771501
7
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/314
Nächste Seite
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Kopiëren
Scannen
Faxen
De printer onderhouden
Problemen oplossen
NPD6592-00 NL
Inhoudsopgave
Uitleg bij deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................7
Zoeken naar informatie......................7
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt........8
Over deze handleiding.......................9
Markeringen en symbolen..................9
Opmerkingen over schermaeeldingen en
aeeldingen............................9
Referenties voor besturingssystemen...........9
Handelsmerken...........................10
Copyright...............................11
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................13
Veiligheidsinstructies voor inkt..............13
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 14
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 14
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer.......................... 15
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het touchscreen......................15
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 16
Adviezen en waarschuwingen voor het
vervoeren of opslaan van de printer.......... 16
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........16
Namen en functies van onderdelen
Voorzijde................................18
Binnenkant..............................19
Achterzijde..............................20
Uitleg bij het bedieningspaneel
Bedieningspaneel..........................22
Touchscreenbewerkingen....................22
Conguratie van het startscherm.............. 23
Uitleg bij het netwerkpictogram.............24
Conguratie van het menuscherm............. 25
Tekens invoeren...........................26
Animaties bekijken........................ 26
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. . . . . 29
Instellingen voor het papierformaat en de
papiersoort..............................29
Lijst met papiersoorten....................30
Papier laden..............................31
Voorzorgsmaatregelen bij het laden van
brieoofdpapier........................31
Verschillende soorten papier laden.............32
Enveloppen laden........................32
Voorgeperforeerd papier afdrukken.......... 33
Papier uitvoeren...........................33
Originelen plaatsen
Originelen plaatsen........................35
Originelen die niet door de ADF worden
ondersteund............................. 36
Afdrukken
Documenten afdrukken.....................38
Afdrukken vanaf een computer — Windows. . . . 38
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS. . . . . 56
Documenten afdrukken vanaf smart devices
(iOS).................................62
Documenten afdrukken vanaf smart devices
(Android).............................63
Afdrukken op enveloppen................... 65
Afdrukken op enveloppen vanaf een
computer (Windows).....................65
Afdrukken op enveloppen vanaf een
computer (Mac OS)......................65
Webpagina's afdrukken..................... 66
Webpagina's afdrukken vanaf een computer. . . . 66
Webpagina's afdrukken vanaf smart devices. . . . 66
Afdrukken via een cloudservice............... 67
Vanaf het bedieningspaneel registreren bij
Epson Connect Service....................67
Kopiëren
Beschikbare kopieermethoden................70
Originelen kopiëren......................70
Dubbelzijdig kopiëren....................71
Kopiëren door te vergroten of verkleinen. . . . . . .71
Meerdere originelen kopiëren naar één vel. . . . . .72
2
Originelen in goede kwaliteit kopiëren. . . . . . . . 73
Identiteitskaart kopiëren...................73
Pagina's op volgorde kopiëren...............74
Basis menu-opties voor kopiëren.............. 74
Zwart-wit:.............................74
Kleur:................................74
(Dubbelzijdig):. . 74
(Dichtheid):. . 74
Geavanceerde menuopties voor kopiëren. . . . . . . . 75
Papierinstelling:.........................75
Zoom:................................75
Documentgr.:...........................75
Meerdere pagina's:.......................75
Kwaliteit:..............................76
Afwerking:............................ 76
Richting origineel:.......................76
Schaduw verw.:.........................76
Ponsgaten verw:.........................76
ID-kaart-kopie:.........................76
Alle inst.wissen:.........................76
Scannen
Basisinformatie over scannen.................78
Wat is eenscan?........................78
Scanopties.............................78
Beschikbare scanmethoden................ 78
Aanbevolen bestandsindelingen voor
verschillende doeleinden.................. 80
Aanbevolen resoluties voor verschillende
doeleinden.............................80
Originelen scannen naar een computer..........81
Scannen via het bedieningspaneel............81
Scannen vanaf een computer............... 82
Originelen scannen naar de cloud..............82
Basis menu-opties voor scannen naar de cloud. . 83
Geavanceerde menu-opties voor scannen
naar de cloud...........................83
Scannen via WSD......................... 84
Een WSD-poort instellen..................84
Originelen scannen naar een smart device........86
Faxen
Voordat u faxfuncties gebruikt................88
Overzicht van de faxfuncties van de printer. . . . . . . 88
Functie: Faxberichten verzenden............88
Functie: Faxberichten ontvangen............ 89
Functie: Verzenden/ontvangen met PC-
FAX (Windows/Mac OS)..................89
Functies: Verschillende faxrapporten..........90
Functie: Beveiliging bij het verzenden en
ontvangen van faxberichten................90
Functies: andere handige functies...........90
Faxberichten verzenden via de printer...........91
Ontvangers selecteren.................... 91
Verschillende manieren om faxberichten te
verzenden.............................92
Faxberichten ontvangen op de printer...........95
Inkomende faxen ontvangen................95
Faxen ontvangen via een telefoonoproep. . . . . . . 96
Ontvangen faxberichten die op de printer zijn
opgeslagen bekijken op het lcd-scherm........97
Menuopties voor faxen......................98
Ontvanger.............................98
Faxinstellingen..........................98
Meer................................100
Menuopties voor Postvak IN.................101
Postvak IN/Vertrou. box openen (XX
ongelezen)............................102
Andere faxfuncties gebruiken................103
Een faxrapport handmatig afdrukken........103
Een faxbericht verzenden via een computer. . . . . . 103
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Windows)................ 103
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Mac OS)................. 106
Faxberichten ontvangen op een computer. . . . . . . 107
Controleren op nieuwe faxen (Windows). . . . . . 108
Controleren op nieuwe faxen (Mac OS).......109
De functie voor het opslaan van ontvangen
faxberichten op de computer uitschakelen. . . . . 110
De printer onderhouden
De status van verbruiksartikelen controleren. . . . . 112
Het papiertraject reinigen om papierstoringen te
voorkomen............................. 112
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit
verbeteren..............................114
De printkop controleren en reinigen.........114
Krachtige reiniging uitvoeren..............116
3
Voorkomen dat spuikanaaltjes verstopt raken. . 117
De printkop uitlijnen....................117
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . 118
De Scannerglasplaat reinigen.............. 118
De automatische documentinvoer (ADF)
schoonmaken..........................119
Het doorschijnende folie reinigen...........122
De printer reinigen........................125
Gemorste inkt opruimen................... 125
Controleren hoeveel pagina's in totaal door de
printer zijn gegaan........................126
Stroom besparen.........................126
Energie besparen (bedieningspaneel).........126
Toepassingen afzonderlijk installeren of
verwijderen.............................127
Toepassingen afzonderlijk installeren. . . . . . . . 127
De printer toevoegen (alleen voor Mac OS). . . . 129
Toepassingen verwijderen.................130
Toepassingen en rmware bijwerken.........131
De printer vervoeren en opslaan..............132
Problemen oplossen
De printer werkt niet naar behoren............138
De printer gaat niet aan of uit..............138
Stroom schakelt automatisch uit............138
Papier wordt niet goed ingevoerd...........139
Kan niet afdrukken..................... 143
Kan niet beginnen met scannen............ 162
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen. . . 173
Kan de printer niet bedienen zoals verwacht. . . 187
Er wordt een bericht weergegeven op het lcd-
scherm................................ 190
Papier loopt vast..........................191
Vastgelopen papier verwijderen.............192
Vastgelopen papier verwijderen uit de ADF. . . . 196
Voorkomen dat papier vastloopt............198
De inkt moet worden bijgevuld...............199
Voorzorgsmaatregelen voor inktessen.......199
De inkttank bijvullen....................200
De onderhoudsset moet worden vervangen. . . . . . 204
Voorzorgsmaatregelen voor de
onderhoudscassette..................... 204
Een onderhoudscassette vervangen..........204
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is
slecht..................................205
Afdrukkwaliteit is slecht..................205
De kopieerkwaliteit is slecht...............212
Problemen met gescande aeeldingen....... 218
De kwaliteit van het verzonden faxbericht is
slecht................................220
Het ontvangen faxbericht is van slechte
kwaliteit..............................222
Kan het probleem niet oplossen.............. 223
Problemen met afdrukken of kopiëren
kunnen niet worden opgelost..............223
De computer of apparaten toevoegen
of vervangen
Verbinden met een printer die met het netwerk
is verbonden............................ 226
De printer gebruiken vanaf een tweede
computer.............................226
Een netwerkprinter gebruiken vanaf een
smart device.......................... 227
De netwerkverbinding opnieuw instellen. . . . . . . . 227
Vervanging van de draadloze router......... 227
Vervanging van de computer.............. 228
De methode voor verbinding met de
computer wijzigen......................228
Wi-instellingen congureren via het
bedieningspaneel.......................229
Een smart device rechtstreeks verbinden met
een printer (Wi-Fi Direct)...................233
Over Wi-Fi Direct...................... 233
Apparaten verbinden met Wi-Fi Direct.......234
De verbinding met Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt) verbreken................. 236
De instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt) wijzigen, zoals de SSID........236
De status van de netwerkverbinding controleren. . 237
De netwerkverbindingsstatus controleren op
het bedieningspaneel....................237
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . 238
Een netwerkstatusvel afdrukken............244
Het computernetwerk controleren (alleen
Windows)............................ 244
Productinformatie
Papiergegevens...........................247
Beschikbaar papier en capaciteiten..........247
Niet-beschikbare papiersoorten............ 249
Informatie over verbruiksproducten...........250
Codes van de inktessen..................250
Onderhoudscassettecode................. 251
Soware-informatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 251
Soware voor afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . .251
Soware voor scannen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 255
4
Soware voor faxen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 256
Soware voor het maken van pakketten. . . . . . .257
Soware voor instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . .257
Soware voor bijwerken. . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
Overzicht instellingenmenu.................260
Algemene instellingen................... 260
Onderhoud...........................271
Statusv.afdrukk.........................272
Afdrukteller...........................273
Gebruikersinstellingen...................273
Standaardinst. herstellen..................273
Firmware-update.......................274
Productspecicaties.......................274
Printer specicaties..................... 274
Scannerspecicaties.....................275
Specicaties voor ADF...................275
Faxspecicaties........................ 276
De poort voor de printer gebruiken..........276
Interfacespecicaties.................... 277
Netwerkspecicaties.....................277
Ondersteunde services van derden.......... 279
Dimensies............................279
Elektrische specicaties.................. 280
Omgevingsspecicaties...................281
Systeemvereisten.......................281
Regelgevingsinformatie.................... 282
Normen en goedkeuringen................282
Beperkingen op het kopiëren.............. 283
Informatie voor beheerders
De printer met het netwerk verbinden..........286
Voor het maken van netwerkverbinding. . . . . . 286
Verbinding maken met het netwerk via het
bedieningspaneel.......................288
Instellingen voor gebruik van de printer........ 290
Contactpersonen beschikbaar maken........ 290
Beschikbare faxfuncties.................. 293
Problemen bij het congureren van instellingen 302
Hulp vragen
Technische ondersteuning (website)...........306
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson.................................306
Voordat u contact opneemt met Epson.......306
Hulp voor gebruikers in Europa............ 306
Hulp voor gebruikers in Taiwan............ 307
Hulp voor gebruikers in Australië...........307
Hulp voor gebruikers in Nieuw-Zeeland. . . . . . 308
Hulp voor gebruikers in Singapore.......... 308
Hulp voor gebruikers inailand...........308
Hulp voor gebruikers in Vietnam........... 309
Hulp voor gebruikers in Indonesië.......... 309
Hulp voor gebruikers in Hong Kong.........312
Hulp voor gebruikers in Maleisië............313
Hulp voor gebruikers in India..............313
Hulp voor gebruikers in de Filippijnen....... 314
5
Uitleg bij deze handleiding
Introductie tot de handleidingen........................................7
Zoeken naar informatie...............................................7
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt................................ 8
Over deze handleiding............................................... 9
Handelsmerken....................................................10
Copyright........................................................11
Introductie tot de handleidingen
De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de
verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de Epson-sowaretoepassingen raadplegen.
Belangrijke veiligheidsvoorschrien (gedrukte handleiding)
Bevat instructies om deze printer veilig te gebruiken.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer en het installeren van de soware.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Deze handleiding is beschikbaar als PDF- en webhandleiding. Biedt algehele informatie en
instructies voor het gebruik van de printer, voor netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt
gebruikt en voor het oplossen van problemen.
Deze handleiding is bedoeld voor de ET-5170 Series/L6490 Series en de ET-5150 Series/L6460 Series. De
faxfunctie is echter alleen beschikbaar voor de ET-5170 Series/L6490 Series.
Faxen
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/support) of de wereldwijde
ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Om de webhandleiding weer te geven, gaat u naar de volgende website, voert u de productnaam in en gaat u
vervolgens naar Ondersteuning.
http://epson.sn
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor het bijwerken van soware en rmware (EPSON Soware Updater)” op pagina 260
Zoeken naar informatie
In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan
met behulp van de bladwijzers. Dit gedeelte bevat uitleg over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe
Acrobat Reader DC op de computer is geopend.
