771492
199
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/298
Nächste Seite
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Kopiëren
Scannen
Faxen
De printer onderhouden
Problemen oplossen
NPD6444-00 NL
Inhoudsopgave
Uitleg bij deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................7
Zoeken naar informatie......................7
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt........8
Over deze handleiding.......................9
Markeringen en symbolen..................9
Opmerkingen over schermaeeldingen en
aeeldingen............................9
Referenties voor besturingssystemen...........9
Handelsmerken...........................10
Copyright...............................11
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................13
Veiligheidsinstructies voor inkt..............13
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 14
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 14
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer.......................... 14
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het display..........................15
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 15
Adviezen en waarschuwingen voor het
vervoeren of opslaan van de printer.......... 15
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........16
Namen en functies van onderdelen
Namen en functies van onderdelen.............18
Uitleg bij het bedieningspaneel
Bedieningspaneel..........................23
Conguratie van het startscherm.............. 24
Uitleg bij het netwerkpictogram.............25
Tekens invoeren...........................25
Animaties bekijken........................ 26
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. . . . . 28
Instellingen voor het papierformaat en de
papiersoort..............................28
Lijst met papiersoorten....................29
Papier laden in de papierinvoer achterzijde. . . . . . . 30
Enveloppen laden in de papierinvoer achterzijde. . . 32
Verschillende soorten papier laden.............33
Geperforeerd papier afdrukken..............33
Lang papier laden....................... 34
Originelen plaatsen
Originelen die niet door de ADF worden
ondersteund............................. 36
Originelen op de ADF plaatsen................36
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . . . 37
Afdrukken
Documenten afdrukken.....................40
Afdrukken vanaf een computer — Windows. . . . 40
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS. . . . . 60
Documenten afdrukken vanaf smart devices
(iOS).................................64
Documenten afdrukken vanaf smart devices
(Android).............................66
Afdrukken op enveloppen................... 67
Afdrukken op enveloppen vanaf een
computer (Windows).....................67
Afdrukken op enveloppen vanaf een
computer (Mac OS)......................68
Webpagina's afdrukken..................... 68
Webpagina's afdrukken vanaf een computer. . . . 68
Webpagina's afdrukken vanaf smart devices. . . . 68
Afdrukken via een cloudservice............... 69
Vanaf het bedieningspaneel registreren bij
Epson Connect Service....................70
Kopiëren
Beschikbare kopieermethoden................72
Originelen kopiëren......................72
Kopiëren door te vergroten of verkleinen. . . . . . .73
Meerdere originelen kopiëren naar één vel. . . . . .74
Identiteitskaart kopiëren...................76
Kopiëren zonder marges...................77
Menuopties voor kopiëren...................78
Aantal kopieën:.........................78
Z/W:.................................78
Kleur:................................78
Dichtheid:.............................78
Papierinstelling:.........................78
2
Vergroot/Verklein:.......................78
Aangep. Grootte:........................79
Formaat van origineel:....................79
Meerdere pagina's:.......................79
Kwaliteit:..............................79
ID-kaart-kopie:.........................79
Randloze kopie:.........................79
Scannen
Basisinformatie over scannen.................81
Wat is eenscan?........................81
Scanopties.............................81
Beschikbare scanmethoden................ 81
Aanbevolen bestandsindelingen voor
verschillende doeleinden.................. 82
Aanbevolen resoluties voor verschillende
doeleinden.............................83
Originelen scannen naar een computer..........83
Scannen via het bedieningspaneel............84
Scannen vanaf een computer............... 85
Originelen scannen via WSD.................85
Een WSD-poort instellen..................86
Originelen scannen naar een smart device........88
Geavanceerd scannen.......................88
Meerdere foto's tegelijkertijd scannen. . . . . . . . . 88
Faxen
Voordat u faxfuncties gebruikt................91
De printer aansluiten op een telefoonlijn.......91
De printer klaarmaken voor het verzenden en
ontvangen van faxberichten................95
Instellingen voor de faxfuncties van de
printer op maat congureren...............96
Contactpersonen beschikbaar maken........ 100
Overzicht van de faxfuncties van de printer. . . . . . 102
Functie: Faxberichten verzenden...........102
Functie: Faxberichten ontvangen............103
Functie: Verzenden/ontvangen met PC-
FAX (Windows/Mac OS).................103
Functies: Verschillende faxrapporten.........104
Functie: Beveiliging bij het verzenden en
ontvangen van faxberichten...............104
Functies: andere handige functies..........104
Faxberichten verzenden via de printer..........104
Ontvangers selecteren....................105
Verschillende manieren om faxberichten te
verzenden............................106
Faxberichten ontvangen op de printer..........108
Inkomende faxen ontvangen...............109
Faxen ontvangen via een telefoonoproep. . . . . . 110
Menuopties voor faxen.....................111
Fax.................................111
Scaninstellingen........................112
Inst.faxverzending......................112
Meer................................113
Contacten-beheer.......................114
Andere faxfuncties gebruiken................115
Een faxrapport handmatig afdrukken........115
Een faxbericht verzenden via een computer. . . . . . 115
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Windows)................ 115
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Mac OS)................. 118
Faxberichten ontvangen op een computer. . . . . . . 119
Controleren op nieuwe faxen (Windows). . . . . . 120
Controleren op nieuwe faxen (Mac OS).......121
De functie voor het opslaan van ontvangen
faxberichten op de computer uitschakelen. . . . . 122
De printer onderhouden
Het inktniveau controleren..................124
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit
verbeteren..............................124
De printkop controleren en reinigen.........124
Krachtige reiniging uitvoeren..............126
Voorkomen dat spuikanaaltjes verstopt raken. . 127
De printkop uitlijnen....................128
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . 128
De Scannerglasplaat reinigen.............. 128
De automatische documentinvoer (ADF)
schoonmaken..........................129
De printer reinigen........................132
Gemorste inkt opruimen................... 132
Controleren hoeveel pagina's in totaal door de
printer zijn gegaan........................133
Stroom besparen......................... 133
Energie besparen — Bedieningspaneel. . . . . . . 133
Toepassingen afzonderlijk installeren of
verwijderen.............................134
Toepassingen afzonderlijk installeren. . . . . . . . 134
De printer toevoegen (alleen voor Mac OS). . . . 137
Toepassingen verwijderen.................137
Toepassingen en rmware bijwerken.........139
De printer vervoeren en opslaan..............140
3
Problemen oplossen
De printer werkt niet naar behoren............144
De printer gaat niet aan of uit..............144
Stroom schakelt automatisch uit............144
Papier wordt niet goed ingevoerd...........145
Kan niet afdrukken..................... 149
Kan niet beginnen met scannen............ 167
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen. . . 179
Kan de printer niet bedienen zoals verwacht. . . 193
Er wordt een foutcode weergegeven op het lcd-
scherm................................ 196
Papier loopt vast..........................197
Vastgelopen papier verwijderen.............198
Vastgelopen papier verwijderen uit de ADF. . . . 201
Voorkomen dat papier vastloopt............202
De inkt moet worden bijgevuld...............203
Voorzorgsmaatregelen voor inktessen.......203
De inkttanks bijvullen................... 204
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is
slecht..................................208
Afdrukkwaliteit is slecht..................208
De kopieerkwaliteit is slecht...............217
Problemen met gescande aeeldingen....... 224
De kwaliteit van het verzonden faxbericht is
slecht................................227
Het ontvangen faxbericht is van slechte
kwaliteit..............................229
Kan het probleem niet oplossen.............. 229
Problemen met afdrukken of kopiëren
kunnen niet worden opgelost..............229
De computer of apparaten toevoegen
of vervangen
Verbinden met een printer die met het netwerk
is verbonden............................ 232
De printer gebruiken vanaf een tweede
computer.............................232
Een netwerkprinter gebruiken vanaf een
smart device.......................... 233
De netwerkverbinding opnieuw instellen........233
Vervanging van de draadloze router......... 233
Vervanging van de computer.............. 234
De methode voor verbinding met de
computer wijzigen......................234
Wi-instellingen congureren via het
bedieningspaneel.......................236
Een smart device rechtstreeks verbinden met
een printer (Wi-Fi Direct)...................239
Over Wi-Fi Direct...................... 239
Apparaten verbinden met Wi-Fi Direct.......240
De verbinding met Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt) verbreken................. 242
De instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt) wijzigen, zoals de SSID........242
De status van de netwerkverbinding controleren. . 243
De netwerkverbindingsstatus controleren op
het bedieningspaneel....................243
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . 244
Een netwerkstatusvel afdrukken............250
Het computernetwerk controleren (alleen
Windows)............................ 251
Productinformatie
Papiergegevens...........................253
Beschikbaar papier en capaciteiten..........253
Niet-beschikbare papiersoorten............ 255
Informatie over verbruiksproducten...........256
Codes van de inktessen..................256
Soware-informatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
Soware voor afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . .257
Soware voor scannen...................261
Soware voor faxen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 261
Soware voor het maken van pakketten. . . . . . .263
Soware voor instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . .263
Soware voor bijwerken..................265
Overzicht instellingenmenu................. 266
Onderhoud...........................266
Printerinstallatie....................... 267
Netwerkinstellingen.....................269
Epson Connect- services..................270
Contacten-beheer.......................270
Faxinstellingen.........................271
Statusv.afdrukk.........................276
Afdrukteller...........................276
Klantonderzoek........................277
Standaardinst. herstellen..................277
Firmware-update.......................277
Productspecicaties.......................278
Printer specicaties..................... 278
Scannerspecicaties.....................279
Interfacespecicaties.................... 279
Specicaties voor ADF...................279
Faxspecicaties........................ 280
Netwerkspecicaties.....................280
Ondersteunde services van derden.......... 283
Afmetingen...........................283
Elektrische specicaties.................. 284
4
Omgevingsspecicaties...................285
Systeemvereisten.......................285
Regelgevingsinformatie.................... 286
Normen en goedkeuringen................286
Beperkingen op het kopiëren.............. 287
Hulp vragen
Technische ondersteuning (website)...........290
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson.................................290
Voordat u contact opneemt met Epson....... 290
Hulp voor gebruikers in Europa............ 290
Hulp voor gebruikers in Taiwan............ 291
Hulp voor gebruikers in Australië...........291
Hulp voor gebruikers in Nieuw-Zeeland. . . . . . 292
Hulp voor gebruikers in Singapore.......... 292
Hulp voor gebruikers inailand...........292
Hulp voor gebruikers in Vietnam........... 293
Hulp voor gebruikers in Indonesië.......... 293
Hulp voor gebruikers in Hong Kong.........296
Hulp voor gebruikers in Maleisië............297
Hulp voor gebruikers in India..............297
Hulp voor gebruikers in de Filippijnen....... 297
5
Uitleg bij deze handleiding
Introductie tot de handleidingen........................................7
Zoeken naar informatie...............................................7
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt................................ 8
Over deze handleiding............................................... 9
Handelsmerken....................................................10
Copyright........................................................11
Introductie tot de handleidingen
De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de
verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de Epson-sowaretoepassingen raadplegen.
Belangrijke veiligheidsvoorschrien (gedrukte handleiding)
Bevat instructies om deze printer veilig te gebruiken.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer en het installeren van de soware.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Deze handleiding is beschikbaar als PDF- en webhandleiding. Biedt algehele informatie en
instructies voor het gebruik van de printer, voor netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt
gebruikt en voor het oplossen van problemen.
Deze handleiding is bedoeld voor de ET-4800 Series/L5290 Series en de ET-2820 Series/L3260 Series. De
volgende functies zijn alleen beschikbaar voor ET-4800 Series/L5290 Series de.
Faxen
ADF (automatische documentinvoer)
Ethernet-verbinding
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/support) of de wereldwijde
ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Om de webhandleiding weer te geven, gaat u naar de volgende website, voert u de productnaam in en gaat u
vervolgens naar Ondersteuning.
http://epson.sn
Zoeken naar informatie
In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken op zoekwoord of direct naar een bepaald gedeelte gaan met
behulp van de bladwijzers. Dit gedeelte bevat uitleg over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe
Acrobat Reader DC op de computer is geopend.
Uitleg bij deze handleiding
>
Zoeken naar informatie
7
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken. Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die
u zoekt en klik vervolgens op Zoeken. Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst. Klik op een van de
weergegeven zoekresultaten om naar de betreende pagina te gaan.
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan. Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat
gedeelte. Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi n do ws : ho u d d e Alt-toets ingedrukt en druk op .
Mac OS: houd de Command-toets ingedrukt en druk op .
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken. Klik op Afdrukken in het menu Bestand en
geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voorb eeld: 20-25
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
Uitleg bij deze handleiding
>
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
8
Over deze handleiding
Dit gedeelte bevat een uitleg van de markeringen en symbolen, de toelichtingen bij beschrijvingen en de
referentiegegevens van het besturingssysteem die in deze handleiding worden gebruikt.
Markeringen en symbolen
!
Let op:
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
c
Belangrijk:
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Aanvullende en referentiegegevens.
Gerelateerde informatie
&Koppelingen naar de verwante paragrafen.
Opmerkingen over schermafbeeldingen en afbeeldingen
De schermaeeldingen van het printerstuurprogramma zijn horen bij Windows 10 of macOS High Sierra. De
inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de situatie.
De aeeldingen in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Hoewel deze per model enigszins kunnen
verschillen, is de werking hetzelfde.
Sommige menu-items op de display variëren naargelang het model en de instellingen.
U kunt de QR-code scannen met de speciale app.
Referenties voor besturingssystemen
Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows
Vista", "Windows XP", "Windows Server 2019", "Windows Server 2016", "Windows Server 2012 R2", "Windows
Server 2012", "Windows Server 2008 R2", "Windows Server 2008", "Windows Server 2003 R2" en "Windows Server
2003" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te
duiden.
Microso
®
Wi n d o ws
®
10 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o ws
®
8.1 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o ws
®
8 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o ws
®
7 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o ws Vi st a
®
besturingssysteem
Uitleg bij deze handleiding
>
Over deze handleiding
>
Referenties voor besturingssystemen
9
Microso
®
Wi n d o ws
®
XP besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o ws
®
XP Professional x64 Edition besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o ws S e r ve r
®
2019 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o ws S e r ve r
®
2016 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o ws S e r ve r
®
2012 R2 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o ws S e r ve r
®
2012 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o ws S e r ve r
®
2008 R2 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o ws S e r ve r
®
2008 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o ws S e r ve r
®
2003 R2 besturingssysteem
Microso
®
Wi n d o ws S e r ve r
®
2003 besturingssysteem
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar Mac OS X v10.6.8 of hoger.
Handelsmerken
EPSON
®
is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Epson Scan 2 soware is based in part on the work of the Independent JPEG Group.
libti
Copyright © 1988-1997 Sam Leer
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this soware and its documentation for any purpose is
hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in
all copies of the soware and related documentation, and (ii) the names of Sam Leer and Silicon Graphics
may not be used in any advertising or publicity relating to the soware without the specic, prior written
permission of Sam Leer and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS,
IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF
MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL,
INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES
WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED
OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN
CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
QR Code is a registered trademark of DENSO WAVE INCORPORATED in Japan and other countries.
Microso
®
, Windows
®
, Windows Server
®
, and Windows Vista
®
are registered trademarks of Microso
Corporation.
Apple, Mac, macOS, OS X, Bonjour, ColorSync, Safari, AirPrint, iPad, iPhone, iPod touch, and iTunes are
trademarks of Apple Inc., registered in the U.S. and other countries.
Use of the Works with Apple badge means that an accessory has been designed to work specically with the
technology identied in the badge and has been certied by the developer to meet Apple performance
standards.
Uitleg bij deze handleiding
>
Handelsmerken
10
Chrome, Google Play, and Android are trademarks of Google LLC.
Adobe, Acrobat, and Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe in the United States
and/or other countries.
Firefox is a trademark of the Mozilla Foundation in the U.S. and other countries.
Mopria® and the Mopria® Logo are registered and/or unregistered trademarks and service marks of Mopria
Alliance, Inc. in the United States and other countries. Unauthorized use is strictly prohibited.
Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als identicatie en
kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars.Epson maakt geen enkele aanspraak op enige
rechten op deze handelsmerken.
Copyright
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schrielijke toestemming van Seiko Epson
Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in
deze handleiding. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die voortvloeit uit het gebruik van de
informatie in deze publicatie. De informatie in dit document is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit Epson-
product. Epson is niet verantwoordelijk voor gebruik van deze informatie in combinatie met andere producten.
Seiko Epson Corporation noch haar lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit
product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan
niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering
van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson
Corporation.
Seiko Epson Corporation en haar dochterondernemingen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor
schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen
kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit
elektromagnetische interferentie als gevolg van het gebruik van andere interfacekabels die door Seiko Epson
Corporation worden aangeduid als Epson Approved Products.
© 2020 Seiko Epson Corporation
De inhoud van deze handleiding en de specicaties van dit product kunnen zonder aankondiging worden
gewijzigd.
Uitleg bij deze handleiding
>
Copyright
11
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies............................................... 13
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Uw persoonlijke gegevens beschermen...................................16
Veiligheidsinstructies
Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken.Bewaar deze handleiding voor latere
raadplegingen.Let ook op al de waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur
kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen
van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of
als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de
prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden
gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of
luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw
handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u
uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen
problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Vermijd het gebruik van de telefoon tijdens onweer. Er bestaat een minieme kans op elektrische schokken door
bliksem.
Gebruik voor het melden van een gaslek geen telefoon in de directe omgeving van het lek.
Veiligheidsinstructies voor inkt
Zorg ervoor dat u de inkt niet aanraakt bij het omgaan met de inkttanks, de doppen van de inkttanks of
geopende inktessen of doppen.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Belangrijke instructies
>
Veiligheidsinstructies
>
Veiligheidsinstructies voor inkt
13
Schud de es niet met overdreven kracht en stel de es niet bloot aan sterke schokken. Hierdoor kan inkt
lekken.
Houd inktessen buiten het bereik van kinderen. Laat kinderen niet uit de inktessen drinken.
Printeradviezen en waarschuwingen
Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze
handleiding voor toekomstig gebruik.
Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de
printer
Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral
op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het
totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de
maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en
stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op
een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden
beschadigd raken.
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer
Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Belangrijke instructies
>
Printeradviezen en waarschuwingen
>
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van
d
14
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel en inktbuisjes binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Langdurig gebruik van de printer wanneer de inkt lager staat dan de onderste lijn, kan de printer beschadigen.
Vul de inkttank tot de bovenste lijn wanneer de printer niet in werking is. Reset het inktniveau nadat u de tank
hebt gevuld om het juiste geschatte inktniveau weer te geven.
Zet de printer altijd uit met de knop
P
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact niet af zolang het lampje
P
nog knippert.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het display
Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit
is normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
Maak het display alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De buitenkant van de display kan breken als deze een grote weerslag krijgt. Neem contact op met uw
wederverkoper als het oppervlak van het scherm barst of splintert. Raak de gebroken stukken nooit aan en
verwijder ze niet.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een
draadloze verbinding
Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische
instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de
medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle
waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de
buurt van automatisch aangestuurde apparaten.
Adviezen en waarschuwingen voor het vervoeren of opslaan van de
printer
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Controleer vóór het vervoeren van de printer of de printkop zich in de uitgangspositie (uiterst rechts) bevindt.
Belangrijke instructies
>
Printeradviezen en waarschuwingen
>
Adviezen en waarschuwingen voor het vervoere
n
15
Uw persoonlijke gegevens beschermen
Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer Instel.
> Standaardinst. herstellen > Alle gegevens en instellingen wissen op het bedieningspaneel.
Belangrijke instructies
>
Uw persoonlijke gegevens beschermen
16
Namen en functies van onderdelen
Namen en functies van onderdelen..................................... 18
Namen en functies van onderdelen
Alleen voor ET-4800 Series/L5290 Series
ADeksel van ADF (Papierlade van
de automatische
documentinvoer)
Open dit om vastgelopen originelen te verwijderen uit de ADF.
BInvoerlade van de ADF Hiermee worden originelen automatisch ingevoerd.
CZijgeleider van de ADF Zorgt ervoor dat originelen recht in de printer worden ingevoerd. Schuif naar
de rand van de originelen.
DUitvoerlade van de ADF Bevat de originelen die uit de ADF komen.
Alleen voor ET-4800 Series/L5290 Series
APapierinvoer achterzijde Hieruit wordt papier geladen.
BPapiersteun Ondersteuning voor geladen papier.
CZijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze naar de
randen van het papier.
DUitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
EStopper Schuif de stopper uit om te voorkomen dat papier uit de uitvoerlade valt.
Alleen voor ET-2820 Series/L3260 Series
Namen en functies van onderdelen
>
Namen en functies van onderdelen
18
APapierinvoer achterzijde Hieruit wordt papier geladen.
BPapiersteun Ondersteuning voor geladen papier.
CZijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze naar de
randen van het papier.
DInvoerbeveiliging Voorkomt dat ongewenste zaken in de printer terechtkomen.
Laat deze bescherming over het algemeen dicht.
EUitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
FStopper Schuif de stopper uit om te voorkomen dat papier uit de uitvoerlade valt.
ADocumentkap Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
BScannerglasplaat Plaats de originelen.
CBedieningspaneel Geeft de status van de printer weer en maakt het mogelijk printerinstellingen
te congureren.
Namen en functies van onderdelen
>
Namen en functies van onderdelen
19
AScannereenheid Scant de geplaatste originelen. Open de eenheid om vastgelopen papier te
verwijderen. Deze eenheid blijft meestal gesloten.
BInkttankdop Open om de inkttank bij te vullen.
CInkttankklep
DInkttankeenheid Bevat de inkttanks.
EInktreservoir (inkttank) Brengt inkt naar de printkop.
FBinnendeksel Open dit om vastgelopen papier te verwijderen uit de printer.
GSteun van scannereenheid Ondersteunt de scannereenheid wanneer u deze opent.
HPrintkop Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de printkop.
ALAN-poort
*
Voor aansluiting van een LAN-kabel.
BUSB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met een computer.
CNetsnoeraansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
DEXT.-poort
*
Voor aansluiting van externe telefoontoestellen.
ELINE-poort
*
Voor aansluiting van een telefoonlijn.
Namen en functies van onderdelen
>
Namen en functies van onderdelen
20
* Alleen voor de ET-4800 Series/L5290 Series
Namen en functies van onderdelen
>
Namen en functies van onderdelen
21
Uitleg bij het bedieningspaneel
Bedieningspaneel..................................................23
Conguratie van het startscherm.......................................24
Tekens invoeren...................................................25
Animaties bekijken.................................................26
Bedieningspaneel
AHiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact nadat u hebt gecontroleerd of het aan/uit-lampje uit staat.
BHiermee geeft u menu's en berichten weer. Gebruik de knoppen op het bedieningspaneel om een menu te
selecteren of instellingen te congureren.
CHiermee worden de oplossingen weergegeven wanneer u problemen ondervindt.
DGebruik de knoppen
u
d
l
r
om een menu te selecteren en druk op de knop OK om naar het selecteerde menu
te gaan.
EHiermee stopt u de actieve bewerking.
F
*
Hiermee voert u getallen, tekens en symbolen in.
G
*
Hiermee wist u aantal instellingen, zoals het aantal exemplaren.
HHiermee start u een taak, zoals afdrukken of kopiëren.
IIs van toepassing op verschillende functies, afhankelijk van de situatie.
JHiermee keert u terug naar het vorige scherm.
K
*
Gaat branden wanneer ontvangen documenten die nog niet afgedrukt of opgeslagen zijn, in het geheugen van de
printer staan.
LHiermee opent u het startscherm.
* Alleen voor de ET-4800 Series/L5290 Series
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Bedieningspaneel
23
Conguratie van het startscherm
AGeeft de status van de netwerkverbinding weer. Zie hierna voor meer informatie.
“Uitleg bij het netwerkpictogram” op pagina 25
B
l
r
Wanneer
l
en
r
worden weergegeven, kunt u naar rechts of links bladeren door te drukken op
de knop
l
of
r
.
CHiermee wordt elk menu weergegeven.
Scannen
Hiermee kunt u documenten of foto's scannen en op een computer opslaan.
Kopiëren
Hiermee kunt u documenten kopiëren.
Fax
Hiermee kunt u faxberichten verzenden.
Stille modus
Hiermee geeft u de instelling Stille modus weer, waarmee u ervoor zorgt dat de printer minder geluid maakt. Als
u deze optie inschakelt, kan de afdruksnelheid minder zijn. Afhankelijk van de door u gekozen instellingen voor de
papiersoort en afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert. Deze
instelling kunt u ook congureren via het menu Instel..
Instel. > Printerinstallatie > Stille modus
Instel.
Hiermee kunt u instellingen voor onderhoud, printerinstellingen en printerbewerkingen congureren.
Onderhoud
Hiermee geeft u de menu's weer die worden aanbevolen om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren, zoals
het ontstoppen van de spuitmondjes door een controlepatroon van de spuitmondjes af te drukken en een
kopreiniging uit te voeren en het verbeteren van vervaging of strepen op uw afdrukken door de printkop uit te
lijnen. Deze instelling kunt u ook congureren via het menu Instel..
Instel. > Onderhoud
Wi-Fi instellen
Hiermee geeft u menu's weer voor het instellen van de printer voor gebruik in een draadloos netwerk. Deze
instelling kunt u ook congureren via het menu Instel..
Instel. > Netwerkinstellingen > Wi-Fi instellen
DHier staan de knoppen die u kunt gebruiken. In dit voorbeeld kunt u naar het geselecteerde menu gaan door op OK te
drukken.
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Conguratie van het startscherm
24
Uitleg bij het netwerkpictogram
De printer is niet verbonden met een bekabeld (ethernet)netwerk of de verbinding is
verbroken.
De printer is verbonden met een bekabeld (ethernet)netwerk.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
De printer zoekt naar een SSID, het IP-adres is niet ingesteld of er is een probleem met
het draadloze (wi-)netwerk.
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te
sterker de verbinding is.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct
(eenvoudig toegangspunt).
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct
(eenvoudig toegangspunt).
Tekens invoeren
Als u via het bedieningspaneel tekens en symbolen wilt invoeren voor de netwerkinstellingen en het registreren
van contactpersonen, gebruikt u de knoppen
u
,
d
,
l
en
r
en het sowaretoetsenbord op het lcd-scherm. Druk
op de knop
u
,
d
,
l
of
r
om op het toetsenbord een teken of functietoets te selecteren en druk vervolgens op de
knop OK. Wanneer u klaar bent met het invoeren van tekens, selecteert u OK en drukt u vervolgens op de knop
OK.
Functieknop Beschrijvingen
l
r
Hiermee verplaatst u de cursor naar links of rechts.
A 1 # Hiermee schakelt u tussen tekentypes. U kunt alfanumerieke tekens of symbolen gebruiken.
U kunt ook schakelen met de knop .
Hiermee typt u een spatie.
Hiermee wist u het teken links van de cursor (Backspace).
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Tekens invoeren
25
Functieknop Beschrijvingen
OK Hiermee voert u de geselecteerde tekens in.
Animaties bekijken
Op het lcd-scherm kunt u animaties bekijken van bedieningsinstructies, zoals het laden van papier of het
verwijderen van vastgelopen papier.
Druk op de knop . Het Helpscherm wordt weergegeven. Selecteer Hoe en selecteer vervolgens de items die u
wilt bekijken.
Selecteer Hoe onderaan het bedieningsscherm. De contextgevoelige animatie wordt weergegeven.
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Animaties bekijken
26
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.............................28
Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort........................28
Papier laden in de papierinvoer achterzijde................................30
Enveloppen laden in de papierinvoer achterzijde............................32
Verschillende soorten papier laden......................................33
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking
Lees de instructiebladen die bij het papier worden geleverd.
Als u met origineel Epson-papier afdrukken van hoge kwaliteit wilt verkrijgen, gebruikt u het papier in de
omgeving die op de bij het papier geleverde instructiebladen wordt vermeld.
Waaier papier en leg de stapel recht voor het laden. Fotopapier niet waaieren of buigen. Dit kan de afdrukzijde
beschadigen.
Als het papier omgekruld is, maakt u het plat of buigt u het vóór het laden lichtjes de andere kant op. Afdrukken
op omgekruld papier kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Bij handmatig dubbelzijdig afdrukken kunnen regelmatig problemen met de papierinvoer ontstaan wanneer op
één zijde van voorgedrukt papier wordt afgedrukt. Breng het aantal vellen terug tot maximaal de hel of laad
één vel papier tegelijk als het papier voortdurend vastloopt.
Zorg ervoor dat u papier met lange vezels gebruikt. Als u niet zeker bent welke papiersoort u gebruikt,
controleer dan de verpakking van het papier of neem contact op met de fabrikant.
Waaier enveloppen en leg ze recht op elkaar voor het laden. Als de gestapelde enveloppen lucht bevatten, maakt
u ze plat om de lucht eruit te krijgen voordat ze worden geladen.
Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort
Als u het papierformaat en de papiersoort registreert op het scherm dat wordt weergegeven wanneer u papier
laadt, gee de printer een waarschuwing wanneer de geregistreerde gegevens en de afdrukinstellingen verschillen.
Dit voorkomt dat u papier en inkt verspilt, doordat u niet op het verkeerde papierformaat of met de verkeerde
kleur afdrukt vanwege instellingen die niet overeenkomen met de papiersoort.
Papier laden
>
Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort
28
Dit scherm wordt niet weergegeven als Autom. weerg. pap inst. is uitgeschakeld. Als u deze functie uitschakelt,
kunt u niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad met AirPrint.
Als het weergegeven papierformaat en papiertype verschillen van het geladen papier, wijzigt u de instellingen voor
het papierformaat en -type en bevestigt u ze vervolgens.
Opmerking:
Selecteer Instel. > Printerinstallatie > Instellingen papierbron > Papierinstelling om het instellingenscherm met het
papierformaat en -type weer te geven.
Lijst met papiersoorten
Selecteer de papiersoort die bij het papier past voor optimale afdrukresultaten.
Medianaam Afdrukmateriaal
Bedieningspaneel Printerstuurprogramma
Epson Bright White Ink Jet Paper Gewoon papier Gewoon papier
Epson Ultra Glossy Photo Paper
Epson Value Glossy Photo Paper
Ultra Glossy Epson Ultra Glossy
Epson Premium Glossy Photo Paper Prem. Glossy Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss Photo Paper Premium Semigloss Epson Premium Semigloss
Epson Photo Paper Glossy Glans Photo Paper Glossy
Epson Matte Paper-Heavyweight
Epson Double-Sided Matte Paper
Matte Epson Matte
Epson Photo Quality Ink Jet Paper
Epson Double-sided Photo Quality Ink Jet
Paper
Photo Quality Ink Jet Epson Photo Quality Ink Jet
Papier laden
>
Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort
>
Lijst met papiersoorten
29
Papier laden in de papierinvoer achterzijde
1. Trek de papiersteun naar buiten.
ET-4800 Series/L5290 Series
ET-2820 Series/L3260 Series
2. Verschuif de zijgeleiders.
3. Laad papier in het midden van de papiersteun met de afdrukzijde naar boven.
Papier laden
>
Papier laden in de papierinvoer achterzijde
30
c
Belangrijk:
Laad niet meer dan het maximale aantal vellen dat voor het papier is opgegeven. Let er bij gewoon papier
op dat het niet boven de streep net onder het symbool
d
aan de binnenzijde van de geleider komt.
Laad het papier met de kortste zijde eerst. Als u de papiergrootte echter hebt ingesteld op de breedte van de
lange zijde, laad dan eerst de lange zijde van het papier.
4. Schuif de zijgeleiders tegen de randen van het papier aan.
ET-2820 Series/L3260 Series: sluit de invoerbeveiliging na het verschuiven van de zijgeleiders.
c
Belangrijk:
ET-2820 Series/L3260 Series: plaats geen voorwerpen op de invoerbeveiliging. Hierdoor wordt mogelijk
verhinderd dat het papier wordt ingevoerd.
5. Selecteer het papierformaat en de papiersoort.
6. Schuif de uitvoerlade uit.
Opmerking:
Plaats het resterende papier terug in de verpakking. Als u het in de printer laat, kan het papier omkrullen of kan de
afdrukkwaliteit achteruitgaan.
Gerelateerde informatie
&“Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort” op pagina 28
Papier laden
>
Papier laden in de papierinvoer achterzijde
31
Enveloppen laden in de papierinvoer achterzijde
1. Trek de papiersteun naar buiten.
ET-4800 Series/L5290 Series
ET-2820 Series/L3260 Series
2. Verschuif de zijgeleiders.
3. Laad enveloppen met de korte zijde eerste in het midden van de papiersteun met de ap omlaag gericht.
Papier laden
>
Enveloppen laden in de papierinvoer achterzijde
32
c
Belangrijk:
Laad niet meer dan het maximale aantal vellen die voor de enveloppen zijn opgegeven.
4. Schuif de zijgeleiders tegen de randen van de enveloppen aan.
ET-2820 Series/L3260 Series: sluit de invoerbeveiliging na het verschuiven van de zijgeleiders.
c
Belangrijk:
ET-2820 Series/L3260 Series: plaats geen voorwerpen op de invoerbeveiliging. Hierdoor wordt mogelijk
verhinderd dat het papier wordt ingevoerd.
5. Selecteer het papierformaat en de papiersoort.
6. Schuif de uitvoerlade uit.
Gerelateerde informatie
&“Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort” op pagina 28
Verschillende soorten papier laden
Geperforeerd papier afdrukken
Plaats papier bij de markering in het midden van de papiersteun met de afdrukzijde naar boven.
Papier laden
>
Verschillende soorten papier laden
>
Geperforeerd papier afdrukken
33
Laad een enkel vel van een opgegeven formaat gewoon papier met perforaties aan de linker- of rechterzijde. Pas de
afdrukpositie van uw bestand aan, zodat u niet over de perforaties heen afdrukt.
Lang papier laden
Als u papier laadt dat langer is dan het formaat Legal, bergt u de papiersteun op en maakt u de voorrand van het
papier vlak.
Papier laden
>
Verschillende soorten papier laden
>
Lang papier laden
34
Originelen plaatsen
Originelen die niet door de ADF worden ondersteund....................... 36
Originelen op de ADF plaatsen........................................36
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen............................... 37
Originelen die niet door de ADF worden ondersteund
c
Belangrijk:
Voer geen foto's of waardevolle originele kunstwerken in de ADF in. Door verkeerd invoeren kan het origineel
kreuken of beschadigd raken. Scan deze documenten in plaats daarvan op de scannerglasplaat.
Vermijd het gebruik van de volgende originelen in de ADF om storingen te voorkomen. Gebruik voor deze typen
de scannerglasplaat.
Originelen die gescheurd, gevouwen, gekreukeld, beschadigd of omgekruld zijn
Originelen met perforatiegaten
Originelen die bijeen worden gehouden met plakband, nietjes, paperclips enz.
Originelen met stickers of labels
Originelen die onregelmatig gesneden zijn of niet in de juiste lijn liggen
Originelen die aan elkaar gebonden zijn
Transparanten, thermisch papier of doordrukpapier
Originelen op de ADF plaatsen
1. Lijn de randen van het papier uit.
2. Schuif de zijgeleider van de ADF naar buiten.
3. Plaats de originelen met de afdrukzijde naar boven en de korte kant naar voren in de ADF en schuif de
zijgeleider van de ADF tegen de originelen.
Originelen plaatsen
>
Originelen op de ADF plaatsen
36
c
Belangrijk:
Laad de originelen niet tot boven de streep met het driehoekje op de ADF.
Plaats tijdens het scannen geen nieuwe originelen.
Gerelateerde informatie
&“Specicaties voor ADF” op pagina 279
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
1. Open de documentkap.
2. Gebruik een zachte, droge en schone doek om stof of vlekken van het oppervlak van de scannerglasplaat te
verwijderen.
Opmerking:
Als er stof of vuil op de scannerglasplaat zit, kan het scanbereik worden vergroot om het mee te nemen, waardoor de
aeelding van het origineel kan verschuiven of kleiner kan worden.
Originelen plaatsen
>
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
37
3. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag en duw het tegen de hoekmarkering.
Opmerking:
De eerste 1,5 mm vanaf de hoek van de scannerglasplaat wordt niet gescand.
Als er originelen in de ADF en op de scannerglasplaat zijn geplaatst, wordt er prioriteit gegeven aan de originelen in
de ADF.
4. Sluit het deksel voorzichtig.
!
Let op:
Pas bij het sluiten van de documentkap op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
c
Belangrijk:
Wanneer u omvangrijke originelen zoals boeken plaatst, zorg er dan voor dat er geen extern licht op de
scannerglasplaat schijnt.
Oefen niet te veel kracht uit op de scannerglasplaat of de documentkap. Deze kunnen anders beschadigd
raken.
5. Verwijder de originelen na het scannen.
Opmerking:
Als u de originelen langdurig op de scannerglasplaat laat liggen, kunnen ze aan het oppervlak van het glas kleven.
Gerelateerde informatie
&“Scannerspecicaties” op pagina 279
Originelen plaatsen
>
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
38
Afdrukken
Documenten afdrukken............................................. 40
Afdrukken op enveloppen............................................67
Webpagina's afdrukken..............................................68
Afdrukken via een cloudservice........................................69
Documenten afdrukken
Afdrukken vanaf een computer — Windows
Afdrukken met eenvoudige instellingen
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van de toepassing verschillen. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand.
4. Selecteer uw printer.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
40
5. Selecteer Vo orkeuren of Eigenschappen om het venster van het printerstuurprogramma te openen.
6. Wijzig indien nodig de instellingen.
U kunt de online-Help raadplegen voor een uitleg van de instellingsitems. Als u met de rechtermuisknop op
een item klikt, wordt Help weergegeven.
7. Klik op OK om het venster van het printerstuurprogramma te sluiten.
8. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
&“Lijst met papiersoorten” op pagina 29
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
41
Voorinstellingen voor afdrukken toevoegen voor eenvoudig afdrukken
Als u uw eigen voorinstelling maakt van vaak gebruikte instellingen, kunt u snel afdrukken door deze
voorinstelling in de lijst te selecteren.
1. Stel op het tabblad Hoofdgroep of Meer opties van het printerstuurprogramma elk item in (zoals
documentformaat en Papiertype).
2. Klik op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen in Voorkeursinstellingen.
3. Voer een Naam in en voer eventueel een opmerking in.
4. Klik op Opslaan.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen, waarna u de
naam selecteert van de desbetreende voorinstelling en deze verwijdert.
5. Klik op Druk af.
De volgende keer dat u met dezelfde instelling wilt afdrukken, selecteert u de naam van de geregistreerde instelling
in Voorkeursinstellingen en klikt u op OK.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 40
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
42
Dubbelzijdig afdrukken
Het printerstuurprogramma drukt even en oneven pagina's automatisch gescheiden af. Wanneer de oneven
pagina's zijn afgedrukt, draait u het papier om volgens de instructies en drukt u de even pagina's af.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
“Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 255
Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
U kunt niet handmatig dubbelzijdig afdrukken als EPSON Status Monitor 3 niet is ingeschakeld. Als EPSON Status
Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u het venster van het printerstuurprogramma, klikt u op Extra instellingen op het
tabblad Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
De functie is echter mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer wordt gebruikt via een netwerk of als een gedeelde
printer.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de methode Dubbelzijdig afdrukken.
2. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
4. Klik op Druk af.
Wanneer de eerste zijde klaar is, verschijnt er een pop-upvenster op de computer. Volg de instructies op het
scherm.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 40
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
43
Een brochure afdrukken
U kunt ook een brochure afdrukken door de pagina's te herschikken en de afdruk te vouwen.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
“Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 255
Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
U kunt niet handmatig dubbelzijdig afdrukken als EPSON Status Monitor 3 niet is ingeschakeld. Als EPSON Status
Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u het venster van het printerstuurprogramma, klikt u op Extra instellingen op het
tabblad Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
De functie is echter mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer wordt gebruikt via een netwerk of als een gedeelde
printer.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma bij Dubbelzijdig afdrukken op welke
manier u de lange rand wilt inbinden.
2. Klik op Instellingen, selecteer Boekje en selecteer vervolgens In midden binden of Aan zijkant binden.
In midden binden: gebruik deze methode wanneer u een klein aantal pagina's afdrukt die eenvoudig
kunnen worden gestapeld en dubbelgevouwen.
Aan zijkant binden. Gebruik deze methode wanneer u één vel (vier pagina's) per keer afdrukt en
dubbelvouwt om ze daarna allemaal samen te voegen.
3. Klik op OK.
4. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
5. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
44
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 40
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt meerdere pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie 2-omhoog, 4-omhoog, 6 per
vel, 8-omhoog, 9 per vel of 16 per vel bij de instelling Meerdere pagina's.
2. Klik op Layout-volg., congureer de instellingen en klik op OK.
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 40
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
45
Afdruk aanpassen aan papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Stel op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma het volgende in.
documentformaat: selecteer het formaat van het papier dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Uitvoerpapier: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Volledige pagina wordt automatisch geselecteerd.
Opmerking:
Klik op Centreren om de verkleinde aeelding in het midden van het papier af te drukken.
2. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
3. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 40
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
46
Een verkleind of vergroot document op elke vergroting afdrukken
U kunt het formaat van een document met een speciek percentage verkleinen of vergroten.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Selecteer op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma het documentformaat in de instelling
documentformaat.
2. Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken in de instelling Uitvoerpapier.
3. Selecteer Verklein/vergroot do cument, Zoomen naar, en voer vervolgens een percentage in.
4. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
5. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 40
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
47
Een afbeelding vergroot afdrukken op meerdere vellen (een poster maken)
Met deze functie kunt u één aeelding afdrukken op meerdere vellen papier. U kunt een grotere poster maken
door ze samen te plakken.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie 2x1 Poster, 2x2 Poster, 3x3
Poster of 4x4 Poster bij de instelling Meerdere pagina's.
2. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
Opmerking:
Snijlijnen afdrukken met deze optie kunt u een snijlijn afdrukken.
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 40
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
48
Posters met overlappende uitlijnmarkeringen maken
In dit voorbeeld ziet u hoe u een poster maakt wanneer 2x2 Poster geselecteerd is en Overlappende
uitlijningstekens geselecteerd is bij Snijlijnen afdrukken.
1. Prepareer Sheet 1 en Sheet 2. Knip de marges van Sheet 1 langs de verticale blauwe lijn door het midden van
de kruisjes boven en onder.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
49
2. Plaats de rand van Sheet 1 op Sheet 2 en lijn de kruisjes uit. Plak de twee vellen aan de achterkant voorlopig
aan elkaar vast.
3. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de verticale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn
links van de kruisjes).
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
50
4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de
linker- en rechterkant.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
51
7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig
aan de achterkant aan elkaar.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
52
8. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de horizontale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de
lijn boven de kruisjes).
9. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
53
10. Knip de resterende marges af langs de buitenste lijn.
Afdrukken met een kop- en voettekst
U kunt de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken in een kop- of voettekst.
1. Klik op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma op Watermerkfunc ties en selecteer vervolgens
Koptekst/voettekst.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
54
2. Klik op Instellingen, selecteer vervolgens de items die u wilt afdrukken en klik op OK.
Opmerking:
Selecteer Paginanummer om het eerste paginanummer op te geven vanaf de afdrukpositie in de kop- of voettekst en
selecteer vervolgens het nummer bij Beginnummer.
Als u tekst wilt afdrukken in de kop- of voettekst, selecteert u de afdrukpositie en vervolgens Tekst . Voer in het
tekstinvoerveld de tekst in die u wilt afdrukken.
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 40
Een watermerk afdrukken
U kunt een watermerk, bijvoorbeeld "Vertrouwelijk", of een antikopieerpatroon op uw documenten afdrukken. Als
u een antikopieerpatroon afdrukt, verschijnen de verborgen letters wanneer het document wordt gekopieerd, om
het origineel te onderscheiden van de kopieën.
Antikopieerpatroon is beschikbaar als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Papiertype: Gewoon papier
Randloos: niet geselecteerd
Kwaliteit: Standaard
Dubbelzijdig afdrukken: Uit, Handmatig (binden langs lange zijde) of Handmatig (binden langs korte zijde)
Kleurcorrectie: Automatisch
Breedlopend papier: niet geselecteerd
Opmerking:
U kunt ook uw eigen watermerk of antikopieerpatroon toevoegen.
1. Klik op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma op Watermerkfunc ties en selecteer vervolgens
Antikopieerpatroon of Watermerk.
2. Klik op Instellingen om details te wijzigen zoals het formaat, de dichtheid of de positie van het watermerk.
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
4. Klik op Druk af.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
55
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 40
Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken
