unimat 4
18
Beitelvormen
Al naar gelang de aard van de bewerking zijn er ver-
schillende beitelvormen in gebruik. We laten hierbij
de grootte van de hoeken rond de snijkant even bui-
ook niet geschikt om in korte tijd veel materiaal af te
nemen.
puntbeitel
De puntbeitel is een van de vele soorten profielbei-
tels. Hij wordt gebruikt om draad te draaien, om groe-
ven te maken en ook om een kras te maken op het
werkstuk, om aan te geven tot waar een bewerking
moet plaatsvinden.
afsteekbeitel
De afsteekbeitel is ook geschikt als profielbeitel voor
het maken van groeven, maar het voornaamste
gebruiksdoel is het snijden van diepe, smalle groe-
ven in het werkstuk, waardoor uiteindelijk een
gedeelte los komt te liggen: dat noemt men afsteken.
Het afsteken wordt vaak moeilijk gevonden.
ten beschouwing. We onderscheiden buitendraaibei-
tels, die voor de bewerking van de buitenkant van
een werkstuk bedoeld zijn, en binnendraaibeitels,
waarmee boringen en gaten gedraaid kunnen wor-
den.
buitendraaibeitels
ruwbeitel
Bij de ruwbeitel is vooral gelet op sterkte, zodat er in
korte tijd veel materiaal mee kan worden afgenomen.
Ze bestaan in rechte en gebogen vormen.
mesbeitel
De mesbeitel heeft snijkanten die een hoek van min-
der dan 90 graden met elkaar maken. Daardoor is de
beitel heel geschikt voor het uitdraaien van hoeken.
nadraaibeitel
De nadraaibeitel heeft een afgeronde neus. Daar-
door wordt bijzonder glad werk verkregen. De beitel
kan niet gebruikt worden in rechte hoeken en hij is