Uitleg bij deze handleiding
>
Zoeken naar informatie
7
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken. Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die
u zoekt en klik vervolgens op Zoeken. Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst. Klik op een van de
weergegeven zoekresultaten om naar de betreende pagina te gaan.
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan. Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat
gedeelte. Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Windo ws : h oud de Alt-toets ingedrukt en druk op .
Mac OS: houd de Command-toets ingedrukt en druk op .
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken. Klik op Afdrukken in het menu Bestand en
geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voorbeeld: 20-25
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
Uitleg bij deze handleiding
>
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
8
Over deze handleiding
Dit gedeelte bevat een uitleg van de markeringen en symbolen, de toelichtingen bij beschrijvingen en de
referentiegegevens van het besturingssysteem die in deze handleiding worden gebruikt.
Markeringen en symbolen
!
Let op:
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
c
Belangrijk:
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Aanvullende en referentiegegevens.
Gerelateerde informatie
&Koppelingen naar de verwante paragrafen.
Opmerkingen over schermafbeeldingen en afbeeldingen
De schermaeeldingen van het printerstuurprogramma zijn horen bij Windows 10 of macOS High Sierra. De
inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de situatie.
De aeeldingen in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine verschillen tussen elk
model, maar de gebruiksmethode blij hetzelfde.
Sommige menu-items op de display variëren naargelang het model en de instellingen.
U kunt de QR-code scannen met de speciale app.
Referenties voor besturingssystemen
Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows
Vista", "Windows XP", "Windows Server 2019", "Windows Server 2016", "Windows Server 2012 R2", "Windows
Server 2012", "Windows Server 2008 R2", "Windows Server 2008", "Windows Server 2003 R2" en "Windows Server
2003" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te
duiden.
Microso
®
Windows
®
10 besturingssysteem
Microso
®
Windows
®
8.1 besturingssysteem
Microso
®
Windows
®
8 besturingssysteem
Microso
®
Windows
®
7 besturingssysteem
Microso
®
Windows Vist a
®
besturingssysteem
Uitleg bij deze handleiding
>
Over deze handleiding
>
Referenties voor besturingssystemen
9
Microso
®
Windows
®
XP besturingssysteem
Microso
®
Windows
®
XP Professional x64 Edition besturingssysteem
Microso
®
Windows Se r ve r
®
2019 besturingssysteem
Microso
®
Windows Se r ve r
®
2016 besturingssysteem
Microso
®
Windows Se r ve r
®
2012 R2 besturingssysteem
Microso
®
Windows Se r ve r
®
2012 besturingssysteem
Microso
®
Windows Se r ve r
®
2008 R2 besturingssysteem
Microso
®
Windows Se r ve r
®
2008 besturingssysteem
Microso
®
Windows Se r ve r
®
2003 R2 besturingssysteem
Microso
®
Windows Se r ve r
®
2003 besturingssysteem
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar Mac OS X v10.6.8 of hoger.
Handelsmerken
EPSON
®
is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Epson Scan 2 soware is based in part on the work of the Independent JPEG Group.
libti
Copyright © 1988-1997 Sam Leer
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this soware and its documentation for any purpose is
hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in
all copies of the soware and related documentation, and (ii) the names of Sam Leer and Silicon Graphics
may not be used in any advertising or publicity relating to the soware without the specic, prior written
permission of Sam Leer and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS,
IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF
MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL,
INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES
WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED
OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN
CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
QR Code is a registered trademark of DENSO WAVE INCORPORATED in Japan and other countries.
Microso
®
, Windows
®
, Windows Server
®
, and Windows Vista
®
are registered trademarks of Microso
Corporation.
Apple, Mac, macOS, OS X, Bonjour, Safari, AirPrint, iPad, iPhone, iPod touch, and iTunes are trademarks of
Apple Inc., registered in the U.S. and other countries.
Use of the Works with Apple badge means that an accessory has been designed to work specically with the
technology identied in the badge and has been certied by the developer to meet Apple performance
standards.
Uitleg bij deze handleiding
>
Handelsmerken
10
Chrome, Google Play, and Android are trademarks of Google LLC.
Adobe and Adobe Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the
United States and/or other countries.
Firefox is a trademark of the Mozilla Foundation in the U.S. and other countries.
Mopria® and the Mopria® Logo are registered and/or unregistered trademarks and service marks of Mopria
Alliance, Inc. in the United States and other countries. Unauthorized use is strictly prohibited.
Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als identicatie en
kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars.Epson maakt geen enkele aanspraak op enige
rechten op deze handelsmerken.
Copyright
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schrielijke toestemming van Seiko Epson
Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in
deze handleiding. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die voortvloeit uit het gebruik van de
informatie in deze publicatie. De informatie in dit document is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit Epson-
product. Epson is niet verantwoordelijk voor gebruik van deze informatie in combinatie met andere producten.
Seiko Epson Corporation noch haar lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit
product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan
niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering
van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson
Corporation.
Seiko Epson Corporation en haar dochterondernemingen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor
schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen
kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit
elektromagnetische interferentie als gevolg van het gebruik van andere interfacekabels die door Seiko Epson
Corporation worden aangeduid als Epson Approved Products.
© 2020 Seiko Epson Corporation
De inhoud van deze handleiding en de specicaties van dit product kunnen zonder aankondiging worden
gewijzigd.
Uitleg bij deze handleiding
>
Copyright
11
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies............................................... 13
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Uw persoonlijke gegevens beschermen...................................16
Veiligheidsinstructies
Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken.Bewaar deze handleiding voor latere
raadplegingen.Let ook op al de waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur
kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen
van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of
als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de
prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden
gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of
luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw
handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u
uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen
problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Vermijd het gebruik van de telefoon tijdens onweer. Er bestaat een minieme kans op elektrische schokken door
bliksem.
Gebruik voor het melden van een gaslek geen telefoon in de directe omgeving van het lek.
Veiligheidsinstructies voor inkt
Zorg ervoor dat u de inkt niet aanraakt bij het omgaan met de inkttanks, de doppen van de inkttanks of
geopende inktessen of doppen.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de onderhoudscassette niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
Belangrijke instructies
>
Veiligheidsinstructies
>
Veiligheidsinstructies voor inkt
13
Schud de es niet met overdreven kracht en stel de es niet bloot aan sterke schokken. Hierdoor kan inkt
lekken.
Houd inktessen en de onderhoudscassette buiten het bereik van kinderen. Laat kinderen niet uit de inktessen
drinken.
Printeradviezen en waarschuwingen
Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze
handleiding voor toekomstig gebruik.
Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de
printer
Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral
op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het
totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de
maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en
stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op
een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden
beschadigd raken.
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
Belangrijke instructies
>
Printeradviezen en waarschuwingen
>
Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/
g
14
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer
Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel en inktbuisjes binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Pas bij het sluiten van de ADF op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Als een van de inkttanks niet is gevuld tot aan de onderste lijn, moet u binnenkort inkt bijvullen.Langdurig
gebruik van de printer wanneer de inkt lager staat dan de onderste lijn, kan de printer beschadigen.
Zet de printer altijd uit met de knop
P
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact niet af zolang het lampje
P
nog knippert.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
Bij het tillen van de printer, plaats uw handen zoals hieronder wordt weergegeven.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het touchscreen
Het lcd-scherm kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder.
Dit is normaal en wil geenszins zeggen dat het beschadigd is.
Maak het lcd-scherm alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De afdekplaat van het touchscreen kan breken bij zware schokken. Neem contact op met uw leverancier als het
display barst of breekt. Raak het gebroken glas niet aan en probeer dit niet te verwijderen.
Raak het touchscreen zachtjes met uw vinger aan. Druk niet te hard en gebruik niet uw nagels.
Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals balpennen of scherpe potloden om handelingen uit te voeren.
De werking van het touchscreen kan verminderen als gevolg van condensatie in het touchscreen veroorzaakt
door plotselinge schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid.
Belangrijke instructies
>
Printeradviezen en waarschuwingen
>
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van
h
15
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een
draadloze verbinding
Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische
instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de
medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle
waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de
buurt van automatisch aangestuurde apparaten.
Adviezen en waarschuwingen voor het vervoeren of opslaan van de
printer
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Controleer vóór het vervoeren van de printer of de printkop zich in de uitgangspositie (uiterst rechts) bevindt.
Uw persoonlijke gegevens beschermen
Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer Instel.
> Standaardinst. herstellen > Alle gegevens en instellingen wissen op het bedieningspaneel.
Belangrijke instructies
>
Uw persoonlijke gegevens beschermen
16
Namen en functies van onderdelen
Voorzijde........................................................18
Binnenkant.......................................................19
Achterzijde.......................................................20
Voorzijde
AADF (automatische
documentinvoer)
Hiermee worden originelen automatisch ingevoerd.
BDeksel van ADF Openen wanneer u originelen wilt verwijderen die in de ADF zijn
vastgelopen.
CInvoerlade van de ADF Ondersteuning voor geladen originelen.
DZijgeleider van de ADF Zorgt ervoor dat originelen recht in de printer worden ingevoerd. Schuif
naar de randen van het papier.
EADF-documentsteun Biedt ondersteuning voor originelen.
FUitvoerlade van de ADF Bevat de originelen die uit de ADF komen.
ABedieningspaneel Geeft de status van de printer weer en maakt het mogelijk printerinstellingen
te congureren.
BInkttankklep Open om de inkttank bij te vullen.
Namen en functies van onderdelen
>
Voorzijde
18
CInkttankdop Open om de inkttank bij te vullen.
DInkttank Bevat de inkttank.
EAfdekking papiercassette Openen om papier te kunnen laden in de papiercassette.
FVoorkap Open dit om vastgelopen papier te verwijderen.
GUitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
Binnenkant
ADocumentkap Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
BScannerglasplaat Plaats de originelen.
CPrintkop Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de printkop.
DZijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze naar de
randen van het papier.
EPapiercassette Hieruit wordt papier geladen.
FHendel voor uitvoerwissel Zet deze omhoog, zodat papier in de uitvoerlade valt. Zet deze omlaag,
zodat papier met de afdrukzijde naar boven aan de voorzijde van de printer
wordt uitgevoerd.
GPrinterkap Open dit om vastgelopen papier te verwijderen.
Namen en functies van onderdelen
>
Binnenkant
19
Achterzijde
AStopper Schuif de stopper uit om te voorkomen dat papier uit de uitvoerlade valt.
BLAN-poort Voor aansluiting van een LAN-kabel.
CUSB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met een computer.
DLINE-poort
*
Voor aansluiting van een telefoonlijn.
EEXT.-poort
*
Voor aansluiting van externe telefoontoestellen.
FNetsnoeraansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
GPapiertoevoer achter Hieruit wordt papier geladen.
HAchterpaneel Verwijder deze wanneer u vastgelopen papier wilt verwijderen.
IAfdekking onderhoudsset Open deze afdekking wanneer u de onderhoudsset wilt vervangen.
* Alleen voor de ET-5170 Series/L6490 Series
Namen en functies van onderdelen
>
Achterzijde
20
Uitleg bij het bedieningspaneel
Bedieningspaneel..................................................22
Touchscreenbewerkingen............................................ 22
Conguratie van het startscherm.......................................23
Conguratie van het menuscherm......................................25
Tekens invoeren...................................................26
Animaties bekijken.................................................26
Bedieningspaneel
AHiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact nadat u hebt gecontroleerd of het aan/uit-lampje uit staat.
BHiermee opent u het startscherm.
CHiermee geeft u menu's en berichten weer.
DHiermee worden de oplossingen weergegeven wanneer u problemen ondervindt.
E
*
Gaat branden wanneer ontvangen documenten die nog niet gelezen, afgedrukt of opgeslagen zijn, in het
geheugen van de printer staan.
* Alleen voor de ET-5170 Series/L6490 Series
Touchscreenbewerkingen
Het touchscreen is compatibel met de volgende bewerkingen.
Tikken Druk op de items of pictogrammen of selecteer deze.
Vegen Veeg snel over het scherm.
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Touchscreenbewerkingen
22
Schuiven Houd de items vast en verplaats ze.
Vingers naar elkaar
toe bewegen
Vingers van elkaar af
bewegen
In- of uitzoomen op de voorbeeldweergave op het bedieningspaneel tijdens
het printen van de foto's.
Conguratie van het startscherm
AHiermee wordt het scherm Resterende capaciteit Onderhoudsset weergegeven. U kunt de
geschatte levensduur van de onderhoudsset controleren.
BGeeft de status van de netwerkverbinding weer. Zie hierna voor meer informatie.
“Uitleg bij het netwerkpictogram” op pagina 24
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Conguratie van het startscherm
23
CHiermee wordt het scherm Geluidsinstellingen apparaat weergegeven. U kunt Dempen en
Stille modus instellen. Vanaf dit scherm kunt u tevens het menu Geluid openen. Deze instelling
kunt u ook congureren via het menu Instel..
Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Geluid
Hiermee wordt aangegeven of Stille modus is ingesteld voor de printer. Wanneer
deze functie is ingeschakeld, wordt het geluid dat door de printer wordt gemaakt
gedempt. De afdruksnelheid kan hierdoor verminderen. Het geluid wordt mogelijk
niet gedempt, afhankelijk van het geselecteerde papiersoort en de gekozen
afdrukkwaliteit.