Met Taken indelen Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren
en als één afdruktaak afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen, zoals de lay-out voor meerdere pagina's en
dubbelzijdig afdrukken, voor gecombineerde bestanden congureren.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie Taken indelen Lite.
2. Klik op Druk af.
Als u begint met afdrukken wordt het venster Taken indelen Lite weergegeven.
3. Open het bestand dat u met het huidige bestand wilt combineren terwijl het venster Taken indelen Lite
openstaat. Herhaal vervolgens de bovenstaande stappen.
4. Wanneer u een afdruktaak selecteert die is toegevoegd aan Afdrukproject Lite in het venster Taken indelen
Lite, kunt u de paginalay-out bewerken.
5. Klik op Afdrukken in het menu Bestand om het afdrukken te starten.
Opmerking:
Als u het venster Taken indelen Lite sluit voordat alle afdrukgegevens zijn toegevoegd aan het Afdrukproject, wordt de
afdruktaak waaraan u werkt geannuleerd. Klik op Opslaan in het menu Bestand om de huidige taak op te slaan. De
bestandsextensie van de opgeslagen bestanden is “ecl”.
Als u een afdrukproject wilt openen, klikt u op Taken indelen Lite op het tabblad Hulpprogramma's van het
printerstuurprogramma.om het venster Job Arranger Lite te openen. Selecteer vervolgens Openen in het menu Bestand
om het bestand te selecteren.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 40
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
56
Afdrukken met de afdrukfunctie Universele kleuren
U kunt de zichtbaarheid van tekst en aeeldingen op afdrukken verbeteren.
Color Universal afdrukken is alleen beschikbaar als de volgende instellingen zijn geselecteerd.
Papiertype: Gewoon papier
Kwaliteit: Standaard of een hogere kwaliteit
Kleur: Kleur
Toepassingen: Microso® Oce 2007 of nieuwer
Tekstgrootte: 96-punts of kleiner
1. Klik op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma op de optie Aeeldingsopties in de
instelling voor Kleurcorrectie.
2. Selecteer een optie in de instelling Color Universal afdrukken.
3. Klik op Verb eteropties om verdere instellingen te congureren.
4. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
5. Klik op Druk af.
Opmerking:
Sommige tekens zijn mogelijk gewijzigd in patronen, zoals "+" dat wordt weergegeven als "±".
Met deze instellingen kunnen toepassingsspecieke patronen en onderstrepingen de afgedrukte inhoud wijzigen.
De afdrukkwaliteit kan afnemen voor foto's en andere aeeldingen wanneer u de Color Universal afdrukken-
instellingen gebruikt.
Als u Color Universal afdrukken-instellingen gebruikt, wordt het afdrukken vertraagd.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 40
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
57
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt. Deze aanpassingen worden niet
doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
PhotoEnhance gee scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast, de verzadiging
en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Opmerking:
PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren. Als u de locatie van het onderwerp hebt
gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen. Wanneer u de instelling
voor randloos selecteert, wordt de locatie van het onderwerp ook gewijzigd, wat in kleurwijzigingen resulteert. Als de
aeelding niet is scherpgesteld, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk. Als de kleur is gewijzigd of onnatuurlijk is geworden,
druk dan niet in PhotoEnhance maar in een andere modus af.
1. Selecteer op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma de methode voor kleurcorrectie in de
instelling Kleurcorrectie.
Automatisch: met deze instelling wordt de toon automatisch aangepast aan de instellingen voor de
papiersoort en de afdrukkwaliteit.
Aangepast: klik op Geavanceerd als u uw eigen instellingen wilt opgeven.
2. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
3. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 40
Dunne lijnen benadrukken tijdens het afdrukken
Lijnen die te dun zijn om af te drukken, kunnen dikker worden gemaakt.
1. Klik op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma op de optie Aeeldingsopties in de
instelling voor Kleurcorrectie.
2. Selecteer Dunne lijnen benadrukken.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
58
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 40
Duidelijke streepjescodes afdrukken
U kunt een streepjescode duidelijk afdrukken, zodat deze eenvoudig kan worden gescand. Schakel deze functie
alleen in als de streepjescode die u hebt afgedrukt niet kan worden gescand.
Onder de volgende voorwaarden kunt u deze functie gebruiken.
Papiertype: Gewoon papier, Enveloppe
Kwaliteit: Standaard
1. Klik op het tabblad Hulpprogramma's in het printerstuurprogramma op Extra instellingen en selecteer
vervolgens Streepjescodemodus.
2. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
3. Klik op Druk af.
Opmerking:
Aankelijk van de omstandigheden is het opheen van wazigheid soms niet mogelijk.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 40
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
59
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
Afdrukken met eenvoudige instellingen
Opmerking:
De precieze werking en schermen hangen af van de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
Klik indien nodig op Toon details of
d
om het afdrukvenster te vergroten.
4. Selecteer uw printer.
5. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
6. Wijzig indien nodig de instellingen.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
60
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
&“Lijst met papiersoorten” op pagina 29
Voorinstellingen voor afdrukken toevoegen voor eenvoudig afdrukken
Als u uw eigen voorinstelling maakt van vaak gebruikte instellingen, kunt u snel afdrukken door deze
voorinstelling in de lijst te selecteren.
1. Stel alle items in, zoals Printerinstellingen en Lay-out (Papierformaat, Afdrukmateriaal enzovoort).
2. Klik op Voorinstellingen om de huidige instelling op te slaan als een voorinstelling.
3. Klik op OK.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen > Voorinstellingen weergeven,
selecteert u de naam van de voorinstelling die u wilt verwijderen en verwijdert u deze.
4. Klik op Druk af.
De volgende keer dat u met dezelfde instelling wilt afdrukken, selecteert u de naam van de geregistreerde
voorinstelling in Voorinstellingen.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 60
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
61
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt meerdere pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
1. Selecteer Lay-out in het venstermenu.
2. Stel het aantal pagina's in Pagina's per vel, de Richting van indeling (paginavolgorde) en Randen in.
3. Geef naar wens nog meer instellingen op.
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 60
Afdruk aanpassen aan papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
1. Selecteer het papierformaat van het papier dat u in de toepassing als Papierformaat hebt ingesteld.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
62
2. Selecteer Papierverwerking in het venstermenu.
3. Selecteer Aanpassen aan papierformaat.
4. Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
5. Geef naar wens nog meer instellingen op.
6. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 60
Een verkleind of vergroot document op elke vergroting afdrukken
U kunt het formaat van een document met een speciek percentage verkleinen of vergroten.
1. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
2. Selecteer Pagina-instelling in het menu Bestand van de toepassing.
3. Selecteer Printer, Papierformaat, voer het percentage inbij Schalen en klik vervolgens op OK.
Opmerking:
Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld bij Doelpapierformaat.
4. Geef naar wens nog meer instellingen op.
5. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 60
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
63
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt. Deze aanpassingen worden niet
doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
PhotoEnhance gee scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast, de verzadiging
en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Opmerking:
PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren. Als u de locatie van het onderwerp hebt
gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen. Wanneer u de instelling
voor randloos selecteert, wordt de locatie van het onderwerp ook gewijzigd, wat in kleurwijzigingen resulteert. Als de
aeelding niet is scherpgesteld, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk. Als de kleur is gewijzigd of onnatuurlijk is geworden,
druk dan niet in PhotoEnhance maar in een andere modus af.
1. Selecteer Kleuren aanpassen in het snelmenu en selecteer vervolgens EPSON Kleurencontrole.
2. Selecteer Kleurenopties in het snelmenu en selecteer dan één van de beschikbare opties.
3. Klik op de pijl naast Extra instellingen en kies de juiste instellingen.
4. Geef naar wens nog meer instellingen op.
5. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 60
Documenten afdrukken vanaf smart devices (iOS)
U kunt documenten afdrukken vanaf een smart device, zoals een smartphone of tablet.
Documenten afdrukken met Epson Smart Panel
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Documenten afdrukken vanaf smart devices (iOS)
64
1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
2. Installeer Epson Smart Panel als dit niet is geïnstalleerd.
“Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)” op
pagina 260
3. Verbind uw smart device met de draadloze router.
4. Start Epson Smart Panel.
5. Selecteer op het startscherm het menu voor het afdrukken van documenten.
6. Selecteer het document dat u wilt afdrukken.
7. Start het afdrukken.
AirPrint gebruiken
AirPrint maakt draadloos afdrukken vanaf iPhone, iPad, iPod touch en Mac mogelijk zonder installatie van de
nieuwste stuurprogramma's of sowaredownloads.
Opmerking:
Als u de meldingen voor de papierconguratie op het bedieningspaneel van uw apparaat hebt uitgeschakeld, kunt u AirPrint
niet gebruiken. Volg de onderstaande koppeling om de meldingen zo nodig in te schakelen.
1. Laad papier in uw apparaat.
2. Stel uw apparaat correct in om draadloos afdrukken mogelijk te maken. Raadpleeg de onderstaande koppeling.
http://epson.sn
3. Verbind uw Apple-apparaat met hetzelfde draadloze netwerk dat uw apparaat gebruikt.
4. Druk vanaf uw toestel af op uw apparaat.
Opmerking:
Raadpleeg voor meer informatie de pagina over AirPrint op de Apple-website.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Documenten afdrukken vanaf smart devices (iOS)
65
Documenten afdrukken vanaf smart devices (Android)
U kunt documenten afdrukken vanaf een smart device, zoals een smartphone of tablet.
Documenten afdrukken met Epson Smart Panel
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
2. Installeer Epson Smart Panel als dit niet is geïnstalleerd.
“Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)” op
pagina 260
3. Verbind uw smart device met de draadloze router.
4. Start Epson Smart Panel.
5. Selecteer op het startscherm het menu voor het afdrukken van documenten.
6. Selecteer het document dat u wilt afdrukken.
7. Start het afdrukken.
Documenten afdrukken met Epson Print Enabler
U kunt draadloos documenten, e-mails, foto's en webpagina's afdrukken vanaf uw Android-telefoon of -tablet
(Android v4.4 of hoger). Met enkele tikken laat u uw Android-apparaat een Epson-printer detecteren die met
hetzelfde draadloze netwerk is verbonden.
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
2. Installeer vanuit Google Play de Epson Print Enabler-invoegtoepassing op uw Android-apparaat.
3. Verbind uw Android-apparaat met hetzelfde draadloze netwerk dat de printer gebruikt.
4. Ga naar Instellingen op uw Android-apparaat, selecteer Afdrukken en schakel Epson Print Enabler in.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Documenten afdrukken vanaf smart devices (Android)
66
5. Tik vanuit een Android--toepassing, zoals Chrome, op het menupictogram en druk af wat er op het scherm
wordt weergegeven.
Opmerking:
Als u de printer niet ziet, tikt u op Alle printers en selecteert u de printer.
Afdrukken met Mopria Print Service
Met Mopria Print Service kunt u draadloos afdrukken via Android-smartphones of -tablets.
1. Ga naar Google Play en installeer Mopria Print Service.
2. Laad papier in de printer.
3. Stel draadloos afdrukken in op de printer. Raadpleeg de onderstaande koppeling.
http://epson.sn
4. Verbind uw Android-apparaat met hetzelfde draadloze netwerk dat uw printer gebruikt.
5. Druk vanaf uw apparaat af op uw printer.
Opmerking:
Meer informatie vindt u op de Mopria-website: https://mopria.org.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
Afdrukken op enveloppen
Afdrukken op enveloppen vanaf een computer (Windows)
1. Laad enveloppen in de printer.
“Enveloppen laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 32
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van het printerstuurprogramma.
4. Selecteer het formaat van de enveloppen via documentformaat op het tabblad Hoofdgroep en selecteer
Enveloppe bij Papiertype.
Afdrukken
>
Afdrukken op enveloppen
>
Afdrukken op enveloppen vanaf een computer (Windows)
67
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
6. Klik op Druk af.
Afdrukken op enveloppen vanaf een computer (Mac OS)
1. Laad enveloppen in de printer.
“Enveloppen laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 32
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
4. Selecteer het formaat bij de instelling Papierformaat.
5. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
6. Selecteer Enveloppe bij de instelling Afdrukmateriaal.
7. Geef naar wens nog meer instellingen op.
8. Klik op Druk af.
Webpagina's afdrukken
Webpagina's afdrukken vanaf een computer
Met Epson Photo+ kunt u webpagina's weergeven, het opgegeven gebied bijsnijden, en ze vervolgens bewerken en
afdrukken. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Webpagina's afdrukken vanaf smart devices
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
2. Installeer Epson Smart Panel als dit niet is geïnstalleerd.
“Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)” op
pagina 260
3. Verbind uw smart device met hetzelfde draadloze netwerk dat de printer gebruikt.
4. Open in uw webbrowser de webpagina die u wilt afdrukken.
Afdrukken
>
Webpagina's afdrukken
>
Webpagina's afdrukken vanaf smart devices
68
5. Tik op Delen in het menu van de webbrowser.
6. Selecteer Smart Panel.
7. Tik op Druk af.
Afdrukken via een cloudservice
Dankzij Epson Connect (beschikbaar via het internet) kunt u via uw smartphone, tablet, pc of laptop, altijd en
praktisch overal afdrukken. Als u deze service wilt gebruiken, moet u de gebruiker en de printer registeren in
Epson Connect.
De functies die via het internet beschikbaar zijn, zijn als volgt.
Email Print
Wanneer u een e-mail met bijlagen, bijvoorbeeld documenten of aeeldingen, verzendt naar een e-mailadres
dat aan de printer is toegewezen, kunt u de betreende e-mail en de bijlagen afdrukken op een externe locatie,
zoals uw printer thuis of op kantoor.
Epson iPrint
Deze toepassing is voor iOS en Android en maakt het mogelijk vanaf een smartphone of tablet af te drukken of
te scannen. U kunt documenten, aeeldingen en websites afdrukken door deze rechtstreeks naar een printer in
hetzelfde draadloze LAN te verzenden.
Remote Print Driver
Dit is een gedeeld stuurprogramma dat wordt ondersteund door Remote Print Driver. Wanneer u afdrukt op
een printer op een externe locatie, kunt u afdrukken in het normale venster van de toepassing een andere
printer te selecteren.
Zie de Epson Connect-webportal voor meer informatie over congureren en afdrukken.
https://www.epsonconnect.com/
Afdrukken
>
Afdrukken via een cloudservice
69
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Vanaf het bedieningspaneel registreren bij Epson Connect Service
Volg de onderstaande stappen om de printer te registreren.
1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Epson Connect- services > Registr./verwijderen om het registratieblad af te drukken.
3. Volg de instructies op het registratievel om de printer te registreren.
Afdrukken
>
Afdrukken via een cloudservice
>
Vanaf het bedieningspaneel registreren bij Epson Connect Service
70
Kopiëren
Beschikbare kopieermethoden.........................................72
Menuopties voor kopiëren............................................78
Beschikbare kopieermethoden
Plaats de originelen op de scannerglasplaat of in de ADF en selecteer het menu Kopiëren op het startscherm.
Originelen kopiëren
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u originelen kunt kopiëren via het menu Kopiëren op het bedieningspaneel.
1. Laad papier in de printer.
“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
2. Plaats de originelen.
Als u meerdere originelen wilt scannen, plaatst u alle originelen op de ADF.
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
“Originelen op de ADF plaatsen” op pagina 36
3. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
4. Stel het aantal kopieën in.
5. Selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit.
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Originelen kopiëren
72
6. Druk op de knop "OK" om de afdrukinstellingen weer te geven en te controleren en wijzig indien nodig de
instellingen.
Als u de instellingen wilt wijzigen, drukt u op de knop
d
. Selecteer het instellingenmenu met de knop
u
of
d
en pas de instellingen vervolgens aan met de knop
l
of
r
. Wanneer u klaar bent, drukt u op de knop "OK".
7. Druk op de knop
x
.
Kopiëren door te vergroten of verkleinen
U kunt originelen op een opgegeven vergroting kopiëren.
1. Plaats de originelen.
Als u meerdere originelen wilt scannen, plaatst u alle originelen op de ADF.
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
“Originelen op de ADF plaatsen” op pagina 36
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
3. Stel het aantal kopieën in.
4. Selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit.
5. Druk op de knop "OK" en druk vervolgens op de knop
d
.
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Kopiëren door te vergroten of verkleinen
73
6. Selecteer Vergroot/Verklein met de knop
u
of
d
en wijzig de vergroting vervolgens met de knop
l
of
r
.
Opmerking:
Als u het document bij het kopiëren met een bepaald percentage wilt vergroten of verkleinen, selecteert u Aangepast bij
Ve r g ro ot/Ve r kle in . Druk op de knop
d
en druk vervolgens op de knop
r
. Geef de mate van vergroting of verkleining
op.
7. Druk op de knop "OK" en druk vervolgens op de knop
x
.
Meerdere originelen kopiëren naar één vel
U kunt meerdere originelen op één vel papier kopiëren.
1. Plaats alle originelen in de ADF met de te kopiëren zijde naar boven.
“Originelen op de ADF plaatsen” op pagina 36
Plaats ze in de aeelding getoonde richting.
Originelen staand
Originelen liggend
c
Belangrijk:
Als u originelen wilt kopiëren die niet door de ADF worden ondersteund, gebruikt u de scannerglasplaat.
“Originelen die niet door de ADF worden ondersteund” op pagina 36
Opmerking:
U kunt de originelen ook op de scannerglasplaat leggen.
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Meerdere originelen kopiëren naar één vel
74
Originelen staand
Originelen liggend
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
3. Stel het aantal kopieën in.
4. Selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit.
5. Druk op de knop "OK" en druk vervolgens op de knop
d
.
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Meerdere originelen kopiëren naar één vel
75
6. Selecteer Meerdere pagina's met de knoppen
u
d
en druk dan op de knop
r
.
7. Selecteer 2-omhoog.
8. Geef de layout-volgorde en afdrukstand van het origineel op en druk dan op de knop OK.
9. Druk op de knop
x
.
Identiteitskaart kopiëren
Scant beide zijden van een identiteitskaart en kopieert ze naar één zijde van een A4.
1. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Stel het aantal kopieën in.
3. Selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit.
4. Druk op de knop "OK" en druk vervolgens op de knop
d
.
5. Selecteer ID-kaart-kopie met de knoppen
u
d
en selecteer dan Aan.
6. Druk op de knop "OK" en druk vervolgens op de knop
x
.
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Identiteitskaart kopiëren
76
7. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag en duw het tegen de hoekmarkering.
Plaats een identiteitskaart op 5 mm van de hoekmarkering op de scannerglasplaat.
8. Plaats het origineel met de achterzijde omlaag, duw het tegen de hoekmarkering en druk op de knop
x
.
Kopiëren zonder marges
Kopieert zonder marge rond de randen. De aeelding wordt een beetje vergroot om de marges rond de randen
van het papier te verwijderen.
1. Plaats het origineel op de scannerglasplaat.
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
3. Stel het aantal kopieën in.
4. Selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit.
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Kopiëren zonder marges
77
5. Druk op de knop "OK" en druk vervolgens op de knop
d
.
6. Selecteer Randloze kopie met de knoppen
u
d
en druk dan op de knop
r
.
7. Selecteer Aan.
8. Geef de Uitbreiding op.
9. Druk op de knop "OK" en druk vervolgens op de knop
x
.
Menuopties voor kopiëren
Welke items beschikbaar zijn, is aankelijk van het geselecteerde menu.
Aantal kopieën:
Stel het aantal kopieën in.
Z/W:
Kopieert het origineel in zwart-wit.
Kleur:
Kopieert het origineel in kleur.
Dichtheid:
Verhoog de dichtheid wanneer het kopieerresultaat te zwak is. Verlaag de dichtheid wanneer de inkt
vlekt.
Papierinstelling:
Selecteer het papierformaat en de papiersoort die u hebt geladen.
Vergroot/Verklein:
Vergroot of verkleint de originelen.
Ware grootte
Kopieert met een vergroting van 100%.
Kopiëren
>
Menuopties voor kopiëren
78
Auto passend
Detecteert het scangebied en maakt het origineel automatisch groter of kleiner zodat het past op
het papierformaat dat u hebt geselecteerd. Wanneer het origineel een witte rand hee rondom,
wordt die witruimte vanaf de hoekmarkering van de glasplaat gedetecteerd als scangebied en kan
de witruimte aan de andere kant wegvallen.
Aangepast
Selecteer deze optie om op te geven in welke mate het origineel moet worden vergroot of
verkleind.
Aangep. Grootte:
Bepaalt de vergroting of verkleining die moet worden toegepast op het origineel. De waarde kan
liggen tussen 25 en 400%.
Formaat van origineel:
Selecteer het formaat van uw origineel. Wanneer u originelen kopieert die geen standaardformaat
hebben, selecteert u het formaat dat het meest overeenkomt met het formaat van de originelen.
Meerdere pagina's:
Selecteer de lay-out voor kopiëren.
Enkele pagina
Hiermee kopieert u een enkelzijdige origineel op één vel.
2-omhoog
Hiermee kopieert u twee enkelzijdige originelen op één vel in de indeling 2-op-1. Selecteer de lay-
outvolgorde en de afdrukstand van uw origineel.
Kwaliteit:
Selecteer de kopieerkwaliteit. Wanneer u Hoog selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit,
maar het afdrukken duurt mogelijk langer.
ID-kaart-kopie:
Hiermee scant u beide zijden van een identiteitskaart en kopieert u ze naar één zijde van het papier.
Randloze kopie:
Kopieert zonder marge rond de randen. De aeelding wordt een beetje vergroot om de marges rond
de randen van het papier te verwijderen. Selecteer hoeveel u de aeelding wilt vergroten in de
instelling Uitbreiding.
Kopiëren
>
Menuopties voor kopiëren
79
Scannen
Basisinformatie over scannen......................................... 81
Originelen scannen naar een computer.................................. 83
Originelen scannen via WSD..........................................85
Originelen scannen naar een smart device................................88
Geavanceerd scannen...............................................88
Basisinformatie over scannen
Wat is een “scan”?
Een “scan” is het proces waarbij de optische informatie van papieren gegevens (zoals documenten,
tijdschriartikelen, foto's, tekeningen enzovoort) wordt omgezet in digitale aeeldingsgegevens.
U kunt gescande gegevens opslaan als een digitale aeelding, zoals JPEG of PDF.
Vervolgens kunt u de aeelding afdrukken, via e-mail verzenden enzovoort.
Scanopties
U kunt op verschillende manieren scannen om uw leven gemakkelijker te maken.
Als u een papieren document scant en vervolgens omzet in digitale gegevens, kunt u het op een computer of
smart device lezen.
Als u tickets of folders scant naar digitale gegevens, kunt u de originelen weggooien om rommel te verminderen.
Als u belangrijke documenten scant, kunt u deze in een back-up in cloudservices of op een andere
opslagmedium zetten, voor het geval u ze kwijtraakt.
U kunt de gescande foto's of documenten via e-mail naar vrienden verzenden.
Als u tekeningen en dergelijke scant, kunt u deze op sociale media delen met een veel hogere kwaliteit dan
wanneer u een foto met uw smart device neemt.
Als u uw favoriete pagina's uit kranten of tijdschrien scant, kunt u deze opslaan en de originelen weggooien.
Beschikbare scanmethoden
U kunt de volgende methoden gebruiken voor scannen met deze printer.
Scannen naar een computer
Er zijn twee methoden voor het scannen van originelen naar een computer: scannen vanaf het bedieningspaneel
van de printer en scannen vanaf de computer.
Scannen
>
Basisinformatie over scannen
>
Beschikbare scanmethoden
81
U kunt eenvoudig scannen vanaf het bedieningspaneel.
Gebruik de scantoepassing Epson ScanSmart voor scannen vanaf de computer. U kunt aeeldingen na het
scannen bewerken.
Scannen via WSD
U kunt de gescande aeelding met de WSD-functie opslaan op een computer die met de printer is verbonden.
Als u Windows 7/Windows Vista gebruikt, moet u op uw computer de WSD-instellingen congureren voordat u
gaat scannen.
Rechtstreeks scannen vanaf smart devices
Met de toepassing Epson Smart Panel op een smart device kunt u gescande aeeldingen rechtstreeks opslaan op
het smart device, zoals een smartphone of tablet.
Aanbevolen bestandsindelingen voor verschillende doeleinden
In het algemeen is de JPEG-indeling geschikt voor foto's, terwijl de PDF-indeling geschikt is voor documenten.
Lees de volgende beschrijvingen om de beste indeling te kiezen voor uw taak.
Scannen
>
Basisinformatie over scannen
>
Aanbevolen bestandsindelingen voor verschillende doeleinden
82
Bestandsindeling Beschrijving
JPEG (.jpg) Een bestandsindeling waarmee u de gegevens die moeten worden opgeslagen kunt
comprimeren. Als de compressieverhouding te hoog is, neemt de kwaliteit van de
afbeelding af en kunt u de afbeelding niet weer converteren naar de oorspronkelijke
kwaliteit.
Dit is de standaard afbeeldingsindeling voor digitale camera's. Deze indeling is geschikt
voor afbeeldingen met veel kleuren.
PDF (.pdf) Een algemene bestandsindeling die op verschillende besturingssystemen kan worden
gebruikt en waarbij de schermafbeelding hetzelfde is als het afdrukresultaat.
Daarnaast kunt u meerder pagina's als één bestand opslaan.
U kunt PDF-bestanden openen met speciale PDF-software of in webbrowsers.
Aanbevolen resoluties voor verschillende doeleinden
De resolutie gee het aantal pixels (kleinste gebied van een aeelding) voor elke inch (25,4 mm) aan en wordt
gemeten in dpi (dots per inch). Het voordeel van een hogere resolutie is dat de details in de aeelding duidelijker
worden. Er kleven echter ook nadelen aan:
Het bestand wordt te groot
(Wanneer u de resolutie verdubbelt, wordt het bestand ongeveer vier keer zo groot.)
Het duurt langer om de aeelding te scannen, op te slaan en te lezen
Het duurt langer om e-mails of faxberichten te verzenden en te ontvangen
De aeelding wordt te groot voor het beeldscherm of om op het papier af te drukken
Raadpleeg de tabel en stel de geschikte resolutie in voor het doel waarvoor u scant.
Doel Resolutie (referentie)
Weergeven op een computer
Verzenden per e-mail
Maximaal 200 dpi
Afdrukken met een printer
Verzenden per fax
200 tot 300 dpi
Originelen scannen naar een computer
Er zijn twee methoden voor het scannen van originelen naar een computer: scannen vanaf het bedieningspaneel
van de printer en scannen vanaf de computer.
Scannen
>
Originelen scannen naar een computer
83
Scannen via het bedieningspaneel
Opmerking:
Als u deze functie wilt gebruiken, moeten de volgende toepassingen op uw computer zijn geïnstalleerd.
Epson ScanSmart (Windows 7 of hoger of OS X El Capitan of hoger)
Epson Event Manager (Windows Vista/Windows XP of OS X Yosemite/OS X Mavericks/OS X Mountain Lion/Mac OS X
v10.7.x/Mac OS X v10.6.8)
Epson Scan 2 (toepassing vereist voor het gebruik van de scannerfunctie)
Zie de volgende informatie over het controleren op geïnstalleerde toepassingen.
Windows 10: klik op de startknop en controleer vervolgens de map Epson Soware > Epson ScanSmart en de map EPSON
> Epson Scan 2.
Windows 8.1/Windows 8: voer de naam van de toepassing in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven
pictogram.
Windows 7: klik op de startknop en selecteer Alle programma's. Controleer vervolgens de map Epson Soware > Epson
ScanSmart en de map EPSON > Epson Scan 2.
Windows Vista/Windows XP: klik op de startknop en selecteer Alle programma's of Programma's. Controleer vervolgens de
map Epson Soware > Epson Event Manager en de map EPSON > Epson Scan 2.
Mac OS: selecteer Ga > Toepassingen > Epson Soware.
1. Plaats de originelen.
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
2. Selecteer Scannen op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
3. Selecteer hoe de gescande aeelding op een computer moet worden opgeslagen.
Voorbeeld op computer (Windows 7 of hoger of OS X El Capitan of hoger): hiermee wordt een voorbeeld
van de gescande aeelding op een computer weergegeven voordat u de aeelding opslaat.
Scannen naar computer (JPEG): hiermee slaat u de gescande aeelding op in jpeg-indeling.
Scannen naar computer (PDF): hiermee slaat u de gescande aeelding op in PDF-indeling.
4. Selecteer de computer waarop u de gescande beelden wilt opslaan.
Scannen
>
Originelen scannen naar een computer
>
Scannen via het bedieningspaneel
84
5. Druk op de knop
x
.
Windows 7 of hoger of OS X El Capitan of hoger: Epson ScanSmart wordt automatisch gestart op uw
computer en het scannen begint.
Opmerking:
Raadpleeg de Help-functie van Epson ScanSmart voor gedetailleerde informatie over het gebruik van de soware.
Klik op Help in het scherm Epson ScanSmart om de Help te openen.
U kunt niet alleen vanaf de printer scannen, maar ook vanaf uw computer met Epson ScanSmart.
Scannen vanaf een computer
Met Epson ScanSmart kunt u scannen vanaf een computer.
Met deze toepassing kunt u in enkele eenvoudige stappen documenten en foto's scannen en de gescande
aeeldingen vervolgens opslaan.
1. Plaats de originelen.
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
2. Start Epson ScanSmart.
Win d ows 10
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson ScanSmart.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Win d ows 7
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's > Epson Soware > Epson ScanSmart.
Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Epson ScanSmart.
3. Wanneer het scherm Epson ScanSmart wordt weergegeven, volgt u de instructies op het scherm om te
scannen.
Opmerking:
Klik op Help om uitgebreide informatie over de bediening weer te geven.
Originelen scannen via WSD
U kunt de gescande aeelding met de WSD-functie opslaan op een computer die met de printer is verbonden.
Opmerking:
Deze functie is uitsluitend beschikbaar voor computers met Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows
Vi s t a .
Als u Windows 7/Windows Vista gebruikt, moet u eerst uw computer instellen voordat u deze functie kunt gebruiken.
1. Plaats de originelen.
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
Scannen
>
Originelen scannen via WSD
85
2. Selecteer Scannen op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
3. Selecteer Naar WSD.
4. Selecteer een computer.
5. Druk op de knop
x
.
Een WSD-poort instellen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een WSD-poort instelt voor Windows 7/Windows Vista.
Opmerking:
Voor Windows 10/Windows 8.1/Windows 8 wordt de WSD-poort automatisch ingesteld.
Voor het instellen van een WSD-poort is het volgende nodig.
De printer en de computer moeten verbinding hebben met het netwerk.
De printerdriver moet op de computer zijn geïnstalleerd.
1. Zet de printer aan.
2. Klik op Start en vervolgens op Netwerk op de computer.
3. Klik met de rechtermuisknop op de printer en klik vervolgens op Installeren.
Klik op Doorgaan wanneer het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven.
Scannen
>
Originelen scannen via WSD
>
Een WSD-poort instellen
86
Klik op Ver wijdere n en begin opnieuw als het scherm Ver wij der en wordt weergegeven.
Opmerking:
De printernaam die u instelt in het netwerk en de modelnaam (EPSON XXXXXX (XX-XXXX)) worden weergegeven in
het venster Netwerk. U kunt de printernaam die in het netwerk is ingesteld controleren vanaf het bedieningspaneel van
de printer of door een netwerkstatusvel af te drukken.
4. Klik op Uw apparaat is gereed voor gebruik.
5. Controleer het bericht en klik op Sluiten.
Scannen
>
Originelen scannen via WSD
>
Een WSD-poort instellen
87
6. Open het venster Apparaten en printers.
Win d ows 7
Klik op Start > Conguratiescherm > Hardware en geluiden (of Hardware) > Apparaten en printers.
Win d ows Vis ta
Klik op Start > Conguratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
7. Controleer of een pictogram met de naam van de printer in het netwerk wordt weergegeven.
Selecteer de printernaam wanneer u WSD gebruikt.
Originelen scannen naar een smart device
Opmerking:
Installeer Epson Smart Panel op uw smart device voordat u gaat scannen.
De weergave van Epson Smart Panel kan zonder waarschuwing worden gewijzigd.
De inhoud van Epson Smart Panel kan variëren aankelijk van het product.
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
2. Start Epson Smart Panel op uw smart device.
3. Selecteer op het startscherm het scanmenu.
4. Volg de instructies op het scherm om de aeeldingen te scannen en op te slaan.
Geavanceerd scannen
Meerdere foto's tegelijkertijd scannen
Met Epson ScanSmart kunt u meerdere foto's tegelijkertijd scannen en elke aeelding apart opslaan.
Scannen
>
Geavanceerd scannen
>
Meerdere foto's tegelijkertijd scannen
88
1. Plaats de foto's op de scannerglasplaat. Plaats ze op 4,5 mm (0,2 inch) van de horizontale en verticale rand van
de scannerglasplaat en plaats de foto's ten minste 20 mm (0,8 inch) uit elkaar.
Opmerking:
De foto's moeten groter zijn dan 15×15 mm (0,6×0,6 inch).
2. Start Epson ScanSmart.
Win d ows 10
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson ScanSmart.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Win d ows 7
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's > Epson Soware > Epson ScanSmart.
Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Epson ScanSmart.
3. Wanneer het scherm Epson ScanSmart wordt weergegeven, volgt u de instructies op het scherm om te
scannen.
Gescande foto's worden als afzonderlijke aeeldingen opgeslagen.
Scannen
>
Geavanceerd scannen
>
Meerdere foto's tegelijkertijd scannen
89
Faxen
Voordat u faxfuncties gebruikt.........................................91
Overzicht van de faxfuncties van de printer.............................. 102
Faxberichten verzenden via de printer.................................. 104
Faxberichten ontvangen op de printer.................................. 108
Menuopties voor faxen............................................. 111
Andere faxfuncties gebruiken.........................................115
Een faxbericht verzenden via een computer.............................. 115
Faxberichten ontvangen op een computer................................119
Voordat u faxfuncties gebruikt
De faxfunctie is alleen beschikbaar voor de ET-4800 Series/L5290 Series.
Controleer de volgende punten voordat u de faxfuncties gaat gebruiken.
De printer, de telefoonlijn en (indien deze wordt gebruikt) de telefoon zijn correct aangesloten
De basisinstellingen in de (Wizard faxinstelling) zijn gecongureerd
Overige vereiste Faxinstellingen zijn gecongureerd
Zie “Gerelateerde informatie” hieronder om de instellingen te congureren.
Gerelateerde informatie
&“De printer aansluiten op een telefoonlijn” op pagina 91
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten” op pagina 95
&“Menu Basisinstellingen” op pagina 271
&“Instellingen voor de faxfuncties van de printer op maat congureren” op pagina 96
&“Faxinstellingen” op pagina 271
&“Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 100
&“Menu Standaardinst. gebr.” op pagina 276
&“Menu Rapportinstellingen” op pagina 275
De printer aansluiten op een telefoonlijn
Compatibele telefoonlijnen
U kunt de printer gebruiken via standaard analoge telefoonlijnen (PSTN = Public Switched Telephone Network) en
PBX (Private Branch Exchange) telefoonsystemen.
U kunt de printer mogelijk niet gebruiken via de volgende telefoonlijnen of systemen.
VoIP telefoonlijnen zoals DSL of glasvezellijnen
Digitale telefoonlijnen (ISDN)
Bepaalde PBX telefoonsystemen
Als er tussen de telefooncontactdoos in de muur en de printer adapters zoals terminaladapters, VoIP adapters,
splitters of DSL routers aangesloten zijn
Gerelateerde informatie
&“De printer aansluiten op een telefoonlijn” op pagina 91
De printer aansluiten op een telefoonlijn
Sluit de printer aan op een telefooncontactdoos via een RJ-11 (6P2C)-telefoonkabel. Als u een telefoon aansluit op
de printer, dient u een tweede RJ-11 (6P2C)-telefoonkabel te gebruiken.
Faxen
>
Voordat u faxfuncties gebruikt
>
De printer aansluiten op een telefoonlijn
91
Aankelijk van de regio wordt er mogelijk een telefoonkabel bij de printer geleverd. Als deze meegeleverd is,
gebruik deze dan.
U moet de telefoonkabel mogelijk aansluiten op een adapter voor uw land of regio.
Opmerking:
Verwijder de dop van de poort EXT. van de printer alleen als u uw telefoontoestel op de printer aansluit. Verwijder de dop
niet als u geen telefoon aansluit.
In gebieden waar vaak blikseminslagen optreden raden we aan om een piekbeveiliging te gebruiken.
Aansluiten op een standaard telefoonlijn (PSTN) of PBX
Sluit een telefoonkabel aan tussen de muurcontactdoos of PBX-poort naar de LINE poort aan de achterzijde van
de printer.
Gerelateerde informatie
&“Uw telefoontoestel aansluiten op de printer” op pagina 93
Aansluiten op DSL of ISDN
Sluit een telefoonkabel aan tussen de DSL-modem of ISDN terminaladapter naar de LINE-poort aan de achterzijde
van de printer. Raadpleeg de documentatie van de modem of adapter voor meer informatie.
Opmerking:
Als uw DSL modem niet uitgerust is met een ingebouwde DSL lter, sluit dan een aparte DSL lter aan.
Faxen
>
Voordat u faxfuncties gebruikt
>
De printer aansluiten op een telefoonlijn
92
Gerelateerde informatie
&“Uw telefoontoestel aansluiten op de printer” op pagina 93
Uw telefoontoestel aansluiten op de printer
Als u de printer en uw telefoontoestel op een enkele telefoonlijn gebruikt, sluit dan de telefoon aan op uw printer.
Opmerking:
Als uw telefoontoestel een faxfunctie hee, schakel deze dan uit. Raadpleeg de handleidingen van het telefoontoestel voor
meer informatie. Aankelijk van het type telefoon kan de faxfunctie niet volledig worden uitgeschakeld. Hierdoor kunt u
de telefoon mogelijk niet gebruiken als externe telefoon.
Als u een antwoordapparaat aansluit, moet u ervoor zorgen dat de instelling Overgaan voor antw. van de printer hoger
is dan het aantal beltonen van uw antwoordapparaat dat is ingesteld voor het beantwoorden van een oproep.
1. Verwijder het beschermkapje van de EXT.-poort aan de achterzijde van de printer.
Faxen
>
Voordat u faxfuncties gebruikt
>
De printer aansluiten op een telefoonlijn
93
2. Sluit het telefoontoestel met een telefoonkabel aan op de EXT.-poort.
Opmerking:
Als u een enkele telefoonlijn deelt, zorg er dan voor dat u uw telefoontoestel aansluit op de EXT.-poort van de printer.
Als u de lijn splitst om de telefoon en de printer afzonderlijk aan te sluiten, werken de telefoon en de printer niet goed.
3. Selecteer Fax op het bedieningspaneel van de printer.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
4. Neem de hoorn van de haak.
Als een bericht wordt weergegeven voor het verzenden of ontvangen van faxberichten, zoals in het volgende
scherm wordt getoond, is de verbinding tot stand gebracht.
Gerelateerde informatie
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten” op pagina 95
&“Instellingen congureren om een antwoordapparaat te gebruiken” op pagina 97
&“Congureer instellingen om faxberichten te ontvangen, alleen via een aangesloten telefoon (Extern
ontvangen)” op pagina 98
&“Ontvangstmodus:” op pagina 272
Faxen
>
Voordat u faxfuncties gebruikt
>
De printer aansluiten op een telefoonlijn
94
De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van
faxberichten
Met de Wizard faxinstelling congureert u de standaard faxfuncties om de printer kaar te maken voor het
verzenden en ontvangen van faxberichten.
De wizard wordt automatisch weergegeven wanneer de printer voor de eerste keer wordt ingeschakeld. U kunt de
wizard handmatig weergeven vanaf het bedieningspaneel van de printer. U moet de wizard opnieuw uitvoeren in
het geval dat de wizard wordt overgeslagen wanneer de printer voor het eerst wordt ingeschakeld of wanneer de
verbindingsomgeving is gewijzigd.
De onderstaande items kunt u instellen via de wizard.
Koptekst (Uw telefoonnummer en Koptekst fax)
Ontvangstmodus (Auto of Handmatig)
DRD-instelling
De onderstaande items worden automatisch ingesteld overeenkomstig de verbindingsomgeving.
Kiesmodus (zoals To on of Puls)
Andere items in Basisinstellingen blijven ongewijzigd.
Gerelateerde informatie
&“Menu Basisinstellingen” op pagina 271
De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten
met gebruik van Wizard faxinstelling
1. Selecteer Instel. op het startscherm van het bedieningspaneel van de printer.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Faxinstellingen > Wi za r d f a x i n st e l l in g.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm en voer de afzendernaam, bijvoorbeeld uw bedrijfsnaam, en uw
faxnummer in.
Opmerking:
Uw afzendernaam en uw faxnummer verschijnen als koptekst op uitgaande faxberichten.
4. Congureer de DRD-instelling (Distinctive Ring Detection).
Als u ingeschreven bent op een specieke beltoondienst bij uw telecomprovider:
Ga naar het volgende scherm en selecteer de beltoon die voor inkomende faxberichten moet worden
gebruikt.
Wanneer u een item selecteert (maar niet Alles), wordt Ontvangstmodus ingesteld op Auto en kunt u
doorgaan naar het volgende scherm waar u de gecongureerde instellingen kunt controleren.
Als u zich niet bij uw telecomprovider op een specieke beltoondienst hebt ingeschreven of als u deze optie
niet hoe in te stellen:
Sla deze instelling over en ga naar het scherm waar u uw instellingen kunt controleren.
Faxen
>
Voordat u faxfuncties gebruikt
>
De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten
95
Opmerking:
Specieke beltoondiensten, die door veel telecombedrijven worden aangeboden (naam van de service verschilt per
bedrijf), bieden de mogelijkheid om meerdere telefoonnummers op één lijn te hebben. Elk nummer krijgt dan een
specieke beltoon toegewezen. U kunt dan een nummer gebruiken voor telefoongesprekken en een ander nummer
om te faxen. Selecteer de beltoon voor faxen in DRD.
Aankelijk van de regio worden Aan en Uit weergegeven als de opties DRD. Selecteer Aan om specieke beltonen
te gebruiken.
5. Congureer de instelling Ontvangstmodus.
Als u geen telefoontoestel met de printer hoe te verbinden:
Selecteer Nee.
Ontvangstmodus is ingesteld op Auto.
Als u een telefoontoestel met de printer moet verbinden:
Selecteer Ja en selecteer vervolgens of faxberichten al dan niet automatisch kunnen worden ontvangen.
6. Controleer de gecongureerde instellingen die op het scherm worden weergegeven en ga vervolgens naar het
volgende scherm.
Druk op de knop als u instellingen wilt corrigeren of wijzigen.
7. Controleer de faxverbinding door Controle starten te selecteren en vervolgens Afdrukken te selecteren om
een rapport af te drukken waarin de verbindingsstatus wordt aangegeven.
Opmerking:
Als er fouten gemeld worden, volg dan de instructies op het rapport om ze te corrigeren.
Indien het scherm Lijntype kiezen weergegeven wordt, selecteer dan het lijntype.
- Als u de printer aansluit op een PBX-telefoonsysteem of terminaladapter selecteert u PBX.
- Als u de printer aansluit op een standaard telefoonlijn, selecteert u PSTN. Wanneer het bericht om de
kiestoondetectie uit te schakelen op het scherm wordt weergegeven, drukt u op de knop OK. Kiestoondetectie
uitschakelen kan er wel voor zorgen dat het eerste cijfer van een faxnummer mogelijk wordt overgeslagen waardoor
het bericht naar een foutief nummer wordt verzonden.
Gerelateerde informatie
&“De printer aansluiten op een telefoonlijn” op pagina 91
&“Instellingen congureren om een antwoordapparaat te gebruiken” op pagina 97
&“Ontvangstmodus:” op pagina 272
&Congureer instellingen om faxberichten te ontvangen, alleen via een aangesloten telefoon (Extern
ontvangen)” op pagina 98
&“Menu Basisinstellingen” op pagina 271
Instellingen voor de faxfuncties van de printer op maat
congureren
U kunt de faxfuncties van de printer afzonderlijk op maat congureren met behulp van het conguratiepaneel van
de printer. De instellingen die middels de Wiz a r d f a x i n s t el l i n g zijn gecongureerd, kunnen ook worden gewijzigd.
Raadpleeg voor meer informatie de beschrijvingen van het menu Faxinstellingen.
Faxen
>
Voordat u faxfuncties gebruikt
>
Instellingen voor de faxfuncties van de printer op maat congureren
96
Gerelateerde informatie
&“Faxinstellingen” op pagina 271
&“Inkomende faxen ontvangen” op pagina 109
&“Instellingen congureren voor een PBX-telefoonsysteem” op pagina 97
&“Instellingen congureren wanneer u een telefoontoestel verbindt” op pagina 97
&“Instellingen congureren voor het blokkeren van ongewenste faxen” op pagina 98
&“Instellingen instellen om faxen te verzenden en ontvangen op een computer” op pagina 99
Instellingen congureren voor een PBX-telefoonsysteem
Congureer de volgende instellingen als u de printer gebruikt in kantoren die gebruik maken van extensies met
externe toegangscodes, zoals een 0 en 9 voor het verkrijgen van een buitenlijn.
1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel van de printer.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Faxinstellingen > Basisinstellingen.
3. Selecteer Lijntype en selecteer vervolgens PBX.
4. Wanneer u een fax verzendt naar een extern faxnummer met # (hekje) in plaats van de werkelijke
toegangscode, selecteert u Gebr. als de Toegangsco d e.
Het symbool # dat is ingevoerd in plaats van de werkelijke toegangscode, wordt tijdens het kiezen vervangen
door de opgeslagen toegangscode. Door gebruik te maken van # kunt u makkelijker verbinding maken met
een externe lijn.
Opmerking:
U kunt geen faxberichten verzenden naar ontvangers in Contacten waarvoor een externe toegangscode is ingesteld,
zoals 0 of 9.
Als u in Contacten ontvangers hebt geregistreerd met een externe toegangscode, zoals 0 of 9, stelt u de Toegangscode in
op Niet gebr.. Anders moet u de code voor # in Contacten wijzigen.
5. Voer de externe toegangscode voor uw telefoonsysteem in en druk vervolgens op de knop OK.
6. Druk op de knop OK om de instellingen toe te passen.
De toegangscode wordt opgeslagen in uw printer.
Instellingen congureren wanneer u een telefoontoestel verbindt
Instellingen congureren om een antwoordapparaat te gebruiken
Om een antwoordapparaat te kunnen gebruiken, moet u de printer correct instellen.
1. Selecteer Instel. op het startscherm op het bedieningspaneel van de printer.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
Faxen
>
Voordat u faxfuncties gebruikt
>
Instellingen voor de faxfuncties van de printer op maat congureren
97
2. Selecteer Faxinstellingen > Basisinstellingen.
3. Stel Ontvangstmodus in op Auto.
4. Stel de Overgaan voor antw. in op een hoger aantal dan het aantal voor het antwoordapparaat.
Als Overgaan voor antw. lager is ingesteld dan het aantal keer overgaan voor het antwoordapparaat, kan het
antwoordapparaat de spraakoproepen niet ontvangen om spraakberichten op te nemen. Raadpleeg de
handleidingen van het antwoordapparaat voor meer informatie.
De printerinstelling Overgaan voor antw. wordt mogelijk niet weergegeven, aankelijk van de regio.
Gerelateerde informatie
&“Menu Basisinstellingen” op pagina 271
Congureer instellingen om faxberichten te ontvangen, alleen via een aangesloten telefoon
(Extern ontvangen)
U kunt binnenkomende faxberichten ontvangen door de hoorn van de haak. Te nemen en de telefoon te
gebruiken, zonder de printer te gebruiken.
De functie Extern ontvangen is beschikbaar voor telefoontoestellen die tonen kunnen zenden.
1. Op het startscherm op het bedieningspaneel van de printer selecteert u Instel..
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Faxinstellingen > Basisinstellingen > Extern ontvangen.
3. Selecteer Aan.
4. Voer een tweecijferige code in (u kunt 0 tot 9, * en #) invoeren als startcode en druk vervolgens op de knop OK
om de instellingen toe te passen.
Gerelateerde informatie
&“Menu Basisinstellingen” op pagina 271
Instellingen congureren voor het blokkeren van ongewenste faxen
U kunt ongewenste faxen blokkeren.
1. Op het startscherm op het bedieningspaneel van de printer selecteert u Instel..
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Faxinstellingen > Basisinstellingen > Weigeringsfax.
3. Schakel de voorwaarde in om ongewenste faxen te blokkeren.
Selecteer Weigeringsfax en schakel de volgende opties in.
Lijst geweigerde nrs.: weiger faxen van afzenders in de lijst met geblokkeerde nummers.
Faxen
>
Voordat u faxfuncties gebruikt
>
Instellingen voor de faxfuncties van de printer op maat congureren
98
Koptekst fax leeg: weiger faxen zonder koptekstinformatie.
Beller niet in Contacten: weiger faxen van afzenders die niet zijn toegevoegd aan de lijst met contacten.
4. Druk op om terug te keren naar het scherm Weigeringsfax.
5. Als u de Lijst geweigerde nrs. gebruikt, selecteert u Lijst geblokkeerde nummers bewerken en bewerkt u de
lijst.
Instellingen instellen om faxen te verzenden en ontvangen op een computer
Als u faxen wilt verzenden en ontvangen op een computer, moet FAX Utility zijn geïnstalleerd op de computer die
via een netwerk of USB-kabel is verbonden.
Stel de instelling Opslaan op computer in om faxen te ontvangen
U kunt faxen ontvangen op een computer door de FAX Utility te gebruiken. Installeer FAX Utility op
de client-computer en stel de instelling in. Zie Basisbediening in de help van FAX Utility
(weergegeven in het startscherm) voor meer informatie.
De onderstaande instelling op het bedieningspaneel van de printer is ingesteld op Ja, en de ontvangen
faxen kunnen op de computer worden opgeslagen.
Instel. > Faxinstellingen > Ontvangstinst. > Opslaan op computer
Stel de instelling Opslaan op computer in op Ook afdrukken op de printer om faxen te ontvangen
U kunt de instelling instellen om ontvangen faxen af te drukken vanaf de printer of om ze op te slaan
op een computer.
1. Op het startscherm op het bedieningspaneel van de printer selecteert u Instel..
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Faxinstellingen > Ontvangstinst..
3. Selecteer Opslaan op computer > Ja en afdrukken.
Stel de instelling Opslaan op computer in om faxen te ontvangen
Als wilt instellen dat de ontvangen faxen niet op de computer worden opgeslagen, wijzigt u de
instellingen op de printer.
Opmerking:
U kunt de instellingen ook wijzigen met FAX Utility. Als er echter faxen zijn die niet op de computer zijn
opgeslagen, werkt deze functie niet.
1. Op het startscherm op het bedieningspaneel van de printer selecteert u Instel..
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Faxinstellingen > Ontvangstinst..
3. Selecteer Opslaan op computer > Nee.
Faxen
>
Voordat u faxfuncties gebruikt
>
Instellingen voor de faxfuncties van de printer op maat congureren
99
Contactpersonen beschikbaar maken
Door een lijst met contactpersonen op te slaan kunt u makkelijk bestemmingen invoeren. U kunt tot 100 nummers
invoeren en u kunt de lijst met contactpersonen gebruiken als u een faxnummer invoert.
Contacten registreren of bewerken
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Contacten-beheer.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Als u een nieuw contact wilt registreren, selecteert u Geg. toev. en selecteert u een nieuw
registratienummer.
Als u een nieuw contact wilt bewerken, selecteert u Bewerken en selecteert u het doelcontact.
Als u een contact wilt verwijderen, selecteert u Wissen, het doelcontact en Ja. Er zijn geen aanvullende
stappen nodig.
4. Congureer de benodigde instellingen.
Opmerking:
Als u een faxnummer invoert, moet u eerst een externe toegangscode voor het faxnummer invoeren als uw
telefoonsysteem PBX is. Deze toegangscode hebt u nodig om een buitenlijn te krijgen. Als de toegangscode is opgegeven
in de instelling van het Lijntype, voert u een hekje (#) i.p.v. de werkelijke toegangscode in. Om een pauze (drie
seconden) toe te voegen tijdens het bellen van het nummer, voegt u een koppelteken (-) toe.
5. Druk op de knop OK om door te gaan en selecteer Geg. toev. om het registreren of bewerken te voltooien.
Contactgroepen registreren of bewerken
Voeg contactpersonen aan een groep toe om een fax naar meerdere bestemmingen tegelijk te verzenden.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Contacten-beheer.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Als u een nieuwe groep contacten wilt registreren, selecteert u Groep toevoegen en selecteert u het
registratienummer.
Als u een groep contacten wilt bewerken, selecteert u Bewerken en selecteert u de doelgroep.
Als u een groep contacten wilt verwijderen, selecteert u Wi s s e n , doelgroep en Ja. Er zijn geen aanvullende
stappen nodig.
4. Voer of b ewerk de Groepsnaam en druk op OK.
Faxen
>
Voordat u faxfuncties gebruikt
>
Contactpersonen beschikbaar maken
100
5. Voer of b ewerk het Indexwoord en druk op OK.
6. Selecteer de contactpersonen die u in de groep wilt opslaan.
Elke keer wanneer u op de knop
r
drukt, wordt het contact geselecteerd of gedeselecteerd.
Opmerking:
U kunt tot 99 contactpersonen registreren.
7. Druk op de knop OK om door te gaan en selecteer Geg. toev. om het registreren of bewerken te voltooien.
