27
Onderstaand vindt u een overzicht van storingen die kunnen optreden, de mogelijke oorzaak en de
oplossing.
Probleem
Mogelijke oorzaak Oplossing
F. Elektronica blijft vonken 1. Ontvanger beschadigd. 1. Vervang de ontvanger en bevestig de code
terwijl de waakvlam brandt
G. Waakvlam brandt wel maar 1. Thermokoppel functioneert niet. 1.1 Meet de spanning, m.b.v. een digitale multi- meter
magneetklep sluit na ca. 10 ingesteld op mV bereik, door de kabels aan te
seconden of wanneer het toestel sluiten op de kabelschoen. De kabelschoen bevindt
heet wordt zich aan de
buitenkant, direct naast de magneetmoer aan de
achterkant van het gasregelblok;
De spanning moet binnen 20 seconden tenminste
5mV zijn. Deze mag niet lager zijn wanneer het toes
tel warm is.
Is de spanning te laag, dan moet:
- het thermokoppel beter in de vlam geplaatst worden
of
- het thermokoppel vervangen worden.
1.2 Controleer de grootte van de waakvlam.
Corrigeer een te kleine waakvlam.
1.3 Controleer de bedrading van het thermokop- pel
naar de ontvanger. Vervang zo nodig de bedrading.
2. Batterijen (bijna) leeg. 2. Vervang de batterijen in de ontvanger.
H Er zijn wel korte geluids- 1. Batterijen (bijna) leeg. 1. Vervang de batterijen in de ontvanger.
signalen maar geen vonken en
er is geen geluid / getik hoorbaar
van de magneet die de klep opent
I. Waakvlam brandt maar er is 1. Knop A in MAN stand. 1. Draai knop A op gasregelblok naar ON (afbee
geen gaststroom naar de ing 1)
(vlam) hoofdbrander 2. Toestel op waakvlam stand. 2. Verhoog de vlamhoogte door op de knop (grote
van de afstandsbediening te drukken.
3. Voordruk van het gas te laag. 3. Controleer voordruk.
Schakel zonodig het energiebedrijf in.
4. Beschadigde magneetklep. 4. Beschadigde magneetklep.
J. Hoofdbrander ontsteekt, 1. Losse bedrading thermokoppel. 2* 1. Sluit de bedrading goed aan. (zoals afbeelding 2)
maar dooft na ca. 22 seconden 2. Bedrading thermokoppel 2*verkeerd 2. Sluit de bedrading goed aan. (zoals afbeelding 2)
aangesloten.
3. Kortsluiting in bedrading van thermo- 3. Vervang de bedrading.
koppel 2*.
4. Draadbreuk in bedrading van thermo- 4. Vervang de bedrading.
koppel 2*
5. 2e Thermokoppel is vervuild.* 5. Reinig het thermokoppel.
6. 2e Thermokoppel is niet goed in vlam 6. Plaats het thermokoppel goed in de vlam.
geplaatst *
7. 2e Thermokoppel is defect.* 7. Controleer de spanning van thermokoppel net
voor de hoofdbrander uitgaat.
Is de spanning lager dan 1,8 mV, vervang dan
thermokoppel.
8. Ontvanger defect. 8. Controleer de spanning van thermokoppel net
voor de hoofdbrander uitgaat.
Is de spanning hoger dan 1,8 mV, vervang dan de
ontvanger.
* 2e thermokoppel zit niet op alle versies
PROBLEEMOPLOSSING