Hiermee wordt aangegeven dat Dempen is ingesteld voor de printer.
DHiermee wordt het scherm Informatie faxgegevens weergegeven.
Het weergegeven getal geeft het aantal faxberichten aan dat nog niet is gelezen, afgedrukt of
opgeslagen.
EHiermee wordt elk menu weergegeven.
Kopiëren
Hiermee kunt u documenten kopiëren.
Scannen
Hiermee kunt u documenten scannen en op een computer opslaan.
Fax
Hiermee kunt u faxberichten verzenden.
Onderhoud
Hiermee geeft u de menu's weer die worden aanbevolen om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren, zoals
het ontstoppen van de spuitmondjes door een controlepatroon van de spuitmondjes af te drukken en een
kopreiniging uit te voeren en het verbeteren van vervaging of strepen op uw afdrukken door de printkop uit te
lijnen. Deze instelling kunt u ook congureren via het menu Instel..
Instel. > Onderhoud
Instel.
Hiermee kunt u instellingen voor onderhoud, printerinstellingen en printerbewerkingen congureren.
FHiermee schuift u het scherm naar rechts.
Uitleg bij het netwerkpictogram
De printer is niet verbonden met een bekabeld (ethernet)netwerk of de verbinding is
verbroken.
De printer is verbonden met een bekabeld (ethernet)netwerk.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
De printer zoekt naar een SSID, het IP-adres is niet ingesteld of er is een probleem met
het draadloze (wi-)netwerk.
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te
sterker de verbinding is.
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Conguratie van het startscherm
>
Uitleg bij het netwerkpictogram
24
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct
(eenvoudig toegangspunt).
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct
(eenvoudig toegangspunt).
Conguratie van het menuscherm
AHiermee keert u terug naar het vorige scherm.
BU wisselt met de tabbladen tussen de lijsten met instellingen. Op het tabblad Geavanceerde instellingen worden
andere items weergegeven die u desgewenst kunt instellen.
CHiermee toont u de lijst met instellingsitems. Wanneer wordt weergegeven, kunt u aanvullende informatie
bekijken door het pictogram te selecteren. Selecteer het item of schakel het selectievakje in om instellingen te
congureren.
Items die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar. Selecteer het item om te controleren waarom het niet
beschikbaar is.
Als er een probleem optreedt, wordt weergegeven op het item. Selecteer het pictogram om te zien hoe u het
probleem kunt oplossen.
DHiermee worden bewerkingen uitgevoerd met de huidige instellingen. De items kunnen variëren afhankelijk van
het menu.
Aantal Hiermee geeft u het schermtoetsenblok weer, waarmee u het aantal exemplaren kunt invoeren.
x
Hiermee start u het afdrukken, kopiëren, scannen of verzenden van faxberichten.
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Conguratie van het menuscherm
25
Tekens invoeren
Wanneer u bijvoorbeeld netwerkinstellingen congureert, kunt u tekens en symbolen invoeren via het
schermtoetsenbord.
AGeeft het aantal tekens weer.
BVerplaatst de cursor naar de invoerpositie.
CHiermee schakelt u tussen hoofdletters en kleine letters.
DHiermee schakelt u tussen tekentypes.
ABC: Alfabet
123#: Cijfers en symbolen
EHiermee voert u veelgebruikte e-maildomeinadressen of URL's in door het item te selecteren.
FHiermee typt u een spatie.
GHiermee voert u een teken in.
HHiermee wist u het teken links van de cursor. Hiermee verwijdert u een teken aan de rechterkant wanneer de cursor
aan het begin van de regel staat en er links geen tekens staan.
Animaties bekijken
Op het lcd-scherm kunt u animaties bekijken van bedieningsinstructies, zoals het laden van papier of het
verwijderen van vastgelopen papier.
Selecteer . Het Help-scherm wordt weergegeven. Selecteer Hoe en selecteer de items die u wilt bekijken.
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Animaties bekijken
26
Selecteer Hoe onderaan het bedieningsscherm. De contextgevoelige animatie wordt weergegeven.
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Animaties bekijken
27
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.............................29
Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort........................29
Papier laden......................................................31
Verschillende soorten papier laden......................................32
Papier uitvoeren...................................................33
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking
Lees de instructiebladen die bij het papier worden geleverd.
Als u met origineel Epson-papier afdrukken van hoge kwaliteit wilt verkrijgen, gebruikt u het papier in de
omgeving die op de bij het papier geleverde instructiebladen wordt vermeld.
Waaier papier en leg de stapel recht voor het laden. Fotopapier niet waaieren of buigen. Dit kan de afdrukzijde
beschadigen.
Als het papier omgekruld is, maakt u het plat of buigt u het vóór het laden lichtjes de andere kant op. Afdrukken
op omgekruld papier kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Bij handmatig dubbelzijdig afdrukken kunnen regelmatig problemen met de papierinvoer ontstaan wanneer op
één zijde van voorgedrukt papier wordt afgedrukt. Breng het aantal vellen terug tot maximaal de hel of laad
één vel papier tegelijk als het papier voortdurend vastloopt.
Zorg ervoor dat u papier met lange vezels gebruikt. Als u niet zeker bent welke papiersoort u gebruikt,
controleer dan de verpakking van het papier of neem contact op met de fabrikant.
Waaier enveloppen en leg ze recht op elkaar voor het laden. Als de gestapelde enveloppen lucht bevatten, maakt
u ze plat om de lucht eruit te krijgen voordat ze worden geladen.
Gerelateerde informatie
&“Niet-beschikbare papiersoorten” op pagina 249
Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort
Als u het papierformaat en de papiersoort registreert op het scherm dat wordt weergegeven wanneer u papier
laadt, gee de printer een waarschuwing wanneer de geregistreerde gegevens en de afdrukinstellingen verschillen.
Papier laden
>
Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort
29
Dit voorkomt dat u papier en inkt verspilt, doordat u niet op het verkeerde papierformaat of met de verkeerde
kleur afdrukt vanwege instellingen die niet overeenkomen met de papiersoort.
Dit scherm wordt niet weergegeven als Autom. weerg. papierinstelling is uitgeschakeld. Als u deze functie
uitschakelt, kunt u niet afdrukken vanaf een iPhone, iPad of iPod touch met AirPrint.
Als het getoonde papierformaat en de papiersoort verschillen van het geladen papier, selecteert u het item dat u
wilt wijzigen. Als de instellingen overeenkomen met het geladen papier, sluit u het scherm.
Opmerking:
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > Instellingen papierbron > Papierinstelling om het
instellingenscherm met het papierformaat en de papiersoort weer te geven.
Gerelateerde informatie
&“Autom. weerg. papierinstelling:” op pagina 262
Lijst met papiersoorten
Selecteer de papiersoort die bij het papier past voor optimale afdrukresultaten.
Medianaam Afdrukmateriaal
Bedieningspaneel Printerstuurprogramma
Epson Bright White Ink Jet Paper Gewoon papier Gewoon papier
Epson Ultra Glossy Photo Paper Ultra Glossy Epson Ultra Glossy
Epson Premium Glossy Photo Paper Premium Glossy Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss Photo
Paper
Premium Semigloss Epson Premium Semigloss
Epson Photo Paper Glossy Glossy Photo Paper Glossy
Epson Matte Paper-Heavyweight
Epson Double-Sided Matte Paper
Matte Epson Matte
Epson Photo Quality Ink Jet Paper
Epson Double-sided Photo Quality Ink
Jet Paper
Epson Photo Quality Self Adhesive
Sheets
Fotokwaliteit IJ Epson Photo Quality Ink Jet
Papier laden
>
Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort
>
Lijst met papiersoorten
30
Papier laden
U kunt papier laden met behulp van de animaties op het lcd-scherm van de printer.
Selecteer en selecteer vervolgens Hoe > Papier laden.
Selecteer de papierbron die u wilt gebruiken om de animaties weer te geven.
Selecteer Voltooien om het animatiescherm te sluiten.
Voorzorgsmaatregelen bij het laden van briefhoofdpapier
Selecteer voor brieoofdpapier Brieoofd als de papiersoort.
Als u afdrukt op brieoofdpapier dat smaller is dan de instelling in het printerstuurprogramma, kan buiten de
randen van het papier worden afgedrukt. Hierdoor kunnen er inktvlekken op de afdrukken komen en kan zich
inkt ophopen in de printer. Selecteer de juiste papiergrootte.
Dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk met brieoofdpapier. De afdruksnelheid kan ook afnemen.
Papier laden
>
Papier laden
>
Voorzorgsmaatregelen bij het laden van briefhoofdpapier
31
Verschillende soorten papier laden
Enveloppen laden
Papiertoevoer achter
Laad een envelop op het midden van de achterste papierlade met de korte zijde eerst en de omslag naar beneden.
Schuif de zijgeleiders naar de randen van de envelop.
Opmerking:
Het is raadzaam de uitvoerschakelaar omlaag te zetten, zodat de envelop aan de voorzijde van de printer wordt
uitgeworpen.
Papiercassette
Laad enveloppen in de papiercassette met de omslag naar boven en schuif de zijgeleiders naar de randen van de
enveloppen.
Papier laden
>
Verschillende soorten papier laden
>
Enveloppen laden
32
Voorgeperforeerd papier afdrukken
Laad één vel voorgeperforeerd papier in het midden van de achterste invoersleuf met de afdrukzijde naar boven.
Pas de afdrukpositie van uw bestand aan, zodat u niet over de perforaties heen afdrukt.
Papier uitvoeren
Afgedrukt papier wordt met de afdrukzijde naar beneden in de uitvoerlade uitgeworpen. Voor normaal A4-
papier (van 80 g/m²) kunnen maximaal 100 vellen per keer worden uitgeworpen. Als meer dan 100 vellen
worden uitgevoerd, kan het papier vallen of vastlopen. Verwijder overtollig papier, zodat het maximale aantal
vellen dat kan worden uitgeworpen niet wordt overschreden.
Wanneer u dik papier, fotopapier of visitekaartjespapier laadt, moet u de uitvoerschakelaar omlaag zetten, zodat
papier aan de voorzijde van de printer wordt uitgeworpen. Het wordt ook aangeraden om enveloppen aan de
voorzijde van de printer uit te laten werpen.
Zorg dat u het bedrukte oppervlak van het fotopapier niet met blote handen aanraakt. Vocht en oliën van uw
handen kunnen de afdrukkwaliteit beïnvloeden.
Papier laden
>
Papier uitvoeren
33
Originelen plaatsen
Originelen plaatsen.................................................35
Originelen die niet door de ADF worden ondersteund....................... 36
Originelen plaatsen
Leg originelen op de scannerglasplaat of de ADF.
U kunt meerdere originelen in de ADF plaatsen.
Volg de onderstaande stappen om de animaties over het plaatsen van originelen te bekijken.
Selecteer en selecteer vervolgens Hoe > Plaats originelen. Selecteer de methode voor het plaatsen van de
originelen die u wilt bekijken. Selecteer Voltooien om het animatiescherm te sluiten.
De scannerglasplaat gebruiken
!
Let op:
Pas bij het sluiten van de documentkap op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
c
Belangrijk:
Wanneer u omvangrijke originelen zoals boeken plaatst, zorg er dan voor dat er geen extern licht op de
scannerglasplaat schijnt.
Oefen niet te veel kracht uit op de scannerglasplaat of de documentkap. Deze kunnen anders beschadigd raken.
Opmerking:
Als er stof of vuil op de scannerglasplaat zit, kan het scanbereik worden vergroot om het mee te nemen, waardoor de
aeelding van het origineel kan verschuiven of kleiner kan worden. Verwijder stof en vuil van de scannerglasplaat
voordat u gaat scannen.
De eerste 1,5 mm vanaf de hoek van de scannerglasplaat wordt niet gescand.
Wanneer originelen in de ADF en op de scannerglasplaat zijn geplaatst, wordt er prioriteit gegeven aan de originelen in
de ADF.
Als u de originelen langdurig op de scannerglasplaat laat liggen, kunnen ze aan het oppervlak van het glas kleven.
Originelen plaatsen
>
Originelen plaatsen
35
Tijdens gebruik van de ADF
c
Belangrijk:
Let er bij het laden van de originelen op dat ze niet boven de streep net onder het driehoekige symbool aan de
binnenzijde van de ADF-geleider uitkomen.
Plaats tijdens het scannen geen nieuwe originelen.
Gerelateerde informatie
&“Originelen die niet door de ADF worden ondersteund” op pagina 36
&“Scannerspecicaties” op pagina 275
Originelen die niet door de ADF worden ondersteund
c
Belangrijk:
Voer geen foto's of waardevolle originele kunstwerken in de ADF in. Door verkeerd invoeren kan het origineel
kreuken of beschadigd raken. Scan deze documenten in plaats daarvan op de scannerglasplaat.
Vermijd het gebruik van de volgende originelen in de ADF om storingen te voorkomen. Gebruik voor deze typen
de scannerglasplaat.
Originelen die gescheurd, gevouwen, gekreukeld, beschadigd of omgekruld zijn
Originelen met perforatiegaten
Originelen die bijeen worden gehouden met plakband, nietjes, paperclips enz.
