6
NL
In gebruik nemen
Zet de accessoires in de koelkast en steek de stekker
in het stopcontact. Draai de temperatuurregelaar aan
de rechterkant van de koelruimte vanuit „0” rechtsom
(zie afb.). Op stand „0” is het apparaat buiten werking.
In het volgende hoofdstuk vindt u aanwijzingen m.b.t.
de instelling.
Bedienen van het apparaat
Temperatuur instellen
De thermostaat zorgt er automatisch voor dat de
ingestelde temperatuur wordt aangehouden en
schakelt regelmatig het apparaat kortere of langere
tijd uit.
Hoe hoger het cijfer waarop u de temperatuurregelaar
draait, hoe intensiever er gekoeld wordt.
Als u de temperatuurregelaar op „3” draait,wordt in de
koelruimte automatisch een temperatuur van +5 °C of
kouder bereikt. Stand „3” is geschikt voor normaal
gebruik.
De temperatuur in de koelkast is niet alleen afhankelijk
van de instelling van de temperatuurregelaar, maar
ook van de omgevingstemperatuur, vaak openen van
de deur, de hoeveelheid levensmiddelen enz.
Op stand „5”, de hoogste stand, (bijv. tijdens
een hittegolf) werkt de compressor continu. Dit
heeft geen negatieve invloed op het functioneren van
het apparaat.
Aanwijzingen voor het bewaren
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de
afbeelding:
1. gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen
in schaaltjes, vers vlees, vleeswaren, dranken
2. melk, zuivelproducten, levensmiddelen in
schaaltjes
3. fruit, groenten
4. kaas, boter
5. eieren
6. yoghurt, zure room
7. kleine flessen
8. grote flessen