Draag altijd veiligheidshandschoenen als u
werkzaamheden op de kettingzaag verricht om letsel
te voorkomen.
Ȝ Bevestigingsschroef voor kettingwielafdekking
met enkele slagen losdraaien (fig. 4).
Ȝ Kettingspanning afstellen m.b.v. de
kettingspanschroef (fig. 8). Door draaien met de
wijzers van de klok mee (naar rechts) verhoogt u
de kettingspanning, door draaien tegen de
richting van de wijzers van de klok in (naar links)
verlaagt u de kettingspanning. De zaagketting is
correct gespannen als ze in het midden van het
zwaard ca. 3 tot 4 mm kan worden opgeheven
(fig. 9).
Ȝ Bevestigingsschroef voor kettingwielafdekking
vastdraaien (fig. 7).
Let op! Alle kettingschakels moeten naar
behoren in de geleidegroef van het zwaard
liggen.
Aanwijzing omtrent het spannen van de ketting:
De zaagketting dient omwille van de
bedrijfszekerheid en veiligheid altijd correct te zijn
gespannen. De zaagketting is optimaal gespannen
als ze in het midden van het zwaard ca. 3 tot 4 mm
kan worden opgeheven. Aangezien de zaagketting bij
het zagen warm wordt en bijgevolg van lengte
verandert, dient u de kettingspanning om de 10
minuten te controleren en, indien nodig, bij te regelen.
Dit geldt vooral voor nieuwe zaagkettingen. Ontspan
de zaagketting aan het einde van het werk omdat de
ketting bij het afkoelen korter wordt. Daardoor
voorkomt u dat schade aan de ketting wordt
berokkend.
4.3 Smering van de zaagketting
Let op! Voor controles en afstelwerkzaamheden
altijd de netstekker uit het stopcontact verwijderen.
Draag altijd veiligheidshandschoenen als u
werkzaamheden op de kettingzaag verricht om letsel
te voorkomen.
Let op! Stel de ketting nooit zonder zaagkettingolie in
werking! Het gebruik van de zaagketting zonder
zaagkettingolie of bij een oliepeil beneden het
minimummerk (fig. 10, pos. B) heeft een
beschadiging van de kettingzaag tot gevolg!
Let op! Hou rekening met de
temperatuuromstandigheden: verschillende
omgevingstemperaturen eisen smeermiddelen van
zeer verschillende viscositeit. Bij lage temperaturen
hebt u dunvloeibare oliën (lage viscositeit) nodig om
een voldoende smeerfilm te doen ontstaan. Als u
dezelfde olie in de zomer gebruikt, zou de olie alleen
door de hogere temperaturen nog meer vloeibaar
worden gemaakt. Een onderbreking van de smeerfilm
zou het gevolg kunnen zijn, de ketting zou kunnen
worden oververhit en zou kunnen worden
beschadigd. Bovendien zou de smeerolie
verbranden, waardoor het milieu onnodig met
schadelijke stoffen zou worden belast.
Olietank vullen:
Zaagketting op een effen plaats neerzetten.
Het gebied rond de olietankdop (fig. 10, pos. A)
schoonmaken en daarna de tank openen.
Tank met zaagkettingolie vullen. Let er goed op dat
geen vuil in de tank terechtkomt om te voorkomen dat
de oliesproeier verstopt geraakt.
Olietankdop sluiten.
5. Gebruik
5.1 Aansluiting op de stroomtoevoer
Ȝ Netkabel aansluiten op een gepaste
verlengkabel. Vergewis u ervan dat de
verlengkabel berekend is voor het vermogen van
de kettingzaag.
Ȝ Verlengkabel borgen tegen trekkrachten en het
per ongeluk uittrekken zoals voorgesteld in fig.
12.
Ȝ Verlengkabel aansluiten op een naar behoren
geïnstalleerd veiligheidsstopcontact.
Wij bevelen het gebruik van een kabel in een
signaalkleur (rood of geel) aan. Daardoor vermindert
u het risico dat de kabel per ongeluk door de
kettingzaag wordt beschadigd.
5.2 In-/uitschakelen
Inschakelen
Ȝ Kettingzaag met beide handen aan de
handgrepen vasthouden (duim onder de
handgreep) zoals getoond in fig. 13.
Ȝ Beveiliging tegen onbedoeld inschakelen (fig. 1,
pos. 5) blijven indrukken.
Ȝ Kettingzaag inschakelen door op de AAN/UIT-
schakelaar te drukken. U kan dan de
inschakelbeveiliging terug loslaten.
Uitschakelen
AAN/UIT-schakelaar (fig. 1, pos. 6) loslaten.
De geïntegreerde rem brengt de omlopende
zaagketting in de kortst mogelijke tijd tot stilstand.
Verwijder altijd de netstekker uit het stopcontact als u
het werk onderbreekt.
Let op! Draag de zaag enkel aan de voorste
handgreep! Als u de aangesloten zaag enkel aan de
NL
34