Originelen met stickers of labels
Originelen die onregelmatig gesneden zijn of niet in de juiste lijn liggen
Originelen die aan elkaar gebonden zijn
Transparanten, thermisch papier of doordrukpapier
Originelen plaatsen
>
Originelen die niet door de ADF worden ondersteund
36
Afdrukken
Documenten afdrukken............................................. 38
Afdrukken op enveloppen............................................65
Webpagina's afdrukken..............................................66
Afdrukken via een cloudservice........................................67
Documenten afdrukken
Afdrukken vanaf een computer — Windows
Afdrukken met eenvoudige instellingen
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van de toepassing verschillen. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
“Papier laden” op pagina 31
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand.
4. Selecteer uw printer.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
38
5. Selecteer Vo orkeuren of Eigenschappen om het venster van het printerstuurprogramma te openen.
6. Wijzig indien nodig de instellingen.
U kunt de online-Help raadplegen voor een uitleg van de instellingsitems. Als u met de rechtermuisknop op
een item klikt, wordt Help weergegeven.
7. Klik op OK om het venster van het printerstuurprogramma te sluiten.
8. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
&“Lijst met papiersoorten” op pagina 30
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
39
Voorinstellingen voor afdrukken toevoegen voor eenvoudig afdrukken
Als u uw eigen voorinstelling maakt van vaak gebruikte instellingen, kunt u snel afdrukken door deze
voorinstelling in de lijst te selecteren.
1. Stel op het tabblad Hoofdgroep of Meer opties van het printerstuurprogramma elk item in (zoals
documentformaat en Papiertype).
2. Klik op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen in Voorkeursinstellingen.
3. Voer een Naam in en voer eventueel een opmerking in.
4. Klik op Opslaan.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen, waarna u de
naam selecteert van de desbetreende voorinstelling en deze verwijdert.
5. Klik op Druk af.
De volgende keer dat u met dezelfde instelling wilt afdrukken, selecteert u de naam van de geregistreerde instelling
in Voorkeursinstellingen en klikt u op OK.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 38
Dubbelzijdig afdrukken
U kunt dubbelzijdig afdrukken.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
40
Opmerking:
Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
“Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 249
Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
De functie is echter mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer wordt gebruikt via een netwerk of als een gedeelde
printer.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de methode Dubbelzijdig afdrukken.
2. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
3. Klik op Afdrukdichtheid, congureer de instellingen en klik op OK.
Als u Afdrukdichtheid instelt, kunt u de afdrukdichtheid aanpassen op basis van het documenttype.
Opmerking:
Het afdrukken kan langzaam zijn aankelijk van de optiecombinatie die u hebt geselecteerd voor Documenttype
selecteren in het venster Afdrukdichtheid aanpassen en voor Kwaliteit op het tabblad Hoofdgroep.
4. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
5. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 38
Een brochure afdrukken
U kunt ook een brochure afdrukken door de pagina's te herschikken en de afdruk te vouwen.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
41
Opmerking:
Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
“Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 249
Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
De functie is echter mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer wordt gebruikt via een netwerk of als een gedeelde
printer.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma bij Dubbelzijdig afdrukken op welke
manier u de lange rand wilt inbinden.
2. Klik op Instellingen, selecteer Boekje en selecteer vervolgens In midden binden of Aan zijkant binden.
In midden binden: gebruik deze methode wanneer u een klein aantal pagina's afdrukt die eenvoudig
kunnen worden gestapeld en dubbelgevouwen.
Aan zijkant binden. Gebruik deze methode wanneer u één vel (vier pagina's) per keer afdrukt en
dubbelvouwt om ze daarna allemaal samen te voegen.
3. Klik op OK.
4. Wanneer afdrukgegevens veel foto's en aeeldingen bevatten, klikt u op Afdrukdichtheid. Congureer de
benodigde instellingen en klik vervolgens op OK.
Als u Afdrukdichtheid instelt, kunt u de afdrukdichtheid aanpassen op basis van het documenttype.
Opmerking:
Het afdrukken kan langzaam zijn aankelijk van de optiecombinatie die u hebt geselecteerd voor Documenttype
selecteren in het venster Afdrukdichtheid aanpassen en voor Kwaliteit op het tabblad Hoofdgroep.
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
6. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 38
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
42
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt meerdere pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie 2-omhoog, 4-omhoog, 6 per
vel, 8-omhoog, 9 per vel of 16 per vel bij de instelling Meerdere pagina's.
2. Klik op Layout-volg., congureer de instellingen en klik op OK.
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 38
Afdruk aanpassen aan papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
43
1. Stel op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma het volgende in.
documentformaat: selecteer het formaat van het papier dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Uitvoerpapier: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Volledige pagina wordt automatisch geselecteerd.
Opmerking:
Klik op Centreren om de verkleinde aeelding in het midden van het papier af te drukken.
2. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
3. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 38
Een verkleind of vergroot document op elke vergroting afdrukken
U kunt het formaat van een document met een speciek percentage verkleinen of vergroten.
1. Selecteer op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma het documentformaat in de instelling
documentformaat.
2. Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken in de instelling Uitvoerpapier.
3. Selecteer Verklein/vergroot d o cu ment, Zoomen naar, en voer vervolgens een percentage in.
4. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
5. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 38
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
44
Een afbeelding vergroot afdrukken op meerdere vellen (een poster maken)
Met deze functie kunt u één aeelding afdrukken op meerdere vellen papier. U kunt een grotere poster maken
door ze samen te plakken.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie 2x1 Poster, 2x2 Poster, 3x3
Poster of 4x4 Poster bij de instelling Meerdere pagina's.
2. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
Opmerking:
Snijlijnen afdrukken met deze optie kunt u een snijlijn afdrukken.
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 38
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
45
Posters met overlappende uitlijnmarkeringen maken
In dit voorbeeld ziet u hoe u een poster maakt wanneer 2x2 Poster geselecteerd is en Overlappende
uitlijningstekens geselecteerd is bij Snijlijnen afdrukken.
1. Prepareer Sheet 1 en Sheet 2. Knip de marges van Sheet 1 langs de verticale blauwe lijn door het midden van
de kruisjes boven en onder.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
46
2. Plaats de rand van Sheet 1 op Sheet 2 en lijn de kruisjes uit. Plak de twee vellen aan de achterkant voorlopig
aan elkaar vast.
3. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de verticale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn
links van de kruisjes).
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
47
4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de
linker- en rechterkant.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
48
7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig
aan de achterkant aan elkaar.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
49
8. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de horizontale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de
lijn boven de kruisjes).
9. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
50
10. Knip de resterende marges af langs de buitenste lijn.
Afdrukken met een kop- en voettekst
U kunt de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken in een kop- of voettekst.
1. Klik op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma op Watermerk functies en selecteer vervolgens
Koptekst/voettekst.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
51
2. Klik op Instellingen, selecteer vervolgens de items die u wilt afdrukken en klik op OK.
Opmerking:
Selecteer Paginanummer om het eerste paginanummer op te geven vanaf de afdrukpositie in de kop- of voettekst en
selecteer vervolgens het nummer bij Beginnummer.
Als u tekst wilt afdrukken in de kop- of voettekst, selecteert u de afdrukpositie en vervolgens Tekst . Voer in het
tekstinvoerveld de tekst in die u wilt afdrukken.
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 38
Een watermerk afdrukken
U kunt een watermerk, bijvoorbeeld “Vertrouwelijk, of een antikopieerpatroon op uw documenten afdrukken. Als
u een antikopieerpatroon afdrukt, verschijnen de verborgen letters wanneer het document wordt gekopieerd, om
het origineel te onderscheiden van de kopieën.
Antikopieerpatroon is beschikbaar als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Papiersoort: gewoon papier, brieoofdpapier of dik papier
Kwaliteit: Standaard
Dubbelzijdig afdrukken: Uit
Kleurcorrectie: Automatisch
Breedlopend papier: niet geselecteerd
Opmerking:
U kunt ook uw eigen watermerk of antikopieerpatroon toevoegen.
1. Klik op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma op Watermerk functies en selecteer vervolgens
Antikopieerpatroon of Watermerk.
2. Klik op Instellingen om details te wijzigen zoals het formaat, de dichtheid of de positie van het watermerk.
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
4. Klik op Druk af.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
52
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 38
Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken
Met Taken indelen Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren
en als één afdruktaak afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen, zoals de lay-out voor meerdere pagina's en
dubbelzijdig afdrukken, voor gecombineerde bestanden congureren.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie Taken indelen Lite.
2. Klik op Druk af.
Als u begint met afdrukken wordt het venster Taken indelen Lite weergegeven.
3. Open het bestand dat u met het huidige bestand wilt combineren terwijl het venster Taken indelen Lite
openstaat. Herhaal vervolgens de bovenstaande stappen.
4. Wanneer u een afdruktaak selecteert die is toegevoegd aan Afdrukproject Lite in het venster Taken indelen
Lite, kunt u de paginalay-out bewerken.
5. Klik op Afdrukken in het menu Bestand om het afdrukken te starten.
Opmerking:
Als u het venster Taken indelen Lite sluit voordat alle afdrukgegevens zijn toegevoegd aan het Afdrukproject, wordt de
afdruktaak waaraan u werkt geannuleerd. Klik op Opslaan in het menu Bestand om de huidige taak op te slaan. De
bestandsextensie van de opgeslagen bestanden is “ecl”.
Als u een afdrukproject wilt openen, klikt u op Taken ind e le n Lite op het tabblad Hulpprogramma's van het
printerstuurprogramma.om het venster Job Arranger Lite te openen. Selecteer vervolgens Openen in het menu Bestand
om het bestand te selecteren.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 38
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
53
Afdrukken met de afdrukfunctie Universele kleuren
U kunt de zichtbaarheid van tekst en aeeldingen op afdrukken verbeteren.
Color Universal afdrukken is alleen beschikbaar als de volgende instellingen zijn geselecteerd.
Papiersoort: gewoon papier, brieoofdpapier of dik papier
Kwaliteit: Standaard of een hogere kwaliteit
Kleur: Kleur
Toepassingen: Microso® Oce 2007 of nieuwer
Tekstgrootte: 96-punts of kleiner
1. Klik op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma op de optie Aeeldingsopties in de
instelling voor Kleurcorrectie.
2. Selecteer een optie in de instelling Color Universal afdrukken.
3. Klik op Verb eteropties om verdere instellingen te congureren.
4. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
5. Klik op Druk af.
Opmerking:
Sommige tekens zijn mogelijk gewijzigd in patronen, zoals “+” dat wordt weergegeven als “±”.
Met deze instellingen kunnen toepassingsspecieke patronen en onderstrepingen de afgedrukte inhoud wijzigen.
De afdrukkwaliteit kan afnemen voor foto's en andere aeeldingen wanneer u de Color Universal afdrukken-
instellingen gebruikt.
Als u Color Universal afdrukken-instellingen gebruikt, wordt het afdrukken vertraagd.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 38
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
54
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt. Deze aanpassingen worden niet
doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
PhotoEnhance gee scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast, de verzadiging
en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Opmerking:
PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren. Als u de locatie van het onderwerp hebt
gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen. Als de aeelding niet is
scherpgesteld, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk. Als de kleur is gewijzigd of onnatuurlijk is geworden, druk dan niet in
PhotoEnhance maar in een andere modus af.
1. Selecteer op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma de methode voor kleurcorrectie in de
instelling Kleurcorrectie.
Automatisch: met deze instelling wordt de toon automatisch aangepast aan de instellingen voor de
papiersoort en de afdrukkwaliteit.
Aangepast: klik op Geavanceerd als u uw eigen instellingen wilt opgeven.
2. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
3. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 38
Dunne lijnen benadrukken tijdens het afdrukken
Lijnen die te dun zijn om af te drukken, kunnen dikker worden gemaakt.
1. Klik op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma op de optie Aeeldingsopties in de
instelling voor Kleurcorrectie.
2. Selecteer Dunne lijnen benadrukken.
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
55
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 38
Duidelijke streepjescodes afdrukken
U kunt een streepjescode duidelijk afdrukken, zodat deze eenvoudig kan worden gescand. Schakel deze functie
alleen in als de streepjescode die u hebt afgedrukt niet kan worden gescand.
Onder de volgende voorwaarden kunt u deze functie gebruiken.
Papiersoort: gewoon papier, brieoofdpapier, dik papier, Epson Matte of envelop
Kwaliteit: Standaard
1. Klik op het tabblad Hulpprogramma's in het printerstuurprogramma op Extra instellingen en selecteer
vervolgens Streepjescodemodus.
2. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
3. Klik op Druk af.
Opmerking:
Aankelijk van de omstandigheden is het opheen van wazigheid soms niet mogelijk.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 38
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
Afdrukken met eenvoudige instellingen
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
56
Opmerking:
De precieze werking en schermen hangen af van de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
“Papier laden” op pagina 31
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
Klik indien nodig op Toon details of
d
om het afdrukvenster te vergroten.
