voorzorgsmaatregelen vereist zijn. Medebepalende
factoren die het momenteel op de werkplaats
voorhanden zijnde immissieniveau kunnen
beïnvloeden zijn o.a. de duur van de
geluidsinwerking, de karakteristieke gesteldheid van
de werkruimte, andere geluidsbronnen etc. b.v. het
aantal machines en andere in de buurt plaats
hebbende processen. De betrouwbare
werkplaatswaarden kunnen evenwel van land tot
land variëren. Deze informatie zal echter de
gebruiker in staat stellen, gevaar en risico beter te
kunnen beoordelen.
5. Technische gegevens
Motor 230V ~ 50Hz
Motortoerental n
0
2850 t/min.
Vermogen P 550 watt
Bescherming type IP 40
max. vacuüm 1600 Pa
max. afzuigvolume 1150 m
3
/u
Afzuigaansluiting 100 mm
Volume spaanopvangzak 65 l
Gewicht 22,5 kg
6. Vóór inbedrijfstelling
Ȝ De afzuiginstallatie uitpakken en controleren op
eventueel voorhanden zijnde transportschade.
Ȝ De machine moet worden opgesteld zodat ze
veilig staat. Vóór inbedrijfstelling dienen alle
afdekkingen en veiligheidsinrichtingen naar
behoren te zijn gemonteerd.
Ȝ Vergewis u er zich van dat de spaanzakken goed
bevestigd zijn voordat u de AAN/UIT-schakelaar
bedient!
Ȝ Controleer of de gegevens vermeld op het
kenplaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens de machine aan te
sluiten.
7. Montage (fig. 1, 3-17)
Let op! Trek vóór alle onderhouds-, afstel- en
montagewerkzaamheden op de afzuiginstallatie
telkens de netstekker uit het stopcontact.
Ȝ Draai de beide moeren (E) aan weerskanten van
het plastiekhuis (13) los (fig. 3).
Ȝ Plaats de zijplaten (12) over de schroeven op het
plastiekhuis (13) en maak ze vast d.m.v. de
moeren (E) (fig. 4-5).
Ȝ Plaats de stabiliseringsplaat (9) tussen de
zijplaten (12) en schroef haar vast d.m.v. de
schroeven (B) en moeren (C) (fig. 6).
Ȝ Schroef het onderstel (8) vast op de zijplaten
(12) d.m.v. de schroeven (D) en moeren (C) (fig.
7).
Ȝ Haal dan de snelspaninrichting (5) door de
ingenaaide geleiding in de stofzak (2) (fig. 8-9).
Ȝ Steek de stofzakhaak (1) het gat voor
stofzakhaak (14) op het plastiekhuis (13) in en
haak de stofzak (2) op de stofzakhaak (1) vast
(fig. 10).
Ȝ Schuif de stofzak (2) zo over de bovenste
opening van het plastiekhuis (13) dat hij de
opening helemaal omsluit en borg hem d.m.v. de
snelspaninrichting (5) (fig. 11).
Ȝ Trek de opvangzak (6) zo over de onderste
opening van het plastiekhuis (13) dat hij de
opening helemaal omsluit en borg hem d.m.v. de
snelspaninrichting (3) (fig. 12).
Ȝ Plaats een slangbevestiging (A) op de
afzuigslang (11). Steek dan de afzuigslang (11)
tot tegen de aanslag op de afzuigaansluiting van
het gereedschap en maak hem daarop vast
d.m.v. de slangklem (A) (fig. 13).
Ȝ Indien gereedschap met een
afzuigaansluitdiameter van 100 mm op de
afzuiginstallatie moet worden aangesloten, schuif
dan een slangbevestiging (A) over de
afzuigslang (11). Steek daarna de
aansluitadapter (18) de afzuigslang (11) in tot
tegen de aanslag en zet hem vast door de
slangbevestiging (A) aan te halen (fig. 14-15).
Steek den de aansluitadapter (18) op de
afzuigaansluiting van het overeenkomstige
gereedschap.
Ȝ Moeten apparaten met een
afzuigaansluitdiameter van 36 mm worden
gebruikt, steek dan de reduceeradapter (17) het
vrije uiteinde van de afzuigslang (11) op en maak
hem daarop vast d.m.v. de slangklem (A) (fig.
16-17). Op de reduceeradapter (17) kunnen dan
een of twee afzuigslangen met een diameter van
36 mm worden aangesloten. Als enkel met één
36 mm slang wordt gewerkt laat u de afsluitdop
op de tweede opening van de reduceeradapter
(17). Als met twee 36 mm slangen wordt gewerkt
verwijdert u de afsluitdop en gebruikt u beide 36
mm aansluitingen van de reduceeradapter (17).
25
NL