Ȝ De gasfles inzetten. De slang met de drukregelaar verbinden en de drukregelaar op de gasfles aansluiten
- let op 2 x linkse schroefdraad. Met een lekdetectiespray of schuimvormend middel de dichtheid van de
verbindingspunten controleren. In geen geval bij open vlam!
4. Veiligheidsinstructies
Ȝ De party-straler op een vlakke, niet of slechts licht hellende ondergrond plaatsen (max. 5°).
Ȝ Opgelet - het toestel uitsluitend gebruiken onder toezicht.
Ȝ De reflector en geperforeerde plaat tijdens de werking niet aanraken - gevaar zich te verbranden!
Ȝ Tijdens de werking moet een veilige afstand ten opzichte van brandbare voorwerpen worden bewaard.
Ȝ Aan de party-straler mogen geen voorwerpen worden bevestigd.
Ȝ Het toestel mag alleen in de open lucht worden gebruikt.
Ȝ De party-straler dient uitsluitend om te verwarmen.
Ȝ Bij een sterke wind is het aanbevolen de voet extra te verzwaren, aan de ondergrond vast te maken of het
toestel op een veilige plaats te bewaren.
Ȝ Als het toestel gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, moeten het lichaam van geperforeerde plaat en
het opzetstuk met folie worden afgedekt, om het binnendringen van stof en insecten te vermijden.
Ȝ De party-straler mag alleen van plaats worden veranderd als hij is uitgeschakeld.
Ȝ Controleer of de afdichting aan de flesklep aanwezig is en zich in perfecte toestand bevindt. Gebruik geen
extra afdichtingen.
Ȝ In geval van een storing moet de afsluitklep van de gasfles onmiddellijk worden gesloten.
Ȝ De party-straler mag uitsluitend worden bediend via een tussengeschakelde drukregelaar met een
toegelaten uitgangsdruk (zie typeplaatje en fabrieksinstelling).
Ȝ Ingebruikneming en ontsteking in elk geval uitvoeren volgens het onder punt 6.1 vermelde reglement.
Onderhoud: de gasslang moet door een gespecialiseerd bedrijf om de 5 jaar worden gecontroleerd.
Instructies voor commercieel gebruik:
Volgens BGV D34 (VBG 21), DIN 4811-3 en TRF 96 moet bij commercieel gebruik (bijv. op jaarmarkten) een
veiligheidsdrukregelaar met geïntegreerde overdrukbeveiliging worden ingezet.
Deze regelaar behoort niet tot de inhoud van de levering.
Voor de ingebruikneming van het toestel moet aan alle verbindingspunten een dichtheidsproef worden
uitgevoerd met behulp van een lekdetectiespray of een schuimvormend middel. Geen open vlam gebruiken.
De controle mag niet gebeuren terwijl het toestel in werking is.
5. Aansluiting op de gasfles (5 of 11 kg)
Om het toestel aan te sluiten zijn de volgende onderdelen nodig:
Ȝ in de handel gebruikelijke gasfles;
Ȝ vast ingestelde, door de DVGW erkende drukregelaar, max. 1,5 kg/h (bestanddeel van het toestel),
geschikt voor de gebruikte gasflessen, bedrijfsdruk zie fabrieksinstelling;
Ȝ door de DVGW erkende slangleiding met een voldoende lengte om een knikloze montage mogelijk te
maken (bestanddeel van het toestel);
Ȝ door de DVGW erkende lekdetectiespray of schuimvormer.
6. Bedieningshandleiding
6.1 Ingebruikneming
De ingebruikneming gebeurt door de gasfles te openen. „Draai“ de knevel op maximale vlam (90° naar links),
„druk“ deze in en „activeer“ tegelijk de piëzo-ontsteker (maximaal 5 ontstekingspogingen). Na de ontsteking
moet de knevel nog ong. 10 seconden ingedrukt blijven tot de brander in werking blijft. Bij het uitdoven van de
vlam mag een tweede ontstekingspoging ten vroegste na vijf minuten gebeuren, om ontploffingen en dus
12
NL