4. Selecteer uw printer.
5. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
6. Wijzig indien nodig de instellingen.
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
&“Lijst met papiersoorten” op pagina 30
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
57
Voorinstellingen voor afdrukken toevoegen voor eenvoudig afdrukken
Als u uw eigen voorinstelling maakt van vaak gebruikte instellingen, kunt u snel afdrukken door deze
voorinstelling in de lijst te selecteren.
1. Stel alle items in, zoals Printerinstellingen en Lay-out (Papierformaat, Afdrukmateriaal enzovoort).
2. Klik op Voorinstellingen om de huidige instelling op te slaan als een voorinstelling.
3. Klik op OK.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen > Voorinstellingen weergeven,
selecteert u de naam van de voorinstelling die u wilt verwijderen en verwijdert u deze.
4. Klik op Druk af.
De volgende keer dat u met dezelfde instelling wilt afdrukken, selecteert u de naam van de geregistreerde
voorinstelling in Voorinstellingen.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 56
Dubbelzijdig afdrukken
U kunt dubbelzijdig afdrukken.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
58
Opmerking:
Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
“Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 249
Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
1. Selecteer Inst. dubbelzijdig afdr. in het venstermenu.
2. Selecteer de bindingen in Dubbelz. afdrukken.
3. Selecteer het type van uw origineel in Documenttype.
Opmerking:
Het afdrukken kan traag verlopen naargelang de instellingen van Documenttype.
Als u iets met een hoge gegevensdichtheid afdrukt, zoals foto's of graeken, selecteert u Tekst e n foto ' s of Tekst en
aeeldingen als de instelling voor Documenttype. Als de aeelding vlekken vertoont of doorloopt naar de
achterkant, past u de afdrukdichtheid en de droogtijd voor de inkt aan door op de pijl te klikken naast
Aanpassingen.
4. Geef naar wens nog meer instellingen op.
5. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 56
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt meerdere pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
1. Selecteer Lay-out in het venstermenu.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
59
2. Stel het aantal pagina's in Pagina's per vel, de Richting van indeling (paginavolgorde) en Randen in.
3. Geef naar wens nog meer instellingen op.
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 56
Afdruk aanpassen aan papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
1. Selecteer het papierformaat van het papier dat u in de toepassing als Papierformaat hebt ingesteld.
2. Selecteer Papierverwerking in het venstermenu.
3. Selecteer Aanpassen aan papierformaat.
4. Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
5. Geef naar wens nog meer instellingen op.
6. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 56
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
60
Een verkleind of vergroot document op elke vergroting afdrukken
U kunt het formaat van een document met een speciek percentage verkleinen of vergroten.
1. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
2. Selecteer Pagina-instelling in het menu Bestand van de toepassing.
3. Selecteer Printer, Papierformaat, voer het percentage inbij Schalen en klik vervolgens op OK.
Opmerking:
Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld bij Doelpapierformaat.
4. Geef naar wens nog meer instellingen op.
5. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 56
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt. Deze aanpassingen worden niet
doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
PhotoEnhance gee scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast, de verzadiging
en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
61
Opmerking:
PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren. Als u de locatie van het onderwerp hebt
gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen. Als de aeelding niet is
scherpgesteld, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk. Als de kleur is gewijzigd of onnatuurlijk is geworden, druk dan niet in
PhotoEnhance maar in een andere modus af.
1. Selecteer Kleuren aanpassen in het snelmenu en selecteer vervolgens EPSON Kleurencontrole.
2. Selecteer Kleurenopties in het snelmenu en selecteer dan één van de beschikbare opties.
3. Klik op de pijl naast Extra instellingen en kies de juiste instellingen.
4. Geef naar wens nog meer instellingen op.
5. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 56
Documenten afdrukken vanaf smart devices (iOS)
U kunt documenten afdrukken vanaf een smart device, zoals een smartphone of tablet.
Documenten afdrukken met Epson Smart Panel
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
2. Installeer Epson Smart Panel als dit niet is geïnstalleerd.
“Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)” op
pagina 255
3. Verbind uw smart device met de draadloze router.
4. Start Epson Smart Panel.
5. Selecteer op het startscherm het menu voor het afdrukken van documenten.
6. Selecteer het document dat u wilt afdrukken.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Documenten afdrukken vanaf smart devices (iOS)
62
7. Start het afdrukken.
Documenten afdrukken met AirPrint
AirPrint maakt draadloos afdrukken vanaf iPhone, iPad, iPod touch en Mac mogelijk zonder installatie van de
nieuwste stuurprogramma's of sowaredownloads.
Opmerking:
Als u de meldingen voor de papierconguratie op het bedieningspaneel van uw printer hebt uitgeschakeld, kunt u AirPrint
niet gebruiken. Volg de onderstaande koppeling om de meldingen zo nodig in te schakelen.
1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken. Raadpleeg de onderstaande koppeling.
http://epson.sn
2. Verbind uw Apple-apparaat met hetzelfde draadloze netwerk dat uw printer gebruikt.
3. Print van uw toestel op uw printer.
Opmerking:
Raadpleeg voor meer informatie de pagina over AirPrint op de Apple-website.
Gerelateerde informatie
&“Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (iOS)” op pagina 160
Documenten afdrukken vanaf smart devices (Android)
U kunt documenten afdrukken vanaf een smart device, zoals een smartphone of tablet.
Documenten afdrukken met Epson Smart Panel
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
2. Installeer Epson Smart Panel als dit niet is geïnstalleerd.
“Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)” op
pagina 255
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Documenten afdrukken vanaf smart devices (Android)
63
3. Verbind uw smart device met de draadloze router.
4. Start Epson Smart Panel.
5. Selecteer op het startscherm het menu voor het afdrukken van documenten.
6. Selecteer het document dat u wilt afdrukken.
7. Start het afdrukken.
Documenten afdrukken met Epson Print Enabler
U kunt draadloos documenten, e-mails, foto's en webpagina's afdrukken vanaf uw Android-telefoon of -tablet
(Android v4.4 of hoger). Met enkele tikken laat u uw Android-apparaat een Epson-printer detecteren die met
hetzelfde draadloze netwerk is verbonden.
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
2. Installeer vanuit Google Play de Epson Print Enabler-invoegtoepassing op uw Android-apparaat.
3. Verbind uw Android-apparaat met hetzelfde draadloze netwerk dat de printer gebruikt.
4. Ga naar Instellingen op uw Android-apparaat, selecteer Afdrukken en schakel Epson Print Enabler in.
5. Tik vanuit een Android--toepassing, zoals Chrome, op het menupictogram en druk af wat er op het scherm
wordt weergegeven.
Opmerking:
Als u de printer niet ziet, tikt u op Alle printers en selecteert u de printer.
Afdrukken met Mopria Print Service
Met Mopria Print Service kunt u draadloos afdrukken via Android-smartphones of -tablets.
1. Ga naar Google Play en installeer Mopria Print Service.
2. Laad papier in de printer.
3. Stel draadloos afdrukken in op de printer. Raadpleeg de onderstaande koppeling.
http://epson.sn
4. Verbind uw Android-apparaat met hetzelfde draadloze netwerk dat uw printer gebruikt.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Documenten afdrukken vanaf smart devices (Android)
64
5. Druk vanaf uw apparaat af op uw printer.
Opmerking:
Meer informatie vindt u op de Mopria-website: https://mopria.org.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
Afdrukken op enveloppen
Afdrukken op enveloppen vanaf een computer (Windows)
1. Laad enveloppen in de printer.
“Papier laden” op pagina 31
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van het printerstuurprogramma.
4. Selecteer het formaat van de enveloppen via documentformaat op het tabblad Hoofdgroep en selecteer
vervolgens Enveloppe bij Papiertype.
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
6. Klik op Druk af.
Afdrukken op enveloppen vanaf een computer (Mac OS)
1. Laad enveloppen in de printer.
“Papier laden” op pagina 31
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
4. Selecteer het formaat bij de instelling Papierformaat.
5. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
6. Selecteer Enveloppe bij de instelling Afdrukmateriaal.
7. Geef naar wens nog meer instellingen op.
8. Klik op Druk af.
Afdrukken
>
Afdrukken op enveloppen
>
Afdrukken op enveloppen vanaf een computer (Mac OS)
65
Webpagina's afdrukken
Webpagina's afdrukken vanaf een computer
Met Epson Photo+ kunt u webpagina's weergeven, het opgegeven gebied bijsnijden, en ze vervolgens bewerken en
afdrukken. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Webpagina's afdrukken vanaf smart devices
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
1. Laad papier in de printer.
“Papier laden” op pagina 31
2. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
3. Installeer Epson Smart Panel als dit niet is geïnstalleerd.
“Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)” op
pagina 255
4. Verbind uw smart device met hetzelfde draadloze netwerk dat de printer gebruikt.
5. Open in uw webbrowser de webpagina die u wilt afdrukken.
6. Tik op Delen in het menu van de webbrowser.
7. Selecteer Smart Panel.
8. Tik op Druk af.
Afdrukken
>
Webpagina's afdrukken
>
Webpagina's afdrukken vanaf smart devices
66
Afdrukken via een cloudservice
Dankzij Epson Connect (beschikbaar via het internet) kunt u via uw smartphone, tablet, pc of laptop, altijd en
praktisch overal afdrukken. Als u deze service wilt gebruiken, moet u de gebruiker en de printer registeren in
Epson Connect.
De functies die via het internet beschikbaar zijn, zijn als volgt.
Email Print
Wanneer u een e-mail met bijlagen, bijvoorbeeld documenten of aeeldingen, verzendt naar een e-mailadres
dat aan de printer is toegewezen, kunt u de betreende e-mail en de bijlagen afdrukken op een externe locatie,
zoals uw printer thuis of op kantoor.
Epson iPrint
Deze toepassing is voor iOS en Android en maakt het mogelijk vanaf een smartphone of tablet af te drukken of
te scannen. U kunt documenten, aeeldingen en websites afdrukken door deze rechtstreeks naar een printer in
hetzelfde draadloze LAN te verzenden.
Remote Print Driver
Dit is een gedeeld stuurprogramma dat wordt ondersteund door Remote Print Driver. Wanneer u afdrukt op
een printer op een externe locatie, kunt u afdrukken in het normale venster van de toepassing een andere
printer te selecteren.
Zie de Epson Connect-webportal voor meer informatie over congureren en afdrukken.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Vanaf het bedieningspaneel registreren bij Epson Connect Service
Volg de onderstaande stappen om de printer te registreren.
Afdrukken
>
Afdrukken via een cloudservice
>
Vanaf het bedieningspaneel registreren bij Epson Connect Service
67
1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel.
2. Selecteer Algemene instellingen > Webservice-instellingen > Epson Connect-services > Registratie
opheen om het registratieblad af te drukken.
3. Volg de instructies op het registratievel om de printer te registreren.
Afdrukken
>
Afdrukken via een cloudservice
>
Vanaf het bedieningspaneel registreren bij Epson Connect Service
68
Kopiëren
Beschikbare kopieermethoden.........................................70
Basis menu-opties voor kopiëren.......................................74
Geavanceerde menuopties voor kopiëren.................................75
Beschikbare kopieermethoden
Plaats de originelen op de scannerglasplaat of in de ADF en selecteer het menu Kopiëren op het startscherm.
Originelen kopiëren
U kunt de originelen van een vast formaat of aangepast formaat in kleur of in zwart-wit kopiëren.
1. Laad papier in de printer.
“Papier laden” op pagina 31
2. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
3. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
4. Selecteer het tabblad Kopiëren en selecteer vervolgens Zwart-wit of Kleur.
5. Druk op
x
.
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Originelen kopiëren
70
Dubbelzijdig kopiëren
Kopieer meerdere originelen op beide zijden van het papier.
1. Plaats alle originelen in de ADF met de te kopiëren zijde naar boven.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
c
Belangrijk:
Als u originelen wilt kopiëren die niet door de ADF worden ondersteund, gebruikt u de scannerglasplaat.
“Originelen die niet door de ADF worden ondersteund” op pagina 36
Opmerking:
U kunt de originelen ook op de scannerglasplaat leggen.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
3. Selecteer het tabblad Kopiëren en selecteer vervolgens (Dubbelzijdig) > 1>2-zijdig.
4. Geef de afdrukstand van het origineel en de bindpositie op en selecteer OK.
5. Tik op
x
.
Kopiëren door te vergroten of verkleinen
U kunt originelen op een opgegeven vergroting kopiëren.
1. Plaats de originelen.
Als u meerdere originelen wilt kopiëren, plaatst u alle originelen in de ADF.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Kopiëren door te vergroten of verkleinen
71
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
3. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen en selecteer Zoom.
4. Geef de mate van vergroting of verkleining op en selecteer OK.
5. Tik op
x
op het tabblad Kopiëren.
Meerdere originelen kopiëren naar één vel
U kunt meerdere originelen op één vel papier kopiëren.
1. Plaats alle originelen in de ADF met de te kopiëren zijde naar boven.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
Plaats ze in de aeelding getoonde richting.
Originelen staand
Originelen liggend
c
Belangrijk:
Als u originelen wilt kopiëren die niet door de ADF worden ondersteund, gebruikt u de scannerglasplaat.
“Originelen die niet door de ADF worden ondersteund” op pagina 36
Opmerking:
U kunt de originelen ook op de scannerglasplaat leggen.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
3. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen en selecteer vervolgens Meerdere pagina's > 2-omhoog.