Contacten registreren op een computer
Met Web Cong kunt u een contactlijst maken op uw computer en deze importeren naar de printer.
1. Open "Web Cong".
2. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
3. Selecteer Contactpersonen.
4. Selecteer het nummer dat u wilt registreren en klik vervolgens op Bewerken.
5. Vo er Naam, Indexwoord, Faxnummer en Faxsnelheid in.
6. Klik op Toepassen.
Gerelateerde informatie
&“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 263
Items voor het instellen van de bestemming
Items Instellingen en toelichting
Naam Voer een naam in die in de contacten wordt weergegeven. Deze mag maximaal
30 tekens bevatten in Unicode (UTF-8).Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg.
Indexwoord Voer zoekwoorden in van maximaal 30 tekens in Unicode (UTF-8).Als u dit niet
opgeeft, laat u dit leeg.
Type Dit item is vastgelegd als Fax.Deze instelling kunt u niet wijzigen.
Faxnummer Voer hier tussen 1 en 64 tekens in. Gebruik 0–9 - * # en spatie.
Faxsnelheid Selecteer een communicatiesnelheid voor een bestemming.
Bestemmingen als groep registreren
1. Open "Web Cong".
Faxen
>
Voordat u faxfuncties gebruikt
>
Contactpersonen beschikbaar maken
101
2. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
3. Selecteer Contactpersonen.
4. Selecteer het nummer dat u wilt registreren en klik vervolgens op Bewerken.
5. Voer een Naam en Indexwoord in.
6. Selecteer een groep in Type.
7. Klik op Selecteren voor Contact(en) voor Groep.
De beschikbare bestemmingen worden weergegeven.
8. Selecteer de bestemming die u voor de groep wilt registreren en klik vervolgens op Selecteren.
Opmerking:
Bestemmingen kunnen worden geregistreerd voor meerdere groepen.
9. Klik op Toepassen.
Gerelateerde informatie
&“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 263
Overzicht van de faxfuncties van de printer
Functie: Faxberichten verzenden
Verzendmethoden
Automatisch verzenden
Wanneer u een origineel scant door op
x
(Fax verzenden) te drukken, belt de printer naar de ontvangers en
wordt het faxbericht verzonden.
“Faxberichten verzenden via de printer” op pagina 104
Handmatig verzenden
Wanneer u de lijn handmatig wilt controleren door de ontvanger te bellen, drukt u op de knop
x
(Fax
verzenden) om onmiddellijk een faxbericht te verzenden.
“Faxen verzenden met een extern telefoontoestel” op pagina 106
Bestemming van ontvanger bij verzenden van een faxbericht
U kunt ontvangers invoeren via de cijfertoetsen, Contacten, en Recent.
“Ontvangers selecteren” op pagina 105
“Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 100
Faxen
>
Overzicht van de faxfuncties van de printer
>
Functie: Faxberichten verzenden
102
Scaninstellingen bij het verzenden van een faxbericht
U kunt items zoals Resolutie of Origineel formaat (glas) selecteren bij het verzenden van faxberichten.
“Scaninstellingen” op pagina 112
Inst.faxverzending bij het verzenden van een faxbericht
U kunt Inst.faxverzending zoals Direct verzenden (een groot document stabiel verzenden) of Fax later
verzenden (een faxbericht verzenden op een tijdstip dat u opgee) gebruiken.
“Inst.faxverzending” op pagina 112
Functie: Faxberichten ontvangen
Ontvangstmodus
Er zijn twee opties in Ontvangstmodus om binnenkomende faxberichten te ontvangen.
Handmatig
Voornamelijk om te telefoneren, maar ook om te faxen
“Gebruik van de modus Handmatig” op pagina 109
Auto
- Alleen om te faxen (een extern telefoontoestel is niet vereist)
- Voornamelijk om te faxen en soms om te telefoneren
“Auto-modus gebruiken” op pagina 109
Faxberichten ontvangen met een verbonden telefoon
U kunt faxberichten met alleen een extern telefoontoestel ontvangen.
“Menu Basisinstellingen” op pagina 271
“Instellingen congureren wanneer u een telefoontoestel verbindt” op pagina 97
Functie: Verzenden/ontvangen met PC-FAX (Windows/Mac OS)
Verzenden met PC-FAX
U kunt faxberichten verzenden vanaf een computer.
“Soware voor faxen” op pagina 261
“Een faxbericht verzenden via een computer” op pagina 115
Ontvangen met PC-FAX
U kunt faxberichten ontvangen op een computer.
“Instellingen instellen om faxen te verzenden en ontvangen op een computer” op pagina 99
“Soware voor faxen” op pagina 261
“Faxberichten ontvangen op een computer” op pagina 119
Faxen
>
Overzicht van de faxfuncties van de printer
>
Functie: Verzenden/ontvangen met PC-FAX (Windows/Mac OS)
103
Functies: Verschillende faxrapporten
U kunt de status van ontvangen en verzonden faxberichten in een rapport controleren.
“Menu Rapportinstellingen” op pagina 275
“Inst.faxverzending” op pagina 112
“Verzendlogboek:” op pagina 113
“Faxverslag:” op pagina 114
Functie: Beveiliging bij het verzenden en ontvangen van
faxberichten
U kunt veel beveiligingsfuncties gebruiken, zoals Beperkingen dir. kiezen om verzending naar het verkeerde adres
te voorkomen, of Back-upgegevens Automatisch wissen om lekken van gegevens te voorkomen.
“Menu Veiligheidsinstel.” op pagina 275
Functies: andere handige functies
Ongewenste faxberichten blokkeren
U kunt ongewenste faxberichten weigeren.
“Weigeringsfax:” op pagina 273
Faxberichten ontvangen na bellen
Nadat u naar een ander faxapparaat hebt gebeld, kunt u documenten ontvangen van dat faxapparaat.
“Faxen ontvangen via een telefoonoproep” op pagina 110
“Polling ontvangen:” op pagina 114
Faxberichten verzenden via de printer
U kunt faxberichten verzenden door het faxnummer van de ontvanger op het bedieningspaneel van de printer in te
voeren.
Opmerking:
Als u een faxbericht in zwart-wit verzendt, kunt u de gescande aeelding bekijken op het display.
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
104
1. Plaats de originelen.
U kunt maximaal 100 pagina's in één keer verzenden. Aankelijk van de resterende hoeveelheid geheugen is
dit echter niet altijd mogelijk, zelfs als het faxbericht minder dan 100 pagina's bevat.
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
“Originelen op de ADF plaatsen” op pagina 36
2. Selecteer Fax op het bedieningspaneel van de printer.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
3. Kies de ontvanger.
“Ontvangers selecteren” op pagina 105
4. Selecteer Menu door op de knop OK te drukken en selecteer vervolgens Scaninstellingen of
Inst.faxverzending om indien nodig de instellingen te congureren, zoals de resolutie en verzendmethode.
“Scaninstellingen” op pagina 112
“Inst.faxverzending” op pagina 112
5. Druk op de knop
x
om het faxbericht te verzenden.
Opmerking:
Als het faxnummer bezet is of er problemen optreden, kiest de printer het nummer na een minuut automatisch nog
een keer.
Als u het verzenden wilt annuleren, drukt u op de toets
y
.
Het verzenden van faxberichten in kleur duurt langer, omdat de printer tegelijk scant en verzendt. Als de printer een
faxbericht in kleur aan het verzenden is, kunt u geen andere functies gebruiken.
Ontvangers selecteren
U kunt op de volgende manieren ontvangers opgeven om het faxbericht te verzenden.
Een faxnummer handmatig invoeren
Druk op het faxnummer met de numerieke toetsen en druk op de knop OK.
- Voor het toevoegen van een pauze (drie seconden tijdens het bellen van het nummer), drukt u op de knop
d
.
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
>
Ontvangers selecteren
105
- Als u een externe toegangscode hebt ingesteld in Lijntype, begint u het faxnummer met een hekje (#) in plaats
van de werkelijke toegangscode.
Opmerking:
Als u een faxnummer niet handmatig kunt invoeren, is Beperkingen dir. kiezen in Veiligheidsinstel. ingesteld op Aan.
Selecteer de faxontvangers in de lijst met contactpersonen of de faxgeschiedenis.
De ontvangers in de lijst met contactpersonen selecteren
Druk op de knop
u
en selecteer de ontvangers waarnaar u wilt verzenden. Als de ontvanger waarnaar u het
bericht wilt versturen niet is geregistreerd in Contacten, registreert u dit contact via Contacten-beheer.
Fax > Menu > Contacten-beheer
De ontvangers selecteren uit de geschiedenis met verzonden faxberichten
Druk op de knop
d
en selecteer een ontvanger.
Opmerking:
Om ontvangers die u hebt ingevoerd, te verwijderen, drukt u op de knop
r
, verplaatst u de cursor naar de ontvanger die u
wilt verwijderen door op de knop
u
d
te drukken en he u de selectie van de ontvanger op door op de knop OK te
drukken. Druk op de knop om te voltooien en terug te keren naar het scherm Fax.
Gerelateerde informatie
&“Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 100
Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
Faxen verzenden met een extern telefoontoestel
U kunt een fax verzenden d.m.v. een aangesloten telefoon als u voor het verzenden van de fax nog een gesprek wilt
voeren of als de faxmachine van de ontvanger niet automatisch overschakelt.
1. Plaats de originelen.
U kunt tot 100 pagina's per zending verzenden.
2. Neem de hoorn van de telefoon in de hand en vorm het faxnummer van de ontvanger op uw toestel.
Opmerking:
Als de ontvanger de telefoon beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken.
3. Selecteer Fax op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
4. Druk op de knop OK en selecteer Scaninstellingen of Inst.faxverzending om indien nodig de instellingen te
congureren, zoals de resolutie en verzendmethode.
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
>
Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
106
5. Als u een faxtoon hoort, druk op de toets
x
en haak dan in.
Opmerking:
Als een nummer gevormd wordt d.m.v. een aangesloten toestel, duurt de verzending langer omdat de printer tegelijk
scant en verzendt. Als de printer een fax aan het verzenden is, kunt u geen andere functies gebruiken.
6. Verwijder de originelen wanneer het verzenden is voltooid.
Gerelateerde informatie
&“Scaninstellingen” op pagina 112
&“Inst.faxverzending” op pagina 112
Meerdere pagina's van een zwart-witdocument verzenden (Direct verzenden)
Als u een faxbericht in zwart-wit verzendt, wordt het gescande document tijdelijk opgeslagen in het geheugen van
de printer. Hierdoor kan het verzenden van een groot aantal pagina's ervoor zorgen dat het geheugen van de
printer vol raakt. U kunt dit vermijden door de functie Direct verzenden te activeren, maar mogelijk duurt de
verzending langer omdat de printer tegelijk scant en verzendt. U kunt deze functie gebruiken als er maar één
ontvanger is.
Het menu openen
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Fax > Faxinstellingen Direct verzenden.
Faxberichten in zwart-wit verzenden op een speciek tijdstip (Fax later
verzenden)
U kunt op een speciek tijdstip een faxbericht verzenden. Dit kan uitsluitend bij faxberichten in zwart-wit.
1. Plaats de originelen.
2. Selecteer Fax op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
3. Kies de ontvanger.
4. Congureer instellingen om faxen op een speciek tijdstip te verzenden.
A
Druk op de knop OK en selecteer dan Inst.faxverzending.
B
Selecteer Fax later verzenden en selecteer vervolgens Aan.
C
Voer het tijdstip van verzending in en druk dan op de knop OK button.
U kunt, indien nodig, ook instellingen congureren voor bijvoorbeeld resolutie en verzendmethode in
Scaninstellingen of Inst.faxverzending.
5. Druk op de knop tot u terugkeert naar het scherm Fax en druk vervolgens op de knop
x
.
6. Verwijder de originelen wanneer het verzenden is voltooid.
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
>
Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
107
Opmerking:
U kunt het faxen annuleren via het scherm Fax.
Documenten van verschillende formaten verzenden d.m.v. de ADF
(Doorl.scannen (ADF))
Als u faxen verzendt door de originelen een voor een te plaatsen, of door de originelen op formaat te plaatsen, kunt
u deze als een enkel document verzenden in hun originele formaten.
Als u originelen met verschillende afmetingen in de ADF plaatst, worden alle originelen verzonden volgens het
grootste formaat. Plaats geen originelen met verschillende formaten als u de originelen in het oorspronkelijke
formaat wilt verzenden.
1. Plaats de eerste batch originelen tegelijkertijd.
2. Selecteer Fax op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
3. Kies de ontvanger.
4. Druk op de knop OK en selecteer dan Scaninstellingen.
5. Selecteer Doorl.scannen (ADF) en selecteer vervolgens Aan.
U kunt, indien nodig, ook instellingen congureren voor bijvoorbeeld resolutie en verzendmethode in
Scaninstellingen of Inst.faxverzending.
6. Druk op de knop totdat u terugkeert naar het scherm Fax en druk vervolgens op de knop
x
.
7. Wanneer het scannen van de eerste originelen is voltooid en het bericht Nog een pagina? op het
bedieningspaneel wordt weergegeven, selecteert u Ja, plaatst u de volgende originelen en drukt u op de knop
x
.
Opmerking:
Als de printer gedurende 20 seconden niet wordt gebruikt na het verzoek voor plaatsing van de volgende originelen,
stopt de printer met opslaan en start hij de verzending van het document.
8. Verwijder de originelen wanneer het verzenden is voltooid.
Faxberichten ontvangen op de printer
Als de printer is aangesloten op de telefoonlijn en basisinstellingen zijn gecongureerd met de Wizard faxinstelling,
kunt u faxberichten ontvangen.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op de printer
108
Ontvangen faxberichten worden afgedrukt.
Wanneer u de status van de faxinstellingen wilt controleren, kunt u een Lijst faxinstellingen afdrukken via Fax >
Menu > Meer > Faxverslag > Lijst faxinstellingen.
Inkomende faxen ontvangen
Er zijn twee mogelijkheden in Ontvangstmodus.
Gerelateerde informatie
&“Gebruik van de modus Handmatig” op pagina 109
&“Auto-modus gebruiken” op pagina 109
&“Ontvangstmodus:” op pagina 272
Gebruik van de modus Handmatig
Deze modus is voornamelijk voor het plaatsen van telefoonoproepen, maar kan ook worden gebruikt voor faxen.
Faxberichten ontvangen
Wanneer de telefoon overgaat, kunt u het handmatig beantwoorden door de hoorn van de haak te nemen.
Wanneer u een faxsignaal hoort (baud):
Selecteer Fax op het startscherm van de printer, druk op de knop # om Een fax ontvangen te selecteren en druk
op
x
. Hang vervolgens de handset op.
Als het overgaan voor een spraakoproep is:
U kunt de telefoon normaal beantwoorden.
Faxen ontvangen met alleen de aangesloten telefoon
Wannee r Extern ontvangen is ingesteld, kunt u faxen ontvangen door de eenvoudigweg de startcode in te voeren.
Als de telefoon overgaat, neemt u de handset op. Als u een faxtoon (baud) hoort, voert u de tweecijferige startcode
in en hangt u de handset op.
Gerelateerde informatie
&“Extern ontvangen:” op pagina 273
Auto-modus gebruiken
Met deze modus kunt u de lijn voor de volgende toepassingen gebruiken.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op de printer
>
Inkomende faxen ontvangen
109
De lijn alleen gebruiken voor faxen (externe telefoon is niet noodzakelijk)
De lijn voornamelijk gebruiken voor faxen, maar soms ook voor telefoneren
Faxen ontvangen zonder extern telefoontoestel
De printer schakelt automatisch over naar het ontvangen van faxen wanneer het nummer dat wordt gebeld zo vaak
is overgegaan als u hebt ingesteld in Overgaan voor antw..
Faxen ontvangen met een extern telefoontoestel
Een printer zonder extern telefoontoestel werkt als volgt.
Wanneer het antwoordapparaat de oproep beantwoordt binnen het aantal keer overgaan dat is ingesteld in
Overgaan voor antw.:
- Als het overgaan voor een faxoproep is: de printer schakelt automatisch naar de modus voor het ontvangen
van faxen.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is: het antwoordapparaat kan spraakoproepen ontvangen en
spraakberichten opnemen.
Wanneer u de handset opneemt binnen het aantal keer overgaan dat is ingesteld in Overgaan voor antw.:
- Als het overgaan voor een faxoproep is: u kunt de fax ontvangen via dezelfde stappen als voor Handmatig.
Selecteer Fax op het startscherm van de printer, druk op de knop # om het ontvangen van een fax te selecteren
en druk op de knop
x
. Hang vervolgens de handset op.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is: u kunt de oproep normaal beantwoorden.
Als het overgaan stopt en de printer automatisch naar de modus voor het ontvangen van faxen overschakelt:
- Als het overgaan voor een faxoproep is: de printer ontvangt de fax.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is: u kunt de oproep niet beantwoorden. Vraag of de beller u
terugbelt.
Opmerking:
Stel het aantal keer overgaan voor het antwoordapparaat in op een aantal dat lager is dan het aantal dat is ingesteld in
Overgaan voor antw.. Anders kan het antwoordapparaat geen berichten ontvangen. Raadpleeg de bij het
antwoordapparaat meegeleverde handleiding voor informatie over het instellen van het antwoordapparaat.
Gerelateerde informatie
&“Overgaan voor antw.:” op pagina 273
Faxen ontvangen via een telefoonoproep
U kunt een fax die op een ander faxapparaat is opgeslagen, ontvangen door het faxnummer te bellen.
Faxen ontvangen via pollingdiensten (Polling ontvangen)
U kunt een fax die op een ander faxapparaat is opgeslagen, ontvangen door het faxnummer te bellen. Gebruik deze
functie om een document te ontvangen van een faxinformatiedienst.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op de printer
>
Faxen ontvangen via een telefoonoproep
110
Opmerking:
Als de faxinformatiedienst een stembegeleidingsfunctie hee die u moet volgen om een document te ontvangen, kunt u
deze functie niet gebruiken.
Als u een document wilt ontvangen van een faxinformatiedienst met gesproken instructies, kies dan gewoon het
faxnummer op het aangesloten telefoontoestel en bedien de telefoon en printer verder volgens de instructies die u krijgt.
1. Selecteer Fax op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Druk op de knop OK en selecteer dan Meer.
3. Selecteer Polling ontvangen en selecteer vervolgens Aan.
4. Kies de ontvanger.
Opmerking:
Als u een faxnummer niet handmatig kunt invoeren, is Beperkingen dir. kiezen in Veiligheidsinstel. ingesteld op Aan.
Selecteer de faxontvangers uit de lijst met contacten of de faxgeschiedenis.
5. Druk op de knop
x
om het Polling ontvangen te starten.
Menuopties voor faxen
Fax
Selecteer de menu's in Fax vanaf het startscherm op het bedieningspaneel.
Contacten:
Selecteer een ontvanger in de lijst met contacten. U kunt ook contacten toevoegen of bewerken.
Recent:
Selecteer een ontvanger uit de geschiedenis met verzonden faxberichten. U kunt de ontvanger tevens
toevoegen aan de lijst met contactpersonen.
Menu
U kunt de volgende menu's selecteren.
Scaninstellingen
Inst.faxverzending
Meer
Contacten-beheer
Zie "Gerelateerde informatie" hieronder voor meer informatie.
Fax verzenden
Druk op de knop
x
om de fax te verzenden.
Faxen
>
Menuopties voor faxen
>
Fax
111
Gerelateerde informatie
&“Ontvangers selecteren” op pagina 105
Scaninstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven:
Fax > Menu > Scaninstellingen
Resolutie:
Selecteer de resolutie van de uitgaande fax. Als u een hogere resolutie selecteert, neemt de
gegevensgrootte toe en duurt het verzenden van de fax langer.
Dichtheid:
Bepaalt de dichtheid van de uitgaande fax. Druk op
r
om de dichtheid donkerder te maken en druk
op
l
om deze lichter te maken.
Doorl.scannen (ADF):
Als u faxberichten verzendt door de originelen een voor een te plaatsen of door de originelen op
formaat te plaatsen, kunt u deze als een enkel document verzenden in hun originele formaten.
Raadpleeg de gerelateerde informatie verderop in dit onderwerp.
Origineel formaat (glas):
Selecteer het formaat en de oriëntatie van het origineel dat u op de scannerglasplaat plaatste.
Kleurmodus:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
Gerelateerde informatie
&“Documenten van verschillende formaten verzenden d.m.v. de ADF (Doorl.scannen (ADF))” op pagina 108
Inst.faxverzending
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven:
Fax > Menu > Inst.faxverzending
Direct verzenden:
Hiermee verzendt u een faxbericht in zwart-wit terwijl de originelen worden gescand. Omdat
gescande originelen niet tijdelijk worden opgeslagen in het printergeheugen, zelfs niet wanneer u een
groot aantal pagina's verzendt, kunt u printerfouten als gevolg van gebrek aan geheugen voorkomen.
Houd er rekening mee dat het verzenden langer duurt wanneer u deze functie gebruikt. Raadpleeg de
gerelateerde informatie verderop in dit onderwerp.
U kunt deze functie niet gebruiken wanneer u naar meerdere ontvangers faxt.
Faxen
>
Menuopties voor faxen
>
Inst.faxverzending
112
Fax later verzenden:
Hiermee wordt een faxbericht verzonden op het tijdstip dat u opgee. Alleen een faxbericht in zwart-
wit is beschikbaar bij het gebruik van deze optie. Raadpleeg de gerelateerde informatie verderop in dit
onderwerp.
Afz.info toevoegen:
Selecteer de positie waar u de koptekstinformatie wilt invoegen (naam en faxnummer van afzender)
in de uitgaande fax, of geef aan dat u deze informatie niet wilt invoegen.
Uit: Hiermee verzendt u een fax zonder koptekstinformatie.
Buitenkant van aeelding: Hiermee verzendt u een fax met de koptekstinformatie in de marge
boven aan de fax. Zo voorkomt u dat de koptekst overlapt met de gescande aeelding. Aankelijk
van het formaat van de originelen kan het faxbericht bij de ontvanger echter op twee pagina's
worden afgedrukt.
Binnenkant aeelding: Hiermee verzendt u een fax met de koptekstinformatie circa 7 mm lager
dan de bovenkant van de gescande aeelding. De koptekst overlapt mogelijk met de aeelding,
maar de fax zal bij de ontvanger niet over twee pagina's worden verdeeld.
Afz.info toevoegen:
Koptekst fax
Selecteer de koptekst voor de ontvanger. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u eerst meerdere
kopteksten vastleggen.
Aanvullende info koptekst:
Selecteer de informatie die u wilt toevoegen. U kunt kiezen uit Uw telefoonnummer en Doellijst.
Rapport transmissie:
Hiermee wordt na verzending van de fax een verzendrapport afgedrukt.
Bij fout afdrukken: hiermee drukt u alleen een rapport af als er een fout optreedt.
Wannee r Faxaeelding bij rapport voegen. is ingesteld in Instel. > Faxinstellingen >
Rapportinstellingen, worden faxberichten met fouten ook afgedrukt met het rapport.
Gerelateerde informatie
&“Meerdere pagina's van een zwart-witdocument verzenden (Direct verzenden)” op pagina 107
&“Faxberichten in zwart-wit verzenden op een speciek tijdstip (Fax later verzenden)” op pagina 107
Meer
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Fax > Menu > Meer
Verzendlogboek:
U kunt de geschiedenis van ontvangen en verzonden berichten controleren.
Faxen
>
Menuopties voor faxen
>
Meer
113
Faxverslag:
Laatste overdracht:
Hiermee drukt u een rapport af voor het vorige faxbericht dat via polling is ontvangen of
verzonden.
Faxlogboek:
Hiermee drukt u een transmissierapport af. U kunt instellen dat dit rapport automatisch wordt
afgedrukt via het volgende menu.
Instel. > Faxinstellingen > Rapportinstellingen > Faxlog auto afdr.
Lijst faxinstellingen:
Hiermee drukt u de actuele faxinstellingen af.
Protocol traceren:
Hiermee drukt u een gedetailleerd rapport af voor de vorige verzonden of ontvangen fax.
Faxen opnieuw afdr.:
Hiermee worden de ontvangen faxberichten opnieuw afgedrukt op de printer.
Polling ontvangen:
Wanneer dit is ingesteld op Aan en u het faxnummer van de afzender belt, kunt u documenten
ontvangen van het faxapparaat van de afzender. Zie de onderstaande gerelateerde informatie voor
meer informatie over het ontvangen van faxberichten met Polling ontvangen.
Wanneer u het menu Fax verlaat, wordt de instelling hersteld naar Uit (standaard).
Faxinstellingen:
Open Instel. > Faxinstellingen. Open het instellingenmenu als beheerder.
Gerelateerde informatie
&“Faxen ontvangen via pollingdiensten (Polling ontvangen)” op pagina 110
Contacten-beheer
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven:
Fax > Menu > Contacten-beheer
Open Instel. > Contacten-beheer.
U kunt ook contacten toevoegen of bewerken.
Faxen
>
Menuopties voor faxen
>
Contacten-beheer
114
Andere faxfuncties gebruiken
Een faxrapport handmatig afdrukken
1. Selecteer Fax op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Druk op de knop OK en selecteer Meer.
3. Selecteer Faxverslag.
4. Selecteer het af te drukken rapport en volg verder de instructies op het scherm.
Opmerking:
U kunt de opmaak van het rapport wijzigen. In het startscherm selecteert u Instel. > Faxinstellingen >
Rapportinstellingen en daar wijzigt u de instellingen Faxaeelding bij rapport voegen. of Rapportindeling.
Een faxbericht verzenden via een computer
U kunt faxberichten via de computer verzenden d.m.v. de FAX Utility en het PC-FAX-stuurprogramma.
Opmerking:
Controleer of FAX Utility en het PC-FAX-stuurprogramma van de printer zijn geïnstalleerd voordat u deze functie
gebruikt.
“Toepassing voor het congureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxberichten (FAX Utility)” op pagina 261
“Toepassing voor het verzenden van faxberichten (PC-FAX-stuurprogramma)” op pagina 262
Als FAX Utility niet is geïnstalleerd, installeert u FAX Utility met EPSON Soware Updater (toepassing voor het
bijwerken van soware).
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing
(Windows)
Als u via het menu Afdrukken van een toepassing als Microso Word of Excel een printer of fax selecteert, kunt u
gegevens als documenten, tekeningen en tabellen rechtstreeks verzenden, met een voorblad.
Opmerking:
In de volgende uitleg wordt Microso Word gebruikt als voorbeeld. De daadwerkelijke bewerkingen kunnen variëren
aankelijk van de toepassing die u gebruikt. Raadpleeg voor details de Help van de toepassing.
1. Maak met behulp van een toepassing een document dat om per fax te verzenden.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
Het venster Afdrukken van de toepassing wordt weergegeven.
Faxen
>
Een faxbericht verzenden via een computer
>
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Win
d
115
3. Selecteer XXXXX (FAX) (waarbij XXXXX staat voor de printernaam) in Printer en controleer de instellingen
voor faxverzending.
Geef 1 op bij Aantal exemplaren. De fax wordt mogelijk niet correct verzonden als u 2 of meer opgee.
U kunt tot 100 pagina's per faxoverdracht verzenden.
4. Klik op Printereigenschappen of Eigenschappen als u Papierformaat, Afdrukstand, Kleur, Beeldkwaliteit
of Tekendichtheid wilt opgeven.
Zie de Help van het PC-FAX-stuurprogramma voor meer informatie.
5. Klik op Druk af.
Opmerking:
Als u FAX Utility voor het eerst gebruikt, wordt een venster weergegeven waarin u uw gegevens kunt registreren. Voer
de benodigde gegevens in en klik vervolgens op OK.
Het scherm Instellingen geadresseerden van FAX Utility wordt weergegeven.
6. Wanneer u tijdens dezelfde faxoverdracht andere documenten wilt verzenden, selecteert u het selectievakje
voor Voeg te verzenden doc.toe.
Het scherm voor het toevoegen van documenten wordt weergegeven wanneer u bij stap 9 op Volgende klikt.
7. Selecteer indien nodig het selectievakje voor Een voorblad bijvoegen.
8. Geef een ontvanger op.
Een ontvanger (naam, faxnummer enzovoort) selecteren in Telefoonboek pc-fax:
Als de ontvanger is opgeslagen in het telefoonboek, voert u de onderstaande stappen uit.
A
Klik op het tabblad Telefoonboek pc - f a x.
B
Selecteer de ontvanger in de lijst en klik op Toevoegen.
Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) selecteren uit de contacten op de printer:
Als de ontvanger is opgeslagen in de contacten op de printer, voert u de onderstaande stappen uit.
A
Klik op het tabblad Contacten op Printer.
B
Selecteer contacten in de lijst en klik op Toevoegen om verder te gaan naar het venster Toevoegen aan
Geadresseerde.
C
Selecteer ontvangers in de weergegeven lijst en druk vervolgens op Bewerken.
D
Voeg naar behoee persoonsgegevens toe, zoals Bedrijf/org. en Functie en klik vervolgens op OK om
terug te keren naar het scherm Toevoegen aan Geadresseerde.
E
Schakel indien nodig het selectievakje voor Registreren in het Telefoonboek pc-fax in om de contacten
op te slaan in Telefo onboek pc-fax.
F
Klik op OK.
Faxen
>
Een faxbericht verzenden via een computer
>
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Win
d
116
Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) rechtstreeks opgeven:
Voer de onderstaande stappen uit.
A
Klik op het tabblad Handmatig kiezen.
B
Voer de benodigde informatie in.
C
Klik op Toevoegen.
Als u vervolgens klikt op Reg. in telefoonboek, kunt u de ontvangers opslaan in de lijst onder het tabblad
Telefoonboek pc-fax.
Opmerking:
Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in
plaats van de exacte prexcode, voert u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de
onderstaande koppeling naar gerelateerde informatie.
Als u Voer het faxnummer tweemaal in hebt geselecteerd in Optionele instellingen op het startscherm van FAX
Utility, moet u hetzelfde nummer opnieuw invoeren wanneer u op Toe vo egen of Volgende klikt.
De ontvanger wordt toegevoegd aan de Lijst geadresseerden die wordt weergegeven in het bovenste deel van
het venster.
9. Klik op Volgende.
Wanneer u het s electievakje voor Voeg te verzenden doc.toe hebt geselecteerd, volgt u onderstaande
stappen om documenten toe te voegen in het venster Samenvoegen van documenten.
A
Open het document dat u wilt toevoegen en selecteer dezelfde printer (faxnaam) in het venster
Afdrukken. Het document wordt toegevoegd aan de lijst Samen te voegen documentlijst.
B
Klik op Voorbeeld om het samengevoegde document te bekijken.
C
Klik op Volgende.
Opmerking:
De instellingen Beeldkwaliteit en Kleur die u voor het eerste document hebt geselecteerd, worden op andere
documenten toegepast.
Wanneer u het s electievakje voor Een voorblad bijvoegen hebt geselecteerd, gee u de inhoud van het
voorblad op in het venster Instellingen voorbladen.
A
Selecteer een voorblad uit de voorbeelden in de lijst Voorblad. Houd er rekening mee dat er geen functie
is voor het maken van een origineel voorblad of voor het toevoegen van een origineel voorblad aan de lijst.
B
Voer gegevens in bij Onderwerp en Bericht.
C
Klik op Volgende.
Opmerking:
Geef desgewenst de volgende instellingen op in Instellingen voorbladen.
Klik op Voorblad opmaken als u de volgorde van de items op het voorblad wilt wijzigen. U kunt het formaat van
het voorblad selecteren in Papierformaat. U kunt een voorblad selecteren dat een ander formaat hee dan het
document dat wordt verzonden.
Klik op Lettertype als u het lettertype wilt wijzigen dat op het voorblad wordt gebruikt.
Klik op Instellingen afzender als u de informatie over de afzender wilt wijzigen.
Klik op Gedet. voorbld als u het voorblad met het onderwerp en het bericht dat u hebt ingevoerd wilt controleren.
10. Controleer de inhoud van de documenten die worden verzonden en klik op Verzenden.
Controleer voor verzenden of de naam en het faxnummer van de ontvanger correct zijn. Klik op Vo orbeeld
om een voorbeeldweergave te bekijken van het voorblad en het document dat wordt verzonden.
Faxen
>
Een faxbericht verzenden via een computer
>
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Win
d
117
Zodra de overdracht begint, wordt een venster weergegeven met de overdrachtsstatus.
Opmerking:
Als u de overdracht wilt stoppen, selecteert u de gegevens en klikt u op Annuleren . U kunt ook annuleren op het
bedieningspaneel van de printer.
Als tijdens de overdracht een fout optreedt, wordt het venster Communicatiefout weergegeven. Controleer de
informatie in de fout en verzend opnieuw.
Het scherm Faxstatuscontrole (het scherm boven de informatie over het controleren van de overdrachtsstatus) wordt
niet weergegeven als Faxstatuscontrole weergeven tijdens verzenden niet is geselecteerd in het scherm Optionele
instellingen van het startscherm van FAX Utility.
Gerelateerde informatie
&“Menu Basisinstellingen” op pagina 271
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Mac
OS)
Als u in het menu Afdrukken van een in de handel verkrijgbare toepassing een printer met faxfunctie selecteert,
kunt u gegevens zoals documenten, tekeningen en tabellen die u hebt gemaakt, verzenden.
Opmerking:
In de volgende uitleg wordt Text Edit, een standaard Mac OS-toepassing, als voorbeeld gebruikt.
1. Maak het document dat u per fax wilt verzenden in een toepassing.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
Het venster Afdrukken van de toepassing wordt weergegeven.
3. Selecteer de printer (faxnaam) in Naam, klik op
d
om de geavanceerde instellingen weer te geven, controleer
de printerinstellingen en klik vervolgens op OK.
4. Congureer de instellingen voor elk item.
Geef 1 op bij Aantal exemplaren. Zelfs als u 2 of meer opgee, wordt er maar 1 exemplaar verzonden.
U kunt tot 100 pagina's per faxoverdracht verzenden.
Opmerking:
Het papierformaat van documenten dat u kunt verzenden, is hetzelfde als het papierformaat dat u kunt faxen vanaf de
printer.
5. Selecteer Faxinstellingen in het snelmenu en congureer vervolgens de instellingen voor elk item.
Zie de help van het PC-FAX-stuurprogramma voor uitleg over elk instellingsitem.
Klik op linksonder in het venster op de help van het PC-FAX-stuurprogramma te openen.
Faxen
>
Een faxbericht verzenden via een computer
>
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Mac
O
118
6. Selecteer het menu Instellingen geadresseerden en geef de ontvanger op.
Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) rechtstreeks opgeven:
Klik op het item Toevoegen, voer de benodigde informatie in en klik vervolgens op . De ontvanger
wordt toegevoegd aan de Lijst geadresseerden die wordt weergegeven in het bovenste deel van het venster.
Als u “Voer het faxnummer tweemaal in” hebt geselecteerd in de instellingen van het PC-FAX-
stuurprogramma, moet u hetzelfde nummer opnieuw invoeren wanneer u op of Volgende klikt.
Als voor uw faxverbinding een prexcode is vereist, voert u Nummer voor buitenlijn in.
Opmerking:
Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in plaats
van de exacte prexcode, voer u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de onderstaande
koppeling naar gerelateerde informatie.
Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) selecteren uit het telefoonboek:
Als de ontvanger is opgeslagen in het telefoonboek, klikt u op . Selecteer de ontvanger in de lijst en klik
vervolgens op Toevoegen > OK.
Als voor uw faxverbinding een prexcode is vereist, voert u Nummer voor buitenlijn in.
Opmerking:
Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in plaats
van de exacte prexcode, voer u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de onderstaande
koppeling naar gerelateerde informatie.
7. Controleer de instellingen van de ontvanger en klik vervolgens op Fax.
Het verzenden begint.
Controleer voor verzenden of de naam en het faxnummer van de ontvanger correct zijn.
Opmerking:
Als u in Dock op het printerpictogram klikt, wordt het scherm voor het controleren van de overdrachtsstatus
weergegeven. Als u het verzenden wilt stoppen, klikt u op de gegevens en klikt u vervolgens op Ve r w ij deren.
Als tijdens de overdracht een fout optreedt, wordt het bericht Ve rz e nd e n mislukt weergegeven. Controleer de
overdrachtsrecords op het scherm Faxverzendgegevens.
Documenten met meerdere papierformaten worden mogelijk niet correct verzonden.
Gerelateerde informatie
&“Menu Basisinstellingen” op pagina 271
Faxberichten ontvangen op een computer
Faxberichten kunnen op een printer worden ontvangen en in PDF-indeling worden opgeslagen op een computer
die met de printer is verbonden. Gebruik FAX Utility (toepassing) om de instellingen te congureren.
Zie Basisbediening in de help van FAX Utility (weergegeven op het startscherm) voor meer informatie over FAX
Utility. Als het scherm voor het invoeren van een wachtwoord wordt weergegeven terwijl u de instellingen
congureert, voert u het wachtwoord in. Als u het wachtwoord niet weet, neemt u dan contact op met de
beheerder.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op een computer
119
Opmerking:
Controleer of FAX Utility en het PC-FAX-stuurprogramma van de printer zijn geïnstalleerd en de instellingen voor FAX
Utility zijn gecongureerd voordat u deze functie gebruikt.
“Toepassing voor het congureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxberichten (FAX Utility)” op pagina 261
“Toepassing voor het verzenden van faxberichten (PC-FAX-stuurprogramma)” op pagina 262
Als FAX Utility niet is geïnstalleerd, installeert u FAX Utility met EPSON Soware Updater (toepassing voor het
bijwerken van soware).
c
Belangrijk:
Als u faxberichten op een computer wilt ontvangen, moet Ontvangstmodus op het bedieningspaneel van de
printer worden ingesteld op Auto. Als u instellingen via het bedieningspaneel van de printer wilt congureren,
selecteert u Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Ontvangstmodus.
Als de computer is ingesteld voor het ontvangen van faxberichten, moet deze altijd ingeschakeld blijven.
Ontvangen documenten worden tijdelijk opgeslagen in het geheugen van de printer voordat de documenten
worden opgeslagen op de computer. Als u de computer uitschakelt, raakt het geheugen van de printer mogelijk
vol, omdat de documenten niet naar de computer kunnen worden verzonden.
Wanneer ontvangen faxen tijdelijk zijn opgeslagen in het geheugen van de printer, gaat het -lampje
branden.
Als u de ontvangen faxberichten wilt lezen, moet u op de computer een weergaveprogramma voor pdf-bestanden
installeren, bijvoorbeeld Adobe Reader.
Gerelateerde informatie
&“Instellingen instellen om faxen te verzenden en ontvangen op een computer” op pagina 99
Controleren op nieuwe faxen (Windows)
Als u een computer instelt voor het opslaan van faxen die door de printer zijn ontvangen, kunt u de
verwerkingsstatus van ontvangen faxen controleren en zien of er nieuwe faxen zijn met behulp van het
faxpictogram op de Windows-taakbalk. Als u de computer zodanig instelt dat een melding wordt weergegeven
wanneer een nieuwe fax is ontvangen, wordt een meldingscherm weergegeven in het Windows-systeemvak en kunt
u de nieuwe fax bekijken.
Opmerking:
Gegevens van ontvangen faxen die op de computer zijn opgeslagen, worden verwijderd uit het printergeheugen.
U hebt Adobe Reader nodig om ontvangen faxberichten die als PDF-bestand zijn opgeslagen, weer te geven.
Het pictogram Fax op de taalbalk gebruiken (Windows)
Via het faxpictogram op de Windows-taakbalk kunt u zien of er nieuwe faxberichten zijn en de bewerkingsstatus
controleren.
1. Bekijk het pictogram.
: in stand-by.
: controleren op nieuwe faxberichten.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op een computer
>
Controleren op nieuwe faxen (Windows)
120
: importeren van nieuwe faxberichten is voltooid.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram en klik vervolgens op Bekijk Register van ontvang faxen.
Het scherm Register van ontvang faxen wordt weergegeven.
3. Controleer de datum en de afzender in de lijst en open het ontvangen bestand als pdf.
Opmerking:
Ontvangen faxberichten worden automatisch hernoemd volgens de volgende naamgevingsindeling.
JJJJMMDDUUMMSS_xxxxxxxxxx_nnnnn (Jaar/Maand/Dag/Uur/Minuut/Seconde_nummer van afzender)
U kunt de map met ontvangen faxberichten ook openen door met de rechtermuisknop op het pictogram te klikken.
Zie Optionele instellingen in de FAX Utility en Help ervan (weergegeven op het startscherm) voor meer informatie.
Als via het faxpictogram wordt aangegeven dat deze stand-by is, kunt u controleren op nieuwe faxberichten door
Nieuwe faxen nu controleren te selecteren.
Het meldingenvenster gebruiken (Windows)
Wanneer u instelt dat u een melding wilt ontvangen wanneer een nieuwe fax is ontvangen, wordt voor elke fax een
meldingenvenster weergegeven naast de taakbalk.
1. Controleer het meldingenvenster dat op uw computer wordt weergegeven.
Opmerking:
Het meldingenvenster verdwijnt als na een bepaalde periode geen bewerking wordt uitgevoerd. U kunt de instellingen
voor meldingen weergegeven, zoals de weergavetijd.
2. Klik op een willekeurige plek in het meldingenvenster, met uitzondering van de knop .
Het scherm Register van ontvang faxen wordt weergegeven.
3. Controleer de datum en de afzender in de lijst en open het ontvangen bestand als pdf.
Opmerking:
Ontvangen faxberichten worden automatisch hernoemd volgens de volgende naamgevingsindeling.
JJJJMMDDUUMMSS_xxxxxxxxxx_nnnnn (Jaar/Maand/Dag/Uur/Minuut/Seconde_nummer van afzender)
U kunt de map met ontvangen faxberichten ook openen door met de rechtermuisknop op het pictogram te klikken.
Zie Optionele instellingen in de FAX Utility en Help ervan (weergegeven op het startscherm) voor meer informatie.
Controleren op nieuwe faxen (Mac OS)
U kunt op een van de volgende manieren controleren of er nieuwe faxen zijn. Dit is alleen beschikbaar op
computers die zijn ingesteld op "Opslaan" (faxen opslaan op deze computer).
De map voor ontvangen faxen openen (opgegeven in Instellingen uitvoer ontvangen faxen)
Openen de Faxontvangstmonitor en klik op Nieuwe faxen nu controleren.
Melding dat nieuwe faxen zijn ontvangen
Selecteer in FAX Utility Graag melding bij nieuwe faxen via een Dock-pictogram in de Faxontvangstmonitor
> Voorkeuren. Het pictogram voor ontvangen faxen in de Dock laat u weten dat nieuwe faxen zijn ontvangen.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op een computer
>
Controleren op nieuwe faxen (Mac OS)
121
De map voor ontvangen faxen openen vanuit de monitor voor ontvangen
faxen (Mac OS)
U kunt de map voor opslaan openen vanaf de computer die u hebt ingesteld voor het ontvangen van faxen door
"Opslaan" (faxen opslaan op deze computer) te selecteren.
1. Klik op het monitorpictogram voor ontvangen faxen in de Dock om Faxontvangstmonitor te openen.
2. Selecteer de printer en klik op Map openen of dubbelklik op de printernaam.
3. Controleer de datum en de afzender in de bestandsnaam en open het PDF-bestand.
Opmerking:
Ontvangen faxen worden automatisch hernoemd volgens de volgende naamgevingsindeling.
JJJJMMDDUUMMSS_xxxxxxxxxx_nnnnn (Jaar/Maand/Dag/Uur/Minuut/Seconde_nummer van afzender)
Informatie die wordt verzonden door de afzender wordt weergegeven als nummer van de afzender. Dit nummer wordt
mogelijk niet weergegeven, aankelijk van de afzender.
De functie voor het opslaan van ontvangen faxberichten op de
computer uitschakelen
U kunt het opslaan van faxberichten op de computer annuleren met FAX Utility.
Zie Basisbediening in de help van FAX Utility (weergegeven op het startscherm) voor meer informatie.
Opmerking:
Als er faxberichten zijn die niet zijn opgeslagen op de computer, kunt u de functie voor het opslaan van faxberichten op
de computer niet uitschakelen.
U kunt de instellingen ook wijzigen op de printer. Neem contact op met de beheerder voor informatie over het
uitschakelen van de functie voor het opslaan van ontvangen faxberichten op de computer.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op een computer
>
De functie voor het opslaan van ontvangen faxberichten op de com
p
122
De printer onderhouden
Het inktniveau controleren.......................................... 124
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren.......................124
De printer reinigen................................................132
Gemorste inkt opruimen............................................132
Controleren hoeveel pagina's in totaal door de printer zijn gegaan..............133
Stroom besparen..................................................133
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen........................134
De printer vervoeren en opslaan.......................................140
Het inktniveau controleren
Als u wilt nagaan hoeveel inkt u nog hebt, kunt u zelf kijken hoeveel inkt er nog in de inkttanks van de printer zit.
c
Belangrijk:
Langdurig gebruik van de printer wanneer de inkt lager staat dan de onderste lijn, kan de printer beschadigen.
Opmerking:
U kunt ook het inktpeil controleren via de statusmonitor in het printerstuurprogramma.
Windows
Klik op EPSON Status Monitor 3 op het tabblad Hulpprogramma's.
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, klikt u op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en
selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Mac OS
Apple-menu > Systeemvoorkeuren > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) >
Epson(XXXX) > Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open printerhulpprogramma > EPSON Status Monitor
Gerelateerde informatie
&“De inkttanks bijvullen” op pagina 204
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
De printkop controleren en reinigen
Als de spuitkanaaltjes verstopt zijn, worden de afdrukken vaag en ziet u strepen of onverwachte kleuren. Als de
spuitkanaaltjes ernstig verstopt zijn, wordt een blanco vel afgedrukt. Wanneer de afdrukkwaliteit minder is
geworden, gebruikt u eerst de spuitkanaaltjescontrole om te kijken of de kanaaltjes verstopt zitten. Als de
spuitkanaaltjes zijn verstopt, reinig dan de printkop.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De printkop controleren en re
124
c
Belangrijk:
Open de binnendeksel niet of schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de printkop. Als het reinigen van
de kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Bij reiniging van de printkop wordt inkt gebruikt. Voer dit daarom niet vaker uit dan nodig.
Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na 3 herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging, moet u ten
minste 12 uur wachten zonder af te drukken en vervolgens de printkopcontrole en -reiniging herhalen. Het wordt
aanbevolen de printer uit te schakelen met de knop
P
. Als de afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd, voert
u Krachtige reiniging uit.
Voorkom dat de printkop uitdroogt en trek nooit de stekker van de printer uit het stopcontact wanneer de printer
nog aan is.
U kunt de printkop controleren en reinigen via het bedieningspaneel van de printer.
1. Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Spuitkan. contr..
3. Volg de instructies op het scherm om papier te laden en het spuitkanaaltjespatroon af te drukken.
4. Controleer het afdrukpatroon om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn.
A:
Alle lijnen worden afgedrukt. Selecteer Nee. Er zijn geen aanvullende stappen benodigd.
B of dicht bij B
Enkele spuitkanaaltjes zijn verstopt. Selecteer Ja en volg vervolgens de instructies op het scherm om de
printkop te reinigen.
Als het reinigen beëindigd is, wordt het testpatroon van het kanaal automatisch afgedrukt.
C of dicht bij C
Als de meeste lijnen ontbreken of niet zijn afgedrukt, wijst dit erop dat de meeste spuitkanaaltjes verstopt
zijn. Selecteer Nee om de spuitkanaaltjescontrole af te sluiten en voer vervolgens Krachtige reiniging uit.
Zie de gerelateerde informatie hieronder voor meer details.
5. Herhaal het reinigen en afdrukken van het testpatroon tot alle lijnen geheel afgedrukt worden.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De printkop controleren en re
125
c
Belangrijk:
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na 3 herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging, moet u ten minste
12 uur wachten zonder af te drukken en vervolgens de printkopcontrole en -reiniging herhalen. Het wordt
aanbevolen de printer uit te schakelen met de knop
P
. Als de afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd, voert u
Krachtige reiniging uit.
Opmerking:
U kunt de printkop controleren en reinigen via het printerstuurprogramma.
Windows
Klik op PrintkopControle spuitm. op het tabblad Hulpprogramma's.
Mac OS
Apple-menu > Systeemvoorkeuren > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) >
Epson(XXXX) > Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open printerhulpprogramma > PrintkopControle
spuitm.
Gerelateerde informatie
&“Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 126
Krachtige reiniging uitvoeren
Met het hulpprogramma Krachtige reiniging kunt u alle inkt in de inktbuisjes vervangen. In de volgende situaties
moet u mogelijk de volgende functie uitvoeren om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
U hebt afgedrukt of printkopreiniging uitgevoerd terwijl het inktniveau te laag was om nog te zien in de
vensters van de tank.
U hebt de spuikanaaltjescontrole en printkopreiniging 3 keer uitgevoerd en vervolgens ten minste 12 uur
gewacht zonder af te drukken, maar de afdrukkwaliteit is niet verbeterd.
Lees de volgende instructies voordat u deze functie gebruikt.
c
Belangrijk:
Controleer of zich in de inkttanks voldoende inkt bevindt.
Kijk of alle inkttanks voor ten minste een derde zijn gevuld.Door een te laag inktniveau tijden Krachtige reiniging
kan het product beschadigd raken.
c
Belangrijk:
Tussen elke Krachtige reiniging dient u een interval van 12 uur aan te houden.
Normaal moet een enkele Krachtige reiniging hete probleem met de afdrukkwaliteit binnen 12 uur oplossen.U dient
daarom 12 uur te wachten voordat u het opnieuw probeert. Zo voorkomt u onnodig inktverbruik.
c
Belangrijk:
Deze functie hee gevolgen voor de levensduur van de inktkussentjes.Als u deze functie gebruikt, raken de
inktkussentjes eerder vol.Als de inktkussens het eind van hun levensduur hebben bereikt, neemt u contact op met
Epson-ondersteuning om vervangende kussentjes aan te vragen.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
Krachtige reiniging uitvoeren
126
Opmerking:
Wanneer de inktniveaus onvoldoende zijn voor Krachtige reiniging, kunt u deze functie niet uitvoeren.In dit geval blijven de
niveaus voor het afdrukken gelijk.
1. Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Krachtige reiniging.
3. Volg de instructies op het scherm om de functie Krachtige reiniging uit te voeren.
Opmerking:
Los de problemen op die op het scherm worden weergegeven als u deze functie niet kunt uitvoeren. Volg vervolgens deze
procedure vanaf stap 1 om deze functie opnieuw uit te voeren.
4. Na het uitvoeren van deze functie, voer de spuitstukcontrole uit om te controleren dat de kanaaltjes niet
verstopt zitten.
Zie de bijbehorende informatie hieronder voor details over het uitvoeren van de spuitkanaaltjescontrole.
c
Belangrijk:
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na het uitvoeren van Krachtige reiniging, moet u ten minste 12 uur wachten
zonder afdrukken en vervolgens het spuitkanaaltjespatroon opnieuw afdrukken. Voer Printkop reinigen of Krachtige
reiniging opnieuw uit aankelijk van het afgedrukte patroon. Neem contact op met de klantenservice van Epson als
de kwaliteit nog steeds niet is verbeterd.
Opmerking:
U kunt de krachtige reiniging ook uitvoeren via het printerstuurprogramma.
Windows
Klik op Krachtige reiniging op het tabblad Hulpprogramma's.
Mac OS
Apple-menu > Systeemvoorkeuren > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) >
Epson(XXXX) > Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open printerhulpprogramma > Geavanceerd reinigen
Gerelateerde informatie
&“De printkop controleren en reinigen” op pagina 124
Voorkomen dat spuikanaaltjes verstopt raken
Gebruik altijd de aan/uit-knop voor het in- en uitschakelen van de printer.
Controleer of het aan/uit-lampje uit is voordat u het netsnoer loskoppelt.
De inkt kan uitdrogen wanneer deze niet is afgedekt. Zorg ervoor dat u de printkop deugdelijk afdekt om te
voorkomen dat de inkt uitdroogt, net zoals u dat met een balpen of vulpen zou doen.
Wanneer tijdens het afdrukken het netsnoer wordt losgekoppeld of een stroomstoring optreedt, wordt de printkop
mogelijk niet goed afgedekt. Als u de printkop niet alsnog afdekt, droogt deze uit, waardoor de spuitkanaaltjes
(voor de inktuitvoer) verstopt raken.
Schakel in deze gevallen de printer zo snel mogelijk weer in en daarna weer uit om de printkop af te dekken.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
Voorkomen dat spuikanaaltje
s
127
De printkop uitlijnen
Als u een verkeerde uitlijning van verticale lijnen of onscherpe beelden ziet, lijn de printkop dan uit.
1. Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Printkop uitlijnen.
3. Selecteer een van de uitlijningsmenu's.
Verticale lijnen zijn niet goed uitgelijnd of de afdrukken zijn wazig: selecteer Verticale uitlijning.
Er treedt regelmatig horizontale streepvorming op: selecteer Horizontale uitlijning.
4. Volg de instructies op het scherm om papier te laden en het uitlijningspatroon af te drukken.
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken
Als de afdrukken vlekken vertonen of bekrast zijn, reinig dan de roller binnenin.
c
Belangrijk:
Gebruik geen keukenpapier om de binnenkant van de printer te reinigen. Het kan zijn dat de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zitten met stof.
1. Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Papiergeleider reinigen.
3. Volg de instructies op het scherm om papier te laden en de papierbaan te reinigen.
4. Herhaal deze procedure tot er geen vegen meer op het papier zitten.
De Scannerglasplaat reinigen
Wanneer de kopieën of gescande beelden vies zijn, moet u de scannerglasplaat reinigen.
!
Let op:
Pas bij het sluiten van het documentdeksel op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
c
Belangrijk:
Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemicaliën kunnen de printer beschadigen.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De Scannerglasplaat reinigen
128
1. Open de documentkap.
2. Maak het oppervlak van de scannerglasplaat schoon met een droge, zachte, schone doek.
c
Belangrijk:
Als de glasplaat besmeurd is met vet of een andere hardnekkige substantie, veegt u de plaat schoon met een
doek met daarop een klein beetje glasreiniger. Verwijder al het overtollige vocht.
Druk niet te hard op het glasoppervlak.
Zorg ervoor dat u het oppervlak van het glas niet krast of beschadigt. Een beschadigde glasplaat kan de
scankwaliteit aantasten.
De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken
Als de gekopieerde of gescande bestanden van de ADF vlekken bevatten of de originelen niet correct in de ADF
worden ingevoerd, reinigt u de ADF.
c
Belangrijk:
Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemicaliën kunnen de printer beschadigen.
1. Open de ADF-afdekking.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De automatische documentin
129
2. Maak de rol en de binnenzijde van de ADF schoon met een zachte, vochtige doek.
c
Belangrijk:
Als u een droge doek gebruikt, beschadigt u mogelijk het oppervlak van de rol. Gebruik de ADF pas weer als de
rol droog is.
3. Sluit de ADF-afdekking en open de documentkap.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De automatische documentin
130
4. Reinig het onderdeel dat wordt getoond in de aeelding.
c
Belangrijk:
Als de glasplaat besmeurd is met vet of een andere hardnekkige substantie, veegt u de plaat schoon met een
doek met daarop een klein beetje glasreiniger. Verwijder al het overtollige vocht.
Druk niet te hard op het glasoppervlak.
Zorg ervoor dat u het oppervlak van het glas niet krast of beschadigt. Een beschadigde glasplaat kan de
