NL
28
6. Montage en ingebruikneming
ƽ
Let op!
Voor ingebruikneming het apparaat zeker
volledig monteren!
6.1 Montage van de wielen (3)
De bijgaande wielen dienen te worden
gemonteerdzoal getoond in fig. 5.
6.2 Montage van de standvoeten (4)
De bijgaande standvoeten (4) dienen te worden
gemonteerd zoals getoond in fig. 6.
6.3 Montage van de snelkoppeling voor keteldruk
(13)
De snelkoppeling voor ongeregelde keteldruk (13)
vastschroeven op de druktank (2) zoals getoond in
fig. 7 tot 8.
6.4 Montage van de transportgreep (9)
De transportgreep (9) op de compressor
vastschroeven zoals getoond in fig. 9 tot 11.
6.5 Verwijderen van de transportbeveiliging
De transportbeveiliging verwijderen zoals getoond in
fig. 12.
6.6. Vervangen van de olieafsluitstop (14)
Verwijder het transportdeksel uit het olievulgat m.b.v.
een schroevendraaier en plaats de bijgaande
oliesluitdop (14) in het olievulgat (fig. 13).
6.7. Netaansluiting
De compressor is voorzien van een netkabel met
veiligheidsstekker. Deze kan worden
aangesloten op elk veiligheidsstopcontact 230 V
~ 50Hz dat beveiligd is door een zekering van 16
ampère.
De motor heeft een overbelastingsschakelaar
(fig. 1, pos. 16). Bij overbelasting van de
compressor schakelt deze schakelaar de
compressor automatisch uit om de compressor
te beschermen tegen oververhitting. Als de
overbelastingsschakelaar reageert, schakelt u de
compressor met de AAN/UIT-schakelaar (8) uit;
wacht dan eventjes tot de compressor is
afgekoeld. Druk dan de
overbelastingsschakelaar (16) in en schakel de
compressor terug in.
Lange toevoerleidingen alsook verlengkabels,
kabeltrommels enz. leiden tot spanningsverlies
en kunnen het starten van de motor beletten.
Bij temperaturen onder +5°C start de motor
eventueel moeilijk ten gevolge van stroefheid.
6.8 AAN/UIT-schakelaar (8)
U schakelt de compressor in door de rode knop (8)
uit te trekken.
Om de compressor uit te schakelen drukt u de rode
knop (8) terug in. (fig. 2)
6.9 Drukafstelling: (fig. 1)
Met de drukregelaar (7) kan de druk op de
manometer (6) worden afgesteld.
De afgestelde druk kan op de snelkoppeling (5)
worden ontnomen.
6.10 Afstelling van de drukschakelaar
De drukschakelaar werd door de fabriek afgesteld.
Inschakeldruk 8 bar
Uitschakeldruk 10 bar
7. Schoonmaken en onderhouden
ƽ
Let op!
Trek vóór alle schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheid de netstekker uit het
stopcontact.
ƽ Let op!
Wacht tot de compressor helemaal is
afgekoeld! Gevaar om brandwonden op te
lopen!
ƽ Let op!
Vóór alle schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden dient de ketel
drukloos te worden gemaakt.
7.1 Reiniging
Hou de veiligheidsinrichtingen zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het apparaat met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
Het is aan te bevelen het apparaat direct na elk
gebruik schoon te maken.
Maak het apparaat regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep schoon. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het apparaat kunnen
aantasten. Zorg ervoor dat geen water binnen in
het apparaat terechtkomt.
Slang en spuitgereedschap moeten vóór de
schoonmaakbeurt van de compressor worden
gescheiden. De compressor mag niet met water,
oplosmiddelen of iets dergelijks schoon worden
gemaakt.