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Meerdere originelen kopiëren naar één vel
72
4. Geef de lay-outvolgorde en de afdrukstand van het origineel op en selecteer OK.
5. Tik op
x
op het tabblad Kopiëren.
Originelen in goede kwaliteit kopiëren
U kunt originelen zonder schaduwen of perforatiegaten kopiëren.
1. Plaats de originelen.
Als u meerdere originelen wilt scannen, plaatst u alle originelen op de ADF.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
3. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen, selecteer Schaduw verw. of Ponsgaten verw en schakel de
instelling in.
4. Tik op
x
op het tabblad Kopiëren.
Identiteitskaart kopiëren
Hiermee scant u beide zijden van een identiteitskaart en kopieert u ze naar één zijde van het papier.
1. Plaats het origineel op de scannerglasplaat.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
3. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen en schakel vervolgens ID-kaart-kopie in.
4. Tik op
x
op het tabblad Kopiëren.
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Identiteitskaart kopiëren
73
Pagina's op volgorde kopiëren
Wanneer u meerdere kopieën maakt van een document met meerdere pagina's, kunt u één kopie per keer op
paginavolgorde maken.
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
3. Selecteer het tabblad Geavanceerd en selecteer vervolgens Afwerking > Sorteren (paginavolgorde).
4. Tik op
x
op het tabblad Kopiëren.
Basis menu-opties voor kopiëren
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Zwart-wit:
Kopieert het origineel in zwart-wit.
Kleur:
Kopieert het origineel in kleur.
(Dubbelzijdig):
Selecteer dubbelzijdige lay-out.
1>enkelzijdig
Kopieert één zijde van een origineel op één zijde van het papier.
1>2-zijdig
Kopieert twee enkelzijdige originelen op beide zijden van één vel papier. Selecteer de afdrukstand
en de bindpositie van het papier.
(Dichtheid):
Verhoog de dichtheid wanneer het kopieerresultaat te zwak is. Verlaag de dichtheid wanneer de inkt
vlekt.
Kopiëren
>
Basis menu-opties voor kopiëren
74
Geavanceerde menuopties voor kopiëren
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Papierinstelling:
Selecteer het papierformaat en de papiersoort die u hebt geladen.
Zoom:
Congureert de vergrotingsverhouding van de vergroting of verkleining. Tik op de waarde en bepaal
de vergroting of verkleining die moet worden toegepast op het origineel. De waarde kan liggen tussen
25 en 400%.
Ware grootte
Kopieert met een vergroting van 100%.
A4->A5 en overige
Maakt het origineel automatisch groter of kleiner, zodat het past op een speciek papierformaat.
Pag auto pass
Detecteert het scangebied en maakt het origineel automatisch groter of kleiner zodat het past op
het papierformaat dat u hebt geselecteerd. Wanneer het origineel een witte rand hee rondom,
wordt die witruimte vanaf de hoekmarkering van de glasplaat gedetecteerd als scangebied en kan
de witruimte aan de andere kant wegvallen.
Documentgr.:
Selecteer het formaat van uw origineel. Wanneer u originelen kopieert die geen standaardformaat
hebben, selecteert u het formaat dat het meest overeenkomt met het formaat van de originelen.
Meerdere pagina's:
Selecteer de lay-out voor kopiëren.
Enkele pagina
Hiermee kopieert u een enkelzijdige origineel op één vel.
2-omhoog
Hiermee kopieert u twee enkelzijdige originelen op één vel in de indeling 2-op-1. Selecteer de lay-
outvolgorde en de afdrukstand van uw origineel.
Kopiëren
>
Geavanceerde menuopties voor kopiëren
75
Kwaliteit:
Selecteer de kopieerkwaliteit. Wanneer u Beste selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit,
maar het afdrukken duurt mogelijk langer.
Afwerking:
Selecteer hoe het papier wordt uitgeworpen bij meerdere exemplaren van meerdere originelen.
Groep (zelfde pagina's)
Hiermee kopieert u de originelen per pagina als groep.
Sorteren (paginavolgorde)
Hiermee kopieert u de originelen in volgorde en sorteert u ze in reeksen.
Richting origineel:
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Schaduw verw.:
Verwijdert schaduwen die rond kopieën ontstaan tijdens het kopiëren van dik papier, of die in het
midden van de kopie verschijnen tijdens het kopiëren van een brochure.
Ponsgaten verw:
Verwijdert de bindgaten bij het kopiëren.
ID-kaart-kopie:
Hiermee scant u beide zijden van een identiteitskaart en kopieert u ze naar één zijde van het papier.
Alle inst.wissen:
Zet de kopieerinstellingen terug op de standaardwaarden.
Kopiëren
>
Geavanceerde menuopties voor kopiëren
76
Scannen
Basisinformatie over scannen......................................... 78
Originelen scannen naar een computer.................................. 81
Originelen scannen naar de cloud......................................82
Scannen via WSD..................................................84
Originelen scannen naar een smart device................................86
Basisinformatie over scannen
Wat is een “scan”?
Een “scan” is het proces waarbij de optische informatie van papiergegevens zoals documenten wordt omgezet in
digitale aeeldingsgegevens.
U kunt gescande gegevens opslaan als een digitale aeelding, zoals JPEG of PDF.
Vervolgens kunt u de aeelding afdrukken, via e-mail verzenden enzovoort.
Scanopties
U kunt op verschillende manieren scannen om uw leven gemakkelijker te maken.
Als u een papieren document scant en vervolgens omzet in digitale gegevens, kunt u het op een computer of
smart device lezen.
Als u tickets of folders scant naar digitale gegevens, kunt u de originelen weggooien om rommel te verminderen.
Als u belangrijke documenten scant, kunt u deze in een back-up in cloudservices of op een andere
opslagmedium zetten, voor het geval u ze kwijtraakt.
U kunt de gescande foto's of documenten via e-mail naar vrienden verzenden.
Als u tekeningen en dergelijke scant, kunt u deze op sociale media delen met een veel hogere kwaliteit dan
wanneer u een foto met uw smart device neemt.
Als u uw favoriete pagina's uit kranten of tijdschrien scant, kunt u deze opslaan en de originelen weggooien.
Beschikbare scanmethoden
U kunt de volgende methoden gebruiken voor scannen met deze printer.
Scannen naar een computer
Er zijn twee methoden voor het scannen van originelen naar een computer: scannen vanaf het bedieningspaneel
van de printer en scannen vanaf de computer.
Scannen
>
Basisinformatie over scannen
>
Beschikbare scanmethoden
78
U kunt eenvoudig scannen vanaf het bedieningspaneel.
Gebruik de scantoepassing Epson ScanSmart voor scannen vanaf de computer. U kunt aeeldingen na het
scannen bewerken.
Verzenden naar een cloudservice
U kunt gescande aeeldingen vanaf het bedieningspaneel van de printer verzenden naar cloudservices die van
tevoren zijn geregistreerd.
Scannen via WSD
U kunt de gescande aeelding met de WSD-functie opslaan op een computer die met de printer is verbonden.
Als u Windows 7/Windows Vista gebruikt, moet u op uw computer de WSD-instellingen congureren voordat u
gaat scannen.
Scannen
>
Basisinformatie over scannen
>
Beschikbare scanmethoden
79
Rechtstreeks scannen vanaf smart devices
Met de toepassing Epson Smart Panel op een smart device kunt u gescande aeeldingen rechtstreeks opslaan op
het smart device, zoals een smartphone of tablet.
Aanbevolen bestandsindelingen voor verschillende doeleinden
In het algemeen is de JPEG-indeling geschikt voor foto's, terwijl de PDF-indeling geschikt is voor documenten.
Lees de volgende beschrijvingen om de beste indeling te kiezen voor uw taak.
Bestandsindeling Beschrijving
JPEG (.jpg) Een bestandsindeling waarmee u de gegevens die moeten worden opgeslagen kunt
comprimeren. Als de compressieverhouding te hoog is, neemt de kwaliteit van de
afbeelding af en kunt u de afbeelding niet weer converteren naar de oorspronkelijke
kwaliteit.
Dit is de standaard afbeeldingsindeling voor digitale camera's. Deze indeling is geschikt
voor afbeeldingen met veel kleuren.
PDF (.pdf) Een algemene bestandsindeling die op verschillende besturingssystemen kan worden
gebruikt en waarbij de schermafbeelding hetzelfde is als het afdrukresultaat.
Daarnaast kunt u meerder pagina's als één bestand opslaan.
U kunt PDF-bestanden openen met speciale PDF-software of in webbrowsers.
Aanbevolen resoluties voor verschillende doeleinden
De resolutie gee het aantal pixels (kleinste gebied van een aeelding) voor elke inch (25,4 mm) aan en wordt
gemeten in dpi (dots per inch). Het voordeel van een hogere resolutie is dat de details in de aeelding duidelijker
worden. Er kleven echter ook nadelen aan:
Het bestand wordt te groot
(Wanneer u de resolutie verdubbelt, wordt het bestand ongeveer vier keer zo groot.)
Het duurt langer om de aeelding te scannen, op te slaan en te lezen
Het duurt langer om e-mails of faxberichten te verzenden en te ontvangen
De aeelding wordt te groot voor het beeldscherm of om op het papier af te drukken
Raadpleeg de tabel en stel de geschikte resolutie in voor het doel waarvoor u scant.
Scannen
>
Basisinformatie over scannen
>
Aanbevolen resoluties voor verschillende doeleinden
80
Doel Resolutie (referentie)
Weergeven op een computer
Verzenden per e-mail
Maximaal 200 dpi
Afdrukken met een printer
Verzenden per fax
200 tot 300 dpi
Originelen scannen naar een computer
Er zijn twee methoden voor het scannen van originelen naar een computer: scannen vanaf het bedieningspaneel
van de printer en scannen vanaf de computer.
Scannen via het bedieningspaneel
Opmerking:
Als u deze functie wilt gebruiken, moeten de volgende toepassingen op uw computer zijn geïnstalleerd.
Epson ScanSmart (Windows 7 of hoger of OS X El Capitan of hoger)
Epson Event Manager (Windows Vista/Windows XP of OS X Yosemite/OS X Mavericks/OS X Mountain Lion/Mac OS X
v10.7.x/Mac OS X v10.6.8)
Epson Scan 2 (toepassing vereist voor het gebruik van de scannerfunctie)
Zie de volgende informatie over het controleren op geïnstalleerde toepassingen.
Windows 10: klik op de startknop en selecteer vervolgens SysteemConguratieschermProgramma's
Programma's en onderdelen.
Win dow s 8 . 1/ Wind ows 8: sel ec tee r BureaubladInstellingenConguratieschermProgramma'sProgramma's
en onderdelen.
Windows 7/Windowes Vista: klik op de startknop en selecteer vervolgens ConguratieschermProgramma's
Programma's en onderdelen.
Windows XP: klik op de startknop en selecteer vervolgens ConguratieschermProgramma's installeren of verwijderen.
Mac OS: selecteer Ga > Toepassingen > Epson Soware.
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
“Originelen plaatsen” op pagina 35
2. Selecteer Scannen > Computer op het bedieningspaneel.
3. Selecteer de computer waarop u de gescande beelden wilt opslaan.
Indien het scherm Selecteer Computer wordt weergegeven, selecteert u in dit scherm de computer.
Als het scherm Scan naar computer wordt weergegeven en de computer al is geselecteerd, controleert u of
de juiste computer is geselecteerd. Als u de computer wilt wijzigen, selecteert u en selecteert u
vervolgens een andere computer.
Scannen
>
Originelen scannen naar een computer
>
Scannen via het bedieningspaneel
81
4. Selecteer om te selecteren hoe de gescande aeelding op een computer moet worden opgeslagen.
Voorbeeld op computer (Windows 7 of hoger of OS X El Capitan of hoger): hiermee wordt een voorbeeld
van de gescande aeelding op een computer weergegeven voordat u de aeelding opslaat.
Opslaan als JPEG: hiermee slaat u de gescande aeelding op in jpeg-indeling.
Opsl. PDF: hiermee slaat u de gescande aeelding op in PDF-indeling.
5. Druk op
x
.
Windows 7 of hoger of OS X El Capitan of hoger: Epson ScanSmart wordt automatisch gestart op uw
computer en het scannen begint.
Opmerking:
Raadpleeg de Help-functie van Epson ScanSmart voor gedetailleerde informatie over het gebruik van de soware.
Klik op Help in het scherm Epson ScanSmart om de Help te openen.
U kunt niet alleen vanaf de printer scannen, maar ook vanaf uw computer met Epson ScanSmart.
Scannen vanaf een computer
Met Epson ScanSmart kunt u scannen vanaf een computer.
Met deze toepassing kunt u in enkele eenvoudige stappen documenten scannen en de gescande aeeldingen
vervolgens opslaan.
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
2. Start Epson ScanSmart.
Win dows 10
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson ScanSmart.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Win dows 7
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's > Epson Soware > Epson ScanSmart.
Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Epson ScanSmart.
3. Wanneer het scherm Epson ScanSmart wordt weergegeven, volgt u de instructies op het scherm om te
scannen.
