handleiding
49
Houtdraaien
Voor houtdraaien wordt de houtdraaiset gebruikt.
Deze bestaat uit een meenemer, een houder voor
voorgedraaide werkstukken en een leunspaanhou-
der met leunspaan. Het gebruik van een mee-
draaiend center is onmisbaar bij het draaien met
hogere toerentallen. Een set houtdraaibeitels,
bestaande uit guts, afsteekbeitel en vlakbeitel is
eveneens verkrijgbaar.
Montage van de leunspaan
Monteer de leunspaanhouder met spanplaat en
schroef op het machinebed. Plaats de leunspaan in
de leunspaanhouder. Zet de leunspaan in de houder
vast onder de gewenste hoek en op de gewenste
hoogte.
Let op: de leunspaan moet altijd zo afgesteld zijn, dat
de afstand tussen het werkstuk en de leunspaan zo
klein mogelijk is.
Opspannen van het werkstuk
1. voorbereiden van het werkstuk
Bereid het werkstuk voor: maak aan weerskanten
centergaten. Als het materiaal niet rond is: de ronde
vorm benaderen. Bij vierkant materiaal van grotere
afmetingen, bijvoorbeeld 40 bij 40 mm, de hoeken
afzagen.
2. opspannen tussen de centers
De meenemer wordt in de voorkant van het werkstuk
gedrukt of er licht ingeslagen met een houten of
kunststof hamer. Schroef dan de meenemer op de
hoofdspindel. Span het werkstuk op tussen de mee-
nemer en een center in de losse kop.
Aanwijzingen:
• Als u hoge toerentallen gebruikt, is het gebruik van
een meedraaiend center aan te bevelen. Als u een
vast center gebruikt, kunt u de wrijving verminde-