risicoʼs voordoen:
Raken van het zaagblad in het niet afgedekte
zaaggebied.
Grijpen in het draaiende zaagblad (snijwonden).
Terugstoot van werkstukken en werkstukdelen.
Zaagbladbreuken.
Wegslingeren van defecte hardmetalen stukken van
het zaagblad.
Gehoorschade bij niet-gebruik van de nodige
gehoorbeschermer.
Bij gebruik in gesloten vertrekken komt houtstof vrij
dat schadelijk is voor de gezondheid.
Wij wijzen erop dat onze toestellen overeenkomstig
hun bestemming niet geconstrueerd zijn voor
commercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik.
Wij zijn niet aansprakelijk indien het apparaat in
ambachtelijke of industriële bedrijven alsmede bij
gelijk te stellen activiteiten wordt gebruikt.
5. Technische gegevens
Wisselstroommotor 230 V ~ 50Hz
Vermogen P S1 1200 W S6 20% 2000 watt
Nullasttoerental n
0
2800 t/min.
Hardmetaalzaagblad Ø 315 x Ø 30 x 3,6 mm
Aantal tanden 24
Tafelafmetingen 800 x 550 mm
Snijhoogte max. 83 mm / 0°
60 mm/45°
Hoogteverstelling traploos van 0 tot 83 mm
Zaagblad kantelbaar traploos van 0° tot 45°
Afzuigaansluiting Ø 100 mm
Gewicht 52 kg
Geluidsemissiewaarden
Gebruik Onbelast
draaien
Geluidsdrukniveau L
pA
92,9 dB (A) 82,9 dB (A)
Geluidsvermogen L
WA
103,5 dB (A) 93,7 dB (A)
De waarden vermeld in de tabel zijn emissiewaarden
en komen niet meteen noodzakelijk overeen met de
geluidswaarden gemeten op de werkvloer. Hoewel er
een correlatie bestaat tussen emissie- en
immissieniveaus kan er niet zeker uit worden
opgemaakt of al dan niet bijkomende
voorzorgsmaatregelen vereist zijn. Medebepalende
factoren die het momenteel op de werkplaats
voorhanden zijnde immissieniveau kunnen
beïnvloeden zijn o.a. de duur van de
geluidsinwerking, de karakteristieke gesteldheid van
de werkruimte, andere geluidsbronnen etc. b.v. het
aantal machines en andere in de buurt plaats
hebbende processen.
De betrouwbare werkplaatswaarden kunnen evenwel
van land tot land variëren. Deze informatie zal echter
de gebruiker in staat stellen, gevaar en risico beter te
kunnen beoordelen.
6. Vóór ingebruikneming
Ȝ Zaag uitpakken en controleren op eventueel
voorhanden zijnde transportbeschadigingen.
Ȝ De machine moet worden opgesteld zodat ze
veilig staat, d.w.z. ze moet op een werkbank of
een vast onderstel worden vastgeschroefd.
Ȝ Vóór inbedrijfstelling dienen alle afdekkingen en
veiligheidsinrichtingen naar behoren te zijn
gemonteerd.
Ȝ Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
Ȝ Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwerpen
letten zoals b.v. nagels of schroeven etc.
Ȝ Voordat u de AAN-/UIT-schakelaar indrukt dient
u er zich van te vergewissen dat het zaagblad
correct is gemonteerd en bewegelijke
onderdelen gemakkelijk bewegen.
Ȝ Controleer of de gegevens vermeld op het
kenplaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens de machine aan te
sluiten.
7. Montage
Let op! Trek vóór alle onderhouds-, afstel- en
montagewerkzaamheden telkens de netstekker
uit het stopcontact.
7.1. Zaag opbouwen (fig. 1-24)
Ȝ Zaagtafel op een effen onderlaag leggen.
Ȝ Standvoeten (18) losjes aan de zaagtafel (1)
schroeven (fig. 5). Let op! De standvoet met de
uitgestanste opening (19) voor de schakelaar-
stekker-combinatie dient correct (voorkant links)
te worden gemonteerd (zie fig. 1).
Ȝ Verstijvingsprofielen (24) voor het onderstel
losjes op de standbenen (18) schroeven (fig. 6-
8).
Ȝ Houder voor onderstel (22) met vier schroeven
van binnen tegen de achterste standbenen (18)
monteren. (Fig. 9)
29
NL