Opmerking:
Klik op Help om uitgebreide informatie over de bediening weer te geven.
Originelen scannen naar de cloud
Voordat u deze functie gebruikt, moet u instellingen opgeven met Epson Connect. Raadpleeg de volgende
portaalsite van Epson Connect voor meer informatie.
https://www.epsonconnect.com/
Scannen
>
Originelen scannen naar de cloud
82
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
2. Selecteer Scannen > Cloud op het bedieningspaneel.
3. Selecteer bovenaan het scherm en selecteer vervolgens een bestemming.
4. Congureer de scaninstellingen.
“Basis menu-opties voor scannen naar de cloud” op pagina 83
“Geavanceerde menu-opties voor scannen naar de cloud” op pagina 83
5. Tik op
x
.
Basis menu-opties voor scannen naar de cloud
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Zwart-wit/Kleur
Selecteer of u in zwart-wit of in kleur wilt scannen.
JPEG/PDF
Selecteer het bestandstype waarin u gescande aeelding wilt opslaan.
Geavanceerde menu-opties voor scannen naar de cloud
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Scangebied:
Selecteer het scangebied. Selecteer Autom.bijsn. als u de witruimte rond tekst of rond een aeelding
wilt verwijderen tijdens het scannen. Als u het maximale gebied van de scannerglasplaat wilt
scannen, selecteert u Max. gebied.
Richting origineel:
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Documenttype:
Selecteer het type van het origineel.
Dichtheid:
Selecteer het contrast van de gescande aeelding.
Schaduw verw.:
Verwijder schaduwen van het origineel die in de gescande aeelding verschijnen.
Scannen
>
Originelen scannen naar de cloud
>
Geavanceerde menu-opties voor scannen naar de cloud
83
Surround:
Verwijder de schaduwen aan de randen van het origineel.
Midden:
Verwijder de schaduwen langs de bindmarge van de brochure.
Ponsgaten verw:
Wis perforatiegaten die in de gescande aeelding verschijnen. U kunt het gebied opgeven waarin
perforatiegaten moeten worden gewist door in het vak rechts een waarde op te geven.
Positie wissen:
Selecteer de positie waar perforatiegaten moeten worden gewist.
Richting origineel:
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Alle inst.wissen
Zet de scaninstellingen terug op de standaardwaarden.
Scannen via WSD
Opmerking:
Deze functie is uitsluitend beschikbaar voor computers met Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows
Vi s t a .
Als u Windows 7/Windows Vista gebruikt, moet u eerst uw computer instellen voordat u deze functie kunt gebruiken.
“Een WSD-poort instellen” op pagina 84
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
2. Selecteer Scannen > WSD op het bedieningspaneel.
3. Selecteer een computer.
4. Tik op
x
.
Een WSD-poort instellen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een WSD-poort instelt voor Windows 7/Windows Vista.
Opmerking:
Voor Windows 10/Windows 8.1/Windows 8 wordt de WSD-poort automatisch ingesteld.
Voor het instellen van een WSD-poort is het volgende nodig.
De printer en de computer moeten verbinding hebben met het netwerk.
De printerdriver moet op de computer zijn geïnstalleerd.
1. Zet de printer aan.
Scannen
>
Scannen via WSD
>
Een WSD-poort instellen
84
2. Klik op Start en vervolgens op Netwerk op de computer.
3. Klik met de rechtermuisknop op de printer en klik vervolgens op Installeren.
Klik op Doorgaan wanneer het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven.
Klik op Ver wij deren en begin opnieuw als het scherm Ver wijd ere n wordt weergegeven.
Opmerking:
De printernaam die u instelt in het netwerk en de modelnaam (EPSON XXXXXX (XX-XXXX)) worden weergegeven in
het venster Netwerk. U kunt de printernaam die in het netwerk is ingesteld controleren vanaf het bedieningspaneel van
de printer of door een netwerkstatusvel af te drukken.
4. Klik op Uw apparaat is gereed voor gebruik.
5. Controleer het bericht en klik op Sluiten.
Scannen
>
Scannen via WSD
>
Een WSD-poort instellen
85
6. Open het venster Apparaten en printers.
Win dows 7
Klik op Start > Conguratiescherm > Hardware en geluiden (of Hardware) > Apparaten en printers.
Win dows Vist a
Klik op Start > Conguratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
7. Controleer of een pictogram met de naam van de printer in het netwerk wordt weergegeven.
Selecteer de printernaam wanneer u WSD gebruikt.
Originelen scannen naar een smart device
Opmerking:
Installeer Epson Smart Panel op uw smart device voordat u gaat scannen.
De weergave van Epson Smart Panel kan zonder waarschuwing worden gewijzigd.
De inhoud van Epson Smart Panel kan variëren aankelijk van het product.
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
2. Start Epson Smart Panel op uw smart device.
3. Selecteer op het startscherm het scanmenu.
4. Volg de instructies op het scherm om de aeeldingen te scannen en op te slaan.
Scannen
>
Originelen scannen naar een smart device
86
Faxen
Voordat u faxfuncties gebruikt.........................................88
Overzicht van de faxfuncties van de printer............................... 88
Faxberichten verzenden via de printer...................................91
Faxberichten ontvangen op de printer................................... 95
Menuopties voor faxen..............................................98
Menuopties voor Postvak IN.........................................101
Andere faxfuncties gebruiken.........................................103
Een faxbericht verzenden via een computer.............................. 103
Faxberichten ontvangen op een computer................................107
Voordat u faxfuncties gebruikt
De faxfunctie is alleen beschikbaar voor de ET-5170 Series/L6490 Series.
Controleer de volgende punten voordat u de faxfuncties gaat gebruiken.
De printer, de telefoonlijn en (indien deze wordt gebruikt) de telefoon zijn correct aangesloten
De basisinstellingen in de (Wizard faxinstelling) zijn gecongureerd
Overige vereiste Faxinstellingen zijn gecongureerd
Zie “Gerelateerde informatie” hieronder om de instellingen te congureren.
Gerelateerde informatie
&“De printer aansluiten op een telefoonlijn” op pagina 293
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten” op pagina 297
&“Instellingen voor de faxfuncties van de printer op maat congureren” op pagina 298
&“Basisinstellingen” op pagina 269
&“Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 290
&“Gebruikersinstellingen” op pagina 273
Overzicht van de faxfuncties van de printer
Functie: Faxberichten verzenden
Verzendmethoden
Automatisch verzenden
Wanneer u een origineel scant door op
x
(Verzenden) te tikken, belt de printer naar de ontvangers en wordt
het faxbericht verzonden.
“Faxberichten verzenden via de printer” op pagina 91
Handmatig verzenden
Wanneer u de lijn handmatig wilt controleren door de ontvanger te bellen, tikt u op
x
(Verzenden) om
onmiddellijk een faxbericht te verzenden.
“Faxberichten verzenden met een extern telefoontoestel” op pagina 93
Bestemming van ontvanger bij verzenden van een faxbericht
U kunt ontvangers invoeren via Toetsenbord, Contacten en Recent.
“Ontvanger” op pagina 98
“Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 290
Scaninstellingen bij het verzenden van een faxbericht
U kunt items zoals Resolutie of Origineel formaat (glas) selecteren bij het verzenden van faxberichten.
“Scaninstellingen:” op pagina 99
Faxen
>
Overzicht van de faxfuncties van de printer
>
Functie: Faxberichten verzenden
88
Inst.faxverzending bij het verzenden van een faxbericht
U kunt Inst.faxverzending zoals Direct verzenden (een groot document stabiel verzenden) of Fax later
verzenden (een faxbericht verzenden op een tijdstip dat u opgee) gebruiken.
“Inst.faxverzending:” op pagina 99
Functie: Faxberichten ontvangen
Ontvangstmodus
Er zijn twee opties in Ontvangstmodus om binnenkomende faxberichten te ontvangen.
Handmatig
Voornamelijk om te telefoneren, maar ook om te faxen
“Handmatig-modus gebruiken” op pagina 95
Auto
- Alleen om te faxen (een extern telefoontoestel is niet vereist)
- Voornamelijk om te faxen en soms om te telefoneren
“Auto-modus gebruiken” op pagina 96
Faxberichten ontvangen met een verbonden telefoon
U kunt faxberichten met alleen een extern telefoontoestel ontvangen.
“Basisinstellingen” op pagina 269
“Instellingen congureren wanneer u een telefoontoestel verbindt” op pagina 299
Bestemmingen van ontvangen faxberichten
Ontvangen faxberichten worden standaard afgedrukt. U kunt bestemmingen congureren om ontvangen
faxberichten op te slaan in het postvak IN. Als u ze opslaat in het postvak IN, kunt u de inhoud op het scherm
bekijken.
“Faxuitvoer” op pagina 266
“Menuopties voor Postvak IN” op pagina 101
“Ontvangen faxberichten die op de printer zijn opgeslagen bekijken op het lcd-scherm” op pagina 97
Functie: Verzenden/ontvangen met PC-FAX (Windows/Mac OS)
Verzenden met PC-FAX
U kunt faxberichten verzenden vanaf een computer.
Faxen
>
Overzicht van de faxfuncties van de printer
>
Functie: Verzenden/ontvangen met PC-FAX (Windows/Mac OS)
89
“Soware voor faxen” op pagina 256
“Een faxbericht verzenden via een computer” op pagina 103
Ontvangen met PC-FAX
U kunt faxberichten ontvangen op een computer.
“Instellingen instellen om faxen te verzenden en ontvangen op een computer” op pagina 301
“Soware voor faxen” op pagina 256
“Faxberichten ontvangen op een computer” op pagina 107
Functies: Verschillende faxrapporten
U kunt de status van ontvangen en verzonden faxberichten in een rapport controleren.
“Rapportinstellingen” op pagina 268
“Inst.faxverzending:” op pagina 99
“Verzendlogboek:” op pagina 100
“Faxverslag:” op pagina 101
Functie: Beveiliging bij het verzenden en ontvangen van
faxberichten
U kunt veel beveiligingsfuncties gebruiken, zoals Beperkingen dir. kiezen om verzending naar het verkeerde adres
te voorkomen, of Autom. back-upgeg.wissen om lekken van gegevens te voorkomen. U kunt desgewenst een
wachtwoord instellen voor het Postvak IN van de printer.
“Veiligheidsinstel.” op pagina 271
“Opslaan in postvak IN:” op pagina 266
Functies: andere handige functies
Ongewenste faxberichten blokkeren
U kunt ongewenste faxberichten weigeren.
“Weigeringsfax:” op pagina 270
Faxen
>
Overzicht van de faxfuncties van de printer
>
Functies: andere handige functies
90
Faxberichten ontvangen na bellen
Nadat u naar een ander faxapparaat hebt gebeld, kunt u documenten ontvangen van dat faxapparaat.
“Faxen ontvangen via een telefoonoproep” op pagina 96
“Polling ontvangen:” op pagina 101
Faxberichten verzenden via de printer
U kunt faxberichten verzenden door het faxnummer van de ontvanger op het bedieningspaneel van de printer in te
voeren.
Opmerking:
Als u een faxbericht in zwart-wit verzendt, kunt u de gescande aeelding bekijken op het display.
1. Plaats de originelen.
U kunt maximaal 100 pagina's in één keer verzenden. Aankelijk van de resterende hoeveelheid geheugen is
dit echter niet altijd mogelijk, zelfs als het faxbericht minder dan 100 pagina's bevat.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
2. Selecteer Fax op het bedieningspaneel van de printer.
3. Kies de ontvanger.
“Ontvangers selecteren” op pagina 91
4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en congureer desgewenst de instellingen.
“Faxinstellingen” op pagina 98
5. Tik op
x
om het faxbericht te verzenden.
Opmerking:
Als het faxnummer bezet is of er problemen optreden, kiest de printer het nummer na een minuut automatisch nog
een keer.
Als u het verzenden wilt annuleren, tikt u op
y
.
Het verzenden van faxberichten in kleur duurt langer, omdat de printer tegelijk scant en verzendt. Als de printer een
faxbericht in kleur aan het verzenden is, kunt u geen andere functies gebruiken.
Ontvangers selecteren
U kunt op de volgende manieren ontvangers opgeven op het tabblad Ontvanger om het faxbericht te verzenden.
Een faxnummer handmatig invoeren
Selecteer To etsen b ord, voer een faxnummer in op het scherm dat wordt weergegeven en selecteer vervolgens OK.
- Om een pauze (drie seconden tijdens het bellen van het nummer) toe te voegen, voegt u een koppelteken (-) toe.
- Als u een externe toegangscode hebt ingesteld in Lijntype, begint u het faxnummer met een hekje (#) in plaats
van de werkelijke toegangscode.
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
>
Ontvangers selecteren
91
Opmerking:
Als u een faxnummer niet handmatig kunt invoeren, is Beperkingen dir. kiezen in Veiligheidsinstel. ingesteld op Aan.
Selecteer de faxontvangers in de lijst met contactpersonen of de faxgeschiedenis.
De ontvangers in de lijst met contactpersonen selecteren
Selecteer Contacten en selecteer de ontvangers naar wie u wilt faxen. Als de ontvanger naar wie u wilt faxen nog
niet in Contacten is geregistreerd, selecteer u Geg. toev. en registreert u de ontvanger.
