Afbeelding 5.
4.De gehele koelunit moet worden geventileerd
5.De circulerende lucht mag nie
t door een ander
apparaat in de omgeving worden opgewarmd.
6.Ventilatieroosters voor dit apparaat moeten
een minimale opening v
an 200 cm² vrije
luchtdoorlaat hebben
Zorg dat u tijdens de installatie altijd bij het
snoer kunt.
5. Ingebruikname van de koelkast
Steek de stekker in het stopcontact en/of schakel
het stopcontact in (indien nodig). Afhankelijk van de
omgevingstemperatuur zullen de koelribben na
ongeveer één à twee uur koud te worden.
5.1. Eerste inbedrijfstelling
Sluit de koelkast aan op een geaard
stopcontact.
De miniCool start automatisch met een zelftest.
Het LED knippert meerdere malen, waarna het
licht continu brandt zolang de deur openstaat.
Na enkele uren bereikt de miniCool de juiste
koeltemperatuur.
5.2. Temperatuurinstelling
De normale positie is de middelste stand van de
thermostaatregelaar (afbeeld. 6). Afhankelijk van
inhoud en plaats kan echter een andere stand
nodig zijn. U draait de thermostaatknop in de
richting van het groter wordende symbool: meer
koeling. Draaien in de richting van het kleiner
wordende symbool betekent minder koeling.
Controleer of de temperatuur juist is, maar pas
enige tijd nadat u de stand hebt gewijzigd.
Afbeelding 6.
41
NL
Afbeelding 3.
4.1.2. Vrijstaande modellen
Deze modellen zijn ontworpen voor vrijstaand gebruik;
de warme delen van het koelaggregaat worden door
een kap afgeschermd. Het vloerframe met
ventilatierooster zorgt voor voldoende ventilatie.
Deze modellen kunnen m.b.v. glijscharnieren ook in
meubels worden gemonteerd of gewoon in een
bepaalde ruimte worden geschoven. Let bij het
monteren alstublieft op de volgende punten:
BELANGRIJK
Neem de volgende voorschriften zorgvuldig in
acht. Garantie geldt alleen voor apparaten die
volgens deze voorschriften zijn geïnstalleerd.
1.De koelkast moet w
aterpas staan.
2.Minimale af
st
and tot de muren bedraagt
20 mm.
3.Ventilatie moet conform de opties A, B, C of D
worden gegarandeerd (afbeeld. 4-5)
Afbeelding 4.