scankwaliteit aantasten.
5. Als het probleem niet kan worden opgelost, schakelt u de printer uit door op de knop
P
te drukken, opent u
de ADF-afdekking en tilt u de ADF-invoerlade op.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De automatische documentin
131
6. Reinig het onderdeel dat wordt getoond in de aeelding.
De printer reinigen
Schakel de printer uit als de onderdelen en de behuizing vies of stog zijn en maak ze schoon met een zachte,
schone en vochtige doek. Als u het vuil er niet arijgt, doe dan een heel klein beetje mild reinigingsmiddel op de
vochtige doek.
c
Belangrijk:
Voorkom dat er water in het printermechanisme of op een van de elektrische onderdelen komt. Anders kan de
printer beschadigd raken.
Maak de onderdelen en de behuizing nooit schoon met alcohol of thinner. Door deze chemicaliën kunnen ze
beschadigen.
Gemorste inkt opruimen
Als er inkt is gemorst, kunt u deze op de volgende manieren opruimen.
De printer onderhouden
>
Gemorste inkt opruimen
132
Als zich inkt afzet op het gebied rond de tank, veegt u dit weg met een pluisvrije schone doek of een
wattenstaae.
Als u inkt morst op een bureau of op de vloer, veegt u dit dan onmiddellijk weg. Als inkt is opgedroogd, is dit
moeilijk te verwijderen. Dep de inkt op met een droge doek en veeg de vlek vervolgens weg met een vochtige
doek om te voorkomen dat de inkt zich verder uitspreidt.
Als u inkt op uw handen krijgt, wast u deze af met water en zeep.
Controleren hoeveel pagina's in totaal door de printer
zijn gegaan
U kunt nagaan hoeveel pagina's in totaal door de printer zijn gegaan. De informatie wordt afgedrukt bij het
testpatroon.
1. Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Spuitkan. contr..
3. Volg de instructies op het scherm om papier te laden en het spuitkanaaltjespatroon af te drukken.
Opmerking:
U kunt het totale aantal ingevoerde pagina's ook controleren via het printerstuurprogramma.
Windows
Klik op Printer- en optie-informatie op het tabblad Hulpprogramma's.
Mac OS
Apple-menu > Systeemvoorkeuren > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) >
Epson(XXXX) > Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open printerhulpprogramma > Printer- en optie-
informatie
Stroom besparen
De printer gaat in slaapstand of gaat automatisch uit als er een bepaalde tijd geen handelingen worden verricht. U
kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de
energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Aankelijk van de plaats van aankoop, kan de printer een functie hebben voor het automatisch uitschakelen als
het apparaat gedurende 30 minuten niet is verbonden met het netwerk.
Energie besparen — Bedieningspaneel
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Printerinstallatie.
De printer onderhouden
>
Stroom besparen
>
Energie besparen — Bedieningspaneel
133
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Opmerking:
Uw product hee mogelijk de functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats van aankoop.
Selecteer Slaaptimer of Uitschakelinst. > Uitschakelen indien inactief of Uitschakelen indien
losgekoppeld en maak dan de instellingen.
Selecteer Slaaptimer of Uitschakelingstimer en stel dan de instellingen in.
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
Verbind uw computer met het netwerk en installeer de nieuwste versie van toepassingen vanaf de website. Meld u
aan op uw computer als beheerder. Voer het beheerderswachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Toepassingen afzonderlijk installeren
Opmerking:
U moet een toepassing eerst verwijderen voordat u deze opnieuw kunt installeren.
1. Controleer of de printer en de computer beschikbaar zijn voor communicatie en of de computer is verbonden
met internet.
2. Start EPSON Soware Updater.
De schermafdruk is een voorbeeld in Windows.
3. Selecteer voor Windows de printer en klik vervolgens op om te controleren op de meest recente
beschikbare toepassingen.
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen afzonderlijk inst
a
134
4. Selecteer de items die u wilt installeren of bijwerken en klik vervolgens op de installatieknop.
c
Belangrijk:
Schakel de printer niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact zolang de update bezig is. Anders kan de
printer defect raken.
Opmerking:
U kunt de meest recente toepassingen downloaden van de website van Epson.
http://www.epson.com
Als u een Windows Server-besturingssysteem gebruikt, kunt u Epson Soware Updater niet gebruiken. Download de
meest recente toepassingen van de website van Epson.
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor het bijwerken van soware en rmware (EPSON Soware Updater)” op pagina 265
&“Toepassingen verwijderen” op pagina 137
Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd —
Windows
Via een van de volgende methoden kunt u controleren of op de computer een origineel Epson-
printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
Selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven (Printers, Printers en faxapparaten) en doe
het volgende om het venster voor printservereigenschappen te openen.
Windows Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Server 2019/Windows Server 2016/
Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2
Klik op het printerpictogram en klik vervolgens op Printservereigenschappen bovenaan het venster.
Windows Vista/Windows Server 2008
Klik met de rechtermuisknop op de map Printers en selecteer vervolgens Als administrator uitvoeren >
Servereigenschappen.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Selecteer in het menu Bestand de optie Servereigenschappen.
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen afzonderlijk inst
a
135
Klik op het tabblad Stuurprogramma. Als de naam van uw printer in de lijst wordt weergegeven, is een origineel
Epson-printerstuurprogramma op de computer geïnstalleerd.
Gerelateerde informatie
&“Toepassingen afzonderlijk installeren” op pagina 134
Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd —
Mac OS
Via een van de volgende methoden kunt u controleren of op de computer een origineel Epson-
printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren, en als het tabblad Opties en het
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen afzonderlijk inst
a
136
tabblad Hulpprogramma worden weergegeven, is er een origineel Epson-printerstuurprogramma op de computer
geïnstalleerd.
Gerelateerde informatie
&“Toepassingen afzonderlijk installeren” op pagina 134
De printer toevoegen (alleen voor Mac OS)
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen).
2. Klik op + en selecteer dan Een andere printer of scanner toevoegen.
3. Selecteer uw printer en selecteer vervolgens uw printer bij Gebruiken.
4. Klik op Toevoegen.
Opmerking:
Als uw printer niet in de lijst staat, controleer dan of deze goed aangesloten en ingeschakeld is.
Toepassingen verwijderen
Meld u aan op uw computer als beheerder. Voer het beheerderswachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Toepassingen verwijderen — Windows
1. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
2. Sluit alle actieve toepassingen.
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen verwijderen
137
3. Conguratiescherm openen:
Windows 10/Windows Server 2019/Windows Server 2016
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Systeem > Conguratiescherm.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008/Windows Server
2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de startknop en selecteer Conguratiescherm.
4. Open Een programma verwijderen (of Programma's installeren of verwijderen):
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista/Windows Server 2019/Windows Server
2016/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008
Selecteer Een programma verwijderen in Programma's.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op Programma's installeren of verwijderen.
5. Selecteer de soware die u wilt verwijderen.
U kunt het printerstuurprogramma niet verwijderen als er afdruktaken actief zijn. Verwijder de taken of wacht
tot deze zijn afgedrukt voordat u het printerstuurprogramma verwijdert.
6. De toepassingen verwijderen:
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista/Windows Server 2019/Windows Server
2016/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008
Klik op Ver wij der en /w ijzi gen of Ver w ij deren.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op Wijzigen/Verwijderen of Ver wi jd eren .
Opmerking:
Als het venster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, klikt u op Doorgaan.
7. Volg de instructies op het scherm.
Toepassingen verwijderen — Mac OS
1. Download de Uninstaller met EPSON Soware Updater.
Als u de Uninstaller hebt gedownload, hoe u deze niet telkens opnieuw te downloaden wanneer u de
toepassing verwijdert.
2. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
3. Als u het printerstuurprogramma of het PC-FAX-stuurprogramma wilt verwijderen, selecteert u
Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen) en verwijdert u de printer uit de lijst met ingeschakelde printers.
4. Sluit alle actieve toepassingen.
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen verwijderen
138
5. Selecteer Ga > Toepassingen > Epson Soware > Uninstaller.
6. Selecteer de toepassing die u wilt verwijderen en klik vervolgens op Maak installatie ongedaan.
c
Belangrijk:
De Uninstaller verwijdert alle Epson-inktjetprinterstuurprogramma's van de computer. Als u meerdere Epson
inktjetprinters gebruikt en u enkel bepaalde stuurprogramma's wilt verwijderen, verwijder ze dan eerst
allemaal en installeer dan enkel de vereiste stuurprogramma's.
Opmerking:
Als u de toepassing die u wilt verwijderen niet kunt vinden in de lijst, kunt u deze niet verwijderen met de Uninstaller.
Selecteer in dat geval Start > Toepassingen > Epson Soware, kies de toepassing die wilt verwijderen en sleep deze
vervolgens naar het prullenmandpictogram.
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor het bijwerken van soware en rmware (EPSON Soware Updater)” op pagina 265
Toepassingen en rmware bijwerken
Bepaalde problemen kunnen worden opgelost door de toepassingen en rmware opnieuw te installeren. Zorg
ervoor dat u de nieuwste versie van de toepassingen en rmware gebruikt.
1. Controleer of de printer en de computer zijn aangesloten, en of de computer met internet is verbonden.
2. Start EPSON Soware Updater en werk de toepassingen of de rmware bij.
c
Belangrijk:
Schakel de computer of de printer niet uit voordat de update is voltoord, anders kan de printer defect raken.
Opmerking:
Als u de toepassing die u wilt bijwerken niet kunt vinden in de lijst, kunt u deze niet bijwerken met de EPSON Soware
Updater. Kijk op uw lokale Epson-website voor de nieuwste versies van de toepassingen.
http://www.epson.com
De printerrmware bijwerken via het bedieningspaneel
Als de printer met internet kan worden verbonden, kunt u de rmware van de printer bijwerken via het
bedieningspaneel. U kunt ook instellen dat de printer regelmatig zelf moet controleren of er nieuwe rmware is en
zo ja, dat u daar dan bericht van moet krijgen.
Gerelateerde informatie
&“Firmware-update” op pagina 277
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen en rmware bij
w
139
De printer vervoeren en opslaan
Volg onderstaande stappen om de printer in te pakken, wanneer u de printer moet opslaan of vervoeren in
verband met een verhuizing of reparatie.
1. Druk op
P
om de printer uit te zetten.
2. Zorg ervoor dat het aan/uit-lampje uit staat en haal dan het netsnoer uit het stopcontact.
c
Belangrijk:
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat. Als u dit niet doet gaat de printkop niet
terug naar de uitgangspositie waardoor de inkt opdroogt en afdrukken niet meer mogelijk is.
3. Koppel alle kabels los zoals het netsnoer en de USB-kabel.
4. Verwijder al het papier uit de printer.
5. Zorg dat er geen originelen in de printer steken.
!
Let op:
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
6. Zorg dat u de dop weer goed aanbrengt op de inkttank.
7. Sluit de inkttankklep zorgvuldig.
De printer onderhouden
>
De printer vervoeren en opslaan
140
8. Verpak de printer zoals hieronder weergegeven.
9. Stop de printer in een plastic zak en vouw deze dicht.
10. Plaats de printer in de doos met de beschermende materialen.
De printer onderhouden
>
De printer vervoeren en opslaan
141
c
Belangrijk:
Stop de printer in een plastic zak en vouw deze dicht als u de printer moet opslaan of vervoeren. Zorg ervoor dat
u de printer niet kantelt, verticaal houdt of ondersteboven plaatst, anders kan er inkt lekken.
Zorg er bij opslag of transport van een inktes voor dat u de es niet schuin houdt en niet blootstelt aan
schokken en stoten of temperatuurschommelingen.Anders kan er lekkage optreden, zelfs als de dop goed op de
es is gedraaid.Houd de inktes rechtop bij het vastdraaien van de dop en neem voorzorgsmaatregelen om te
voorkomen dat er inkt kan weglekken bij het transport van de es, bijvoorbeeld door de es in een zak te doen.
Plaats geen geopende inktessen in de doos bij de printer.
Reinig en lijn de printkop uit als de afdrukkwaliteit lager is wanneer u opnieuw afdrukt.
Gerelateerde informatie
&“De printkop controleren en reinigen” op pagina 124
&“De printkop uitlijnen” op pagina 128
De printer onderhouden
>
De printer vervoeren en opslaan
142
Problemen oplossen
De printer werkt niet naar behoren.....................................144
Er wordt een foutcode weergegeven op het lcd-scherm......................196
Papier loopt vast..................................................197
De inkt moet worden bijgevuld....................................... 203
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht.........................208
Kan het probleem niet oplossen.......................................229
De printer werkt niet naar behoren
De printer gaat niet aan of uit
De stroom wordt niet ingeschakeld
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Het netsnoer is niet goed aangesloten op het stopcontact.
Oplossingen
Controleer of het netsnoer goed in het stopcontact zit.
De knop
P
is niet lang genoeg ingedrukt.
Oplossingen
Houd de knop
P
iets langer ingedrukt.
De stroom wordt niet uitgeschakeld
De knop
P
is niet lang genoeg ingedrukt.
Oplossingen
Houd de knop
P
iets langer ingedrukt. Als de printer ook hiermee niet uitgaat, haalt u de stekker uit het
stopcontact. Zet de printer weer aan en zet deze vervolgens uit door op de knop
P
te drukken om te
voorkomen dat de printkop uitdroogt.
Stroom schakelt automatisch uit
De functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer is uitgeschakeld.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Basisinstellingen > Uitschakelinst. en schakel vervolgens de instellingen
Uitschakelen indien inactief en Uitschakelen indien losgekoppeld uit.
Selecteer Instel. > Basisinstellingen en schakel vervolgens de instelling Uitschakelingstimer uit.
Opmerking:
Uw product hee mogelijk de functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats van
aankoop.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
De printer gaat niet aan of uit
144
Papier wordt niet goed ingevoerd
Geen papiertoevoer
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De installatieplek is niet geschikt.
Oplossingen
Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen
omgevingsomstandigheden.
&Omgevingsspecicaties” op pagina 285
Er wordt niet-ondersteund papier gebruikt.
Oplossingen
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
&“Niet-beschikbare papiersoorten” op pagina 255
Het papier wordt niet goed verwerkt.
Oplossingen
Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.
&“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 28
Er zijn te veel vellen in de printer geladen.
Oplossingen
Laad niet meer dan het maximale aantal vellen dat voor het papier is opgegeven. Let er bij gewoon papier
op dat het niet uitsteekt boven de streep die met het driehoekje op de zijgeleider is aangegeven.
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
De papierinstellingen van de printer zijn onjuist.
Oplossingen
Controleer of de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort overeenkomen met het
papierformaat en de papiersoort in de printer.
&“Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort” op pagina 28
Papier wordt schuin ingevoerd
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Papier wordt niet goed ingevoerd
145
De installatieplek is niet geschikt.
Oplossingen
Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen
omgevingsomstandigheden.
&“Omgevingsspecicaties” op pagina 285
Er wordt niet-ondersteund papier gebruikt.
Oplossingen
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
&“Niet-beschikbare papiersoorten” op pagina 255
Het papier wordt niet goed verwerkt.
Oplossingen
Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.
&“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 28
Het papier is onjuist geladen.
Oplossingen
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan.
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
Er zijn te veel vellen in de printer geladen.
Oplossingen
Laad niet meer dan het maximale aantal vellen dat voor het papier is opgegeven. Let er bij gewoon papier
op dat het niet uitsteekt boven de streep die met het driehoekje op de zijgeleider is aangegeven.
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
De papierinstellingen van de printer zijn onjuist.
Oplossingen
Controleer of de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort overeenkomen met het
papierformaat en de papiersoort in de printer.
&“Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort” op pagina 28
Er worden meerdere vellen papier tegelijk uitgevoerd
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Papier wordt niet goed ingevoerd
146
De installatieplek is niet geschikt.
Oplossingen
Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen
omgevingsomstandigheden.
&“Omgevingsspecicaties” op pagina 285
Er wordt niet-ondersteund papier gebruikt.
Oplossingen
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
&“Niet-beschikbare papiersoorten” op pagina 255
Het papier wordt niet goed verwerkt.
Oplossingen
Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.
&“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 28
Het papier is vochtig.
Oplossingen
Laad nieuw papier.
Statische elektriciteit zorgt ervoor dat papier aan elkaar plakt.
Oplossingen
Wapper met het papier voordat u het laadt. Als het papier nog steeds niet wordt ingevoerd, laad de vellen
dan één voor één.
Er zijn te veel vellen in de printer geladen.
Oplossingen
Laad niet meer dan het maximale aantal vellen dat voor het papier is opgegeven. Let er bij gewoon papier
op dat het niet uitsteekt boven de streep die met het driehoekje op de zijgeleider is aangegeven.
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
Er worden meerdere vellen papier geladen.
Oplossingen
Laad één vel papier per keer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Papier wordt niet goed ingevoerd
147
De papierinstellingen van de printer zijn onjuist.
Oplossingen
Controleer of de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort overeenkomen met het
papierformaat en de papiersoort in de printer.
&“Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort” op pagina 28
Er worden meerdere vellen papier tegelijk ingevoerd tijdens handmatig dubbelzijdig
afdrukken.
Oplossingen
Verwijder papier dat in de papierbron is geladen voordat u opnieuw papier laadt.
Foutmelding papier op verschijnt
Papier is niet in het mudden van de papierinvoer achterzijde geplaatst.
Oplossingen
Wanneer er een foutmelding over een lege papierlade optreedt terwijl er papier in de papierinvoer
achterzijde zit, plaatst u het papier opnieuw in het midden van de papierlade.
Het origineel wordt niet ingevoerd in de ADF
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er zijn originelen gebruikt die niet door de ADF worden ondersteund.
Oplossingen
Gebruik originelen die door de ADF worden ondersteund.
&“Specicaties voor ADF” op pagina 279
De originelen zijn verkeerd geplaatst.
Oplossingen
Plaats de originelen in de juiste richting en schuif vervolgens de zijgeleiders van de ADF tegen de rand
van de originelen.
Er zijn te veel originelen in de ADF geladen.
Oplossingen
Plaats originelen niet tot boven de streep met het driehoekje op de ADF.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Papier wordt niet goed ingevoerd
148
Het origineel glijdt weg wanneer er papierstof op de rol zit.
Oplossingen
Maak de binnenzijde van de ADF schoon.
&“De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken” op pagina 129
Originelen worden niet gedetecteerd.
Oplossingen
Controleer op het scherm voor kopiëren, scannen of faxen of het ADF-pictogram brandt. Plaats de
originelen opnieuw als dit uit is.
Kan niet afdrukken
Kan niet afdrukken vanuit Windows
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik Epson Printer Connection Checker om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te
controleren. Aankelijk van de resultaten van de controle kunt u het probleem oplossen.
1. Dubbelklik op het pictogram Epson Printer Connection Checker op het bureaublad.
Epson Printer Connection Checker wordt gestart.
Als er geen pictogram op het bureaublad staat, volgt u onderstaande methoden om Epson Printer Connection
Checker te starten.
Win d ows 10
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson Printer Connection Checker.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Win d ows 7
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Alle programma's > Epson Soware > Epson Printer
Connection Checker.
2. Volg de instructies op het scherm om de controle uit te voeren.
Opmerking:
Als de printernaam niet wordt weergegeven, installeert u een origineel Epson-printerstuurprogramma.
“Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Windows op pagina 135
Wanneer het probleem is geïdenticeerd, volgt u de oplossing die op het scherm wordt weergegeven.
Controleer het volgende voor uw situatie wanneer u het probleem niet kunt oplossen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
149
De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 150
De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)” op pagina 153
De printer wordt herkend, maar er kan niet worden afgedrukt.
“Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Windows)” op pagina 153
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
150
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Druk het netwerkverbindingsrapport af en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die
aan de printer zijn toegewezen. Om een netwerkverbindingsrapport af te drukken, selecteert u Instel. >
Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
151
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt
Ethernet) ondersteunen.
Oplossingen
Wanneer u de printer met ethernet verbindt via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt Ethernet)
ondersteunen, kunnen de volgende problemen optreden, aankelijk van de hub of router die u gebruikt.
De verbinding kan onstabiel worden, de printer hee verbinding, vervolgens wordt de verbinding
verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw.
Kan geen verbinding maken met de printer.
De communicatiesnelheid wordt traag.
Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding.
1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
2. Wanneer IEEE 802.3az voor de computer is ingeschakeld, schakelt u dit uit.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
3. Sluit de computer en de printer met een ethernetkabel op elkaar aan.
4. Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af.
“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 244
5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport.
6. Ga op de computer naar Web Cong.
Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 263
7. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
8. Selecteer Netwerkinstellingen > Vast netwerk.
9. Selecteer Uit voor IEEE 802.3az.
10. Klik op Volgende.
11. Klik op OK.
12. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
152
13. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
14. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Windows)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er is een probleem opgetreden met de software of gegevens.
Oplossingen
Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma (EPSON XXXXX) is geïnstalleerd. Als er
geen origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd, zijn de functies beperkt. Het wordt
aanbevolen een origineel Epson-printerstuurprogramma te gebruiken.
Als u een aeelding afdrukt die uit een grote hoeveelheid gegevens bestaat, kan de computer een
tekort aan geheugen ondervinden. Druk de aeelding af op een lagere resolutie of een kleiner formaat.
Als u alle onderstaande oplossingen hebt geprobeerd en het probleem is nog steeds niet opgelost,
verwijder dan het printerstuurprogramma en installeer het opnieuw.
U kunt het probleem mogelijk oplossen door de soware bij te werken naar de nieuwste versie.
Gebruik het hulpprogramma voor soware-updates om de sowarestatus te controleren.
&“Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Windows” op
pagina 135
&“Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Mac OS” op pagina 136
&“Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen” op pagina 134
&“Toepassingen en rmware bijwerken” op pagina 139
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
153
Er is een probleem opgetreden met de status van de printer.
Oplossingen
Klik op EPSON Status Monitor 3 in het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma en
controleer de printerstatus. Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, klikt u op Extra instellingen
op het tabblad Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Er staat nog een afdruktaak in de wachtrij.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma. Als overbodige
gegevens achterblijven, selecteert u Alle documenten annuleren in het menu Printer.
De printer staat in de wachtstand of is oine.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma.
Als de printer oine is of in wachtstand staat, schakel de relevante instelling dan uit via het menu
Printer.
De printer is niet geselecteerd als de standaardprinter.
Oplossingen
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram in Conguratiescherm > Apparaten en printers
weergeven (of Printers, Printers en faxapparaten) en klik op Als standaardprinter instellen.
Opmerking:
Raadpleeg de volgende informatie on de juiste printer te selecteren als er meerdere printerpictogrammen zijn.
Voorbeeld)
USB-verbinding: EPSON XXXX-serie
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
154
Netwerkverbinding: EPSON XXXX-serie (netwerk)
Als u het printerstuurprogramma meerdere keren hebt geïnstalleerd, zijn er mogelijk kopieën gemaakt
van het printerstuurprogramma. Als er kopieën zijn gemaakt, bijvoorbeeld met de naam "EPSON XXXX
Series (kopie 1)", klikt u met de rechtermuisknop op het gekopieerde stuurprogrammapictogram en klikt
u op Apparaat verwijderen.
De printerpoort is niet correct ingesteld.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma.
Controleer onder Eigenschappen > Poort in het menu Printer of de printerpoort goed is ingesteld (zie
hieronder).
USB-verbinding: USBXXX, Netwerkverbinding: EpsonNet Print Port
De printer kan opeens niet afdrukken via een netwerkverbinding
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
De netwerkomgeving is gewijzigd.
Oplossingen
Wanneer u de netwerkomgeving hebt gewijzigd, zoals de draadloze router of provider, stelt u de
netwerkverbindingen voor de printer opnieuw in.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
De printer is niet verbonden met het netwerk.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole en druk vervolgens het
netwerkverbindingsrapport af. Als uit het rapport blijkt dat er geen netwerkverbinding tot stand is
gebracht, controleert u het netwerkverbindingsrapport en volgt u de afgedrukte oplossingen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
155
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
Er staat nog een afdruktaak in de wachtrij.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma. Als overbodige
gegevens achterblijven, selecteert u Alle documenten annuleren in het menu Printer.
De printer staat in de wachtstand of is oine.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma.
Als de printer oine is of in wachtstand staat, schakel de relevante instelling dan uit via het menu
Printer.
De printer is niet geselecteerd als de standaardprinter.
Oplossingen
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram in Conguratiescherm > Apparaten en printers
weergeven (of Printers, Printers en faxapparaten) en klik op Als standaardprinter instellen.
Opmerking:
Raadpleeg de volgende informatie on de juiste printer te selecteren als er meerdere printerpictogrammen zijn.
Voorbeeld)
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
156
USB-verbinding: EPSON XXXX-serie
Netwerkverbinding: EPSON XXXX-serie (netwerk)
Als u het printerstuurprogramma meerdere keren hebt geïnstalleerd, zijn er mogelijk kopieën gemaakt
van het printerstuurprogramma. Als er kopieën zijn gemaakt, bijvoorbeeld met de naam "EPSON XXXX
Series (kopie 1)", klikt u met de rechtermuisknop op het gekopieerde stuurprogrammapictogram en klikt
u op Apparaat verwijderen.
De printerpoort is niet correct ingesteld.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma.
Controleer onder Eigenschappen > Poort in het menu Printer of de printerpoort goed is ingesteld (zie
hieronder).
USB-verbinding: USBXXX, Netwerkverbinding: EpsonNet Print Port
Kan niet afdrukken via Mac OS
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik EPSON Status Monitor om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te controleren.
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
Wanneer de resterende inktniveaus worden weergegeven, is er verbinding tussen de computer en de printer.
Controleer het volgende als er geen verbinding is gemaakt.
De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 157
De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)” op pagina 161
Controleer het volgende als er een verbinding is gemaakt.
De printer wordt herkend, maar er kan niet worden afgedrukt.
“Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)” op pagina 161
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
157
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
158
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Druk het netwerkverbindingsrapport af en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die
aan de printer zijn toegewezen. Om een netwerkverbindingsrapport af te drukken, selecteert u Instel. >
Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
159
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
Het apparaat dat op de USB 3.0-poort is aangesloten, zorgt voor radiofrequentie-
interferentie.
Oplossingen
Wanneer u een apparaat aansluit op de USB 3.0-poort van een Mac, kan radiofrequentie-interferentie
optreden. Ga als volgt te werk als u geen verbinding kunt maken met een draadloos netwerk (wi) of als
de bewerkingen niet zonder storingen kunnen worden uitgevoerd.
Plaats het apparaat dat op de USB 3.0-poort is aangesloten verder weg van de computer.
De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt
Ethernet) ondersteunen.
Oplossingen
Wanneer u de printer met ethernet verbindt via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt Ethernet)
ondersteunen, kunnen de volgende problemen optreden, aankelijk van de hub of router die u gebruikt.
De verbinding kan onstabiel worden, de printer hee verbinding, vervolgens wordt de verbinding
verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw.
Kan geen verbinding maken met de printer.
De communicatiesnelheid wordt traag.
Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding.
1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
2. Wanneer IEEE 802.3az voor de computer is ingeschakeld, schakelt u dit uit.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
3. Sluit de computer en de printer met een ethernetkabel op elkaar aan.
4. Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af.
“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 244
5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport.
6. Ga op de computer naar Web Cong.
Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 263
7. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
8. Selecteer Netwerkinstellingen > Vast netwerk.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
160
9. Selecteer Uit voor IEEE 802.3az.
10. Klik op Volgende.
11. Klik op OK.
12. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
13. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
14. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er is een probleem opgetreden met de software of gegevens.
Oplossingen
Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma (EPSON XXXXX) is geïnstalleerd. Als er
geen origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd, zijn de functies beperkt. Het wordt
aanbevolen een origineel Epson-printerstuurprogramma te gebruiken.
Als u een aeelding afdrukt die uit een grote hoeveelheid gegevens bestaat, kan de computer een
tekort aan geheugen ondervinden. Druk de aeelding af op een lagere resolutie of een kleiner formaat.
Als u alle onderstaande oplossingen hebt geprobeerd en het probleem is nog steeds niet opgelost,
verwijder dan het printerstuurprogramma en installeer het opnieuw.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
161
U kunt het probleem mogelijk oplossen door de soware bij te werken naar de nieuwste versie.
Gebruik het hulpprogramma voor soware-updates om de sowarestatus te controleren.
&“Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Windows” op
pagina 135
&“Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Mac OS” op pagina 136
&“Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen” op pagina 134
&“Toepassingen en rmware bijwerken” op pagina 139
Er is een probleem opgetreden met de printerstatus.
Oplossingen
Zorg ervoor dat de printerstatus niet Pauze is.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en dubbelklik op de printer. Als de printer gepauzeerd is, klikt u op Hervatten.
Functiebeperkingen zijn ingeschakeld voor de printer.
Oplossingen
De printer drukt mogelijk niet af omdat de functiebeperking ingeschakeld is. Neem contact op met uw
printerbeheerder.
De printer kan opeens niet afdrukken via een netwerkverbinding
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
De netwerkomgeving is gewijzigd.
Oplossingen
Wanneer u de netwerkomgeving hebt gewijzigd, zoals de draadloze router of provider, stelt u de
netwerkverbindingen voor de printer opnieuw in.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
162
De printer is niet verbonden met het netwerk.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole en druk vervolgens het
netwerkverbindingsrapport af. Als uit het rapport blijkt dat er geen netwerkverbinding tot stand is
gebracht, controleert u het netwerkverbindingsrapport en volgt u de afgedrukte oplossingen.
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
Het menu Printerinstellingen wordt niet weergegeven.
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Het Epson-printerstuurprogramma is niet goed geïnstalleerd
Oplossingen
Als het menu Printerinstellingen niet wordt weergegeven in macOS Catalina (10.15) of hoger, macOS
High Sierra (10.13), macOS Sierra (10.12), OS X El Capitan (10.11), OS X Yosemite (10.10), OS X
Mavericks (10.9), OS X Mountain Lion (10.8), is het Epson-printerstuurprogramma niet goed
geïnstalleerd. Doe dit vanuit het volgende menu.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe. Zie het volgende om een
printer toe te voegen.
“De printer toevoegen (alleen voor Mac OS)” op pagina 137
macOS Mojave (10.14) hee geen toegang tot Printerinstellingen in toepassingen van Apple, zoals
TextEdit.
Afdrukken met een smart device
Controleer of het smart device en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbinding met het smart device controleren
Gebruik Epson Smart Panel om de verbinding tussen het smart device en de printer te controleren.
Open Epson Smart Panel. Als u geen verbinding kunt maken met de printer, tik dan bovenaan het scherm op [+]
om te vernieuwen.
Klik op de onderstaande koppeling als u geen gebruikmaakt van Epson Smart Panel.
http://epson.sn
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
163
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
164
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Druk het netwerkverbindingsrapport af en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die
aan de printer zijn toegewezen. Om een netwerkverbindingsrapport af te drukken, selecteert u Instel. >
Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
165
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op het smart device.
Oplossingen
Probeer op het smart device een website te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van het
smart device correct zijn. Als u geen website kunt openen, is er een probleem met het smart device.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van het smart device
voor meer informatie.
Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (iOS)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Autom. weerg. pap inst. is uitgeschakeld.
Oplossingen
Schakel Autom. weerg. pap inst. in het volgende menu in.
Instel. > Printerinstallatie > Papierbroninst. > Autom. weerg. pap inst.
Belangrijke instellingen zijn uitgeschakeld.
Oplossingen
Schakel de instelling AirPrint in Web Cong in.
De printer kan opeens niet afdrukken via een netwerkverbinding
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
De netwerkomgeving is gewijzigd.
Oplossingen
Wanneer u de netwerkomgeving hebt gewijzigd, zoals de draadloze router of provider, stelt u de
netwerkverbindingen voor de printer opnieuw in.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
166
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
De printer is niet verbonden met het netwerk.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole en druk vervolgens het
netwerkverbindingsrapport af. Als uit het rapport blijkt dat er geen netwerkverbinding tot stand is
gebracht, controleert u het netwerkverbindingsrapport en volgt u de afgedrukte oplossingen.
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op het smart device.
Oplossingen
Probeer op het smart device een website te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van het
smart device correct zijn. Als u geen website kunt openen, is er een probleem met het smart device.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van het smart device
voor meer informatie.
Het afdrukken van ontvangen faxberichten is uitgeschakeld in de huidige
instellingen.
Als Opslaan op computer is ingesteld op Ja, wijzigt u de instelling naar Ja en afdrukken of schakelt u Opslaan op
computer uit.
U kunt Opslaan op computer vinden in Instel. > Faxinstellingen > Ontvangstinst..
Kan niet beginnen met scannen
Kan niet scannen vanuit Windows
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik Epson Printer Connection Checker om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te
controleren. Aankelijk van de resultaten van de controle kunt u het probleem oplossen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
167
1. Dubbelklik op het pictogram Epson Printer Connection Checker op het bureaublad.
Epson Printer Connection Checker wordt gestart.
Als er geen pictogram op het bureaublad staat, volgt u onderstaande methoden om Epson Printer Connection
Checker te starten.
Win d ows 10
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson Printer Connection Checker.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Win d ows 7
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Alle programma's > Epson Soware > Epson Printer
Connection Checker.
2. Volg de instructies op het scherm om de controle uit te voeren.
Opmerking:
Als de printernaam niet wordt weergegeven, installeert u een origineel Epson-printerstuurprogramma.
“Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Windows op pagina 135
Wanneer het probleem is geïdenticeerd, volgt u de oplossing die op het scherm wordt weergegeven.
Controleer het volgende voor uw situatie wanneer u het probleem niet kunt oplossen.
De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 168
De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)” op pagina 153
De printer wordt herkend, maar er kan niet worden gescand.
“Kan niet scannen, ondanks dat er verbinding is (Windows)” op pagina 172
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
168
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
169
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Druk het netwerkverbindingsrapport af en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die
aan de printer zijn toegewezen. Om een netwerkverbindingsrapport af te drukken, selecteert u Instel. >
Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt
Ethernet) ondersteunen.
Oplossingen
Wanneer u de printer met ethernet verbindt via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt Ethernet)
ondersteunen, kunnen de volgende problemen optreden, aankelijk van de hub of router die u gebruikt.
De verbinding kan onstabiel worden, de printer hee verbinding, vervolgens wordt de verbinding
verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw.
Kan geen verbinding maken met de printer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
170
De communicatiesnelheid wordt traag.
Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding.
1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
2. Wanneer IEEE 802.3az voor de computer is ingeschakeld, schakelt u dit uit.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
3. Sluit de computer en de printer met een ethernetkabel op elkaar aan.
4. Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af.
“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 244
5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport.
6. Ga op de computer naar Web Cong.
Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 263
7. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
8. Selecteer Netwerkinstellingen > Vast netwerk.
9. Selecteer Uit voor IEEE 802.3az.
10. Klik op Volgende.
11. Klik op OK.
12. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
13. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
14. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
171
Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Kan niet scannen, ondanks dat er verbinding is (Windows)
Scannen op hoge resolutie via een netwerk.
Oplossingen
Probeer op een lagere resolutie te scannen.
Kan niet scannen vanuit Mac OS
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik EPSON Status Monitor om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te controleren.
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
Wanneer de resterende inktniveaus worden weergegeven, is er verbinding tussen de computer en de printer.
Controleer het volgende als er geen verbinding is gemaakt.
De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 172
De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)” op pagina 161
Controleer het volgende als er een verbinding is gemaakt.
De printer wordt herkend, maar er kan niet worden gescand.
“Kan niet scannen, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)” op pagina 176
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
172
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
173
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Druk het netwerkverbindingsrapport af en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die
aan de printer zijn toegewezen. Om een netwerkverbindingsrapport af te drukken, selecteert u Instel. >
Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
174
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
Het apparaat dat op de USB 3.0-poort is aangesloten, zorgt voor radiofrequentie-
interferentie.
Oplossingen
Wanneer u een apparaat aansluit op de USB 3.0-poort van een Mac, kan radiofrequentie-interferentie
optreden. Ga als volgt te werk als u geen verbinding kunt maken met een draadloos netwerk (wi) of als
de bewerkingen niet zonder storingen kunnen worden uitgevoerd.
Plaats het apparaat dat op de USB 3.0-poort is aangesloten verder weg van de computer.
De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt
Ethernet) ondersteunen.
Oplossingen
Wanneer u de printer met ethernet verbindt via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt Ethernet)
ondersteunen, kunnen de volgende problemen optreden, aankelijk van de hub of router die u gebruikt.
De verbinding kan onstabiel worden, de printer hee verbinding, vervolgens wordt de verbinding
verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw.
Kan geen verbinding maken met de printer.
De communicatiesnelheid wordt traag.
Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding.
1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
2. Wanneer IEEE 802.3az voor de computer is ingeschakeld, schakelt u dit uit.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
3. Sluit de computer en de printer met een ethernetkabel op elkaar aan.
4. Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af.
“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 244
5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport.
6. Ga op de computer naar Web Cong.
Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 263
7. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
8. Selecteer Netwerkinstellingen > Vast netwerk.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
175
9. Selecteer Uit voor IEEE 802.3az.
10. Klik op Volgende.
11. Klik op OK.
12. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
13. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
14. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Kan niet scannen, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)
Scannen op hoge resolutie via een netwerk.
Oplossingen
Probeer op een lagere resolutie te scannen.
Kan niet scannen vanaf een smart device
Controleer of het smart device en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbinding met het smart device controleren
Gebruik Epson Smart Panel om de verbinding tussen het smart device en de printer te controleren.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
176
Open Epson Smart Panel. Als u geen verbinding kunt maken met de printer, tik dan bovenaan het scherm op [+]
om te vernieuwen.
Klik op de onderstaande koppeling als u geen gebruikmaakt van Epson Smart Panel.
http://epson.sn
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
177
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Druk het netwerkverbindingsrapport af en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die
aan de printer zijn toegewezen. Om een netwerkverbindingsrapport af te drukken, selecteert u Instel. >
Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
178
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op het smart device.
Oplossingen
Probeer op het smart device een website te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van het
smart device correct zijn. Als u geen website kunt openen, is er een probleem met het smart device.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van het smart device
voor meer informatie.
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er zijn problemen met de telefoonaansluiting in de muur.
Oplossingen
Controleer of de wandcontactdoos werkt door een telefoon erop aan te sluiten. Als u geen oproepen kunt
ontvangen of uitvoeren, neem dan contact op met uw telecombedrijf.
Er zijn problemen met de verbinding met de telefoonlijn.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Faxinstellingen > Fax-aansl. controleren op het bedieningspaneel van de printer om
de automatische faxverbindingscontrole uit te voeren. Probeer de oplossingen die in het rapport worden
voorgesteld.
Er is een communicatiefout opgetreden.
Oplossingen
Selecteer Langz.(9.600 b/s) in Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Faxsnelheid op het
bedieningspaneel van de printer.
Verbinding met een DSL-telefoonlijn zonder DSL-lter.
Oplossingen
Voor een verbinding met een DSL-telefoonlijn hebt u een DSL-modem met ingebouwd DSL-lter nodig
of u moet een apart DSL-lter op de lijn installeren. Neem contact op met uw DSL-provider.
“Aansluiten op DSL of ISDN” op pagina 92
Er zijn problemen met het DSL-lter wanneer u verbinding maakt met een DSL-telefoonlijn.
Oplossingen
Als u geen faxberichten kunt verzenden of ontvangen, sluit u de printer direct op de telefoonaansluiting
in de muur aan. Controleer vervolgens of u faxberichten kunt verzenden. Als dit werkt, ligt het probleem
mogelijk bij het DSL-lter. Neem contact op met uw DSL-provider.
Kan geen faxberichten verzenden
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
179
De verbinding is ingesteld op PSTN in een faciliteit waar PBX (Private Branch Exchange)
wordt gebruikt.
Oplossingen
Selecteer PBX in Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Lijntype op het bedieningspaneel van
de printer.
Faxberichten verzenden zonder een toegangscode in te voeren in een omgeving waarin een
PBX is geïnstalleerd.
Oplossingen
Als uw telefoonsysteem een toegangscode vereist voor het verkrijgen van een buitenlijn, registreer deze
dan op de printer en voer een hekje (#) in aan het begin van een faxnummer.
De koptekstinformatie voor uitgaande faxberichten is niet geregistreerd.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Koptekst en stel de koptekstinformatie in.
Sommige faxapparaten weigeren automatisch faxberichten die geen koptekstinformatie hebben.
De nummerweergave is geblokkeerd.
Oplossingen
Neem contact op met uw telecombedrijf om de nummerweergave te deblokkeren. Sommige telefoons of
faxapparaten weigeren automatisch anonieme oproepen.
Het faxnummer van de ontvanger is onjuist.
Oplossingen
Controleer of het nummer van de ontvanger in uw lijst met contactpersonen is staat of dat het nummer
dat u hebt ingetoetst juist is. Of vraag bij de ontvanger na of het faxnummer juist is.
Het faxapparaat van de ontvanger kan geen faxberichten ontvangen.
Oplossingen
Vraag de ontvanger of het faxapparaat gereed is om faxberichten te ontvangen.
De te verzenden gegevens zijn te groot.
Oplossingen
U kunt de gegevensgrootte van faxberichten met een van de volgende methoden verkleinen.
Wanneer u het faxbericht in zwart-wit verzendt, schakelt u Direct verzenden in Fax > Faxinstellingen
> Inst.faxverzending in.
“Meerdere pagina's van een zwart-witdocument verzenden (Direct verzenden)” op pagina 107
Een verbonden telefoon gebruiken
“Faxen verzenden met een extern telefoontoestel” op pagina 106
De originelen scheiden
Kan geen faxberichten ontvangen
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
180
Abonnement op een doorschakelingsservice.
Oplossingen
Als u bent geabonneerd op een doorschakelingsservice, kan de printer mogelijk geen faxberichten
ontvangen. Neem contact op met de provider.
Ontvangstmodus is ingesteld op Handmatig, terwijl een extern telefoontoestel met de
printer is verbonden.
Oplossingen
Als een extern telefoontoestel met de printer is verbonden en een telefoonlijn met de printer deelt,
selecteert u Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen en stelt u vervolgens Ontvangstmodus in op
Auto.
De computer waarop de ontvangen faxberichten worden ontvangen, is niet ingeschakeld.
Oplossingen
Wanneer u hebt ingesteld dat ontvangen faxberichten op een computer moeten worden opgeslagen,
schakelt u de computer in. Het ontvangen faxbericht wordt verwijderd zodra het op de computer is
opgeslagen.
Het faxnummer van de afzender is geregistreerd in de Lijst geweigerde nrs..
Oplossingen
Controleer of het nummer van de afzender kan worden verwijderd uit de Lijst geweigerde nrs. voordat u
het verwijderd. Verwijder het uit Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Weigeringsfax > Lijst
geblokkeerde nummers bewerken. Of schakel de Lijst geweigerde nrs. uit in Instel. > Faxinstellingen >
Basisinstellingen > Weigeringsfax > Weigeringsfax. Faxberichten die niet aomstig zijn van nummers
die zijn geregistreerd in deze lijst worden geblokkeerd wanneer deze instelling is ingeschakeld.
Het faxnummer van de afzender is niet geregistreerd in de contactenlijst.
Oplossingen
Registreer het faxnummer van de afzender in de contactenlijst. Of schakel Beller niet in Contacten uit in
Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Weigeringsfax > Weigeringsfax. Faxberichten die niet
aomstig zijn van nummers die zijn geregistreerd in deze lijst worden geblokkeerd.
De afzender heeft het faxbericht zonder koptekstinformatie verzonden.
Oplossingen
Vraag aan de afzender of de koptekstinformatie is ingesteld op het betreende faxapparaat. Of schakel
Koptekst fax leeg uit in Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Weigeringsfax > Weigeringsfax.
Faxberichten die geen koptekstinformatie bevatten, worden geblokkeerd wanneer deze instelling is
ingeschakeld.
Kan geen faxberichten verzenden naar opgegeven ontvanger
De in de contactenlijst geregistreerde instelling Faxsnelheid is onjuist.
Oplossingen
Selecteer de ontvanger in de contactenlijst en selecteer vervolgens Bewerken > Faxsnelheid > Langz.
(9.600 b/s).
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
181
Kan geen faxberichten verzenden op speciek tijdstip
De datum en tijd zijn verkeerd ingesteld op de printer.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Basisinstellingen > Datum/tijd instellen en stel vervolgens de juiste datum en tijd in.
Faxberichten worden op verkeerde grootte verzonden
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De originelen zijn niet goed geplaatst.
Oplossingen
Zorg ervoor dat het origineel juist is geplaatst tegen de uitlijnmarkeringen.
Als de rand van de gescande aeelding ontbreekt, verschui u het origineel wat weg van de rand van
de scanner. U kunt de strook van ongeveer 1,5 mm (0,06 inch) langs de rand van de scannerglasplaat
niet scannen.
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
Er ligt stof of vuil op de originelen of de scannerglasplaat.
Oplossingen
Verwijder stot of vuil van de originelen en reinig de scannerglasplaat.
&“De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 128
Ontvangen faxberichten worden niet afgedrukt
Er is een fout opgetreden in de printer. Er is bijvoorbeeld papier vastgelopen.
Oplossingen
