NL
31
TRIMMEN ROND BOMEN
Als u rond bomen trimt, nader langzaam teneinde de
draad de schors niet raakt. Ga rond de boom en snij
daarbij van links naar rechts. Nader gras of onkruid
met de top van de draad en kantel de draadkop
lichtjes naar voren.
WAARSCHUWING: wees bijzonder voorzichtig bij
het afmaaiwerkzaamheden. Neem bij dergelijke
werkzaamheden een afstand van minstens 30 m
tussen uzelf en andere personen of dieren in acht.
AFMAAIEN
Bij het afmaaien wordt de hele vegetatie tot op de
grond afgesneden. Te dien einde kantelt u de
draadkop in een hoek van 30 graden naar rechts.
Breng de handgreep in de gewenste positie. Hou
rekening met verhoogd lichamelijk gevaar voor
gebruiker, toeschouwers en dieren alsmede met het
gevaar voor materiële schade door wegspringende
voorwerpen (b.v. stenen) (fig. I4).
WAARSCHUWING: verwijder met de trimmer geen
voorwerpen van voetpaden enz.!
De trimmer is een krachtig gereedschap; steentjes of
andere voorwerpen kunnen 15 m en meer worden
weggeslingerd en kunnen letsel of beschadigingen
van autoʼs, huizen en vensters veroorzaken.
ZAGEN
Het gereedschap is niet geschikt voor het zagen.
VASTKOMEN
Mocht het snijblad wegens te dichte vegetatie
blokkeren dient u meteen de motor stil te leggen.
Ontdoe het gereedschap van gras en struikgewassen
voordat u het opnieuw in werking zet.
VERMIJDEN VAN TERUGSTOOT
Bij het werken met het snijblad bestaat gevaar voor
terugstoot als het een vaste hindernis (boomstam,
tak, boomstomp, steen of dergelijks) raakt. De zeis
vliegt daarbij terug tegen de draairichting van het
gereedschap in.
Dit kan ertoe leiden dat u de controle over het
gereedschap verliest. Gebruik het metaalsnijblad niet
in de buurt van omheiningen, metalen palen,
grenspalen of funderingen.
Om dichte stengels te snijden plaatst u die zoals
getoond in fig. l5, pos. A om een terugstoot te
voorkomen.
8. Onderhoud
Zet voor begin van onderhoudswerkzaamheden
steeds de motor van het gereedschap af en trek de
bougiestekker eraf.
8.1 Vervangen van draadspoel/snijdraad
1. Behuizing van de draadspoel onder de beide
vastzetclips (fig. L2, pos. 1) samendrukken (fig.
L1) en het deksel van de draadspoel verwijderen
(fig. L2, pos. 2).
2. Draadspoel uit de behuizing van de draadspoel
verwijderen (fig. L3). Let er goed op dat u de veer
en de sluitringen niet verliest.
3. Verwijder de eventueel nog voorhanden zijnde
snijdraad.
4. De nieuwe snijdraad in het midden samenleggen
en de onstane lus vasthaken in de uitsparing van
de draadverdeelplaat. (Fig. L4)
5. Draad onder spanning tegen de richting van de
wijzers van de klok in opwinden. De
draadverdeelplaat scheidt daarbij de beide
helften van de nylondraad. (Fig. L5)
6. De laatste 15 cm van de beide draadeinden in de
tegenoverliggende draadhouders van de
draadspoel vasthaken. (Fig. L6)
7. De beide draadeinden doorheen de metalen
ogen in de behuizing van de draadspoel leiden
(fig. L3).
8. Draadspoel de behuizing van de draadspoel in
drukken. Vergewis u er zich van de juiste positie
van de veer en de sluitringen. (Fig. L3)
9. Draadspoeldeksel de behuizing van de
draadspoel op drukken. Zorg ervoor dat de beide
bevestigingsclips (fig. L2/1) van de behuizing van
de draadspoel in de overeenkomstige
uitsparingen (fig. L2/2) van het draadspoeldeksel
vastklikken.
10. Trek flink met een ruk aan de beide draadeinden
om die uit de draadhouders van de draadspoel
los te maken.
11. Overtollige draad op ca. 13 cm inkorten.
Daardoor zal de motor bij het starten en
opwarmen minder zwaar worden belast.
12. Draadspoel hermonteren (zie punt 5.4).
Wordt de volledige draadspoel vervangen, slaat u
de punten 3-6 over.