegen de richting van de wijzers van de klok
in aan.
Gebruik dan een gepaste platte open sleutel en
haal de schroefkoppelingen aan. Het uit te oefen
aanspankoppel vindt u terug in de onderstaande
tabel. Controleer het aanspankoppel d.m.v. een
dynamometrische sleutel.
Ø 6 mm buis = 15 - 20 Nm
Ø 12 mm buis = 50 - 55 Nm
Binnen Buiten
Binnen
Binnen
Isoliatiemateriaal
Bijkomende afvoerbuis
Afvoerbuis
Muur
geel
groen
blauw
zwart