26
NL
Draag een gehoorbeschermer.
Lawaai kan aanleiding geven tot gehoorverlies.
Totale vibratiewaarden (vectorsom van drie
richtingen) bepaald volgens EN 60745.
Boorhameren in beton
Trillingsemissiewaarde a
h
= 13,737 m/s
2
Onzekerheid K = 1,5 m/s
2
Beitelen
Trillingsemissiewaarde a
h
= 8,723 m/s
2
Onzekerheid K = 1,5 m/s
2
ƽ Let op!
De vibratiewaarde zal op grond van het
toepassingsgebied van het elektrische gereedschap
veranderen en kan in uitzonderingsgevallen boven
de opgegeven waarde liggen.
6. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het kenplaatje
overeenkomen met de gegevens van het stroomnet
alvorens het gereedschap aan te sluiten.
Verwijder altijd de netstekker uit het stopcontact
voordat u het gereedschap anders afstelt.
Met een leidingdetector nagaan, of op die plaats
waar u de boorhamer gebruikt elektrische leidingen,
gasleidingen of waterbuizen verborgen zijn.
6.1 Extra handgreep (fig. 2, pos. 6)
Boorhamer om veiligheidsredenen enkel met de
extra handgreep gebruiken.
De extra handgreep (6) biedt tijdens het gebruik van
de machine een bijkomende houvast. Gebruik het
gereedschap daarom niet zonder extra handgreep.
Maak de extra handgreep (6) aan de machine vast
d.m.v. de kleminrichting. Door draaien van de
handgreep met de wijzers van klok mee wordt de
kleminrichting aangehaald. Door draaien tegen de
richting van de wijzers van de klok in wordt de
kleminrichting losgezet.
De bijgaande extra handgreep (6) moet eerst
worden gemonteerd. Te dien einde de
kleminrichting door draaien van de handgreep ver
genoeg openen zodat de extra handgreep over
de machine kan worden geschoven.
Na het opschuiven van de extra handgreep (6)
draait u die naar de voor u meest aangename
werkpositie.
Draai dan de handgreep in tegengestelde
draairichting terug dicht tot de extra handgreep
vast zit.
De extra handgreep (6) is voor zowel rechts- als
linkshandigen geschikt.
6.2 Diepteaanslag (fig. 3, pos. 7)
De diepteaanslag (7) wordt door de vastzetschroef
(10) op de extra handgreep (6) vastgehouden dankzij
een kleminrichting.
Draai de vastzetschroef (10) los en zet er de
diepteaanslag (7) in.
Breng de diepteaanslag (7) op het zelfde niveau
t.o.v. de boor.
Trek de diepteaanslag (7) met de gewenste
boordiepte terug.
Haal de vastzetschroef (10) terug aan.
Boor dan het gat tot de diepteaanslag (7) het
werkstuk raakt.
6.3 Gereedschap inzetten (fig. 4)
Gereedschap vóór het inzetten schoonmaken en
lichtjes invetten met boorvet.
Vergrendelhuls (2) terugtrekken en vasthouden.
Stofvrij gereedschap al draaiend de
gereedschapshouder in tot tegen de aanslag
schuiven. Het gereedschap wordt automatisch
vergrendeld.
Vergrendeling controleren door aan het
gereedschap te trekken.
6.4 Gereedschap verwijderen (fig. 5)
Vergrendelhuls (2) terugtrekken, vasthouden en
gereedschap uitnemen.
7. Ingebruikneming
Let op!
Om zichzelf en anderen niet in gevaar te brengen
mag de machine alleen aan de beide handgrepen
(5/6) worden vastgehouden! Zo niet kan bij het
aanboren van kabels een elektrische schok dreigen!
7.1 AAN/UIT-schakelaar (fig. 6, pos. 4)
Zet eerst een gepaste boor het gereedschap in
(zie 6.3).
Sluit de netstekker aan op een gepast
stopcontact.
Zet de boormachine rechtstreeks op de plaats
aan waar u wilt boren.
Aanzetten:
AAN/UIT-schakelaar (4) indrukken