Wis de printerfout en vraag de afzender het faxbericht opnieuw te verzenden.
Het afdrukken van ontvangen faxberichten is uitgeschakeld in de huidige instellingen.
Oplossingen
Als Opslaan op computer is ingesteld op Ja, wijzigt u de instelling naar Ja en afdrukken of schakelt u
Opslaan op computer uit.
U kunt Opslaan op computer vinden in Instel. > Faxinstellingen > Ontvangstinst..
Kan geen faxberichten verzenden en ontvangen (Windows)
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden. De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de
oplossing van het probleem.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
182
De verbindingsstatus controleren
Gebruik Epson Printer Connection Checker om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te
controleren. Aankelijk van de resultaten van de controle kunt u het probleem oplossen.
1. Dubbelklik op het pictogram Epson Printer Connection Checker op het bureaublad.
Epson Printer Connection Checker wordt gestart.
Als er geen pictogram op het bureaublad staat, volgt u onderstaande methoden om Epson Printer Connection
Checker te starten.
Win d ows 10
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson Printer Connection Checker.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Win d ows 7
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Alle programma's > Epson Soware > Epson Printer
Connection Checker.
2. Volg de instructies op het scherm om de controle uit te voeren.
Opmerking:
Als de printernaam niet wordt weergegeven, installeert u een origineel Epson-printerstuurprogramma.
“Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Windows op pagina 135
Wanneer het probleem is geïdenticeerd, volgt u de oplossing die op het scherm wordt weergegeven.
Controleer het volgende voor uw situatie wanneer u het probleem niet kunt oplossen.
De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 150
De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)” op pagina 153
De printer wordt herkend, maar er kan niet worden afgedrukt.
“Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Windows)” op pagina 153
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
183
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
184
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Druk het netwerkverbindingsrapport af en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die
aan de printer zijn toegewezen. Om een netwerkverbindingsrapport af te drukken, selecteert u Instel. >
Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt
Ethernet) ondersteunen.
Oplossingen
Wanneer u de printer met ethernet verbindt via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt Ethernet)
ondersteunen, kunnen de volgende problemen optreden, aankelijk van de hub of router die u gebruikt.
De verbinding kan onstabiel worden, de printer hee verbinding, vervolgens wordt de verbinding
verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw.
Kan geen verbinding maken met de printer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
185
De communicatiesnelheid wordt traag.
Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding.
1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
2. Wanneer IEEE 802.3az voor de computer is ingeschakeld, schakelt u dit uit.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
3. Sluit de computer en de printer met een ethernetkabel op elkaar aan.
4. Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af.
“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 244
5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport.
6. Ga op de computer naar Web Cong.
Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 263
7. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
8. Selecteer Netwerkinstellingen > Vast netwerk.
9. Selecteer Uit voor IEEE 802.3az.
10. Klik op Volgende.
11. Klik op OK.
12. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
13. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
14. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
186
Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Kan geen faxberichten verzenden of ontvangen, ondanks dat er een verbinding is
(Windows)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De software is niet geïnstalleerd.
Oplossingen
Controleer of het PC-FAX-stuurprogramma op de computer is geïnstalleerd. Het PC-FAX-
stuurprogramma is geïnstalleerd met FAX Utility. Volg de onderstaande stappen om te controleren of het
is geïnstalleerd.
Controleer of de printer (fax) in Apparaten en printers, Printer of Printers en andere hardware wordt
weergegeven. De printer (fax) wordt weergegeven als "EPSON XXXXX (FAX)". Als de printer (fax) niet
wordt weergegeven, verwijdert u FAX Utility en installeert u de toepassing opnieuw. Zie het volgende om
Apparaten en printers, Printer, of Printers en andere hardware te openen.
Wi n d o ws 1 0
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Windows-systeem > Conguratiescherm > Apparaten
en printers weergeven in Hardware en geluiden.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden of Hardware.
Wi n d o ws 7
Klik op de startknop, selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware
en geluiden of Hardware.
Wi n d o ws Vi st a
Klik op de startknop, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden.
Wi n d o ws X P
Klik op de startknop, selecteer Instellingen > Conguratiescherm > Printers en andere hardware >
Printers en faxapparaten.
Gebruikersvericatie mislukt wanneer een faxbericht vanaf een computer wordt verzonden.
Oplossingen
Stel de gebruikersnaam en het wachtwoord in het printerstuurprogramma in. Wanneer een faxbericht
wordt verzonden vanaf een computer en de beveiligingsfunctie is ingesteld die gebruik van de faxfunctie
van de printer door gebruikers beperkt, wordt gebruikersvericatie uitgevoerd met de gebruikersnaam en
het wachtwoord die in het printerstuurprogramma zijn ingesteld.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
187
Er zijn problemen met de faxverbinding en faxinstellingen.
Oplossingen
Probeer de oplossingen voor de faxverbinding en faxinstellingen.
Kan geen faxberichten verzenden en ontvangen (Mac OS)
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden. De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de
oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik EPSON Status Monitor om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te controleren.
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
Wanneer de resterende inktniveaus worden weergegeven, is er verbinding tussen de computer en de printer.
Controleer het volgende als er geen verbinding is gemaakt.
De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 157
De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)” op pagina 161
Controleer het volgende als er een verbinding is gemaakt.
De printer wordt herkend, maar er kan niet worden afgedrukt.
“Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)” op pagina 161
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
188
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
189
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Druk het netwerkverbindingsrapport af en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die
aan de printer zijn toegewezen. Om een netwerkverbindingsrapport af te drukken, selecteert u Instel. >
Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt
Ethernet) ondersteunen.
Oplossingen
Wanneer u de printer met ethernet verbindt via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt Ethernet)
ondersteunen, kunnen de volgende problemen optreden, aankelijk van de hub of router die u gebruikt.
De verbinding kan onstabiel worden, de printer hee verbinding, vervolgens wordt de verbinding
verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw.
Kan geen verbinding maken met de printer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
190
De communicatiesnelheid wordt traag.
Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding.
1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
2. Wanneer IEEE 802.3az voor de computer is ingeschakeld, schakelt u dit uit.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
3. Sluit de computer en de printer met een ethernetkabel op elkaar aan.
4. Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af.
“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 244
5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport.
6. Ga op de computer naar Web Cong.
Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 263
7. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
8. Selecteer Netwerkinstellingen > Vast netwerk.
9. Selecteer Uit voor IEEE 802.3az.
10. Klik op Volgende.
11. Klik op OK.
12. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
13. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
14. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
191
Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Kan niet verzenden of ontvangen, ondanks dat er een verbinding is (Mac OS)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De software is niet geïnstalleerd.
Oplossingen
Controleer of het PC-FAX-stuurprogramma op de computer is geïnstalleerd. Het PC-FAX-
stuurprogramma is geïnstalleerd met FAX Utility. Volg de onderstaande stappen om te controleren of het
is geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Printen en scannen,
Printen en faxen) en controleer of de printer (fax) wordt weergegeven. De printer (fax) wordt
weergegeven als "FAX XXXX (USB)" of "FAX XXXX (IP)". Als de printer (fax) niet wordt weergegeven,
klikt u op [+] en registreert u de printer (fax).
PC-FAX-stuurprogramma is onderbroken.
Oplossingen
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Printen en scannen,
Printen en faxen) en dubbelklik vervolgens op de printer (fax). Als de printer gepauzeerd is, klikt u op
Hervatten (of Printer hervatten).
Gebruikersvericatie mislukt wanneer een faxbericht vanaf een computer wordt verzonden.
Oplossingen
Stel de gebruikersnaam en het wachtwoord in het printerstuurprogramma in. Wanneer een faxbericht
wordt verzonden vanaf een computer en de beveiligingsfunctie is ingesteld die gebruik van de faxfunctie
van de printer door gebruikers beperkt, wordt gebruikersvericatie uitgevoerd met de gebruikersnaam en
het wachtwoord die in het printerstuurprogramma zijn ingesteld.
Er zijn problemen met de faxverbinding en faxinstellingen.
Oplossingen
Probeer de oplossingen voor de faxverbinding en faxinstellingen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
192
Kan de printer niet bedienen zoals verwacht
De printer is traag
Afdrukken verloopt te traag
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er zijn onnodige toepassingen actief.
Oplossingen
Sluit alle onnodige toepassingen op uw computer of smart device.
De afdrukkwaliteit is te hoog ingesteld.
Oplossingen
Stel een lagere kwaliteit in.
Bidirectioneel afdrukken is uitgeschakeld.
Oplossingen
Schakel de bidirectionele (of hogesnelheids)instelling in. Wanneer deze instelling is geselecteerd, drukt de
printkop in beide richtingen af, en verhoogt de afdruksnelheid.
Wi n d o w s
Selecteer Bidirectioneel afdrukken op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Aan voor Bidirectioneel afdrukken.
Stille modus is ingeschakeld.
Oplossingen
Schakel Stille modus uit. De afdruksnelheid neemt af als de Stille modus actief is.
Bedieningspaneel
Selecteer op het startscherm en selecteer vervolgens Uit.
Wi n d o w s
Selecteer Uit bij Stille modus op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Uit voor Stille modus.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan de printer niet bedienen zoals verwacht
193
De afdruksnelheid neemt sterk af tijdens het continu afdrukken
De functie die ervoor zorgt dat het printermechanisme niet oververhit en beschadigd raakt
is actief.
Oplossingen
U kunt doorgaan met afdrukken. Als u de normale afdruksnelheid wilt herstellen, laat u de printer
minstens 30 minuten inactief. De afdruksnelheid wordt niet hersteld als de stroom uit is.
De scansnelheid is laag
Scannen met een hogere resolutie.
Oplossingen
Probeer op een lagere resolutie te scannen.
Het display wordt donker
De printer staat in slaapstand.
Oplossingen
Druk op een willekeurige knop op het bedieningspaneel om het display weer te activeren.
Printer maakt veel lawaai tijdens werking
Stille modus is uitgeschakeld.
Oplossingen
Als de printer te veel lawaai maakt, schakelt u Stille modus in. Met deze functie ingeschakeld ligt de
afdruksnelheid mogelijk lager.
Bedieningspaneel
Selecteer op het startscherm en schakel vervolgens Stille modus in.
Windows-printerstuurprogramma
Schakel Stille modus in op het tabblad Hoofdgroep.
Mac OS-printerstuurprogramma
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Aan voor Stille modus.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan de printer niet bedienen zoals verwacht
194
Datum en tijd zijn verkeerd
Er is een storing opgetreden in de stroomvoorziening.
Oplossingen
Na een stroomonderbreking door blikseminslag of als de stroom langere tijd uitgeschakeld was, kan de
klok de verkeerde tijd aangeven. Stel de juiste datum en tijd in via Instel. > Printerinstallatie > Datum/
tijd instellen op het bedieningspaneel.
Het basiscerticaat moeten worden bijgewerkt
Het basiscerticaat is verlopen.
Oplossingen
Voer Web Cong uit en werk vervolgens het basiscerticaat bij.
Het faxnummer van de afzender wordt niet weergegeven
Het faxnummer van de afzender is niet op het apparaat van de afzender ingesteld.
Oplossingen
De afzender hee het faxnummer mogelijk niet ingesteld. Neem contact op met de afzender.
Het faxnummer van de verzender dat op ontvangen faxberichten wordt
weergegeven is onjuist
Het faxnummer van de afzender dat op het apparaat van de afzender is ingesteld, is onjuist.
Oplossingen
De afzender hee het faxnummer mogelijk verkeerd ingesteld. Neem contact op met de afzender.
Bellen niet mogelijk op verbonden telefoon
De telefoonkabel is niet correct aangesloten.
Oplossingen
Sluit de telefoon aan op de EXT. poort van de printer en neem de hoorn van de haak. Hoort u geen
kiestoon, sluit de modulaire kabel dan goed aan.
Antwoordapparaat kan geen gesprekken aannemen
De printerinstelling Overgaan voor antw. is op een lager aantal ingesteld dan het aantal
keer overgaan voor het antwoordapparaat.
Oplossingen
Selecteer Langz.(9.600 b/s) in Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Overgaan voor antw., en
stel een hoger aantal in dan het aantal keer overgaan voor het antwoordapparaat.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan de printer niet bedienen zoals verwacht
195
Er is een groot aantal ongewenste faxberichten ontvangen
De printerfunctie voor het blokkeren van ongewenste faxberichten is niet ingesteld.
Oplossingen
Congureer de instellingen voor Weigeringsfax settings in Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen.
“Instellingen congureren voor het blokkeren van ongewenste faxen” op pagina 98
Er wordt een foutcode weergegeven op het lcd-
scherm
Als er een fout optreedt of als er informatie is waarnaar u moet kijken, wordt een code weergegeven op het lcd-
scherm. Als er een code wordt weergegeven, volgt u de onderstaande oplossingen om het probleem op te lossen.
Code Toestand Oplossingen
E-01 Er is een printerfout opgetreden. Open het binnendeksel en de scannereenheid en verwijder daarna al
het papier en beschermmateriaal uit de printer. Schakel het apparaat
uit en vervolgens weer in.
E-02 Er is een scannerfout opgetreden. Schakel het apparaat uit en vervolgens weer in.
E-11 Een inktkussentje moet worden
vervangen.
Neem contact op met Epson of een door Epson geautoriseerde
dienstverlener om het inktkussen te vervangen.
*1
Dit onderdeel kan
niet door de gebruiker worden vervangen.
Niet-afdrukgerelateerde functies, zoals scannen, zijn beschikbaar.
E-12 Het inktkussentje voor randloos
afdrukken moet worden vervangen.
Neem contact op met Epson of een door Epson geautoriseerde
dienstverlener om het inktkussen voor randloos afdrukken te
vervangen.
*2
Dit onderdeel kan niet door de gebruiker worden
vervangen.
Randloos afdrukken is niet beschikbaar. Afdrukken met rand is wel
beschikbaar.
W-01 Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het papier uit de printer en druk op de knop die onder in
het lcd-scherm wordt weergegeven om de fout te wissen. In sommige
gevallen moet u het apparaat uit- en weer inschakelen.
W-11 Een inktkussentje van de printer
nadert het einde van zijn
levensduur.
Neem contact op met Epson of een door Epson geautoriseerde
dienstverlener om het inktkussen te vervangen.
*1
Dit onderdeel kan
niet door de gebruiker worden vervangen. Het bericht wordt
weergegeven tot het inktkussentje wordt vervangen.
Druk op de knop
x
om het afdrukken te hervatten.
W-14 Een inktkussentje voor randloos
afdrukken is aan het einde van zijn
levensduur.
Neem contact op met Epson of een door Epson geautoriseerde
dienstverlener om het inktkussen voor randloos afdrukken te
vervangen.
*2
Dit onderdeel kan niet door de gebruiker worden
vervangen. Het bericht wordt weergegeven tot het inktkussentje
wordt vervangen.
Druk op de knop
x
om het afdrukken te hervatten.
Problemen oplossen
>
Er wordt een foutcode weergegeven op het lcd-scherm
196
Code Toestand Oplossingen
I-22 Stel Wi-Fi in via Drukknop (WPS). Druk op de knop op het toegangspunt. Als het toegangspunt geen
knop heeft, open dan het venster met instellingen voor het
toegangspunt en klik op de knop in de software.
I-23 Stel Wi-Fi in via PIN-code (WPS). Voer binnen twee minuten op het toegangspunt of de computer de
pincode in die op het lcd-scherm wordt weergegeven.
I-31 Stel Wi-Fi in via Wi-Fi Autom.
Verbind.
Installeer de software op uw computer en druk vervolgens op de
knop OK wanneer het instellen van Wi-Fi begint.
I-41 Autom. weerg. pap inst. is
uitgeschakeld. Sommige functies
kunnen niet worden gebruikt.
Als Autom. weerg. pap inst. is uitgeschakeld, kunt u AirPrint niet
gebruiken. Als u AirPrint wilt gebruiken, schakel dan Autom. weerg.
pap inst. in.
I-60 Mogelijk ondersteunt uw computer
WSD (Web Services for Devices)
niet.
De functie voor scannen naar de computer (WSD) is alleen
beschikbaar voor computers waarop een Engelstalige versie van
Windows 10, Windows 8.1, Windows 8, Windows 7 of Windows Vista
wordt uitgevoerd. Zorg ervoor dat de printer correct is verbonden
met de computer.
Recovery
Mode
De printer is in de herstelmodus
gestart omdat de rmware-update
is mislukt.
Volg de onderstaande stappen om opnieuw te proberen de rmware
bij te werken.
1. Sluit de computer en de printer met een USB-kabel op elkaar aan.
(In de herstelmodus kunt u de rmware niet via een
netwerkverbinding bijwerken.)
2. Ga naar uw lokale Epson-website voor verdere instructies.
*1 Bij sommige afdrukcycli komt een heel kleine hoeveelheid overtollige inkt op het inktkussentje terecht. Om te voorkomen
dat er inkt uit het kussentje lekt, is de printer ontworpen om het afdrukken te stoppen wanneer het kussentje de limiet
bereikt. Of en hoe vaak dit nodig is, hangt af van het aantal pagina's dat u afdrukt, het soort materiaal waarop u afdrukt en
het aantal reinigingsprocedures dat door het apparaat wordt uitgevoerd. Dat het kussentje moet worden vervangen, wil
niet zeggen dat uw printer niet meer volgens de specicaties functioneert. Als het kussentje moet worden vervangen,
wordt er op de printer een melding weergegeven. Het kussentje kan alleen worden vervangen door een erkende Epson-
serviceprovider. De kosten voor deze vervanging vallen niet onder de garantie van Epson.
*2 Bij sommige afdrukcycli komt een heel kleine hoeveelheid overtollige inkt op het inktkussentje voor randloos afdrukken
terecht. Om te voorkomen dat er inkt uit het kussentje lekt, is het product ontworpen om het randloos afdrukken te
stoppen wanneer het kussentje de limiet bereikt. Of en hoe vaak dit moet gebeuren, is afhankelijk van het aantal pagina's
dat u afdrukt met de optie voor randloos afdrukken. Dat het kussentje moet worden vervangen, wil niet zeggen dat uw
printer niet meer volgens de specicaties functioneert. Als het kussentje moet worden vervangen, wordt er op de printer
een melding weergegeven. Het kussentje kan alleen worden vervangen door een erkende Epson-serviceprovider. De
kosten voor deze vervanging vallen niet onder de garantie van Epson.
Papier loopt vast
Controleer de foutmelding die op het bedieningspaneel wordt weergegeven en volg de instructies om het
vastgelopen papier, inclusief afgescheurde stukjes, te verwijderen. Verwijder hierna de foutmelding.
c
Belangrijk:
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. Het papier krachtdadig verwijderen kan de printer beschadigen.
Zorg ervoor dat u de printer niet kantelt, verticaal houdt of ondersteboven plaatst tijdens het verwijderen van
vastgelopen papier, anders kan er inkt lekken.
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
197
Vastgelopen papier verwijderen
!
Let op:
Raak nooit de knoppen van het bedieningspaneel aan als u met uw hand in de printer zit. Als de printer begint te
werken, kunt u zich verwonden. Raak de uitstekende delen niet aan om verwondingen te voorkomen.
1. Verwijder het vastgelopen papier.
2. Breng het bedieningspaneel omhoog.
3. Open de binnendeksel.
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
>
Vastgelopen papier verwijderen
198
4. Open de scannereenheid tot deze klikt.
!
Let op:
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
c
Belangrijk:
Raak de delen aan de binnenzijde van de printer die in de aeelding worden weergegeven, niet aan. Dit kan
een storing veroorzaken.
5. Verwijder het vastgelopen papier.
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
>
Vastgelopen papier verwijderen
199
c
Belangrijk:
Raak de delen aan de binnenzijde van de printer die in de aeelding worden weergegeven, niet aan. Dit kan
een storing veroorzaken.
6. Sluit de scannereenheid.
De scannereenheid wordt om veiligheidsredenen in twee stappen gesloten.
Opmerking:
De scannereenheid moet volledig gesloten worden voordat u deze opnieuw kunt openen.
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
>
Vastgelopen papier verwijderen
200
7. Sluit de binnendeksel.
8. Sluit het bedieningspaneel.
Vastgelopen papier verwijderen uit de ADF
1. Open het deksel van de ADF.
2. Verwijder het vastgelopen papier.
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
>
Vastgelopen papier verwijderen uit de ADF
201
3. Til de ADF invoerlade omhoog.
c
Belangrijk:
Zorg dat u de ADF-afdekking opent voordat u de invoerlade van de ADF omhoog doet. Anders kan de ADF
beschadigd raden.
4. Verwijder het vastgelopen papier.
5. Sluit de ADF-afdekking tot deze op zijn plek vastklikt.
Voorkomen dat papier vastloopt
Controleer het volgende. Als papier vaak vastloopt.
Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen omgevingsomstandigheden.
“Omgevingsspecicaties” op pagina 285
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
>
Voorkomen dat papier vastloopt
202
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.
“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 28
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan.
“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
Laad niet meer dan het maximale aantal vellen dat voor het papier is opgegeven.
Laad één blad papier per keer wanneer u meerdere bladen laadt.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort overeenkomen met het papierformaat en
de papiersoort in de printer.
“Lijst met papiersoorten” op pagina 29
De inkt moet worden bijgevuld
Voorzorgsmaatregelen voor inktessen
Lees de volgende instructies voordat u inkt bijvult.
Voorzorgsmaatregelen voor de opslag van inkt
Houd de inktessen uit de buurt van direct zonlicht.
Sla de inktessen niet op onder hoge temperaturen of temperaturen onder het vriespunt.
Epson raadt u aan de inktes te gebruiken vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
Zorg er bij opslag of transport van een inktes voor dat u de es niet schuin houdt en niet blootstelt aan
schokken en stoten of temperatuurschommelingen.Anders kan er lekkage optreden, zelfs als de dop goed op de
es is gedraaid.Houd de inktes rechtop bij het vastdraaien van de dop en neem voorzorgsmaatregelen om te
voorkomen dat er inkt kan weglekken bij het transport van de es, bijvoorbeeld door de es in een zak te doen.
Laat inktessen vóór gebruik ten minste drie uur op kamertemperatuur komen.
Open de verpakking van de inktes pas op het moment dat u de inkttank wilt vullen.De inktes is
vacuümverpakt om de betrouwbaarheid te waarborgen.Als u een inktes langere tijd buiten de verpakking
bewaart en dan pas gebruikt, is normaal afdrukken misschien niet meer mogelijk.
Het wordt aanbevolen geopende inktessen zo snel mogelijk te gebruiken.
Voorzorgsmaatregelen voor het bijvullen van inkt
Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blij een variabele inktreserve in de
inkttank achter op het moment dat de printer aangee dat u inkt moet bijvullen.De opgegeven capaciteiten
bevatten deze reserve niet.
Laat de inkt niet gedurende lange tijd op een laag niveau, om optimale afdrukresultaten te garanderen.
Gebruik inktessen met de juiste artikelcode voor deze printer.
Wees voorzichtig met de inkt voor deze printer. Bij het vullen of bijvullen van de tanks kan inkt rondspatten.
Inkt die u op uw kleding of andere spullen krijgt, is soms moeilijk te verwijderen.
Schud niet te krachtig en knijp niet in de inktessen.
Problemen oplossen
>
De inkt moet worden bijgevuld
>
Voorzorgsmaatregelen voor inktessen
203
Langdurig gebruik van de printer wanneer de inkt lager staat dan de onderste lijn, kan de printer beschadigen.
Vul de inkttank tot de bovenste lijn wanneer de printer niet in werking is. Reset het inktniveau nadat u de tank
hebt gevuld om het juiste geschatte inktniveau weer te geven.
Inktverbruik
Voor optimale prestaties van de printkop wordt er tijdens onderhoudsactiviteiten, zoals reiniging van de
printkop, een beetje inkt gebruikt uit alle inkttanks. Er kan ook inkt worden gebruikt wanneer u de printer
inschakelt.
Wanneer u in monochroom of grijswaarden afdrukt, is het mogelijk kleureninkt te gebruiken in plaats van
zwarte inkt, aankelijk van de instellingen van het papiertype of de afdrukkwaliteit. Dit is omdat kleureninkt
wordt gemengd om zwart te creëren.
De inkt in de inktessen die bij de printer zijn geleverd, worden deels verbruikt bij de installatie van de
printer.De printkop in uw printer is volledig met inkt geladen om afdrukken van hoge kwaliteit te bezorgen.Bij
dit eenmalige proces wordt een bepaalde hoeveelheid inkt verbruikt. Met de gebruikte inktessen kunnen
daarom wellicht minder pagina's worden afgedrukt dan met volgende inktessen.
De opgegeven capaciteit hangt af van de aeeldingen die u afdrukt, het papier dat u gebruikt, hoe vaak u
afdrukt en de omgeving (bijvoorbeeld temperatuur) waarin u de printer gebruikt.
Voer een visuele controle uit van de inktniveaus in de huidige inkttanks. Wanneer u de printer blij gebruiken
wanneer de inkt op is, kunt u de printer beschadigen. Epson raadt u aan het inktpeil te resetten door de inkttank
bij te vullen tot de bovenste lijn wanneer de printer verder niet actief is.
De inkttanks bijvullen
1. Selecteer Onderhoud op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Inkt bijvullen.
3. Druk op de knop
d
om alle veiligheids- en gebruiksvoorschrien voor het vullen van inkt te lezen en druk
vervolgens op de knop OK om door te gaan.
4. Open de inkttankklep.
Problemen oplossen
>
De inkt moet worden bijgevuld
>
De inkttanks bijvullen
204
5. Open de dop van de inkttank.
c
Belangrijk:
Zorg ervoor dat de kleur van de inkttanks overeenstemt met de kleur van de inkt die u wilt bijvullen.
6. Houd de es rechtop en draai de dop langzaam van de es.
c
Belangrijk:
Epson raadt het gebruik van originele Epson-inktessen aan.
Let goed op dat u geen inkt morst.
Problemen oplossen
>
De inkt moet worden bijgevuld
>
De inkttanks bijvullen
205
7. Controleer de bovenste lijn (a) van de inkttank.
8. Houd de bovenkant van de inktes tegen de vulpoort en plaats de inktes vervolgens direct in de poort om
inkt tot de bovenste lijn bij te vullen. Het vullen stopt automatisch.
Wanneer u de inktes in de vulpoort voor de juiste kleur plaatst, gaat de inkt stromen. Dit stopt automatisch
wanneer de inkt de bovenste lijn bereikt.
Als de inkt niet vanzelf in de tank stroomt, verwijdert u de inktes en plaatst u deze terug. Verwijder de
inktes niet en plaats deze niet terug wanneer de inkt de bovenste lijn hee bereikt. Anders kan er inkt lekken.
Problemen oplossen
>
De inkt moet worden bijgevuld
>
De inkttanks bijvullen
206
9. Verwijder de inktes wanneer u klaar bent met vullen.
c
Belangrijk:
Verwijder de es. De es kan anders beschadigd raken of inkt lekken.
Opmerking:
Als er inkt achterblij in de inktes, draai de dop hier dan zorgvuldig op en bewaar de es rechtop voor gebruik op een
later tijdstip.
10. Sluit de inkttankdop zorgvuldig.
11. Sluit de inkttankklep zorgvuldig.
Problemen oplossen
>
De inkt moet worden bijgevuld
>
De inkttanks bijvullen
207
12. Druk op de knop
x
en volg de instructies op het scherm om het inktniveau in te stellen.
c
Belangrijk:
Ook als u inkt niet tot aan de bovenste lijn op de inkttank bijvult, kunt u de printer nog wel blijven gebruiken.
Voor een optimale werking van de printer vult u de inkttank bij tot de bovenste lijn en stelt u het inktniveau
onmiddellijk opnieuw in.
Gerelateerde informatie
&“Codes van de inktessen” op pagina 256
&“Voorzorgsmaatregelen voor inktessen” op pagina 203
&“Gemorste inkt opruimen” op pagina 132
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
Afdrukkwaliteit is slecht
Er ontbreken kleuren, er is streepvorming of afdrukken vertonen onverwachte
kleuren
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt.
Oplossingen
Voer een spuitkanaaltjescontrole uit om te controleren of de printkoppen verstopt zijn. Voer een
spuitkanaaltjescontrole uit en reinig dan de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt
zitten. Als u de printer langere tijd niet hebt gebruikt, kunnen de spuitkanaaltjes van de printkop
verstopt raken en worden inktdruppels mogelijk niet doorgelaten.
Als u hebt afgedrukt terwijl het inktniveau zo laag was dat dit in het venster van de tank niet meer te
zien was, vult u de inkttanks tot de bovenste markering en gebruikt u het hulpprogramma Krachtige
reiniging om de inkt in de inktbuisjes te vervangen. Nadat u het hulpprogramma hebt gebruikt, voert
u een spuitkanaaltjescontrole uit om te zien of de afdrukkwaliteit is verbeterd.
&“De printkop controleren en reinigen op pagina 124
&“Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 126
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
208
De afdrukkwaliteit is slecht bij gebruik van zwarte inkt
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt.
Oplossingen
Voer een spuitkanaaltjescontrole uit om te controleren of de printkoppen verstopt zijn. Voer een
spuitkanaaltjescontrole uit en reinig dan de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt
zitten. Als u de printer langere tijd niet hebt gebruikt, kunnen de spuitkanaaltjes van de printkop
verstopt raken en worden inktdruppels mogelijk niet doorgelaten.
“De printkop controleren en reinigen” op pagina 124
Als u het probleem niet kunt oplossen door de printkop te reinigen, kunt u onmiddellijk afdrukken
door zwart te maken met een combinatie van kleureninkt. Wijzig hiertoe de volgende instellingen in
Wi n d o w s .
Klik op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma. Als u
Use a Mixture of Color Inks to Create Black selecteert, kunt u afdrukken met de afdrukkwaliteit
Standaard wanneer de Papiertype is ingesteld op Gewoon papier of Enveloppe.
Het probleem van verstopte spuitkanaaltjes kan niet met deze functie worden opgelost. Neem contact
op met Epson Support voor reparatie om het probleem van verstopte spuitkanaaltjes te verhelpen.
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 2.5 cm
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De instelling voor de papiersoort komt niet overeen met het geladen papier.
Oplossingen
Selecteer de geschikte papiersoortinstelling voor de papiersoort die in de printer is geladen.
&“Lijst met papiersoorten” op pagina 29
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
209
De afdrukkwaliteit is te laag ingesteld.
Oplossingen
Wanneer u afdrukt op gewoon papier, drukt u af met een hogere kwaliteitsinstelling.
Wi n d o w s
Selecteer Hoog op het tabblad Kwaliteit op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Fijn bij Afdrukkwaliteit in het menu Printerinstellingen van het dialoogvenster.
De printkop is niet goed uitgelijnd.
Oplossingen
Selecteer op het bedieningspaneel het menu Onderhoud > Printkop uitlijnen > Horizontale uitlijning
om de printkop uit te lijnen.
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De printkop is niet goed uitgelijnd.
Oplossingen
Selecteer op het bedieningspaneel het menu Onderhoud > Printkop uitlijnen > Vertic ale uitlijning om
de printkop uit te lijnen.
De instelling voor bidirectioneel afdrukken is ingeschakeld.
Oplossingen
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na uitlijning van de printkop, schakelt u de instelling voor
bidirectioneel afdrukken uit.
Bidirectioneel (of snel) afdrukken wil zeggen dat de printkop in beide richtingen afdrukt. Verticale lijnen
worden mogelijk niet goed uitgelijnd. Wanneer u deze instelling uitschakelt, kan de afdruksnelheid
afnemen. De afdrukkwaliteit blij echter hetzelfde.
Wi n d o w s
Hef de selectie op van Bidirectioneel afdrukken op het tabblad Meer opties van de het
printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Uit voor Bidirectioneel afdrukken.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
210
Er is niets afgedrukt op het papier
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt.
Oplossingen
Voer eerst de spuitkanaaltjescontrole uit en daarna Krachtige reiniging als de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zijn.
&“De printkop controleren en reinigen op pagina 124
&“Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 126
De afdrukinstellingen en het papierformaat in de printer verschillen.
Oplossingen
Pas de afdrukinstellingen aan het papierformaat in de printer aan. Laad papier dat overeenkomt met de
afdrukinstellingen, in de printer.
Er worden meerdere vellen papier tegelijkertijd ingevoerd in de printer.
Oplossingen
Raadpleeg de volgende informatie om te voorkomen dat meerdere vellen papier tegelijkertijd worden
ingevoerd in de printer.
&“Er worden meerdere vellen papier tegelijk uitgevoerd” op pagina 146
Papier vertoont vlekken of is bekrast
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
211
Papier is onjuist geladen.
Oplossingen
Wanneer u horizontale streepvorming ziet (loodrecht op de afdrukrichting) of wanneer u vlekken krijgt
op de boven- of onderkant van het papier, laad het papier dan in de juiste richting en schuif de
zijgeleiders tegen het papier.
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
De papierbaan is vies.
Oplossingen
Wanneer u verticale streepvorming (horizontaal op de afdrukrichting) of vlekken op het papier ziet,
reinig dan de papierbaan.
&“Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 128
Het papier is omgekruld.
Oplossingen
Plaats het papier op een vlakke ondergrond om te controleren of het is omgekruld. Maak het plat indien
dit het geval is.
De printkop wrijft over het oppervlak van het papier.
Oplossingen
Als u afdrukt op dik papier, bevindt de printkop zich dicht bij het afdrukoppervlak en kan het papier
slijtplekken vertonen. Schakel in dit geval de instelling in die dit kan voorkomen. Als u deze functie
inschakelt, neemt de afdrukkwaliteit of de afdruksnelheid mogelijk af.
Wi n d ow s
Klik op het tabblad Extra instellingen van het printerstuurprogramma op Hulpprogramma's en
selecteer Breedlopend papier.
De achterzijde van het papier is afgedrukt voordat de inkt op de andere zijde droog was.
Oplossingen
Zorg ervoor dat de inkt volledig gedroogd is voordat u het papier opnieuw laadt bij het handmatig
dubbelzijdig afdrukken.
Afgedrukte foto's zijn plakkerig
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
212
Er is op de verkeerde zijde van het fotopapier afgedrukt.
Oplossingen
Controleer of u op de afdrukzijde afdrukt. Wanneer u op de verkeerde zijde van fotopapier afdrukt, moet
u de papierbaan reinigen.
&“Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 128
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt.
Oplossingen
Voer een spuitkanaaltjescontrole uit om te controleren of de printkoppen verstopt zijn. Voer een
spuitkanaaltjescontrole uit en reinig dan de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zitten.
Als u de printer langere tijd niet hebt gebruikt, kunnen de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt raken
en worden inktdruppels mogelijk niet doorgelaten.
Kleurcorrectie is toegepast.
Oplossingen
Bij het afdrukken vanuit het Windows-printerstuurprogramma, wordt de automatische
fotoaanpassingsinstelling van Epson standaard toegepast, aankelijk van de papiersoort. Pas de instelling
eventueel aan.
Selecteer op het tabblad Meer opties Aangepast in Kleurcorrectie, en klik vervolgens op Geavanceerd.
Wijzig de instelling Scènecorrectie in Automatisch naar een van de andere opties. Als aanpassing van
deze instelling niet werkt, gebruik dan een andere kleurcorrectiemethode dan PhotoEnhance in
Kleurenbeheer.
&“De afdrukkleur aanpassen” op pagina 58
Kan niet afdrukken zonder marges
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
213
Randloos afdrukken is niet ingesteld in de afdrukinstellingen.
Oplossingen
Geef in de afdrukinstellingen aan dat u randloos wilt afdrukken. Als u een papiersoort selecteert
waarvoor randloos afdrukken niet mogelijk is, kunt u Randloos niet selecteren. Selecteer een papiersoort
waarvoor randloos afdrukken wordt ondersteund.
Wi n d o w s
Selecteer Randloos op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer randloos papierformaat bij Papierformaat.
&“Papier voor randloos afdrukken” op pagina 255
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken
Het uitstekende gebied wordt bijgesneden, omdat de afbeelding iets wordt vergroot.
Oplossingen
Selecteer een kleinere vergroting.
Wi n d o w s
Klik op Instellingen naast het selectievakje Randloos op het tabblad Hoofdgroep van het
printerstuurprogramma en wijzig vervolgens de instellingen.
Mac OS
Pas de instelling Uitbreiding aan in het menu Printerinstellingen van het afdrukvenster.
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn niet juist
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
214
Het papier is onjuist geladen.
Oplossingen
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan.
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
Het papierformaat is verkeerd ingesteld.
Oplossingen
Selecteer de juiste instelling voor het papierformaat.
De marge-instelling van de toepassingssoftware valt niet binnen het afdrukgebied.
Oplossingen
Pas de marge-instelling van de toepassing aan, zodat deze binnen het afdrukgebied valt.
&“Afdrukgebied” op pagina 278
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Er staat een afdruktaak in de wachtrij.
Oplossingen
Annuleer gepauzeerde afdruktaken.
Tijdens het afdrukken is de computer handmatig in de Stand-by- of in de Slaapstand gezet.
Oplossingen
Zet de computer tijdens het afdrukken niet handmatig in de Stand-by- of Slaapstand. Als u de computer
opnieuw opstart, worden er mogelijk onleesbare pagina's afgedrukt.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
215
U gebruikt het printerstuurprogramma voor een andere printer.
Oplossingen
Controleer of het gebruikte printerstuurprogramma deze printer ondersteunt. Controleer de printer
boven in het venster van het printerstuurprogramma.
De afgedrukte afbeelding is omgekeerd
In de afdrukinstellingen is ingesteld dat de afbeelding horizontaal moet worden geplaatst.
Oplossingen
Hef de selectie van instellingen voor het spiegelen van aeeldingen op in het printerstuurprogramnma of
de toepassing.
Wi n d o w s
Hef de selectie op van Spiegel aeelding op het tabblad Meer opties van de het
printerstuurprogramma.
Mac OS
Hef de selectie op van Spiegel aeelding in het menu Printerinstellingen van het afdrukdialoog.
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken
Afbeeldingen of foto's met een lage resolutie zijn afgedrukt.
Oplossingen
Gebruik gegevens met een hoge resolutie als u aeeldingen of foto's afdrukt. Hoewel ze op het scherm
goed lijken, hebben aeeldingen op websites vaak een lage resolutie. Hierdoor kan de afdrukkwaliteit
afnemen.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
216
De kopieerkwaliteit is slecht
Er ontbreken kleuren, er is streepvorming of kopieën vertonen onverwachte
kleuren
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt.
Oplossingen
Voer een spuitkanaaltjescontrole uit om te controleren of de printkoppen verstopt zijn. Voer een
spuitkanaaltjescontrole uit en reinig dan de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt
zitten. Als u de printer langere tijd niet hebt gebruikt, kunnen de spuitkanaaltjes van de printkop
verstopt raken en worden inktdruppels mogelijk niet doorgelaten.
Als u hebt afgedrukt terwijl het inktniveau zo laag was dat dit in het venster van de tank niet meer te
zien was, vult u de inkttanks tot de bovenste markering en gebruikt u het hulpprogramma Krachtige
reiniging om de inkt in de inktbuisjes te vervangen. Nadat u het hulpprogramma hebt gebruikt, voert
u een spuitkanaaltjescontrole uit om te zien of de afdrukkwaliteit is verbeterd.
&“De printkop controleren en reinigen op pagina 124
&“Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 126
U hebt een kopie gemaakt in de conceptmodus.
Oplossingen
Wijzig de instellingen van de afdrukkwaliteit naar een andere dan de conceptmodus en druk opnieuw af.
Opmerking:
De conceptmodus is niet beschikbaar voor gebruikers in West-Europa.
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 2.5 cm
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kopieerkwaliteit is slecht
217
De instelling voor de papiersoort komt niet overeen met het geladen papier.
Oplossingen
Selecteer de geschikte papiersoortinstelling voor de papiersoort die in de printer is geladen.
&“Lijst met papiersoorten” op pagina 29
De afdrukkwaliteit is te laag ingesteld.
Oplossingen
Wanneer u afdrukt op gewoon papier, drukt u af met een hogere kwaliteitsinstelling.
Selecteer Hoog in Kwaliteit.
De printkop is niet goed uitgelijnd.
Oplossingen
Selecteer op het bedieningspaneel het menu Onderhoud > Printkop uitlijnen > Horizontale uitlijning
om de printkop uit te lijnen.
Onscherpe exemplaren, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De printkop is niet goed uitgelijnd.
Oplossingen
Selecteer op het bedieningspaneel het menu Onderhoud > Printkop uitlijnen > Vertic ale uitlijning om
de printkop uit te lijnen.
Er is niets afgedrukt op het papier
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kopieerkwaliteit is slecht
218
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt.
Oplossingen
Voer eerst de spuitkanaaltjescontrole uit en daarna Krachtige reiniging als de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zijn.
&“De printkop controleren en reinigen op pagina 124
&“Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 126
De afdrukinstellingen en het papierformaat in de printer verschillen.
Oplossingen
Pas de afdrukinstellingen aan het papierformaat in de printer aan. Laad papier dat overeenkomt met de
afdrukinstellingen, in de printer.
Er worden meerdere vellen papier tegelijkertijd ingevoerd in de printer.
Oplossingen
Raadpleeg de volgende informatie om te voorkomen dat meerdere vellen papier tegelijkertijd worden
ingevoerd in de printer.
&“Er worden meerdere vellen papier tegelijk uitgevoerd” op pagina 146
Papier vertoont vlekken of is bekrast
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Papier is onjuist geladen.
Oplossingen
Wanneer u horizontale streepvorming ziet (loodrecht op de afdrukrichting) of wanneer u vlekken krijgt
op de boven- of onderkant van het papier, laad het papier dan in de juiste richting en schuif de
zijgeleiders tegen het papier.
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
De papierbaan is vies.
Oplossingen
Wanneer u verticale streepvorming (horizontaal op de afdrukrichting) of vlekken op het papier ziet,
reinig dan de papierbaan.
&“Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 128
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kopieerkwaliteit is slecht
219
Het papier is omgekruld.
Oplossingen
Plaats het papier op een vlakke ondergrond om te controleren of het is omgekruld. Maak het plat indien
dit het geval is.
Kan niet kopiëren zonder marges
Randloos afdrukken is niet ingesteld in de afdrukinstellingen.
Oplossingen
Selecteer Kopiëren > Instellingen > Instellingen > Randloze kopie op het bedieningspaneel. Als u een
papiersoort selecteert waarvoor randloos afdrukken niet mogelijk is, kunt u randloos afdrukken niet
inschakelen. Selecteer een papiersoort waarvoor randloos afdrukken wordt ondersteund.
&“Papier voor randloos afdrukken” op pagina 255
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos kopiëren
Het uitstekende gebied wordt bijgesneden, omdat de afbeelding iets wordt vergroot.
Oplossingen
Selecteer een kleinere vergroting.
Selecteer op het bedieningspaneel Kopiëren > Instellingen > Instellingen > Randloze kopie >
Uitbreiding en wijzig de instelling.
Positie, formaat of marges van de kopieën zijn niet juist
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kopieerkwaliteit is slecht
220
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Het papier is onjuist geladen.
Oplossingen
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan.
&“Papier laden in de papierinvoer achterzijde” op pagina 30
Het papierformaat is verkeerd ingesteld.
Oplossingen
Selecteer de juiste instelling voor het papierformaat.
De originelen zijn niet goed geplaatst.
Oplossingen
Zorg ervoor dat het origineel juist is geplaatst tegen de uitlijnmarkeringen.
Als de rand van de gescande aeelding ontbreekt, verschui u het origineel wat weg van de rand van
de scanner. U kunt de strook van ongeveer 1,5 mm (0,06 inch) langs de rand van de scannerglasplaat
niet scannen.
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
Er ligt stof of vuil op de scannerglasplaat.
Oplossingen
Verwijder eventueel stof of vuil van de originelen wanneer u deze op de scannerglasplaat legt en reinig de
scannerglasplaat. Vlekken en stof op het glas kunnen in het kopieergedeelte worden opgenomen, wat een
verkeerde kopieerpositie of kleine aeelding tot gevolg kan hebben.
&“De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 128
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De papierbaan is vies.
Oplossingen
Laad en werp het papier uit zonder af te drukken om het papiertraject te reinigen.
&“Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 128
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kopieerkwaliteit is slecht
221
Er ligt stof of vuil op de originelen of de scannerglasplaat.
Oplossingen
Verwijder stot of vuil van de originelen en reinig de scannerglasplaat.
&“De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 128
Er ligt stof of vuil op de ADF of de originelen.
Oplossingen
Reinig de ADF en verwijder stof of vuil van de originelen.
&“De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken” op pagina 129
Er is te veel kracht uitgeoefend op het origineel.
Oplossingen
Als u te veel kracht uitoefent, kunnen wazige plekken, vlekken en puntjes optreden.
Oefen niet te veel kracht uit op het origineel of de documentkap.
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
De kopieerdichtheid is te hoog ingesteld.
Oplossingen
Verlaag de kopieerdichtheid.
&“Menuopties voor kopiëren” op pagina 78
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de
gekopieerde afbeelding
Als het origineel een gedrukt document is, zoals een tijdschrift of catalogus, verschijnt er
een moirépatroon.
Oplossingen
Wijzig de instelling voor verkleinen en vergroten. Als er een moirépatroon verschijnt, plaatst u het
origineel onder een iets andere hoek.
&“Menuopties voor kopiëren” op pagina 78
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kopieerkwaliteit is slecht
222
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde afbeelding
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Wanneer dunne originelen worden gescand, kunnen afbeelden op de achterkant ook
worden gescand.
Oplossingen
Plaats het origineel op d scannerglasplaat en leg er vervolgens een zwart vel papier overheen.
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
De kopieerdichtheid is te hoog ingesteld.
Oplossingen
Verlaag de kopieerdichtheid.
&“Menuopties voor kopiëren” op pagina 78
De tekst of afbeelding die met de ADF is gekopieerd, is samengedrukt of uitgerekt
Sommige originelen worden niet goed gescand met de ADF.
Oplossingen
Plaats originelen op de scannerglasplaat.
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kopieerkwaliteit is slecht
223
Problemen met gescande afbeeldingen
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken enzovoort bij scannen met de scannerglasplaat
Er ligt stof of vuil op de originelen of de scannerglasplaat.
Oplossingen
Verwijder stot of vuil van de originelen en reinig de scannerglasplaat.
&“De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 128
Er is te veel kracht uitgeoefend op het origineel.
Oplossingen
Als u te veel kracht uitoefent, kunnen wazige plekken, vlekken en puntjes optreden.
Oefen niet te veel kracht uit op het origineel of de documentkap.
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
Bij scannen vanaf de ADF ontstaan rechte lijnen
Er ligt stof of vuil op de ADF of de originelen.
Oplossingen
Reinig de ADF en verwijder stof of vuil van de originelen.
&“De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken” op pagina 129
De achtergrond van gescande afbeeldingen vertoont een verschuiving
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Problemen met gescande afbeeldinge
224
Wanneer dunne originelen worden gescand, kunnen afbeelden op de achterkant ook
worden gescand.
Oplossingen
Wanneer u vanaf de scannerglasplaat scant, leg dan een vel zwart papier of een bureaulegger op het
origineel.
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
Kan het gecorrigeerde gebied niet scannen op de scannerglasplaat
De originelen zijn niet goed geplaatst.
Oplossingen
Zorg ervoor dat het origineel juist is geplaatst tegen de uitlijnmarkeringen.
Als de rand van de gescande aeelding ontbreekt, verschui u het origineel wat weg van de rand van
de scanner. U kunt de strook van ongeveer 1,5 mm (0,06 inch) langs de rand van de scannerglasplaat
niet scannen.
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
Er ligt stof of vuil op de scannerglasplaat.
Oplossingen
Verwijder stof of vuil van de scannerglasplaat en de documentkap. Als er afval of vuil rond het origineel
aanwezig is, wordt het scanbereik uitgebreid om dit op te nemen.
&“De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 128
Wanneer u meerdere originelen scant met behulp van Epson ScanSmart, is er niet genoeg
ruimte tussen de originelen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere originelen op de scannerglasplaat plaatst, houd dan een ruimte van ten minste 20
mm (0,8 inch) aan tussen de originelen.
Problemen in gescande afbeelding kunnen niet worden opgelost
Controleer het volgende. Als u alle oplossingen hebt geprobeerd en het probleem niet is opgelost.
Er zijn problemen met de instellingen van de scansoftware.
Oplossingen
Gebruik Epson Scan 2 Utility om de instellingen voor de scannersoware te initialiseren.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Problemen met gescande afbeeldinge
225
Opmerking:
Epson Scan 2 Utility is een toepassing die met de scannersoware wordt meegeleverd.
1. Start Epson Scan 2 Utility.
Wi n d o ws 1 0
Klik op de startknop en selecteer vervolgens EPSON > Epson Scan 2 Utility.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven
pictogram.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Alle programma's of Programma's > EPSON >
Epson Scan 2 > Epson Scan 2 Utility.
Mac OS
Selecteer Ga > Toepassingen > Epson Soware > Epson Scan 2 Utility.
2. Selecteer de tab Andere.
3. Klik op Reset.
Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, verwijdert u de scannersoware en installeert u deze
opnieuw.
&“Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen” op pagina 134
De tekst of afbeelding die met de ADF is gescand, is samengedrukt of
uitgerekt
Sommige originelen worden niet goed gescand met de ADF.
Plaats originelen op de scannerglasplaat.
Gerelateerde informatie
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Problemen met gescande afbeeldinge
226
De kwaliteit van het verzonden faxbericht is slecht
De kwaliteit van het verzonden faxbericht is slecht
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er ligt stof of vuil op de originelen of de scannerglasplaat.
Oplossingen
Verwijder stot of vuil van de originelen en reinig de scannerglasplaat.
&“De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 128
Er is te veel kracht uitgeoefend op het origineel.
Oplossingen
Als u te veel kracht uitoefent, kunnen wazige plekken, vlekken en puntjes optreden.
Oefen niet te veel kracht uit op het origineel of de documentkap.
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
Bij het verzenden van faxberichten via de ADF ontstaan rechte lijnen
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er ligt stof of vuil op de ADF of de originelen.
Oplossingen
Reinig de ADF en verwijder stof of vuil van de originelen.
&“De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken” op pagina 129
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kwaliteit van het verzonden faxberi
c
227
De beeldkwaliteit van het verzonden faxbericht is slecht
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De resolutie is te laag ingesteld.
Oplossingen
Als u niet bekend bent met de prestaties van het faxapparaat van de afzender, stelt u het volgende in
voordat u een faxbericht verzendt.
Selecteer Fax > Faxinstellingen en stel Resolutie in op de hoogste kwaliteit.
Selecteer Fax > Faxinstellingen en schakel vervolgens Direct verzenden in.
Als u Resolutie instelt op Foto en u het faxbericht vervolgens verzendt zonder Direct verzenden in te
schakelen, wordt het faxbericht op een lagere resolutie verzonden.
De ECM-instelling is uitgeschakeld.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen en schakel de instelling ECM op het
bedieningspaneel van de printer in.. Hierdoor worden fouten die optreden vanwege
verbindingsproblemen mogelijk opgelost. Het kan zijn dat faxberichten minder snel worden verzonden
