29
Onderhoud
Reinig de buitenkant van het apparaat en het
bedieningspaneel met een vochtig doekje. In geen geval
agressieve reinigingsmiddelen of schuurmiddelen gebruiken.
Gebruik ook nooit oplosmiddelen (aceton, tri, enz.).
Maak de deurafdichting, het afwasmiddelbakje en het
glansmiddelreservoir regelmatig schoon met een vochtige
doek.
Laat de machine elke drie maanden een 65°C-programma
afwerken, zonder servies, met afwasmiddel.
Reiniging van de afvoerzeven
(Na iedere afwasbeurt)
De zeven (B) en (C) controleren en onder de stromende kraan
reinigen. Eventuele voedselresten met een borsteltje
verwijderen.
Dit zeven-setje tilt u daartoe aan het trechtertje omhoog (het zit
licht vastgeklikt).
Dan drukt u de twee vleugeltjes (D) naar elkaar toe om zo het
grove filter uit het fijne filter te trekken.
Na het reinigen klikt u het setje weer in de machinebodem
terug.
Reiniging van de bodemzeef
(iedere week)
Maak, indien noodzakelijk, de grote zeef (B) aan beide kanten
onder stromend water met een borsteltje schoon.
De bodemzeef (A) onder stromend water afborstelen. Deze
zeef verwijdert u door eerst de onderste sproeiarm te
verwijderen; daartoe de vleugeltjes (E) indrukken.
Dan draait u de bevestiging (F) linksom en tilt u de zeef uit de
bodem.
Na het reinigen in omgekeerde volgorde weer terugplaatsen.
Belangrijk!
Gebruik de machine nooit zonder de zeven.
Zorg er bovendien voor dat de zeven correct op
hun plaats zitten.
Het is belangrijk de zeven te reinigen om een
goede werking van de machine te garanderen.
Voor een goede werking
van de afwasmachine
NOOIT de bovenste
sproeiarm demonteren.
Als de sproeigaatjes verstopt
zitten met etensresten, dan
kunt u deze met een
tandenstoker verwijderen.
Als de machine langere tijd buiten
gebruik is
Wordt de machine voor langere tijd niet gebruikt, dan:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Stekker uit het stopcontact trekken.
3. Deur op een kier laten staan om het ontstaan van
een onaangename geur te vermijden.
4. Binnenkant en accessoires reinigen.
Bescherming tegen vorst
Plaats de afwasmachine nooit in een ruimte waar de
temperatuur onder het vriespunt kan zakken. Mocht dat toch
het geval zijn, maak de machine dan leeg, draai de kraan
dicht, verwijder de waterafvoerslang en laat deze leeg lopen.
Vervoeren van de machine
Als u de machine gaat vervoeren (bijv. bij verhuizing):
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Waterkraan dichtdraaien.
3. Watertoevoerslang van de waterkraan
losschroeven en leeg laten lopen.
4. De machine samen met de slangen vervoeren.
Zorg ervoor dat de machine tijdens het transport rechtop blijft
staan.