4.4 Bewegingsmelder – Zones
Met de andere blok DIP schakelaartjes 1 t/m 3 (SW3) bepaalt u in welke zone de bewegingsmelder
opereert. Het systeem bevat 6 draadloze zones die worden gebruikt om zelfstandig verschillende
delen/zones van uw woning te bewaken.
4.5 Bewegingsmelder – Looptest
Met DIP schakelaartje 4 kunt u een looptest uitvoeren. Zodra er beweging wordt gedetecteert licht
de rode led in het venster op. Op deze manier kun u testen waar u in de ruimte gedetecteerd
wordt. Zet schakelaartje 4 in de ON positie.
4.6 Bewegingsmelder – Gevoeligheid
Als om wat voor redenen dan ook de bewegingsmelder beweging detecteert terwijl er niets aan de
hand is, kunt u met DIP schakelaartje 5 de gevoeligheid verlagen. Wij raden aan om altijd te starten
met de hooste gevoeligheid, schakelaar 5 in de ON positie. Insecten en snel wisselende
temperaturen kunnen vals alarm veroorzaken, in dit geval zet u schakelaar 4 in de OFF positie.
4.7 Bewegingsmelder – Opwarmtijd
Als de huiscode ingesteld is en er is een zone toegekend aan de bewegingsmelder, kunt u de
meegeleverde 9 Volt batterij aansluiten. Een rode led in het venster aan de voorzijde gaat nu ca. 2
tot 3 minuten knipperen. Als de led stopt met knipperen is de bewegingsmelder klaar om getest te
worden. Plaats de bewegingsmelder voorzichtig op de montageplaat, haak hem langs de
bovenkant in de nokjes en draai het schroefje aan de onderzijde vast.