en ontvangen dan wanneer ECM is uitgeschakeld.
De achterkant van het origineel schijnt door in het verzonden faxbericht
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Wanneer dunne originelen worden gescand, kunnen afbeelden op de achterkant ook
worden gescand.
Oplossingen
Plaats het origineel op d scannerglasplaat en leg er vervolgens een zwart vel papier overheen.
&“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 37
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kwaliteit van het verzonden faxberi
c
228
De dichtheidsinstelling is hoog bij het verzenden van faxberichten.
Oplossingen
Selecteer Fax > Faxinstellingen > Scaninstellingen > Dichtheid en verlaag de instelling.
Het ontvangen faxbericht is van slechte kwaliteit
De beeldkwaliteit van ontvangen faxberichten is slecht
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De ECM-instelling is uitgeschakeld.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen en schakel de instelling ECM op het
bedieningspaneel van de printer in.. Hierdoor worden fouten die optreden vanwege
verbindingsproblemen mogelijk opgelost. Het kan zijn dat faxberichten minder snel worden verzonden
en ontvangen dan wanneer ECM is uitgeschakeld.
De beeldkwaliteit is laag ingesteld op het faxapparaat van de afzender.
Oplossingen
Vraag de afzender faxberichten in een hogere kwaliteit te verzenden.
Kan het probleem niet oplossen
Als het probleem niet is opgelost nadat u alle bovenstaande oplossingen hebt geprobeerd, neem dan contact op met
de ondersteuning van Epson.
Zie de volgende gerelateerde informatie als problemen met afdrukken of kopiëren niet kunnen worden opgelost.
Gerelateerde informatie
&“Problemen met afdrukken of kopiëren kunnen niet worden opgelost” op pagina 229
Problemen met afdrukken of kopiëren kunnen niet worden
opgelost
Probeer het probleem op te lossen met onderstaande oplossingen. Begin bij de eerste en loop ze vervolgens in
volgorde af tot het probleem is opgelost.
Problemen oplossen
>
Kan het probleem niet oplossen
>
Problemen met afdrukken of kopiëren kunnen niet word
e
229
Zorg ervoor dat de papiersoort die in de printer is geladen en de papiersoort die op de printer is ingesteld
overeenkomen met de papiersoortinstellingen van het printerstuurprogramma.
“Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort” op pagina 28
Gebruik een hogere kwaliteitsinstelling op het bedieningspaneel of in het printerstuurprogramma.
Als u wilt controleren hoeveel inkt u nog hebt, kunt u zelf kijken hoeveel inkt er nog in de inkttank van de
printer zit. Vul de inkttanks bij als de inktniveaus zich onder de onderste lijn bevinden.
Lijn de printkop uit.
“De printkop uitlijnen” op pagina 128
Voer een spuitkanaaltjescontrole uit om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkoppen verstopt zijn.
Als het spuitkanaaltjespatroon wordt onderbroken, zijn de spuitkanaaltjes mogelijk verstopt. Voer de
printkopreiniging en de spuitkanaaltjescontrole om afwisselend 3 keer uit en controleer of de verstopping is
verholpen.
Bij de printkopreiniging wordt wat inkt gebruikt.
“De printkop controleren en reinigen” op pagina 124
Schakel de printer uit, wacht ten minste 12 uur en controleer vervolgens of de verstopping is verholpen.
Als het probleem inderdaad een verstopping was, kunt u het probleem mogelijk oplossen door een tijdje niet af
te drukken.
U kunt het volgende controleren terwijl de printer is uitgeschakeld.
Controleer of u originele Epson-inktessen gebruikt.
Gebruik bij voorkeur originele Epson-inktessen. Wanneer u niet-originele inktessen gebruikt, kan de
afdrukkwaliteit afnemen.
Controleer of er geen papierresten in de printer zijn achtergebleven.
Wanneer u papier verwijdert, raak de doorschijnende folie dan niet met uw handen of het papier aan.
Controleer het papier.
Controleer of het papier is omgekruld of met de afdrukzijde naar boven is geladen.
“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 28
“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
“Niet-beschikbare papiersoorten” op pagina 255
Als de afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd nadat u de printer hebt uitgeschakeld en ten minste 12 uur
hebt gewacht, voert u Krachtige reiniging uit.
“Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 126
Als u het probleem niet kunt oplossen met bovenstaande oplossingen, moet u wellicht een reparatie aanvragen.
Neem contact op met de klantenservice van Epson.
Gerelateerde informatie
&“Voordat u contact opneemt met Epson” op pagina 290
&“Contact opnemen met de klantenservice van Epson” op pagina 290
Problemen oplossen
>
Kan het probleem niet oplossen
>
Problemen met afdrukken of kopiëren kunnen niet word
e
230
De computer of apparaten toevoegen
of vervangen
Verbinden met een printer die met het netwerk is verbonden..................232
De netwerkverbinding opnieuw instellen................................233
Een smart device rechtstreeks verbinden met een printer (Wi-Fi Direct)..........239
De status van de netwerkverbinding controleren...........................243
Verbinden met een printer die met het netwerk is
verbonden
Wanneer de printer al is verbonden met een netwerk, kunt u een computer of een smart device via het netwerk met
de printer verbinden.
De printer gebruiken vanaf een tweede computer
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U
kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De printer selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven. Selecteer de naam van de printer
waarmee u verbinding wilt maken en klik vervolgens op Volgende.
Volg de instructies op het scherm.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
Verbinden met een printer die met het netwe
232
Een netwerkprinter gebruiken vanaf een smart device
U kunt een smart device op een van de volgende manieren met de printer verbinden.
Verbinden via een draadloze router
Verbind het smart device met hetzelfde wi-netwerk (SSID) als de printer.
Zie hierna voor meer informatie.
“Instellingen voor verbinding met het smart device congureren” op pagina 233
Verbinden via Wi-Fi Direct
Verbind het smart device rechtstreeks met de printer zonder draadloze router.
Zie hierna voor meer informatie.
“Een smart device rechtstreeks verbinden met een printer (Wi-Fi Direct)” op pagina 239
De netwerkverbinding opnieuw instellen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de instellingen voor de netwerkverbinding kunt congureren en de
verbindingsmethode kunt wijzigen bij vervanging van de draadloze router of de computer.
Vervanging van de draadloze router
Wanneer u de draadloze router vervangt, moet u de verbinding tussen de computer of het smart device en de
printer instellen.
U moet deze instellingen congureren als u bijvoorbeeld van internetprovider verandert.
Instellingen voor verbinding met de computer congureren
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U
kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
Instellingen voor verbinding met het smart device congureren
U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde wi-netwerk
(SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in op de volgende
website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
233
Vervanging van de computer
Wanneer u de computer vervangt, moet u de verbinding tussen de computer en de printer instellen.
Instellingen voor verbinding met de computer congureren
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U
kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
Volg de instructies op het scherm.
De methode voor verbinding met de computer wijzigen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de verbindingsmethode kunt wijzigen wanneer de computer en de printer zijn
verbonden.
De netwerkverbinding wijzigen van ethernet in wi
Wijzig de ethernetverbinding via het bedieningspaneel van de printer in een wi-verbinding. De methode voor
wijziging van de verbinding is in feite dezelfde als die voor het instellen van een wi-verbinding.
Gerelateerde informatie
&“Wi-instellingen congureren via het bedieningspaneel” op pagina 236
De netwerkverbinding wijzigen van wi in ethernet
Volg de onderstaande stappen om op het bedieningspaneel de netwerkverbinding te wijzigen van Wi-Fi naar
ethernet.
1. Verbind de printer met een router met behulp van een ethernet-kabel.
2. Schakel Wi-Fi uit op het bedieningspaneel van de printer.
Een USB-verbinding wijzigen in een netwerkverbinding
Gebruik het installatieprogramma en stel de installatie in met een andere verbindingsmethode.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
234
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethode wijzigen selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven.
Selecteer de netwerkverbinding die u wilt gebruiken (Verbinden via draadloos netwerk (Wi-Fi) of Verbinden via
vaste LAN-verbinding (ethernet)) en klik op Volgende.
Opmerking:
Welke verbindingsmethode wordt weergegeven, is aankelijk van het model.
Volg de instructies op het scherm.
Energie-eciënt ethernet inschakelen
Het energie-eciënte ethernet voor de printer is in overeenstemming met IEEE 802.3az.
Wanneer u deze functie gebruikt, moet u IEEE 802.3az voor de printer inschakelen. Alle apparaten die zijn
aangesloten op het netwerk moeten deze functie ondersteunen.
1. Open "Web Cong".
“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 263
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
235
2. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Vast netwerk.
4. Selecteer Aan voor IEEE 802.3az.
5. Klik op Volgende.
6. Klik op OK.
Wi-instellingen congureren via het bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen congureren.
Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor de draadloze router, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de
instellingen handmatig congureren.
Als de draadloze router WPS ondersteunt, kunt u de instellingen congureren met drukknopinstellingen.
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.).
Gerelateerde informatie
&“Wi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren” op pagina 236
&“Wi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)” op pagina 237
&“Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 238
Wi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren
U kunt wi-netwerk instellen door op het bedieningspaneel van de printer de gegevens in te voeren die benodigd
zijn voor het maken van een verbinding met een draadloze router. Als u op deze wijze de instellingen wilt
congureren, hebt u de SSID en het wachtwoord van de draadloze router nodig.
Opmerking:
Als u een draadloze router met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label
vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met degene die de draadloze router hee
ingesteld of raadpleeg de documentatie van de draadloze router.
1. Selecteer Wi - Fi i n st el l e n op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
236
2. Selecteer Wi - Fi ( a a n b e vo l e n) .
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Selecteer Wizard Wi-Fi instellen.
5. Selecteer de SSID voor de draadloze router op het bedieningspaneel van de printer en druk op de knop OK.
Opmerking:
Als de SSID waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer,
drukt u op de knop om de lijst te vernieuwen. Als deze nog steeds niet wordt weergegeven, selecteert u Andere
SSID's en voert u de SSID rechtstreeks in.
Als u de SSID niet kent, controleert u of de informatie op het label van de draadloze router is vermeld. Als u de
draadloze router met de standaardinstellingen wilt gebruiken, gebruikt u de SSID die op het label is vermeld.
6. Voer het wachtwoord in.
Selecteer of u al dan niet een netwerkverbindingsrapport wilt afdrukken na het voltooien van de instellingen.
Opmerking:
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
Als u de netwerknaam (SSID) niet kent, controleert u of de informatie op het label van de draadloze router is
vermeld. Als u de draadloze router met de standaardinstellingen wilt gebruiken, gebruikt u de SSID die op het label
is vermeld. Als u geen gegevens kunt vinden, raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is
meegeleverd.
7. Als u klaar bent met het instellen, drukt u op de knop OK.
Opmerking:
Als u geen verbinding kunt maken, laadt u papier en drukt u vervolgens op de knop om een
netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Gerelateerde informatie
&“Tekens invoeren” op pagina 25
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 243
Wi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op de draadloze router te drukken. Als aan de
volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
De draadloze router is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op de draadloze router te drukken.
1. Selecteer Wi - Fi i n st el l e n op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi ( a a n b e vo l e n) .
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
237
4. Selecteer Drukknopinstelling (WPS).
5. Houd de [WPS]-knop ingedrukt op de draadloze router tot het beveiligingslampje knippert.
Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als de draadloze router geen knoppen hee, raadpleeg dan de
documentatie van de draadloze router voor meer informatie.
6. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer. Volg de instructies op het scherm die worden
weergegeven.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet deze dichter bij de printer en probeer het nog een
keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 243
Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)
U kunt automatisch verbinding maken met een draadloze router door gebruik te maken van een pincode. U kunt
deze methode gebruiken als uw draadloze router WPS (Wi-Fi beschermde installatie) ondersteunt. Gebruik een
computer om een pincode in te voeren in de draadloze router.
1. Selecteer Wi - Fi i n st el l e n op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi ( a a n b e vo l e n) .
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Selecteer Overige.
5. Selecteer PIN-code (WPS).
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
238
6. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven in te voeren in de draadloze router. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van de draadloze router voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
7. Druk op de printer op de knop OK.
Het instellen is voltooid wanneer dit wordt gemeld in een bericht.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet hem dichter bij de printer en probeer het nog een
keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 243
Een smart device rechtstreeks verbinden met een
printer (Wi-Fi Direct)
Met Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) kunt u een smart device rechtstreeks zonder draadloze router op de
printer aansluiten en vanaf het smart device afdrukken.
Over Wi-Fi Direct
Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het
smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als draadloze router en
kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een gewone draadloze router nodig hebt.
Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de
printer.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi of ethernet en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u
echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee
via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
Een smart device rechtstreeks verbinden met
239
Apparaten verbinden met Wi-Fi Direct
Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met smart devices.
Opmerking:
Voor iOS- en Android-gebruikers is dit eenvoudig in te stellen via Epson Smart Panel.
U hoe deze instellingen slechts een keer te congureren voor de printer die en het smart device dat u met elkaar wilt
verbinden. U hoe deze instellingen niet opnieuw te congureren, tenzij u Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard
netwerkinstellingen herstelt.
1. Selecteer Wi - Fi i n st el l e n op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi D i re c t .
3. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
4. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
5. Druk op
l
.
6. Selecteer Andere OS-apparaten.
7. Scroll het scherm met de knop
d
en controleer de verbindingsgegevens voor Wi-Fi Direct.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
Een smart device rechtstreeks verbinden met
240
8. Selecteer op het Wi-Fi-scherm van het smart device de SSID die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven en voer vervolgens het wachtwoord in.
9. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
10. Kies op het scherm van de afdrukapp voor smart-apparaat, voor de printer waarmee u verbinding wilt maken.
Selecteer voor smart devices die eerder met de printer verbonden zijn geweest de netwerknaam (SSID) op het wi-
scherm van het smart device en maak opnieuw verbinding.
Opmerking:
Als u een iOS-apparaat gebruikt, kunt u ook verbinding maken door de QR-code te scannen met de standaard iOS-camera.
Klik op de koppeling http://epson.sn voor meer informatie.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
Een smart device rechtstreeks verbinden met
241
De verbinding met Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
verbreken
Er zijn twee methoden beschikbaar om een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) uit te schakelen. U
kunt alle verbindingen uitschakelen via het bedieningspaneel van de printer of u schakelt alle verbindingen uit via
de computer of het smart device. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u alle verbindingen kunt uitschakelen.
c
Belangrijk:
Wanneer de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) wordt uitgeschakeld, wordt de verbinding voor alle
computers en smart devices die met de printer zijn verbonden in Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
verbroken.
Opmerking:
Als u de verbinding met een speciek apparaat wilt verbreken, doe dit dan op het apparaat in kwestie en niet op de printer.
Gebruik een van de volgende methoden om de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) met het apparaat te
verbreken.
Verbreek de wi-verbinding met de netwerknaam van de printer (SSID).
Maak verbinding met een andere netwerknaam (SSID).
1. Selecteer Wi - Fi i n st el l e n op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi D i re c t .
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Druk op de knop OK om door te gaan.
5. Druk op de knop om het scherm Instellingen weer te geven.
6. Selecteer Wi - Fi D i re c t u it s ch ..
7. Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop OK.
De instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
wijzigen, zoals de SSID
Wanneer een Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)-verbinding is ingeschakeld, kunt u de instellingen van Wi-Fi
Direct, zoals de netwerknaam en het wachtwoord wijzigen.
1. Selecteer Wi - Fi i n st el l e n op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi D i re c t .
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
Een smart device rechtstreeks verbinden met
242
4. Druk op de knop OK om door te gaan.
5. Druk op de knop om het scherm Instellingen weer te geven.
6. Selecteer het menu-item dat u wilt wijzigen.
U kunt de volgende menu-items selecteren.
Netwerknaam wijzigen
Wijzig de netwerknaam (SSID) voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) voor het maken van
verbinding met de printer in een naam naar keuze. U kunt de netwerknaam (SSID) instellen in ASCII-
tekens die zijn weergegeven op het sowaretoetsenbord van het bedieningspaneel.
Wanneer u de netwerknaam (SSID) wijzigt, wordt de verbinding met alle verbonden apparaten verbroken.
Gebruik de nieuwe netwerknaam (SSID) als u opnieuw verbinding wilt maken met het apparaat.
Wachtwoord wijzigen
Wijzig het wachtwoord voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) voor het maken van verbinding met de
printer in een waarde naar keuze. U kunt het wachtwoord instellen in ASCII-tekens die zijn weergegeven
op het sowaretoetsenbord van het bedieningspaneel.
Wanneer u het wachtwoord wijzigt, wordt de verbinding met alle verbonden apparaten verbroken. Gebruik
het nieuwe wachtwoord als u opnieuw verbinding wilt maken met het apparaat.
Wi - Fi D i r e c t u i t s c h.
Schakel de instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) van de printer uit. Wanneer u deze
optie uitschakelt, wordt de verbinding verbroken van alle apparaten die via Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt) met de printer zijn verbonden.
Standaardinst. herstellen
Herstel alle instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) naar de standaardwaarden.
De op de printer opgeslagen verbindingsinformatie voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) van het
smart device wordt verwijderd.
7. Volg de instructies op het scherm.
De status van de netwerkverbinding controleren
U kunt de netwerkstatus als volgt controleren.
Gerelateerde informatie
&“De netwerkverbindingsstatus controleren op het bedieningspaneel” op pagina 243
&“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 244
De netwerkverbindingsstatus controleren op het bedieningspaneel
U kunt de status van de netwerkverbinding controleren aan de hand van het netwerkpictogram of de
netwerkinformatie op het bedieningspaneel van de printer.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
243
De netwerkverbindingsstatus controleren met het netwerkpictogram
U kunt de status van de netwerkverbinding en kracht van het radiosignaal controleren aan de hand van het
netwerkpictogram op het startscherm van de printer.
Gerelateerde informatie
&“Uitleg bij het netwerkpictogram” op pagina 25
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken
U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en de draadloze router te
controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole.
De verbindingscontrole wordt gestart.
4. Druk op de knop
x
.
5. Volg de instructies op het scherm van de printer om het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte
oplossingen.
6. Druk op de knop OK.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
244
Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
b. Berichten over de netwerkomgeving
Gerelateerde informatie
&“E-1” op pagina 246
&“E-2, E-3, E-7” op pagina 246
&“E-5” op pagina 247
&“E-6” op pagina 247
&“E-8” op pagina 247
&“E-9” op pagina 248
&“E-10” op pagina 248
&“E-11” op pagina 248
&“E-12” op pagina 249
&“E-13” op pagina 249
&“Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 250
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
245
E-1
Oplossingen:
Controleer of de ethernetkabel op de printer en op een hub of een ander netwerkapparaat is aangesloten.
Controleer of de hub of het andere netwerkapparaat is ingeschakeld.
Als u de printer via Wi-Fi wilt aansluiten, congureert u de Wi-Fi-instellingen voor de printer opnieuw,
aangezien deze zijn uitgeschakeld.
E-2, E-3, E-7
Oplossingen:
Controleer of uw draadloze router is ingeschakeld.
Controleer of uw computer of apparaat correct is aangesloten op de draadloze router.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Plaats de printer dichter bij uw draadloze router en verwijder alle eventuele obstakels ertussen.
Als u de SSID handmatig hebt ingevoerd, moet u controleren of deze correct is. Controleer de SSID op het
gedeelte Netwerkstatus op het netwerkverbindingsrapport.
Als een draadloze router meerdere SSIDs hee, selecteert u de SSID die wordt weergegeven. Wanneer de SSID
een niet-compatibele frequentie gebruikt, toont de printer deze niet.
Als u een drukknopinstelling gebruikt voor het tot stand brengen van een netwerkverbinding, moet u
controleren of uw draadloze router WPS ondersteunt. U kunt de drukknopinstelling niet gebruiken als uw
draadloze router WPS niet ondersteunt.
Controleer of uw SSID alleen ASCII-tekens (alfanumerieke tekens en symbolen) gebruikt. De printer kan geen
SSID die niet-ASCII-tekens bevat, weergeven.
Zorg dat u uw SSID en wachtwoord kent voordat u verbinding maakt met de draadloze router. Als u een
draadloze router gebruikt met de standaardinstellingen, bevinden de SSID en het wachtwoord zich op het label
op de draadloze router. Als u uw SSID en het wachtwoord niet kent, neemt u contact op met de persoon die de
draadloze routers hee ingesteld of raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is geleverd.
Als u wilt verbinden met een SSID die is gegenereerd met behulp van de tethering-functie van een smart device,
controleert u de SSID en het wachtwoord in de documentatie die bij het smart device is geleverd.
Als uw wi-verbinding plots wordt verbroken, controleert u de onderstaande voorwaarden. Als een of meer van
deze voorwaarden van toepassing zijn, stelt u uw netwerkinstellingen opnieuw in door de soware van de
volgende website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
Er is een ander smart device toegevoegd aan het netwerk met behulp van de drukknopinstelling.
Het wi-netwerk is ingesteld met een andere methode dan de drukknopinstelling.
Gerelateerde informatie
&“Instellingen voor verbinding met de computer congureren” op pagina 234
&“Wi-instellingen congureren via het bedieningspaneel” op pagina 236
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
246
E-5
Oplossingen:
Controleer of het beveiligingstype van de draadloze router op een van de volgende opties is ingesteld. Als dat niet
het geval is, wijzigt u het beveiligingstype van d draadloze router en stelt u de netwerkinstellingen van de printer
opnieuw in.
WEP 64-bits (40-bits)
WEP 128-bits (104-bits)
WPA PSK (TKIP/AES)
*
WPA2 PSK (TKIP/AES)
*
WPA (TKIP/AES)
WPA2 (TKIP/AES)
WPA3-SAE (AES)
* WPA PSK is ook bekend als WPA Personal. WPA2 PSK is ook bekend als WPA2 Personal.
E-6
Oplossingen:
Controleer of MAC-adreslter is uitgeschakeld. Als dit is ingeschakeld, registreert u het MAC-adres van de
printer zodat het niet wordt gelterd. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd voor
details. U kunt het MAC-adres van de printer controleren onder het gedeelte Netwerkstatus in het
netwerkverbindingsrapport.
Als uw draadloze router gebruik maakt van gedeelde vericatie met WEP-beveiliging, moet u controleren of de
vericatiecode en index correct zijn.
Als het aantal te verbinden apparaten op de draadloze router kleiner is dan het aantal netwerkapparaten dat u
wilt verbinden, gee u de instellingen op de draadloze router op om het aantal te verbinden apparaten te
vermeerderen. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd om instellingen op te geven.
Gerelateerde informatie
&“Instellingen voor verbinding met de computer congureren” op pagina 234
E-8
Oplossingen:
Schakel DHCP in op de draadloze router als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Automatisch.
Als de instelling IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op handmatig, is het IP-adres dat u handmatig
instelt ongeldig omdat het buiten bereik is (bijvoorbeeld: 0.0.0.0). Stel een geldig IP-adres in via het
bedieningspaneel.
Gerelateerde informatie
&“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 250
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
247
E-9
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Apparaten worden ingeschakeld.
U kunt toegang krijgen tot internet en andere computer of netwerkapparaten op hetzelfde netwerk van de
apparaten die u met de printer wilt verbinden.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt
gecontroleerd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in. Stel dan uw
netwerkinstellingen opnieuw in door het installatieprogramma van de volgende website te downloaden en uit te
voeren.
http://epson.sn > Instellen
Gerelateerde informatie
&“Instellingen voor verbinding met de computer congureren” op pagina 234
E-10
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
Netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u IP-adres verkrijgen van de
printer hebt ingesteld op Handmatig.
Stel het netwerkadres opnieuw in als dit onjuist is. U kunt het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway
controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als DHCP is ingeschakeld, wijzigt u de instelling IP-adres verkrijgen van de printer in Automatisch. Als u het IP-
adres handmatig wilt instellen, controleert u het IP-adres van de printer in het gedeelte Netwerkstatus van het
netwerkverbindingsrapport en selecteert u vervolgens Handmatig in het scherm Netwerkinstellingen. Stel het
subnetmasker in op [255.255.255.0].
Als u hiermee nog steeds geen verbinding krijgt tussen de printer en de netwerkapparaten, schakelt u de draadloze
router uit. Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Gerelateerde informatie
&“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 250
E-11
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Het standaard gateway-adres is correct als u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig.
Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
248
Stel het juiste standaard gateway-adres in. U kunt het standaard gateway-adres controleren onder het gedeelte
Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
Gerelateerde informatie
&“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 250
E-12
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
De netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u ze handmatig invoert.
De netwerkadressen voor andere apparaten (subnetmasker en standaard gateway) zijn dezelfde.
Het IP-adres komt niet in conict met andere apparaten.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt
gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Geef de netwerkinstellingen opnieuw op met het installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende
website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
&“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 250
&“Instellingen voor verbinding met de computer congureren” op pagina 234
E-13
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Netwerkapparaten zoals een draadloze router, hub en router, zijn ingeschakeld.
De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven. (Als de TCP/IP-instelling van de
printer automatisch is ingesteld terwijl de TCP/IP-instelling voor andere netwerkapparaten handmatig wordt
uitgevoerd, kan het netwerk van de printer verschillen van het netwerk voor andere apparaten.)
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Denieer netwerkinstellingen op de computer die op hetzelfde netwerk als de printer zit met het
installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
249
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
&“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 250
&“Instellingen voor verbinding met de computer congureren” op pagina 234
Bericht over de netwerkomgeving
Bericht Oplossing
De Wi-Fi-omgeving moet worden
verbeterd. Schakel de draadloze router uit
en vervolgens weer in. Als de verbinding
niet verbetert, raadpleegt u de
documentatie voor de draadloze router.
Nadat u de printer dichter bij de draadloze router hebt geplaatst en eventuele
obstakels hebt verwijderd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht circa 10
seconden en schakel het toegangspunt weer in. Als de printer nog steeds
geen verbinding maakt, raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze
router is meegeleverd.
*Er kunnen niet meer apparaten
aangesloten worden. Verwijder een van de
apparaten als u een ander wilt toevoegen.
De computer en de smart-apparaten die tegelijkertijd kunnen worden
verbonden, worden volledig verbonden in de Wi-Fi Direct (eenvoudige AP)
verbinding. Om nog een computer of een ander smart device toe te voegen,
moet u eerst de verbinding van een van de verbonden apparaten verbreken
of een van de verbonden apparaten eerst aansluiten op een ander netwerk.
U kunt het aantal draadloze apparaten die tegelijkertijd kunnen worden
aangesloten en het aantal verbonden apparaten bevestigen door het
netwerkstatusvel of het bedieningspaneel van de printer te controleren.
Dezelfde SSID als Wi-Fi Direct bestaat in de
omgeving. Wijzig de Wi-Fi Direct SSID als u
geen smartapparaat kunt verbinden met
de printer.
Ga op het bedieningspaneel van de printer naar het scherm Wi-Fi Direct en
selecteer het menu om de instelling te wijzigen. U kunt de netwerknaam
wijzigen die na DIRECT-XX- volgt. Voer tot 22 tekens in.
Een netwerkstatusvel afdrukken
U kunt de gedetailleerde netwerkinformatie afdrukken om deze te controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Statusblad afdrukken.
4. Druk op de knop
x
.
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
250
Het computernetwerk controleren (alleen Windows)
Met de opdrachtprompt kunt u de verbindingsstatus van de computer en het verbindingspad naar de printer
controleren. Hiermee kunt u de problemen oplossen.
ipcong-opdracht
Geef de verbindingsstatus weer van de netwerkinterface die momenteel door de computer wordt gebruikt.
Als u de instellingen vergelijkt met de werkelijke communicatie, kunt u controleren of de verbinding juist is.
Indien zich in hetzelfde netwerk meerdere DHCP-servers bevinden, kunt u onder andere het werkelijke adres
dat aan de computer is toegewezen en de DNS-server waarnaar wordt verwezen achterhalen.
Indeling: ipcong /all
Voorb eelden:
pathping-opdracht
U kunt de lijst met routers die via de doelhost worden geleid en de communicatieroutering bevestigen.
Indeling: pathping xxx.xxx.xxx.xxx
Voorbeelden: pathping 192.0.2.222
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
251
Productinformatie
Papiergegevens...................................................253
Informatie over verbruiksproducten....................................256
Soware-informatie............................................... 257
Overzicht instellingenmenu..........................................266
Productspecicaties................................................278
Regelgevingsinformatie.............................................286
Papiergegevens
Beschikbaar papier en capaciteiten
Origineel Epson-papier
Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruiken om afdrukken van hoge kwaliteit te krijgen.
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier verschilt per locatie. Neem contact op met Epson Support voor de recentste informatie
over beschikbaar papier in uw omgeving.
Zie de volgende informatie over beschikbare papiersoorten voor randloos en dubbelzijdig afdrukken.
“Papier voor randloos afdrukken” op pagina 255
“Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 255
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van documenten
Medianaam Formaat Laadcapaciteit
(vellen)
Epson Bright White Ink Jet Paper A4 Tot aan de lijn met het
driehoekje op de
zijgeleider.
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van documenten en foto's
Medianaam Formaat Laadcapaciteit
(vellen)
Epson Photo Quality Ink Jet Paper A4 80
Epson Double-sided Photo Quality Ink Jet Paper Letter, A4 80
Epson Matte Paper-Heavyweight A4 20
Epson Double-Sided Matte Paper A4 1
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van foto's
Medianaam Formaat Laadcapaciteit
(vellen)
Epson Ultra Glossy Photo Paper A4, 13×18 cm (5×7 inch), 10×15 cm (4×6
inch) 20
*
Epson Premium Glossy Photo Paper A4, 13×18 cm (5×7 inch), 16:9 breed
formaat (102×181 mm), 10×15 cm (4×6
inch)
20
*
Productinformatie
>
Papiergegevens
>
Beschikbaar papier en capaciteiten
253
Medianaam Formaat Laadcapaciteit
(vellen)
Epson Premium Semigloss Photo Paper A4, 13×18 cm (5×7 inch), 10×15 cm (4×6
inch) 20
*
Epson Photo Paper Glossy A4, 13×18 cm (5×7 inch), 10×15 cm (4×6
inch) 20
*
Epson Value Glossy Photo Paper A4, 10×15 cm (4×6 inch) 20
*
* Laad een pagina per keer als het papier niet goed geladen wordt of als de afdruk oneven kleuren of vlekken vertoond.
Diverse andere papiersoorten
Medianaam Formaat Laadcapaciteit
(vellen)
Epson Photo Quality Self Adhesive Sheets A4 1
Commercieel beschikbaar papier
Opmerking:
Zie de volgende informatie over beschikbare papiersoorten voor randloos en dubbelzijdig afdrukken.
“Papier voor randloos afdrukken” op pagina 255
“Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 255
Gewoon papier
Gewoon papier omvat kopieerpapier.
Formaat Laadcapaciteit (vellen)
Letter, A4, B5, A5, A6, B6, 16K (195×270 mm) Tot aan de lijn met het driehoekje op de
zijgeleider.
*1
Legal, 8,5×13 inch, Indian-Legal 1
Gebruikergedenieerd
*2
(mm)
54×86 tot 215,9×1200
1
*1 Laad een pagina per keer als het papier niet goed geladen wordt of als de afdruk oneven kleuren of vlekken vertoond.
*2 Alleen afdrukken vanaf een computer is beschikbaar.
Envelop
Formaat Laadcapaciteit (enveloppen)
Envelop #10, Envelop DL, Envelop C6 10
Productinformatie
>
Papiergegevens
>
Beschikbaar papier en capaciteiten
254
Papier voor randloos afdrukken
Origineel Epson-papier
Epson Ultra Glossy Photo Paper (10×15 cm (4×6 inch))
Epson Premium Glossy Photo Paper (10x15 cm (4 x 6 inch), 16:9 breed formaat (102 x 181 mm))
Epson Premium Semigloss Photo Paper (10×15 cm (4×6 inch))
Epson Photo Paper Glossy (10×15 cm (4×6 inch))
Epson Value Glossy Photo Paper (10×15 cm (4×6 inch))
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
Papier voor dubbelzijdig afdrukken
Origineel Epson-papier
Epson Bright White Ink Jet Paper
Epson Double-sided Photo Quality Ink Jet Paper
Epson Double-Sided Matte Paper
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
Commercieel beschikbaar papier
Gewoon papier, kopieerpapier
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 253
Niet-beschikbare papiersoorten
Gebruik het volgende papier niet. Het gebruik van deze papiersoorten kan papierstoringen of vlekken op de afdruk
veroorzaken.
Gegolfd papier
Gescheurd of afgeknipt papier
Gevouwen papier
Vochtig papier
Te dik of te dun p a pier
Papier waarop stickers zijn geplakt
Productinformatie
>
Papiergegevens
>
Niet-beschikbare papiersoorten
255
Gebruik de volgende enveloppen niet. Het gebruik van deze enveloppen kan papierstoringen of vlekken op de
afdruk veroorzaken.
Omgekrulde of gevouwen enveloppen
Enveloppen met zellevende oppervlakken of vensters
Te dunne enveloppen
Deze kunnen omkrullen tijdens het afdrukken.
Informatie over verbruiksproducten
Codes van de inktessen
Epson raadt het gebruik van originele Epson-inktessen aan.
Hierna volgen de codes van originele Epson-inktessen.
c
Belangrijk:
De Epson-garantie dekt geen schade die is veroorzaakt door andere inkt dan aanbevolen, met inbegrip van elke
originele inkt van Epson die niet ontworpen is voor deze printer en van elke inkt van derden.
Het gebruik van andere, niet door Epson gemaakte producten kan leiden tot schade die niet onder de garantie
van Epson valt. Bovendien kan het gebruik van dergelijke producten er in bepaalde omstandigheden toe leiden
dat de printer niet correct functioneert.
Opmerking:
Inktescodes kunnen variëren per locatie. Neem contact op met Epson Support voor de juiste codes in uw omgeving.
De inktessen kunnen gerecycled materiaal bevatten. Dit is niet van invloed op de functies of prestaties van de printer.
Specicaties en uiterlijk van de inktes zijn onderhevig aan wijziging en verbetering zonder voorafgaande kennisgeving.
Voor Europa
Product BK: Black (Zwart) C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
ET-4800 Series/
ET-2820 Series
104 104 104 104
L5290 Series/L3260
Series
103 103 103 103
Opmerking:
Ga voor informatie over de capaciteit van de inktessen van Epson naar de volgende website.
http://www.epson.eu/pageyield
For Australia and New Zealand
BK: Black (Zwart) C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
522 522 522 522
Productinformatie
>
Informatie over verbruiksproducten
>
Codes van de inktessen
256
Voor Azië
BK: Black (Zwart) C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
003 003 003 003
Software-informatie
In dit deel maakt u kennis met de netwerkservices en sowareproducten die beschikbaar zijn voor uw printer via
de Epson-website.
Software voor afdrukken
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Windows-
printerstuurprogramma)
Het printerstuurprogramma bestuurt de printer op basis van de opdrachten van een toepassing. Door instellingen
op te geven in het printerstuurprogramma krijgt u het beste afdrukresultaat. Met het hulpprogramma voor het
printerstuurprogramma kunt u de status van de printer controleren en de printer in optimale conditie houden.
Opmerking:
U kunt de taal van het printerstuurprogramma naar wens instellen. Selecteer de gewenste taal bij Ta al op het tabblad
Hulpprogramma's.
Het printerstuurprogramma openen vanuit een toepassing
Als u instellingen wilt opgeven die alleen moeten gelden voor de toepassing waarmee u aan het werk bent, opent u
het printerstuurprogramma vanuit de toepassing in kwestie.
Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand. Selecteer uw printer en klik vervolgens op
Voorkeuren of Eigenschappen.
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Het printerstuurprogramma openen via het bedieningspaneel
Wilt u instellingen congureren voor alle toepassingen, dan kunt u dit via het bedieningspaneel doen.
Windows 10/Windows Server 2019/Windows Server 2016
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Windows-systeem > Conguratiescherm > Apparaten en
printers weergeven in Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd het
pictogram voor de printer ingedrukt en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware
en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd het pictogram voor de printer ingedrukt en
selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor afdrukken
257
Windows 7/Windows Server 2008 R2
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
Windows Vista/Windows Server 2008
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden. Klik met de
rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers en andere hardware > Printers en
faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Het printerstuurprogramma openen via het printerpictogram op de taakbalk
Het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad is een snelkoppeling waarmee u snel het
printerstuurprogramma kunt openen.
Als u op het printerpictogram klikt en Printerinstellingen selecteert, kunt u hetzelfde venster met
printerinstellingen openen als het venster dat u opent via het bedieningspaneel. Als u op dit pictogram dubbelklikt,
kunt u de status van de printer controleren.
Opmerking:
Als het printerpictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, open dan het venster van het printerstuurprogramma, klik
op Controlevoorkeursinstellingen op het tabblad Hulpprogramma's en selecteer vervolgens Snelkoppelingspictogram
registreren op taakbalk.
De toepassing starten
Open het venster van het printerstuurprogramma. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's.
Bedieningsinstellingen voor Windows-printerdriver congureren
U kunt instellingen congureren zoals het inschakelen van EPSON Status Monitor 3.
1. Open het venster van de printerdriver.
2. Klik op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's.
3. Congureer de gewenste instellingen en klik vervolgens op OK.
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen.
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor scannen vanaf een computer (Windows-printerstuurprogramma)” op pagina 257
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Mac OS-
printerstuurprogramma)
Het printerstuurprogramma bestuurt de printer op basis van de opdrachten van een toepassing. Door instellingen
op te geven in het printerstuurprogramma krijgt u het beste afdrukresultaat. Met het hulpprogramma voor het
printerstuurprogramma kunt u de status van de printer controleren en de printer in optimale conditie houden.
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor afdrukken
258
Het printerstuurprogramma openen vanuit een toepassing
Klik op Pagina-instelling of Afdrukken in het menu Bestand van uw toepassing. Klik indien nodig op Toon
details (of
d
) om het afdrukvenster te vergroten.
Opmerking:
Aankelijk van de toepassing die wordt gebruikt, wordt Pagina-instelling mogelijk niet weergegeven in het menu Bestand
en kunnen de bewerkingen voor het weergeven van het afdrukscherm verschillen. Zie de Help van de toepassing voor meer
informatie.
De toepassing starten
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open
Printerhulpprogramma.
Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS
Epson Printer Utility
U kunt een onderhoudsfunctie uitvoeren, zoals de spuitstukcontrole en printkopreiniging, en door EPSON Status
Monitor te starten kunt u de printerstatus en foutmeldingen raadplegen.
Het venster Bedieningsinstellingen openen voor het Mac OS-printerstuurprogramma
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of Stuurprogramma).
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor afdrukken
259
Toepassing voor snel en op een leuke manier afdrukken via een computer
(Epson Photo+)
Epson Photo+ is een toepassing waarmee u gemakkelijk aeeldingen met verschillende lay-outs kunt afdrukken.
U kunt ook beeldcorrectie uitvoeren en de positie aanpassen wanneer u de voorbeeldweergave van uw document
bekijkt. U kunt uw aeeldingen ook opvrolijken door test en stempels toe te voegen waar u maar wilt. Wanneer u
op legitiem Epson fotopapier afdrukt, worden de inktprestaties gemaximaliseerd voor een prachtige afwerking met
uitstekende kleuren.
Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Windows Server besturingssystemen worden niet ondersteund.
Het printerstuurprogramma moet zijn geïnstalleerd om deze applicatie te gebruiken.
Beginnen met Windows
Wi n do ws 1 0
Klik op de startknop en selecteer Epson Soware > Epson Photo+.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi n do ws 7 / Wi nd ow s Vist a /Wi nd ows XP
Klik op de startknop en selecteer Alle programma's of Programma's > Epson Soware > Epson Photo+.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Ga > Toepassingen > Epson Soware > Epson Photo+.
Gerelateerde informatie
&“Toepassingen afzonderlijk installeren” op pagina 134
Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-
apparaat (Epson Smart Panel)
Epson Smart Panel is een toepassing waarmee u printerbewerkingen gemakkelijk kunt uitvoeren, zoals afdrukken,
kopiëren of scannen vanaf een smart-apparaat of tablet. U kunt de printer en het smart-apparaat verbinden via een
draadloos netwerk, de inktniveaus en printerstatus controleren en controleren op oplossingen als er een fout
optreedt. U kunt ook gemakkelijk kopiëren door een kopieerfavoriet te registreren.
Epson Smart Panel zoeken en installeren vanaf App Store of Google Play.
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor afdrukken
260
Toepassing voor eenvoudig afdrukken via een Android-toepassing (Epson
Print Enabler)
Epson Print Enabler is een toepassing waarmee u documenten, e-mails, foto's en webpagina's rechtstreeks vanaf
uw Android-telefoon of -tablet (Android v4.4 of hoger) draadloos kunt afdrukken. Met enkele tikken laat u uw
Android-apparaat een Epson-printer detecteren die met hetzelfde draadloze netwerk is verbonden.
Installeer Epson Print Enabler via Google Play.
Software voor scannen
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Epson ScanSmart)
Met deze toepassing kunt u in enkele eenvoudige stappen documenten en foto's scannen en de gescande
aeeldingen vervolgens opslaan.
Raadpleeg de Help van Epson ScanSmart voor meer informatie over het gebruik van de functies.
Beginnen met Windows
Wi n do ws 1 0
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson ScanSmart.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi n do ws 7
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's > Epson Soware > Epson ScanSmart.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Epson ScanSmart.
Software voor faxen
Toepassing voor het congureren van faxbewerkingen en het verzenden van
faxberichten (FAX Utility)
FAX Utility is een toepassing waarmee u verscheidene instellingen kunt congureren voor het verzenden van
faxberichten via een computer. U kunt de contactpersonenlijst maken of bewerken voor het verzenden van
faxberichten, faxberichten in PDF op te slaan op de computer, etc. Zie de Help van de toepassing voor meer
informatie.
Opmerking:
Windows Server besturingssystemen worden niet ondersteund.
Zorg ervoor dat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd voordat u FAX Utility installeert.
Controleer of FAX Utility is geïnstalleerd. Zie “Beginnen met Windows” of “Beginnen met Mac OS” hieronder om te
controleren of de toepassing is geïnstalleerd.
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor faxen
261
Beginnen met Windows
Wi n do ws 1 0
Klik op de startknop en selecteer Epson Soware > FAX Utility.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi n do ws 7 / Wi nd ow s Vist a /Wi nd ows XP
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Alle programma's (of Programma's) > Epson Soware > FAX
Utility.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer (FAX). Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open
Printerhulpprogramma.
Gerelateerde informatie
&“Faxberichten verzenden via de printer” op pagina 104
&“Faxberichten ontvangen op een computer” op pagina 119
Toepassing voor het verzenden van faxberichten (PC-FAX-stuurprogramma)
PC-FAX is een toepassing waarmee u een bestand, dat in een andere toepassing is gemaakt, rechtstreeks vanaf uw
computer als faxbericht kunt verzenden. Het PC-FAX-stuurprogramma wordt samen met FAX Utility
geïnstalleerd. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Windows Server besturingssystemen worden niet ondersteund.
Controleer of het PC-FAX-stuurprogramam is geïnstalleerd. Raadpleeg “Openen vanuit Windows” of “Openen vanuit
Mac OS hieronder.
De werking varieert naargelang de toepassing die gebruikt werd om het document te creëren. Zie de Help van de
toepassing voor meer informatie.
Openen vanuit Windows
Selecteer in de toepassing Afdrukken of Printerinstelling in het menu Bestand. Selecteer uw printer (FAX) en
klik vervolgens op Voorkeuren of Eigenschappen.
Openen vanuit Mac OS
Selecteer in de toepassing Druk af in het menu Bestand. Selecteer uw printer (FAX) bij Printer en selecteer
Faxinstellingen of Instellingen geadresseerden in het venstermenu.
Gerelateerde informatie
&“Faxberichten verzenden via de printer” op pagina 104
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor faxen
262
Software voor het maken van pakketten
Application for Creating Driver Packages (EpsonNet SetupManager)
EpsonNet SetupManager is soware waarmee een pakket kan worden gemaakt voor eenvoudige printerinstallatie,
zoals het installeren van het printerstuurprogramma, het installeren van EPSON Status Monitor en het maken van
een printerpoort. Met deze soware kan de beheerder sowarepakketten op maat maken voor distributie naar de
betreende groepen.
Kijk voor meer informatie op de regionale Epson-website.
http://www.epson.com
Software voor instellingen
Toepassing voor het congureren van printerbewerkingen (Web Cong)
Web Cong is een toepassing die draait in een webbrowser, zoals Internet Explorer of Safari, op een computer of
smart device. U kunt de printerstatus controleren of de netwerkservice en de printerinstellingen aanpassen.
Verbind de printer en de computer of het smart device met hetzelfde netwerk om Web Cong te gebruiken.
De volgende browsers worden ondersteund.
Microso Edge, Internet Explorer 8 of hoger, Firefox
*
, Chrome
*
, Safari
*
* Gebruik de laatste versie.
Opmerking:
Het oorspronkelijke Web Cong-beheerderswachtwoord is het serienummer van de printer. Controleer het serienummer op
het etiket op de printer.
Web Cong uitvoeren op een browser
1. Controleer het IP-adres van de printer.
Selecteer het netwerkpictogram op het startscherm van de printer en selecteer vervolgens de actieve
verbindingsmethode om het IP-adres van de printer te bevestigen.
Opmerking:
U kunt het IP-adres ook controleren door het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
2. Start een browser op een computer of smart device en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
Formaat:
IPv4: http://het IP-adres van de printer/
IPv6: http://[het IP-adres van de printer]/
Voorb eelden:
IPv4: http://192.168.100.201/
IPv6: http://[2001:db8::1000:1]/
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor instellingen
263
Opmerking:
Met een smart device kunt u Web Cong ook uitvoeren vanuit het productinformatiescherm van het Epson Smart
Panel.
Aangezien de printer een zelfondertekend certicaat gebruikt bij toegang tot HTTPS, wordt in de browser een
waarschuwing weergegeven wanneer u Web Cong start. Deze waarschuwing wijst niet op een probleem en
kan worden genegeerd.
Gerelateerde informatie
&“Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 250
Web Cong uitvoeren op Windows
Volg de onderstaande stappen om Web Cong uit te voeren als u een computer via WSD aansluit op de printer.
1. Open de printerlijst op de computer.
Win d ows 10
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Windows-systeem > Conguratiescherm > Apparaten en
printers weergeven in Hardware en geluiden.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden (of Hardware).
Win d ows 7
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden.
Win d ows Vis ta
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden.
2. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Eigenschappen.
3. Selecteer het tabblad Webse r vice en klik op de URL.
Aangezien de printer een zelfondertekend certicaat gebruikt bij toegang tot HTTPS, wordt in de browser een
waarschuwing weergegeven wanneer u Web Cong start. Deze waarschuwing wijst niet op een probleem en
kan worden genegeerd.
Web Cong uitvoeren op Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Toon webpagina printer.
Aangezien de printer een zelfondertekend certicaat gebruikt bij toegang tot HTTPS, wordt in de browser een
waarschuwing weergegeven wanneer u Web Cong start. Deze waarschuwing wijst niet op een probleem en
kan worden genegeerd.
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor instellingen
264
Toepassing voor conguratie van een apparaat in een netwerk (EpsonNet
Cong)
EpsonNet Cong is een toepassing waarmee u de netwerkinterface-adressen en -protocollen kunt congureren.
Zie de gebruikershandleiding voor EpsonNet Cong of de help van de toepassing voor meer informatie.
Beginnen met Windows
Windows 10/Windows Server 2019/Windows Server 2016
Klik op de startknop en selecteer vervolgens EpsonNet > EpsonNet Cong.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008/Windows Server 2003
R2/Windows Server 2003
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Alle programma's of Programma's > EpsonNet > EpsonNet
Cong SE > EpsonNet Cong.
Beginnen met Mac OS
Ga > Toepassingen > Epson Soware > EpsonNet > EpsonNet Cong SE > EpsonNet Cong.
Gerelateerde informatie
&“Toepassingen afzonderlijk installeren” op pagina 134
Software voor bijwerken
Toepassing voor het bijwerken van software en rmware (EPSON Software
Updater)
EPSON Soware Updater is een toepassing waarmee nieuwe soware wordt geïnstalleerd en rmware wordt
bijgewerkt via internet. Als u regelmatig wilt controleren of er updates beschikbaar zijn, kunt u de interval hiervoor
instellen in de instellingen voor automatische updates van EPSON Soware Updater.
Opmerking:
Windows Server besturingssystemen worden niet ondersteund.
Beginnen met Windows
Wi n do ws 1 0
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Epson Soware > EPSON Soware Updater.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi n do ws 7 / Wi nd ow s Vist a /Wi nd ows XP
Klik op de knop Start en selecteer Alle programma's (of Programma's) > Epson Soware > EPSON Soware
Updater.
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor bijwerken
265
Opmerking:
U kunt EPSON Soware Updater ook starten door te klikken op het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad en
vervolgens Soware-update te selecteren.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Ga > Toepassingen > Epson Soware > EPSON Soware Updater.
Gerelateerde informatie
&“Toepassingen afzonderlijk installeren” op pagina 134
Overzicht instellingenmenu
Selecteer in het startscherm van de printer Instel. om de verschillende instellingen te congureren.
Onderhoud
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Onderhoud
Spuitkan. contr.:
Selecteer deze functie om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn. De
printer drukt een spuitkanaaltjespatroon af.
Printkop reinigen:
Selecteer deze functie om verstopte spuitkanaaltjes in de printkop te reinigen.
Krachtige reiniging:
Selecteer deze functie om alle inkt in de inktbuisjes te vervangen. Hierbij wordt meer inkt gebruikt
dan bij normaal reinigen. Zie de “Gerelateerde informatie” hieronder voor meer informatie over deze
functie.
Printkop uitlijnen:
Selecteer deze functie om de printkop bij te stellen om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Verticale uitlijning
Selecteer deze functie als uw afdrukken wazig zijn of als tekst en lijnen niet goed zijn uitgelijnd.
Horizontale uitlijning
Selecteer deze functie als zich op uw afdrukken op regelmatige afstand horizontale strepen
bevinden.
Inkt bijvullen:
Selecteer deze functie om het inktniveau te resetten naar 100% wanneer de inkttank wordt gevuld.
Stel Inktniveau in:
Selecteer deze functie om het inktniveau in te stellen op de daadwerkelijk resterende hoeveelheid
inkt.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Onderhoud
266
Papiergeleider reinigen:
Selecteer deze functie als zich op de interne rollen inktvlekken bevinden. De printer voert papier in
om de interne rollen te reinigen.
Gerelateerde informatie
&“De printkop controleren en reinigen” op pagina 124
&“Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 126
&“De inkttanks bijvullen” op pagina 204
&“Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 128
Printerinstallatie
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Printerinstallatie
Voordat u de basisinstellingen gebruikt
In deze menugroep zijn de volgende items uitsluitend voor ET-4800 Series/L5290 Series.
Geluid
Datum/tijd instellen
Land/regio
Instellingen papierbron:
Papierinstelling:
Selecteer het formaat en type papier dat u in de papierbron hebt geplaatst.
Autom.wissel A4/Letter:
Selecteer Aan om papier te laden van de papierbron, ingesteld als A4-formaat, wanneer er
geen papierbron ingesteld is als Letter-formaat, of om papier te laden van de papierbron,
ingesteld als Letter-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als A4-formaat.
Foutmelding:
Selecteer Aan om foutberichten weer te geven wanneer het geselecteerde papierformaat of -
type niet overeenkomt met het papier dat is geladen.
Autom. weerg. pap inst.:
Selecteer Aan om het scherm Papierinstelling weer te geven wanneer u papier in de
papierbron laadt. Als u deze functie uitschakelt, kunt u niet afdrukken vanaf een iPhone of
iPad met AirPrint.
Geluid:
Pas het volume aan.
Dempen
Selecteer Aan om al het geluid te dempen.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Printerinstallatie
267
Normale modus
Selecteer het volume met Knop indrukken.
Stille modus
Selecteer het volume met Knop indrukken in Stille modus.
Stille modus:
Selecteer Aan om het geluid tijdens het afdrukken te verminderen. De afdruksnelheid kan hierdoor
worden verlaagd. Aankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de
afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Uitschakelingstimer:
Uw product hee mogelijk deze functie of de functie Uitschakelinst., aankelijk van de plaats van
aankoop.
Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een
vastgestelde periode niet wordt gebruikt. U kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer
wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid van het product. Denk aan
het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Uitschakelinst.:
Uw product hee mogelijk deze functie of de functie Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats
van aankoop.
Uitschakelen indien inactief
Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een
vastgestelde periode niet wordt gebruikt. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid
van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Uitschakelen indien losgekoppeld
Als u deze instelling selecteert, schakelt de printer na 30 minuten uit als alle poorten, inclusief de
LINE-poort, zijn losgekoppeld. Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van de regio.
Datum/tijd instellen:
Datum/tijd
Voer de actuele datum en tijd in.
Zomertijd
Selecteer de zomertijdinstelling van uw regio.
Tijdsverschil
Voer het tijdverschil in tussen uw plaatselijke tijd en de UTC (Coordinated Universal Time).
Land/regio:
Selecteer het land of de regio waarin u de printer gebruikt. Als u de instelling voor land/regio wijzigt,
worden de standaardinstellingen van de fax herstelt en moet u deze opnieuw selecteren.
Taal/Language:
Selecteer de taal van het lcd-scherm.
Toetsenbord
Wijzig de lay-out van het toetsenbord op het lcd-scherm.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Printerinstallatie
268
Slaaptimer:
Pas de tijdsduur aan voor het inschakelen van de slaapmodus (energiebesparingsmodus) wanneer de
printer geen bewerkingen uitvoert. Het LCD-scherm wordt zwart wanneer de ingestelde tijd is
verstreken.
PC-verbinding via USB:
Selecteer Insch. om de computer toegang te geven tot de printer wanneer deze via USB is verbonden.
Wannee r Uitschakelen wordt geselecteerd, worden afdruktaken en scantaken die niet via een
netwerkverbinding gaan beperkt.
Netwerkinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Netwerkinstellingen
Statusblad afdrukken:
Drukt een netwerkstatusblad af.
Wi-Fi instellen:
Congureer de instellingen voor de draadloze netwerkverbinding of wijzig deze. Kies uit de volgende
opties de gewenste verbindingsmethode en volg de instructies op het bedieningspaneel.
Wi-Fi (aanbevolen):
Wi z a r d Wi -Fi in s te ll en
Drukknop (WPS)
Overige
PIN-code (WPS)
Wi-Fi Autom. Verbind
Wi - Fi uit s c ha kel en
U kunt netwerkproblemen mogelijk oplossen door de wi-instellingen uit te schakelen of
opnieuw in te stellen. Selecteer Wi-Fi instellen > Wi-Fi (aanbevolen) > OK > Overige >
Wi - F i u it s c h a k e l en > OK.
Wi-Fi Direct:
iOS
Andere OS-apparaten
Bewerken
Netwerknaam wijzigen
Wachtwoord wijzigen
Wi - Fi Di r ec t u it sc h.
Herstel standaard instellingen
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Netwerkinstellingen
269
Verbindingscontrole:
Hiermee controleert u de huidige netwerkverbinding en drukt u een rapport af. Als er problemen zijn
met de verbinding, kunt u het rapport raadplegen om het probleem te verhelpen.
Gerelateerde informatie
&Wi-instellingen congureren via het bedieningspaneel” op pagina 236
&“Een smart device rechtstreeks verbinden met een printer (Wi-Fi Direct)” op pagina 239
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 243
Epson Connect- services
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Epson Connect- services
Registr./verwijderen:
Registreer of verwijder de printer bij of uit Epson Connect.
Zie de volgende portalwebsite voor gebruikershandleidingen.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Onderbreken/ hervatten:
Selecteer of u Epson Connect wilt onderbreken of hervatten.
E-mailadres:
Controleer het e-mailadres van de printer dat geregistreerd staat bij Epson Connect.
Status:
Controleer of de printer al dan niet geregistreerd en verbonden is met Epson Connect.
Contacten-beheer
Dit menu is alleen beschikbaar via ET-4800 Series/L5290 Series.
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Contacten-beheer
Geg. toev.:
Registreer de invoer die u wilt gebruiken voor faxen in contacten.
Groep toevoegen:
Registreer de invoer voor groepfaxen in contacten.
Bewerken:
Bewerk de invoer en groepen die in de contacten zijn geregistreerd.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Contacten-beheer
270
Wissen:
Verwijder de invoer of groep die geregistreerd is in contacten.
Contacten afdrukken:
Druk de invoerinformatie en groepsinformatie af voor de contacten in de lijst.
Faxinstellingen
De faxfunctie is alleen beschikbaar voor de ET-4800 Series/L5290 Series.
Gerelateerde informatie
&“Fax-aansl. controleren” op pagina 271
&“Wizard faxinstelling” op pagina 271
&“Menu Basisinstellingen” op pagina 271
&“Menu Ontvangstinst.” op pagina 273
&“Menu Rapportinstellingen” op pagina 275
&“Menu Veiligheidsinstel.” op pagina 275
&“Menu Standaardinst. gebr.” op pagina 276
Fax-aansl. controleren
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer:
Instel. > Faxinstellingen > Fax-aansl. controleren
Selecteer Fax-aansl. controleren om te controleren of de printer is aangesloten op de telefoonlijn en klaar voor de
faxtransmissie. U kunt het resultaat afdrukken en controleren op een normaal vel papier van A4-formaat.
Wizard faxinstelling
U kunt het menu vinden op het onderstaande bedieningspaneel:
Instel. > Faxinstellingen > Wiz a rd f ax i ns te l li n g
Selecteer Wi z a rd f a x in st e l li ng om basisinstellingen voor faxen te openen. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
&“Menu Basisinstellingen” op pagina 271
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten” op pagina 95
Menu Basisinstellingen
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer:
Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Faxinstellingen
271
Faxsnelheid:
Selecteer de verzendsnelheid van de fax. We raden aan om Langz.(9.600 b/s) te selecteren als er
regelmatig een communicatiefout optreedt wanneer u berichten verzendt naar/ontvangt vanuit het
buitenland, of wanneer u een IP-service (VoIP) gebruikt.
ECM:
Corrigeert automatisch fouten met het verzenden van faxberichten (Foutcorrectiemodus), meestal
veroorzaakt door storingen op de telefoonlijn. Als deze functie uitgeschakeld is, kunt u geen
kleurendocumenten zenden en ontvangen.
Kiestoondetectie:
Detecteert een kiestoon alvorens het nummer te bellen. Als de printer op een PBX (Private Branch
Exchange) of digitale telefoonlijn is aangesloten, kan de printer mogelijk geen nummer bellen. Wijzig
in dat geval het Lijntype naar PBX. Als dit niet helpt, schakelt u de functie uit. N.B. Als u deze
functie uitschakelt, wordt het eerste cijfer van het faxnummer mogelijk overgeslagen waardoor het
bericht naar een foutief nummer wordt verzonden.
Kiesmodus:
Selecteer het telefoonsysteemtype waarop u de printer hebt aangesloten. Wanneer deze optie is
ingesteld op Puls, kunt u de kiesmodus tijdelijk wijzigen van puls naar toon door op te drukken ("T"
wordt ingevoerd) terwijl u de cijfers op het scherm invoert. Deze instelling wordt mogelijk niet
weergegeven, aankelijk van uw regio of land.
Lijntype:
Selecteer het telefoonlijntype waarop u de printer hebt aangesloten.
Wanneer u de printer gebruikt in een omgeving met losse toestellen en een externe toegangscode,
zoals een 0 of 9 voor een buitenlijn, selecteer dan PBX. Voor omgevingen met een DSL-modem of
terminaladapter raden wij tevens aan om PBX te gebruiken als instelling.
Toegangscode
Selecteer Gebr. en registreer een externe toegangscode, zoals een 0 of 9. Nadat u de
toegangscode hebt geregistreerd, voert u vervolgens een hekje (#) in plaats van de code in
wanneer u een faxbericht naar een extern faxnummer verzendt. Een hekje (#) moet ook in
Contacten als externe toegangscode worden gebruikt. U kunt geen faxberichten verzenden
naar een contactpersoon voor wie een externe toegangscode is ingesteld, zoals 0 of 9. In dat
geval stelt u Toegangscode in op Niet gebr.. Anders moet u de code in Contacten wijzigen in
#.
Koptekst:
Voer de naam en het faxnummer van de afzender in. Deze gegevens verschijnen als koptekst op
uitgaande berichten.
Uw telefoonnummer: u kunt tot 20 tekens invoeren. Gebruik 0–9 + of spatie.
Koptekst fax: u kunt naar wens tot 21 afzendernamen registreren. U kunt tot 40 tekens invoeren
voor elke afzendernaam.
Ontvangstmodus:
Selecteer de ontvangstmodus. Zie de onderstaande gerelateerde informatie voor meer details.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Faxinstellingen
272
DRD:
Als u zich bij uw telecomprovider hebt ingeschreven op een dienst met specieke beltonen, kunt u het
belsignaal voor binnenkomende faxberichten selecteren. Specieke beltoondiensten die door veel
telecombedrijven worden aangeboden (de naam van de dienst verschilt per bedrijf), bieden de
mogelijkheid om meerdere telefoonnummers op één lijn te hebben. Elk nummer krijgt dan een
specieke beltoon toegewezen. U kunt dan een nummer gebruiken voor telefoongesprekken en een
ander nummer om te faxen. Aankelijk van de regio kan deze optie Aan of Uit zijn.
Overgaan voor antw.:
Selecteer het aantal beltonen waarna de printer het faxbericht automatisch moet ontvangen.
Extern ontvangen:
Extern ontvangen
Als u een inkomend faxbericht beantwoordt met een telefoontoestel dat op de printer is
aangesloten, kunt u het faxbericht ontvangen door de code van het telefoontoestel in te voeren.
Voer startcode in
Stel de startcode in voor Extern ontvangen. Voer twee tekens in. U kunt 0–9, *, # gebruiken.
Weigeringsfax:
Weigeringsfax
Selecteer opties om de ontvangst van ongewenste faxberichten te weigeren.
Lijst geweigerde nrs.: Als het nummer van de afzender is opgenomen in de lijst met
geweigerde nummers, stelt u in of u inkomende faxberichten wilt weigeren.
Koptekst fax leeg: Als het nummer van de afzender is geblokkeerd, stelt u in of u de
ontvangst van deze faxberichten wilt weigeren.
Beller niet in Contacten: Als het nummer van de afzender zich niet in de contacten bevindt,
stelt u in of u de ontvangst van deze faxberichten wilt weigeren.
Lijst geblokkeerde nummers bewerken
U kunt tot 30 faxnummers registreren voor het weigeren van faxberichten en oproepen. Voer
tot 20 tekens in. U kunt 0–9, *, # en spaties gebruiken.
Gerelateerde informatie
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten” op pagina 95
&“Instellingen congureren voor een PBX-telefoonsysteem” op pagina 97
&“Inkomende faxen ontvangen” op pagina 109
&“Instellingen congureren voor het blokkeren van ongewenste faxen” op pagina 98
Menu Ontvangstinst.
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer:
Instel. > Faxinstellingen > Ontvangstinst.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Faxinstellingen
273
Opslaan op computer:
Hiermee worden ontvangen faxberichten als PDF-bestand opgeslagen op een computer die met de
printer is verbonden. U kunt deze optie alleen met FAX Utility (toepassing) instellen op Ja. U kunt
deze optie niet via het bedieningspaneel van de printer inschakelen. Installeer vooraf FAX Utility op
de computer. Nadat u deze optie hebt ingesteld op Ja, kunt u de optie via het bedieningspaneel van de
printer wijzigen in Ja en afdrukken.
Autom. beperken:
Hiermee drukt u ontvangen faxberichten van groot formaat verkleind tot het papier in de papierbron
af. Naargelang de ontvangen gegevens is dit soms niet mogelijk. Als deze functie uitgeschakeld is,
worden grote documenten op hun oorspronkelijke grootte afgedrukt op meerdere pagina's, of wordt
er mogelijk een tweede lege pagina uitgeworpen.
Inst. gesplit. pag.:
Hiermee drukt u ontvangen faxberichten gesplitst af wanneer het formaat van het ontvangen
document groter is dan het papier dat in de printer is geladen.
Autom. draaien:
Hiermee draait u een liggend ontvangen faxbericht van A5-formaat, zodat het op de papier van A5-
formaat wordt afgedrukt. Deze instelling wordt toegepast wanneer de papierinstelling voor ten
minste een papierbron, die wordt gebruikt voor het afdrukken van faxberichten, is ingesteld op A5.
Als u Uit selecteert, worden liggend ontvangen faxberichten van A5-formaat met dezelfde breedte als
staande documenten van A4-formaat beschouwd als faxberichten van A4-formaat en als zodanig
afgedrukt.
Controleer de instelling Papierformaat in Instel. > Printerinstallatie > Instellingen papierbron.
Ontvangst- informatie toevoegen:
Drukt ontvangstinformatie af op de ontvangen fax, zelfs als de verzender geen koptekstinformatie
hee ingesteld. De ontvangstinformatie omvat de datum en het tijdstip van ontvangst, de ontvangst-
id en het paginanummer (bijv. "P1"). Wanneer Inst. gesplit. pag. is ingeschakeld, wordt het nummer
van de gesplitste pagina ook afgedrukt.
Timing start afdruk:
Selecteer opties om de ontvangen faxberichten af te drukken.
All pagina’s ontvangen: Het afdrukken wordt gestart nadat alle pagina's zijn ontvangen. Of het
afdrukken wordt gestart vanaf de eerste of de laatste pagina, is aankelijk van de instelling van de
functie Sorteerstapel. Zie de uitleg voor Sorteerstapel.
Eerste pagina ontvangen: Het afdrukken begint wanneer de eerste pagina is ontvangen. De
pagina's worden afgedrukt in de volgorde waarin ze worden ontvangen. Als de printer niet kan
beginnen met afdrukken, bijvoorbeeld omdat een andere taak wordt afgedrukt, drukt de printer de
ontvangen pagina's in batch af zodra deze beschikbaar is.
Sorteerstapel:
Omdat de eerste pagina als laatste wordt afgedrukt (uitvoer bovenop), worden de afgedrukte
documenten in de juiste paginavolgorde gestapeld. Als het geheugen van de printer bijna vol is, is
deze functie mogelijk niet beschikbaar.
Tijd uitstellen afdr.:
Tijdens de tijdsperiode die u hebt aangegeven van Tijd tot stop. tot Tijd > her st., slaat de printer de
ontvangen documenten op in het geheugen van de printer, zonder ze af te drukken. Deze functie kan
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Faxinstellingen
274
worden gebruikt om 's nachts het lawaai te beperken of om te voorkomen dat vertrouwelijke
documenten worden afgedrukt als u afwezig bent. Zorg ervoor dat er voldoende geheugen vrij is
alvorens u deze functie gebruikt. Wanneer u dit instelt op Uit, kunt u de ontvangen documenten
afdrukken nog voor de herstarttijd.
Stille modus:
Vermindert het geluid dat de printer maakt tijdens het afdrukken van faxberichten. De
afdruksnelheid wordt echter mogelijk verlaagd.
Menu Rapportinstellingen
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer:
Instel. > Faxinstellingen > Rapportinstellingen
Faxlog auto afdr.:
Drukt automatisch het faxlogboek af. Selecteer Aan (elke 30) om een logboek af te drukken na elke
30 voltooide faxtaken. Selecteer Aan (tijd) om het logboek af te drukken op een opgegeven tijdstip.
Als er echter meer dan 30 faxtaken zijn geweest, wordt het logboek afgedrukt voordat de opgegeven
tijd verstreken is.
Faxafbeelding bij rapport voegen.:
Drukt een Rapport transmissie af met een aeelding van de eerste pagina van het verzonden
document. Selecteer Aan (grote a.) om het bovenste deel van de pagina af te drukken zonder te
verkleinen. Selecteer Aan (kleine a.) om de hele pagina verkleind af te drukken zodat deze in het
rapport past.
Rapportindeling:
Selecteer in Fax > tabblad Meer > Faxverslag een andere opmaak voor faxrapporten dan Protocol
traceren. Selecteer Detail om af te drukken met foutcodes.
Menu Veiligheidsinstel.
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer:
Instel. > Faxinstellingen > Veiligheidsinstel.
Beperkingen dir. kiezen:
Door Aan te selecteren, schakelt u de functie voor het handmatig invoeren van faxnummers van
ontvangers uit, zodat de gebruiker alleen contactpersonen uit de lijst of uit de verzendgeschiedenis
kan selecteren.
Door Tweemaal invoeren te selecteren, zorgt u ervoor dat de gebruiker het faxnummer opnieuw
moet worden ingevoerd wanneer het nummer handmatig werd ingevoerd.
Door Uit te selecteren, schakelt u het handmatig invoeren van faxnummers van ontvangers in.
Beperkingen uitzending:
Als u Aan selecteert, kan slechts één faxnummer worden ingevoerd bij "Ontvanger".
Adreslijst bevestigen:
Gee een bevestigingsscherm voor de ontvanger weer alvorens het bericht verzonden wordt.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Faxinstellingen
275
U kunt de ontvangers selecteren via Alles of Alleen voor uitzending.
Back-upgegevens Automatisch wissen:
Back-ups van verzonden en ontvangen documenten worden gewoonlijk tijdelijk in het geheugen van
de printer opgeslagen met het oog op plotselinge uitschakeling door een stroomstoring of verkeerde
handelingen.
Door Aan te selecteren worden automatisch de back-ups gewist bij het succesvol versturen of
ontvangen van een document en wanneer de back-ups overbodig worden.
Back-upgeg. wissen:
Hiermee worden alle reservekopieën gewist die tijdelijk in het printergeheugen zijn opgeslagen. Voer
deze functie uit voordat u de printer weggooit of aan iemand anders gee.
Menu Standaardinst. gebr.
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer:
Instel. > Faxinstellingen > Standaardinst. gebr.
De instellingen in dit menu worden uw standaardinstellingen voor het Fax > Menu. Zie de onderstaande
gerelateerde informatie voor meer details.
Gerelateerde informatie
&“Scaninstellingen” op pagina 112
&“Inst.faxverzending” op pagina 112
Statusv.afdrukk.
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Statusv.afdrukk.
Statusblad conguratie:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de actuele status en instellingen van de printer.
Statusblad voorraad:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de status van de verbruiksaccessoires.
Blad gebruiks geschiedenis:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de gebruiksgeschiedenis van de printer.
Afdrukteller
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Afdrukteller
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Afdrukteller
276
Hiermee gee u het totale aantal afdrukken, zwart-witafdrukken en kleurenafdrukken en het totale aantal
doorgevoerde pagina's, inclusief items als het statusblad, weer vanaf het moment waarop u de printer hebt gekocht.
Klantonderzoek
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Klantonderzoek
Selecteer Goedk. om informatie over het gebruik van het product, zoals het aantal afdrukken, naar Seiko Epson
Corporation te verzenden.
Selecteer Bewerken om de instelling te wijzigen.
Standaardinst. herstellen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Standaardinst. herstellen
Hiermee zet u de volgende menu's terug op de standaardwaarden.
Netwerkinstellingen
Kopieerinstellingen
Scaninstellingen
Faxinstellingen
Alle gegevens en instellingen wissen
Firmware-update
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Firmware-update
Bijwerken:
Hiermee controleert u of er een nieuwe versie van de rmware op de netwerkserver staat. De
rmware wordt bijgewerkt wanneer nieuwe rmware wordt gevonden. Zodra de update is gestart,
kan deze niet worden onderbroken.
Huidige versie:
Gee de huidige rmwareversie van uw printer weer.
Melding:
Selecteer Aan om een melding te ontvangen als er een rmware-update beschikbaar is.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Firmware-update
277
Productspecicaties
Printer specicaties
Plaatsing van spuitkanaaltjes in de
printkop
Spuitkanaaltjes voor zwarte inkt: 180
Spuitkanaaltjes voor gekleurde inkt: 59 voor elke kleur
Gewicht van het
papier
*
Gewoon papier 64 tot 90 g/m (17 tot 24 lb)
Enveloppen Envelop #10, DL, C6: 75 tot 100 g/m (20 tot 27 lb)
* Zelfs als de papierdikte zich binnen dit bereik bevindt, wordt het papier mogelijk niet in de printer ingevoerd of kan de
afdrukkwaliteit verminderen, afhankelijk van de papiereigenschappen of -kwaliteit.
Afdrukgebied
Afdrukgebied voor losse vellen
Afdrukkwaliteit kan afnemen in de gearceerde gedeelten vanwege het printermechanisme.
Afdrukken met randen
A 3.0 mm (0.12 inch)
B 3.0 mm (0.12 inch)
C 41.0 mm (1.61 inch)
D 37.0 mm (1.46 inch)
Randloos afdrukken
A 44.0 mm (1.73 inch)
B 40.0 mm (1.57 inch)
Afdrukgebied voor enveloppen
Afdrukkwaliteit kan afnemen in de gearceerde gedeelten vanwege het printermechanisme.
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Printer specicaties
278
A 3.0 mm (0.12 inch)
B 3.0 mm (0.12 inch)
C 18.0 mm (0.71 inch)
D 41.0 mm (1.61 inch)
Scannerspecicaties
Type scanner Flatbed
Foto-elektrisch apparaat CIS
Eectieve pixels 10200×14040 pixels (1200 dpi)
Maximaal documentformaat 216×297 mm (8.5×11.7 inch)
A4, Letter
Scanresolutie 1200 dpi (hoofdscan)
2400 dpi (subscan)
Outputresolutie 50 tot 9600 dpi in stappen van 1 dpi
Kleurdiepte Kleur
48 bits per pixel intern (16 bits per pixel per interne kleur)
24 bits per pixel extern (8 bits per pixel per externe kleur)
Grijstinten
16 bits per pixel per intern
8 bits per pixel per extern
Zwart-wit
16 bits per pixel per intern
1 bits per pixel per extern
Lichtbron LED
Interfacespecicaties
Voor computer Hi-Speed USB
*
* USB 3.0-kabels worden niet ondersteund.
Specicaties voor ADF
Alleen ET-4800 Series/L5290 Series
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Specicaties voor ADF
279
Beschikbare papierformaten A4, Letter, Legal, 8.5×13in, Indian-Legal
Papiersoort Gewoon papier
Gewicht van papier 64 tot 95 g/m
Laadcapaciteit A4, Letter: 30 bladen of 3.3 mm
Legal, 8.5×13in, Indian-Legal: 10 vellen
Automatisch dubbelzijdig scannen Niet ondersteund
Zelfs als het origineel voldoet aan de specicaties voor afdrukmateriaal dat in de ADF kan worden geplaatst, wordt
dit mogelijk niet goed ingevoerd vanuit de ADF of kan de scankwaliteit verminderen, aankelijk van de
papiereigenschappen of -kwaliteit.
Faxspecicaties
Alleen ET-4800 Series/L5290 Series
Faxtype Walk-up zwart/wit en kleuren (ITU-T Super Group 3) fax-mogelijkheid
Ondersteunde lijnen Standaard analoge telefoonlijnen, PBX (Private Branch Exchange)
telefoonsystemen
Snelheid Tot 33.6 kbps
Resolutie Monochroom
Standaard: 8 pel/mm×3,85 regel/mm (203 pel/inch×98 regel/inch)
Fine: 8 pel/mm×7,7 regel/mm (203 pel/inch×196 regel/inch)
Foto: 8 pel/mm×7,7 regel/mm (203 pel/inch×196 regel/inch)
Kleur
200×200 dpi
Paginageheugen Tot 100 pagina's (indien ontvangen in de ITU-T No.1 monochrome kladmodus)
Opnieuw kiezen
*,
2 keer (met intervallen van 1 minuut)
Interface RJ-11-telefoonlijn RJ-11-telefoonsetaansluiting
* De specicaties variëren mogelijk per land en regio.
Netwerkspecicaties
Wi-specicaties
Normen IEEE 802.11b/g/n
*1
Frequentiebereik 2,4 GHz
Coördinatiemodi Infrastructuur, Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
*2*3
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Netwerkspecicaties
280
Draadloze beveiliging
*4
WEP (64/128bit), WPA2-PSK (AES)
*5
, WPA3-SAE (AES)
*1 IEEE 802.11n is alleen beschikbaar voor de HT20.
*2 Niet ondersteund voor IEEE 802.11b.
*3 De modus voor eenvoudig toegangspunt is compatibel met een wi-verbinding (infrastructuur) of ethernetverbinding.
*4 Wi-Fi Direct ondersteunt alleen WPA2-PSK (AES).
*5 Voldoet aan WPA2-standaarden met ondersteuning voor WPA/WPA2 Personal.
Ethernetspecicaties
Alleen ET-4800 Series/L5290 Series
Normen IEEE802.3i (10BASE-T)
*1
IEEE802.3u (100BASE-TX)
IEEE 802.3az (energie-eciënt ethernet)
*2, *3
Communicatiemodus Auto, 10Mbps Full duplex, 10Mbps Half duplex, 100Mbps
Full duplex, 100Mbps Half duplex
Aansluiting RJ-45
*1 Gebruik een STP-kabel (Shielded Twisted Pair) van categorie 5e of hoger om radiostoring te voorkomen.
*2 Het verbonden apparaat moet voldoen aan de IEEE 802.3az-normen.
*3 IEEE 802.3az is standaard uitgeschakeld. Raadpleeg "Gerelateerde informatie" om deze instelling in te schakelen.
Gerelateerde informatie
&“Energie-eciënt ethernet inschakelen” op pagina 235
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Netwerkspecicaties
281
Netwerkfuncties en IPv4/IPv6
Functies Ondersteund Opmerkingen
Afdrukken via
netwerk
EpsonNet Print (Windows) IPv4 -
Standard TCP/IP (Windows) IPv4, IPv6 -
Afdrukken via WSD
(Windows)
IPv4, IPv6 Windows Vista of
hoger
Afdrukken via Bonjour (Mac
OS)
IPv4, IPv6 -
IPP Afdrukken via (Windows,
Mac OS)
IPv4, IPv6 -
PictBridge-afdrukken (wi) IPv4 - Digitale camera
Epson Connect (afdrukken
vanuit e-mail, afdrukken op
afstand)
IPv4 -
AirPrint (iOS, Mac OS) IPv4, IPv6 iOS 5 of hoger, Mac
OS X v10.7 of hoger
Scannen via het
netwerk
Epson Scan 2 IPv4, IPv6 -
Epson ScanSmart IPv4 Windows 7 of
hoger, Mac OS X El
Capitan of hoger
Event Manager IPv4 Windows XP, Vista,
Mac OS X v10.6 tot
Yosemite
Epson Connect (naar de
cloud scannen)
IPv4 - -
AirPrint (scannen) IPv4, IPv6 OS X Mavericks of
hoger
Faxen Faxbericht verzenden IPv4 -
Faxbericht ontvangen IPv4 -
AirPrint (FaxOut) IPv4, IPv6 OS X Mountain
Lion of hoger
Beveiligingsprotocol
SSL/TLS HTTPS Server/Client, IPPS
SNMPv3
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Netwerkspecicaties
282
Ondersteunde services van derden
AirPrint Afdrukken iOS 5 of hoger/Mac OS X v10.7.x of ho-
ger
Scannen OS X Mavericks of hoger
Faxen OS X Mountain Lion of hoger
Afmetingen
ET-4800 Series/L5290 Series
Afmetingen Opslagruimte
Breedte: 375 mm (14.8 inch)
Diepte: 347 mm (13.7 inch)
Hoogte: 237 mm (9.3 inch)
Afdrukken
Breedte: 375 mm (14.8 inch)
Diepte: 578 mm (22.8 inch)
Hoogte: 253 mm (10.0 inch)
Gewicht
*
Ongeveer 11.0 kg (5.0 lb)
* Zonder inkt en stroomkabel.
ET-2820 Series/L3260 Series
Afmetingen Opslagruimte
Breedte: 375 mm (14.8 inch)
Diepte: 347 mm (13.7 inch)
Hoogte: 179 mm (7.0 inch)
Afdrukken
Breedte: 375 mm (14.8 inch)
Diepte: 578 mm (22.8 inch)
Hoogte: 253 mm (10.0 inch)
Gewicht
*
Ongeveer 9.0 kg (4.1 lb)
* Zonder inkt en stroomkabel.
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Afmetingen
283
Elektrische specicaties
ET-4800 Series/L5290 Series
Ingangsspanning AC 100–240 V AC 220–240 V
Nominaal frequentiebereik 50–60 Hz 50–60 Hz
Nominale stroom 0.4–0.2 A 0.2 A
Stroomverbruik (met USB-aansluiting) Kopiëren zonder computer: ca. 12.0 W
(ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 4.5 W
Slaapmodus: ca. 0.7 W
Uitgeschakeld: ca. 0.2 W
Kopiëren zonder computer: ca. 12.0 W
(ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 4.5 W
Slaapmodus: ca. 0.7 W
Uitgeschakeld: ca. 0.2 W
Opmerking:
Controleer het label op de printer voor de juiste spanning.
Voor gebruikers in Europa: raadpleeg de volgende website voor meer informatie over het stroomverbruik.
http://www.epson.eu/energy-consumption
ET-2820 Series/L3260 Series
Ingangsspanning AC 100–240 V AC 220–240 V
Nominaal frequentiebereik 50–60 Hz 50–60 Hz
Nominale stroom 0.4–0.2 A 0.2 A
Stroomverbruik (met USB-aansluiting) Kopiëren zonder computer: ca. 12.0 W
(ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 4.5 W
Slaapmodus: ca. 0.7 W
Uitgeschakeld: ca. 0.2 W
Kopiëren zonder computer: ca. 12.0 W
(ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 4.5 W
Slaapmodus: ca. 0.7 W
Uitgeschakeld: ca. 0.2 W
Opmerking:
Controleer het label op de printer voor de juiste spanning.
Voor gebruikers in Europa: raadpleeg de volgende website voor meer informatie over het stroomverbruik.
http://www.epson.eu/energy-consumption
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Elektrische specicaties
284
Omgevingsspecicaties
Gebruik Gebruik de printer in het bereik weergegeven in de volgende graek.
Temperatuur: 10 tot 35°C (50 tot 95°F)
Luchtvochtigheid: 20 tot 80% RH (zonder condensatie)
Opslagruimte Temperatuur: -20 tot 40°C (-4 tot 104°F)
*
Luchtvochtigheid: 5 tot 85% RV (zonder condensatie)
* Opslag bij 40°C (104°F) is mogelijk voor één maand.
Milieuspecicaties voor de inktessen
Opslagtemperatuur -20 tot 40 °C (-4 tot 104 °F)
*
Vriestemperatuur -15 °C (5 °F)
De inkt ontdooit en is na ca. 2 uur bij 25 °C (77 °F) bruikbaar.
* Opslag bij 40 °C (104 °F) is mogelijk voor één maand.
Systeemvereisten
Wi n d o w s
Windows Vista, Windows 7, Windows 8/8.1, Windows 10 of hoger (32-bits, 64-bits)
Wi n do ws X P S P3 ( 3 2- b its )
Windows XP Professional x64 Edition SP2
Windows Server 2003 (SP2) of hoger
Mac OS
Mac OS X v10.6.8 of hoger
Opmerking:
Mac OS biedt mogelijk geen ondersteuning voor sommige toepassingen en functies.
Het UNIX-bestandssysteem (UFS) voor Mac OS wordt niet ondersteund.
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Systeemvereisten
285
Regelgevingsinformatie
Normen en goedkeuringen
Normen en goedkeuringen voor VS-model
Veiligheid UL60950-1
CAN/CSA-C22.2 No.60950-1
EMC FCC Part 15 Subpart B Class B
CAN ICES-3 (B)/NMB-3 (B)
In dit apparaat is de volgende draadloze module ingebouwd.
Fabrikant: Seiko Epson Corporation
Type: J26H006
Dit product voldoet aan lid 15 van de FCC-regelgeving en RSS-210 van de IC-regelgeving. Epson aanvaardt geen
enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten areuk wordt gedaan ten gevolge van een
niet-geautoriseerde wijziging aan de producten. De werking is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
(1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) het apparaat moet elke ontvangen
interferentie accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking van het apparaat kan veroorzaken.
Om radio-interferentie tijdens regulier gebruik te voorkomen, moet dit toestel voor een maximale afscherming
binnenshuis en op voldoende afstand van de ramen worden gebruikt. Voor buitenshuis geïnstalleerde onderdelen
(of de zendantennes ervan) moet een vergunning worden aangevraagd.
Deze apparatuur voldoet aan de FCC/IC-stralingslimieten die zijn vastgesteld voor een niet-gecontroleerde
omgeving en voldoet aan de FCC-blootstellingsrichtlijnen voor radiofrequentie (RF) in Supplement C bij OET65
en RSS-102 van de IC-blootstellingsregels voor radiofrequentie (RF). Deze apparatuur moet zodanig worden
geïnstalleerd en bediend dat de radiator zich op een afstand van ten minste 20 cm (7,9 inch) van het menselijk
lichaam bevindt (met uitzondering van ledematen: handen, polsen, voeten en enkels).
Normen en goedkeuringen voor Europees model
Voor gebruikers in Europa
Seiko Epson Corporation verklaart hierbij dat de volgende radioapparatuur voldoet aan Richtlijn 2014/53/EU. De
volledige tekst van de Verklaring van conformiteit met EU-richtlijnen is beschikbaar via de volgende website.
http://www.epson.eu/conformity
C622B, C634G
Alleen voor gebruik in Ierland, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Duitsland, Liechtenstein, Zwitserland, Frankrijk,
België, Luxemburg, Nederland, Italië, Portugal, Spanje, Denemarken, Finland, Noorwegen, Zweden, IJsland,
Kroatië, Cyprus, Griekenland, Slovenië, Malta, Bulgarije, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen,
Roemenië en Slowakije.
Epson aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten areuk wordt gedaan
ten gevolge van een niet-geautoriseerde wijziging aan de producten.
Frequentie Maximaal uitgezonden radiofrequentievermogen
Productinformatie
>
Regelgevingsinformatie
>
Normen en goedkeuringen
286
2400 tot 2483,5 MHz 20 dBm (EIRP)
Normen en goedkeuringen voor Australisch model
EMC AS/NZS CISPR32 Class B
Epson verklaart hierbij dat volgende modellen van dit apparaat voldoen aan de essentiële vereisten en andere
relevante bepalingen in AS/NZS4268:
C622B, C634G
Epson aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten areuk wordt gedaan
ten gevolge van een niet-geautoriseerde wijziging aan de producten.
Normen en goedkeuringen voor Nieuw Zeeland-model
General Warning
e grant of a Telepermit for any item of terminal equipment indicates only that Telecom has accepted that the
item complies with minimum conditions for connection to its network. It indicates no endorsement of the product
by Telecom, nor does it provide any sort of warranty. Above all, it provides no assurance that any item will work
correctly in all respects with another item of Telepermitted equipment of a dierent make or model, nor does it
imply that any product is compatible with all of Telecom's network services.
Telepermitted equipment only may be connected to the EXT telephone port. is port is not specically designed
for 3-wire-connected equipment. 3-wire-connected equipment might not respond to incoming ringing when
attached to this port.
Important Notice
Under power failure conditions, this telephone may not operate. Please ensure that a separate telephone, not
dependent on local power, is available for emergency use.
is equipment is not capable, under all operating conditions, of correct operation at the higher speeds for which it
is designed. Telecom will accept no responsibility should diculties arise in such circumstances.
is equipment shall not be set up to make automatic calls to the Telecom '111' Emergency Service.
Beperkingen op het kopiëren
Voor een verantwoord en legaal gebruik van de printer moet eenieder die ermee werkt rekening houden met de
volgende beperkingen.
Het kopiëren van de volgende zaken is wettelijk verboden:
Bankbiljetten, muntstukken en door (lokale) overheden uitgegeven eecten.
Ongebruikte postzegels, reeds van een postzegel voorziene brieaarten en andere ociële, voorgefrankeerde
poststukken.
Belastingzegels en eecten uitgegeven volgens de geldende voorschrien.
Productinformatie
>
Regelgevingsinformatie
>
Beperkingen op het kopiëren
287
Pas op bij het kopiëren van de volgende zaken:
Privé-eecten (zoals aandelen, waardepapieren en cheques), concessiebewijzen enzovoort.
Paspoorten, rijbewijzen, pasjes, tickets enzovoort.
Opmerking:
Het kopiëren van deze zaken kan ook wettelijk verboden zijn.
Verantwoord gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal:
Misbruik van printers is mogelijk door auteursrechtelijk beschermd materiaal zomaar te kopiëren. Tenzij u op
advies van een geïnformeerd advocaat handelt, dient u verantwoordelijkheidsgevoel en respect te tonen door eerst
toestemming van de copyrighteigenaar te verkrijgen voordat u gepubliceerd materiaal kopieert.
Productinformatie
>
Regelgevingsinformatie
>
Beperkingen op het kopiëren
288
Hulp vragen
Technische ondersteuning (website)....................................290
Contact opnemen met de klantenservice van Epson........................ 290
Technische ondersteuning (website)
Als u verdere hulp nodig hebt, kunt u naar de onderstaande ondersteuningswebsite van Epson gaan. Selecteer uw
land of regio, en ga naar de ondersteuningssectie van uw lokale Epson-website. Op de site vindt u ook de nieuwste
drivers, veelgestelde vragen en ander downloadbare materialen.
http://support.epson.net/
http://www.epson.eu/support (Europa)
Als uw Epson-product niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de
klantenservice van Epson.
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
Voordat u contact opneemt met Epson
Als uw Epson-product niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen met de informatie in de
producthandleidingen, neem dan contact op met de klantenservice van Epson.
De volgende lijst voor ondersteuning van Epson is gebaseerd op het land van verkoop. Sommige producten
worden mogelijk niet in uw land verkocht. Neem contact op met de klantenservice van Epson voor het land waarin
u het product hebt gekocht.
Als uw land hierna niet wordt vermeld, neemt u contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt
aangescha.
We kunnen u sneller helpen als u de volgende informatie bij de hand hebt:
Het serienummer van de printer
(Het etiket met het serienummer vindt u meestal aan de achterzijde van de printer.)
Het model van de printer
De versie van de printersoware
(Klik op About, Version Info of een vergelijkbare knop in uw toepassing.)
Het merk en het model van uw computer
Naam en versie van het besturingssysteem op uw computer
Naam en versie van de toepassingen die u meestal met de printer gebruikt
Opmerking:
Aankelijk van het apparaat kunnen de gegevens van de snelkieslijst voor fax en/of netwerkinstellingen worden opgeslagen
in het geheugen van het apparaat. Als een apparaat defect raakt of wordt hersteld is het mogelijk dat gegevens en/of
instellingen verloren gaan. Epson is niet verantwoordelijk voor gegevensverlies, voor de back-up of het ophalen van gegevens
en/of instellingen, zelfs niet tijdens een garantieperiode. Wij raden u aan zelf een back-up te maken of notities te nemen.
Hulp voor gebruikers in Europa
In het pan-Europese garantiebewijs leest u hoe u contact kunt opnemen met de klantenservice van Epson.
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in Europa
290
Hulp voor gebruikers in Taiwan
Voor informatie, ondersteuning en service:
Internet
http://www.epson.com.tw
Informatie over productspecicaties, drivers om te downloaden, antwoorden op vragen met betrekking tot het
gebruik van producten.
Epson-helpdesk
Telefoon: +886-2-80242008
Ons helpdeskteam kan u telefonisch helpen met het volgende:
Verkoopvragen en productinformatie
Vragen over het gebruik van of problemen met producten
Vragen over reparaties en garantie
Servicecentrum voor reparaties:
http://www.tekcare.com.tw/branchMap.page
TekCare corporation is een erkend servicecentrum voor Epson Taiwan Technology & Trading Ltd.
Hulp voor gebruikers in Australië
Epson Australia staat voor u klaar als u hulp nodig hebt. Naast de producthandleidingen beschikt u over de
volgende informatiebronnen:
Internet-URL
http://www.epson.com.au
Raadpleeg de website van Epson Australia. Hier vindt u ongetwijfeld wat u zoekt: een downloadgedeelte voor
drivers, Epson-adressen, informatie over nieuwe producten en technische ondersteuning (e-mail).
Epson-helpdesk
Telefoon: 1300-361-054
In laatste instantie kunt u voor advies altijd terecht bij de Epson-helpdesk. Onze medewerkers kunnen u helpen bij
de installatie, de conguratie en het gebruik van uw Epson-product. Ook kunt u hier documentatie over nieuwe
Epson-producten of het adres van de dichtstbijzijnde leverancier of onderhoudsmonteur aanvragen. Op tal van
vragen vindt u hier het antwoord.
Zorg ervoor dat u alle relevante informatie bij de hand hebt wanneer u belt. Hoe meer informatie u kunt geven, des
te sneller we u kunnen helpen: handleidingen van uw Epson-product, het type computer, het besturingssysteem,
toepassingen en alle informatie die u verder belangrijk lijkt.
Producttransport
Epson adviseert om de productverpakking te behouden voor toekomstig transport. Ook wordt aangeraden om de
inkttank met plakband vast te maken en het product rechtop te houden.
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in Australië
291
Hulp voor gebruikers in Nieuw-Zeeland
Epson Nieuw-Zeeland staat voor u klaar met het hoogste niveau van klantenservice. Naast de
productdocumentatie beschikt u over de volgende informatiebronnen:
Internet-URL
http://www.epson.co.nz
Raadpleeg de website van Epson Nieuw-Zeeland. Hier vindt u ongetwijfeld wat u zoekt: een downloadgedeelte
voor drivers, Epson-adressen, informatie over nieuwe producten en technische ondersteuning (e-mail).
Epson-helpdesk
Telefoon: 0800 237 766
In laatste instantie kunt u voor advies altijd terecht bij de Epson-helpdesk. Onze medewerkers kunnen u helpen bij
de installatie, de conguratie en het gebruik van uw Epson-product. Ook kunt u hier documentatie over nieuwe
Epson-producten of het adres van de dichtstbijzijnde leverancier of onderhoudsmonteur aanvragen. Op tal van
vragen vindt u hier het antwoord.
Zorg ervoor dat u alle relevante informatie bij de hand hebt wanneer u belt. Hoe meer informatie u kunt geven, des
te sneller we u kunnen helpen: Deze informatie omvat Epson-productdocumentatie, het type computer, het
besturingssysteem, toepassingen en alle informatie die u verder belangrijk lijkt.
Producttransport
Epson adviseert om de productverpakking te behouden voor toekomstig transport. Ook wordt aangeraden om de
inkttank met plakband vast te maken en het product rechtop te houden.
Hulp voor gebruikers in Singapore
Epson Singapore biedt de volgende informatiebronnen, ondersteuning en diensten:
Internet
http://www.epson.com.sg
Informatie over productspecicaties, drivers om te downloaden, veelgestelde vragen, verkoopvragen en technische
ondersteuning via e-mail.
Epson-helpdesk
Gratis nummer: 800-120-5564
Ons helpdeskteam kan u telefonisch helpen met betrekking tot:
Verkoopvragen en productinformatie
Vragen over het gebruik van of het oplossen van problemen met producten
Vragen over reparaties en garantie
Hulp voor gebruikers in Thailand
Voor informatie, ondersteuning en service:
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in Thailand
292
Internet
http://www.epson.co.th
Informatie over productspecicaties, stuurprogramma's om te downloaden, veelgestelde vragen en ondersteuning
via e-mail.
Epson-callcenter
Telefoon: 66-2685-9899
E-mail: support@eth.epson.co.th
Ons callcenter kan u telefonisch helpen met betrekking tot:
Verkoopvragen en productinformatie
Vragen over het gebruik van of problemen met producten
Vragen over reparaties en garantie
Hulp voor gebruikers in Vietnam
Voor informatie, ondersteuning en service:
Epson-servicecentrum
65 Truong Dinh Street, District 1, Ho Chi Minh City, Vietnam.
Telefoon (Ho Chi Minhstad): 84-8-3823-9239, 84-8-3825-6234
29 Tue Tinh, Quan Hai Ba Trung, Hanoi City, Vietnam
Telefoon (Hanoi): 84-4-3978-4785, 84-4-3978-4775
Hulp voor gebruikers in Indonesië
Voor informatie, ondersteuning en service:
Internet
http://www.epson.co.id
Informatie over productspecicaties, drivers om te downloaden
Veelgestelde vragen, verkoopvragen, vragen via e-mail
Epson-hotline
Telefoon: +62-1500-766
Fax: +62-21-808-66-799
Ons hotlineteam kan u telefonisch of per fax helpen met betrekking tot:
Verkoopvragen en productinformatie
Technische ondersteuning
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in Indonesië
293
Epson-servicecentrum
Provincie Bedrijfsnaam Adres Telefoon
E-mail
JAKARTA Epson Sales and
Service Jakarta
(SUDIRMAN)
Wisma Keiai Lt. 1 Jl. Jenderal
Sudirman Kav. 3 Jakarta Pusat - DKI
JAKARTA 10220
021-5724335
ess@epson-indonesia.co.id
ess.support@epson-indonesia.co.id
SERPONG Epson Sales and
Service Serpong
Ruko Melati Mas Square Blok A2
No.17 Serpong-Banten
082120090084 / 082120090085
esstag@epson-indonesia.co.id
esstag.support@epson-indonesia.co.id
SEMARANG Epson Sales and
Service Semarang
Komplek Ruko Metro Plaza Block
C20 Jl. MT Haryono No. 970
Semarang -JAWA TENGAH
024 8313807 / 024 8417935
esssmg@epson-indonesia.co.id
esssmg.support@epson-indonesia.co.id
JAKARTA Epson Sales and
Service Jakarta
(MANGGA DUA)
Ruko Mall Mangga Dua No. 48 Jl.
Arteri Mangga Dua, Jakarta Utara -
DKI JAKARTA
021 623 01104
jkt-technical1@epson-indonesia.co.id
jkt-admin@epson-indonesia.co.id
BANDUNG Epson Sales and
Service Bandung
Jl. Cihampelas No. 48 A Bandung
Jawa Barat 40116
022 420 7033
bdg-technical@epson-indonesia.co.id
bdg-admin@epson-indonesia.co.id
MAKASSAR Epson Sales and
Service Makassar
Jl. Cendrawasih NO. 3A, kunjung
mae, mariso, MAKASSAR - SULSEL
90125
0411- 8911071
mksr-technical@epson-indonesia.co.id
mksr-admin@epson-indonesia.co.id
MEDAN Epson Service
Center Medan
Jl. Bambu 2 Komplek Graha Niaga
Nomor A-4, Medan - SUMUT
061- 42066090 / 42066091
mdn-technical@epson-indonesia.co.id
mdn-adm@epson-indonesia.co.id
PALEMBANG Epson Service
Center Palembang
Jl. H.M Rasyid Nawawi No. 249
Kelurahan 9 Ilir Palembang
Sumatera Selatan
0711 311 330
escplg.support@epson-indonesia.co.id
PEKANBARU Epson Service
Center PekanBaru
Jl. Tuanku Tambusai No. 459 A Kel.
Tangkerang barat Kec Marpoyan
damai Pekanbaru - Riau 28282
0761- 8524695
pkb-technical@epson-indonesia.co.id
pkb-admin@epson-indonesia.co.id
PONTIANAK Epson Service
Center Pontianak
Komp. A yani Sentra Bisnis G33, Jl.
Ahmad Yani - Pontianak
Kalimantan Barat
0561- 735507 / 767049
pontianak-technical@epson-
indonesia.co.id
pontianak-admin@epson-indonesia.co.id
SAMARINDA Epson Service
Center Samarinda
Jl. KH. Wahid Hasyim (M. Yamin)
Kelurahan Sempaja Selatan
Kecamatan Samarinda UTARA -
SAMARINDA - KALTIM
0541 7272 904
escsmd@epson-indonesia.co.id
escsmd.support@epson-indonesia.co.id
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in Indonesië
294
Provincie Bedrijfsnaam Adres Telefoon
E-mail
SURABAYA Epson Sales &
Service Surabaya
(barat)
Jl. Haji Abdul Wahab Saimin, Ruko
Villa Bukit Mas RM-11, Kec. Dukuh
Pakis, Surabaya - 60225
031- 5120994
sby-technical@epson-indonesia.co.id
sby-admin@epson-indonesia.co.id
YOGYAKARTA Epson Service
Center Yogyakarta
YAP Square, Block A No. 6 Jl. C
Simanjutak Yogyakarta - DIY
0274 581 065
ygy-technical@epson-indonesia.co.id
ygy-admin@epson-indonesia.co.id
JEMBER Epson Service
Center Jember
JL. Panglima Besar Sudirman Ruko
no.1D Jember-Jawa Timur (Depan
Balai Penelitian & Pengolahan
Kakao)
0331- 488373 / 486468
jmr-admin@epson-indonesia.co.id
jmr-technical@epson-indonesia.co.id
MANADO EPSON SALES AND
SERVICE Manado
Jl. Piere Tendean Blok D No 4
Kawasan Mega Mas Boulevard -
Manado 95111
0431- 8805896
MND-ADMIN@EPSON-INDONESIA.CO.ID
MND-TECHNICAL@EPSON-
INDONESIA.CO.ID
CIREBON EPSON SERVICE
CENTER Cirebon
Jl. Tuparev No. 04 ( Depan Hotel
Apita ) Cirebon, JAWA BARAT
0231– 8800846
cbn-technical@epson-indonesia.co.id
CIKARANG EPSON SALES AND
SERVICE CIKARANG
Ruko Metro Boulevard B1
Jababeka cikarang - Jawa Barat,
021- 89844301 / 29082424
ckg-admin@epson-indonesia.co.id
ckg-technical@epson-indonesia.co.id
MADIUN EPSON SERVICE
CENTER MADIUN
Jl. Diponegoro No.56, MADIUN -
JAWA TIMUR
0351- 4770248
mun-admin@epson-indonesia.co.id
mun-technical@epson-indonesia.co.id
PURWOKERTO EPSON SALES AND
SERVICE Purwokerto
Jl. Jendral Sudirman No. 4 Kranji
Purwokerto - JAWA TENGAH
0281- 6512213
pwt-admin@epson-indonesia.co.id
pwt-technical@epson-indonesia.co.id
BOGOR EPSON SALES AND
SERVICE Bogor
Jl.Pajajaran No 15B Kel Bantarjati
Kec Bogor Utara - JAWA BARAT
16153
0251- 8310026
bgr-admin@epson-indonesia.co.id
bgr-technical@epson-indonesia.co.id
SERANG EPSON SERVICE
CENTER Serang
Jl. Ahmad Yani No.45C, SERANG -
BANTEN
0254- 7912503
srg-admin@epson-indonesia.co.id
srg-technical@epson-indonesia.co.id
PALU EPSON SALES AND
SERVICE Palu
Jl. Juanda No. 58, Palu - Sulteng 0451- 4012 881
plw-admin@epson-indonesia.co.id
plw-technical@epson-indonesia.co.id
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in Indonesië
295
Provincie Bedrijfsnaam Adres Telefoon
E-mail
BANJARMASI
N
EPSON SERVICE
CENTER
BANJARMASIN
Jl. Gatot Soebroto NO. 153
BANJARMASIN - KALSEL 70235
0511- 6744135 (TEKNISI) /
3266321(ADMIN)
bdj-admin@epson-indonesia.co.id
bdj-technical@epson-indonesia.co.id
DENPASAR EPSON SALES AND
SERVICE Denpasar
JL. MAHENDRADATA NO. 18,
DENPASAR - BALI
0361- 3446699 / 9348428
dps-admin@epson-indonesia.co.id
dps-technical@epson-indonesia.co.id
JAKARTA EPSON SALES AND
SERVICE CILANDAK
CIBIS Business Park Tower 9 LT.
MEZZANINE, Jalan TB Simatupang
No.2, Jakarta Selatan - DKI
JAKARTA 12560
021- 80866777
esscibis.support1@epson-indonesia.co.id
esscibis.support2@epson-indonesia.co.id
esscibis.admin@epson-indonesia.co.id
esscibis.sales@epson-indonesia.co.id
SURABAYA EPSON SALES AND
SERVICE SURABAYA
(GUBENG)
JL. RAYA GUBENG NO. 62,
SURABAYA - JAWA TIMUR
031- 99444940 / 99446299 / 99446377
esssby@epson-indonesia.co.id
esssby.support@epson-indonesia.co.id
AMBON EPSON SERVICE
CENTER AMBON
Jl. Diponegoro No.37 (Samping
Bank Mandiri Syariah) Kel.Ahusen,
Kec.Sirimau - Ambon 97127
-
Voor overige, hier niet genoemde steden belt u de hotline: 08071137766.
Hulp voor gebruikers in Hong Kong
Voor technische ondersteuning en andere diensten kunnen gebruikers contact opnemen met Epson Hong Kong
Limited.
Internet
http://www.epson.com.hk
Epson Hong Kong hee een eigen webpagina in het Chinees en Engels om gebruikers de volgende informatie aan
te bieden:
Productinformatie
Antwoorden op veelgestelde vragen
Nieuwste versies van drivers voor Epson-producten
Hotline voor technische ondersteuning
U kunt ook contact opnemen met onze ondersteuningsmedewerkers via het volgende telefoon- en faxnummer:
Telefoon: 852-2827-8911
Fax: 852-2827-4383
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in Hong Kong
296
Hulp voor gebruikers in Maleisië
Voor informatie, ondersteuning en service:
Internet
http://www.epson.com.my
Informatie over productspecicaties, drivers om te downloaden
Veelgestelde vragen, verkoopvragen, vragen via e-mail
Epson-callcenter
Telefoon: 1800-81-7349 (gratis)
E-mail: websupport@emsb.epson.com.my
Verkoopvragen en productinformatie
Vragen over het gebruik van of problemen met producten
Vragen over reparaties en garantie
Hoofdkantoor
Telefoon: 603-56288288
Fax: 603-5628 8388/603-5621 2088
Hulp voor gebruikers in India
Voor informatie, ondersteuning en service:
Internet
http://www.epson.co.in
Informatie over productspecicaties, drivers om te downloaden, antwoorden op vragen met betrekking tot het
gebruik van producten.
Helpdesk
Service, productinformatie en verbruiksartikelen bestellen (BSNL-lijnen)
Gratis nummer: 18004250011
Bereikbaar van 9.00 tot 18.00 uur, van maandag tot en met zaterdag (feestdagen uitgezonden)
Voor service (CDMA en mobiele gebruikers)
Gratis nummer: 186030001600
Bereikbaar van 9.00 tot 18.00 uur, van maandag tot en met zaterdag (feestdagen uitgezonden)
Hulp voor gebruikers in de Filippijnen
Voor technische ondersteuning en aersales-services kunnen gebruikers contact opnemen met Epson Philippines
Corporation via de telefoon- en faxnummers en het e-mailadres hieronder:
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in de Filippijnen
297
Internet
http://www.epson.com.ph
Informatie over productspecicaties, drivers om te downloaden, veelgestelde vragen en ondersteuning via e-mail.
Epson Philippines Customer Care
Gratis nummer: (PLDT) 1-800-1069-37766
Gratis nummer: (digitaal) 1-800-3-0037766
Metro Manila: (632) 8441 9030
Website: https://www.epson.com.ph/contact
E-mail: customercare@epc.epson.com.ph
Bereikbaar van 9.00 tot 18.00 uur, van maandag tot en met zaterdag (feestdagen uitgezonden)
Onze klantenzorg kan u telefonisch helpen met betrekking tot:
Verkoopvragen en productinformatie
Vragen over het gebruik van of problemen met producten
Vragen over reparaties en garantie
Epson Philippines Corporation
Telefoon: +632-706-2609
Fax: +632-706-2663
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in de Filippijnen
298
199

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln
1

Forum

epson-et-2820-series-ecotank
  • Guten Tag
    Mein Epson Drucker ET-2820 druckt bei grösseren Texten manchmal 1 - 2 Zeilen nicht durchgehend, d.h. die Zeile ist zwar lesbar, aber wird durch einen "weissen Strich" unterbrochen (vor allem bei > 1/2 Seite, z.B. bei Mails oder Word-Dokumenten).
    Wie kann ich das beheben? Druckkopf reinigen bringt nichts.
    Eingereicht am 18-4-2024 10:18

    Antworten Frage melden
  • epson et-2820 ich habe vor 2 TAGEN problemlos gedruckt. Heute erscheint auf dem Display nicht mehr der Begriff "Drucken" - nur noch Scannen und Kopieren
    ich möchte drucken Eingereicht am 21-1-2024 19:26

    Antworten Frage melden
  • wie korrigiere ich die Farbeinstellungen des printers? Eingereicht am 19-10-2023 18:18

    Antworten Frage melden
  • Beim Anmelden des Druckers wird die Bezeichnung ET-2820 nicht erkannt. Was ist zu tun Eingereicht am 6-5-2023 16:17

    Antworten Frage melden
  • Können mit dem ET2820 Plastikkarten bedruckt werden? Eingereicht am 3-5-2023 15:20

    Antworten Frage melden
  • Wie kann ich ein farbiges Dokument auch farbig kopieren?
    Eingereicht am 4-11-2022 11:54

    Antworten Frage melden
  • BEDIENUNGSANLEITUNG EPSON ET-2820 herunter laden
    Eingereicht am 18-10-2022 16:40

    Antworten Frage melden
  • wo öffne ich bei Papierstau die Klappe, um Papier zu entfernen Eingereicht am 4-10-2022 17:17

    Antworten Frage melden
  • Printer Connection Checker durchführen - bleibt bei 5 % stehen - Was soll ich machen
    Eingereicht am 2-8-2022 23:08

    Antworten Frage melden
  • Nach Verbindung des Computers mit dem Drucker durch ein USB - Kabel blinkt die Ansage, dass das Programm automatisch fortfährt. Dieser Text blinkt nur, es tut sich aber nichts. Eingereicht am 27-7-2022 11:49

    Antworten Frage melden

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Epson ET-2820 series Ecotank wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Andere Handbücher von Epson ET-2820 series Ecotank

Epson ET-2820 series Ecotank Bedienungsanleitung - Deutsch - 302 seiten

Epson ET-2820 series Ecotank Bedienungsanleitung - Englisch - 288 seiten

Epson ET-2820 series Ecotank Bedienungsanleitung - Holländisch - 299 seiten

Epson ET-2820 series Ecotank Bedienungsanleitung - Französisch - 298 seiten


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info