De ontvangers selecteren uit de geschiedenis met verzonden faxberichten
Selecteer Recent en geef een ontvanger op.
Opmerking:
Als u ingevoerde ontvangers wilt verwijderen, gee u de lijst met ontvangers weer door op het veld van een faxnummer of
het aantal ontvangers op het lcd-scherm te tikken. Selecteer vervolgens de ontvanger in de lijst en selecteer Ver wijde ren.
Gerelateerde informatie
&“Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 290
Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
Een faxbericht verzenden na controle van de gescande afbeelding
U kunt de gescande aeelding op het lcd-scherm bekijken voordat u het faxbericht verzendt. (Alleen faxberichten
in zwart-wit)
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 35
2. Selecteer Fax op het startscherm.
3. Kies de ontvanger.
“Ontvangers selecteren” op pagina 91
4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en congureer desgewenst de instellingen.
“Faxinstellingen” op pagina 98
5. Selecteer Vo orbeeld op het printerscherm om te scannen en controleer de gescande documentaeelding.
- : hiermee verplaatst u het scherm in de richting van de pijlen.
- : hiermee verkleint of vergroot u.
- : hiermee verplaatst u naar de vorige of volgende pagina.
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
>
Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
92
Opmerking:
Als Direct verzenden geactiveerd is, kunt u geen voorbeeld weergeven.
Als de printer gedurende 20 seconden niet gebruikt wordt na het verzoek voor plaatsing van de volgende originelen,
stopt de printer met opslaan en start hij de verzending van het document.
De beeldkwaliteit van een faxbericht is mogelijk anders dan het voorbeeld, naargelang de capaciteit van de machine
van de ontvanger.
6. Selecteer Verzenden starten. Selecteer anders Annuler.
Opmerking:
De beeldkwaliteit van een faxbericht is mogelijk anders dan het voorbeeld, naargelang de capaciteit van de machine van
de ontvanger.
Faxberichten verzenden met een extern telefoontoestel
U kunt een faxbericht verzenden d.m.v. een aangesloten telefoon als u voor het verzenden van het faxbericht nog
een gesprek wilt voeren of als het faxapparaat van de ontvanger niet automatisch overschakelt.
1. Neem de hoorn van de telefoon in de hand en vorm het faxnummer van de ontvanger op uw toestel.
Opmerking:
Als de ontvanger de telefoon beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken.
2. Selecteer Fax op het startscherm.
3. Congureer de noodzakelijke instellingen in Faxinstellingen.
“Faxinstellingen” op pagina 98
4. Als u een faxtoon hoort, tikt u op
x
en legt u de hoorn op de haak.
Opmerking:
Als een nummer gevormd wordt d.m.v. een aangesloten toestel, duurt de verzending langer omdat de printer tegelijk
scant en verzendt. Als de printer een faxbericht aan het verzenden is, kunt u geen andere functies gebruiken.
Meerdere pagina's van een zwart-witdocument verzenden (Direct verzenden)
Als u een faxbericht in zwart-wit verzendt, wordt het gescande document tijdelijk opgeslagen in het geheugen van
de printer. Hierdoor kan het verzenden van een groot aantal pagina's ervoor zorgen dat het geheugen van de
printer vol raakt. U kunt dit vermijden door de functie Direct verzenden te activeren, maar mogelijk duurt de
verzending langer omdat de printer tegelijk scant en verzendt. U kunt deze functie gebruiken als er maar één
ontvanger is.
Het menu openen
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Fax > Faxinstellingen Direct verzenden.
Faxberichten in zwart-wit verzenden op een speciek tijdstip (Fax later
verzenden)
U kunt op een speciek tijdstip een faxbericht verzenden. Dit kan uitsluitend bij faxberichten in zwart-wit.
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
>
Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
93
1. Selecteer Fax op het startscherm.
2. Kies de ontvanger.
“Ontvangers selecteren” op pagina 91
3. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en selecteer vervolgens Fax later verzenden.
4. Tik op het veld Fax later verzenden om dit in te stellen op Aan.
5. Selecteer het veld Tijd, voer het tijdstip voor het verzenden van het faxbericht in en druk vervolgens op OK.
6. Selecteer OK om de instellingen toe te passen.
U kunt naar wens ook instellingen congureren voor bijvoorbeeld resolutie en verzendmethode.
7. Verzend het faxbericht.
Opmerking:
U kunt geen ander faxbericht verzenden totdat het faxbericht op de opgegeven tijd is verzonden. Als u een ander
faxbericht wilt verzenden, moet u het geplande faxbericht annuleren door op het startscherm Fax te selecteren en het
faxbericht te wissen.
Documenten van verschillende formaten verzenden d.m.v. de ADF
(Doorlopend scannen (ADF))
Als u faxberichten verzendt door de originelen een voor een te plaatsen of door de originelen op formaat te
plaatsen, kunt u deze als een enkel document verzenden in hun originele formaten.
Als u originelen met verschillende afmetingen in de ADF plaatst, worden alle originelen verzonden volgens het
grootste formaat. Plaats geen originelen met verschillende formaten als u de originelen in het oorspronkelijke
formaat wilt verzenden.
1. Plaats de eerste batch originelen tegelijkertijd.
2. Selecteer Fax op het startscherm.
3. Kies de ontvanger.
“Ontvangers selecteren” op pagina 91
4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en tik vervolgens op Doorlopend scannen (ADF) om dit in te stellen op
Aan.
U kunt naar wens ook instellingen congureren voor bijvoorbeeld resolutie en verzendmethode.
5. Tik op
x
(Verzenden) op het tabblad Ontvanger.
6. Wanneer het scannen van de eerste set originelen is voltooid en op het bedieningspaneel een bericht wordt
weergegeven waarin u wordt gevraagd de volgende set originelen te scannen, selecteert u Ja, plaatst u de
volgende originelen en selecteert u Scannen starten.
Opmerking:
Als de printer gedurende 20 seconden niet gebruikt wordt na het verzoek voor plaatsing van de volgende originelen,
stopt de printer met opslaan en start hij de verzending van het document.
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
>
Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
94
Faxberichten ontvangen op de printer
Als de printer is aangesloten op de telefoonlijn en basisinstellingen zijn gecongureerd met de Wizard faxinstelling,
kunt u faxberichten ontvangen.
U kunt ontvangen faxberichten opslaan, op het scherm van de printer controleren en indien nodig afdrukken.
Ontvangen faxberichten worden afgedrukt met de standaardinstellingen van de printer.
Wanneer u de status van de faxinstellingen wilt controleren, kunt u een Lijst faxinstellingen afdrukken via Fax >
(Meer) > Faxverslag > Lijst faxinstellingen.
Inkomende faxen ontvangen
Er zijn twee mogelijkheden in Ontvangstmodus.
Gerelateerde informatie
&“Handmatig-modus gebruiken” op pagina 95
&“Auto-modus gebruiken” op pagina 96
Handmatig-modus gebruiken
Deze modus is voornamelijk voor het plaatsen van telefoonoproepen, maar kan ook worden gebruikt voor faxen.
Faxberichten ontvangen
Wanneer de telefoon overgaat, kunt u de oproep handmatig beantwoorden door de handset op te nemen.
Wanneer u een faxtoon hoort (baud):
Selecteer Fax op het startscherm van de printer, selecteer Verzenden/ Ontvangen > Ontvangen en tik
vervolgens op
x
. Hang vervolgens de handset op.
Als het overgaan voor een spraakoproep is:
U kunt de oproep normaal beantwoorden.
Faxen ontvangen met alleen de aangesloten telefoon
Wanneer Extern ontvangen is ingesteld, kunt u faxen ontvangen door de Startcode in te voeren.
Als de telefoon overgaat, neemt u de handset op. Als u een faxtoon (baud) hoort, voert u de tweecijferige Startcode
in en hangt u de handset op.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op de printer
>
Inkomende faxen ontvangen
95
Gerelateerde informatie
&“Extern ontvangen:” op pagina 270
Auto-modus gebruiken
Met deze modus kunt u de lijn voor de volgende toepassingen gebruiken.
De lijn alleen gebruiken om te faxen (externe telefoon is niet noodzakelijk)
De lijn voornamelijk gebruiken om te faxen, maar soms ook om te telefoneren
Faxberichten ontvangen zonder extern telefoontoestel
De printer schakelt automatisch over naar het ontvangen van faxberichten wanneer het nummer dat wordt gebeld
zo vaak is overgegaan als u hebt ingesteld in Overgaan voor antwoorden.
Faxberichten ontvangen met een extern telefoontoestel
Een printer zonder extern telefoontoestel werkt als volgt.
Wanneer het antwoordapparaat de oproep beantwoordt binnen het aantal keer overgaan dat is ingesteld in
Overgaan voor antwoorden:
- Als het overgaan voor een faxoproep is: de printer schakelt automatisch naar de modus voor het ontvangen
van faxberichten.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is: het antwoordapparaat kan spraakoproepen ontvangen en
spraakberichten opnemen.
Wanneer u de handset opneemt binnen het aantal keer overgaan dat is ingesteld in Overgaan voor
antwoorden:
- Als het overgaan voor een faxoproep is: blijf aan de lijn tot het faxbericht automatisch wordt ontvangen en
Bezig met verbinden wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer. Zodra het faxbericht
binnenkomt, kunt u de hoorn op de haak leggen. Als u het faxbericht meteen wilt ontvangen, past u dezelfde
stappen toe als voor Handmatig. Selecteer Fax op het bedieningspaneel van de printer en selecteer vervolgens
Verzenden/ Ontvangen > Ontvangen. Tik vervolgens op
x
en leg de hoorn op de haak.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is: u kunt de oproep normaal beantwoorden.
Als het overgaan stopt en de printer automatisch naar de modus voor het ontvangen van faxberichten
overschakelt:
- Als het overgaan voor een faxoproep is: de printer ontvangt de fax.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is: u kunt de oproep niet beantwoorden. Vraag of de beller u
terugbelt.
Opmerking:
Stel het aantal keer overgaan voor het antwoordapparaat in op een aantal dat lager is dan het aantal dat is ingesteld in
Overgaan voor antwoorden. Anders kan het antwoordapparaat geen berichten ontvangen. Raadpleeg de bij het
antwoordapparaat meegeleverde handleiding voor informatie over het instellen van het antwoordapparaat.
Faxen ontvangen via een telefoonoproep
U kunt een fax die op een ander faxapparaat is opgeslagen, ontvangen door het faxnummer te bellen.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op de printer
>
Faxen ontvangen via een telefoonoproep
96
Faxen ontvangen via pollingdiensten (Polling ontvangen)
U kunt een fax die op een ander faxapparaat is opgeslagen, ontvangen door het faxnummer te bellen. Gebruik deze
functie om een document te ontvangen van een faxinformatiedienst. Als de faxinformatiedienst echter een
stembegeleidingsfunctie hee die u moet volgen om een document te ontvangen, kunt u deze functie niet
gebruiken.
Opmerking:
Als u een document wilt ontvangen van een faxinformatiedienst met gesproken instructies, kies dan gewoon het faxnummer
op het aangesloten telefoontoestel en bedien de telefoon en printer verder volgens de instructies die u krijgt.
1. Selecteer Fax op het startscherm.
2. Tik op (Meer).
3. Tik op Polling ontvangen om dit in te stellen op Aan en tik vervolgens op Sluiten.
4. Voer het faxnummer in.
Opmerking:
Als Veiligheidsin stel . > Beperkingen dir. kiezen is ingesteld op Aan, kunt u alleen faxontvangers uit de lijst met
contacten en de faxgeschiedenis selecteren. U kunt een faxnummer niet handmatig invoeren.
5. Tik op
x
.
Ontvangen faxberichten die op de printer zijn opgeslagen bekijken
op het lcd-scherm
Als u instelt dat ontvangen faxberichten in de printer moeten worden opgeslagen, kunt u de inhoud ervan bekijken
en indien nodig afdrukken.
“Instellingen congureren voor het opslaan van ontvangen faxberichten” op pagina 300
1. Tik op het startscherm op .
Opmerking:
Als er ontvangen faxberichten zijn die niet zijn gelezen, wordt het aantal ongelezen documenten weergegeven op het
op het startscherm.
2. Tik op Postvak IN/Vertrou. box openen (XX ongelezen).
3. Als het Postvak IN met een wachtwoord is beveiligd, voert u het wachtwoord voor het Postvak IN in.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op de printer
>
Ontvangen faxberichten die op de printer zijn opgeslagen bekijken op h
e
97
4. Selecteer in de lijst het faxbericht dat u wilt bekijken.
De inhoud van het faxbericht wordt getoond.
: hiermee verplaatst u het scherm in de richting van de pijlen.
: hiermee verkleint of vergroot u.
: hiermee draait u het beeld 90 graden rechtsom.
: hiermee gaat u naar de vorige of volgende pagina.
Als u de activiteitpictogrammen wilt verbergen, tikt u in het voorbeeldscherm. Tik hiervoor niet op de
pictogrammen zelf. Tik opnieuw om de pictogrammen weer te geven.
5. Selecteer of u het bekeken document wilt afdrukken of wissen en volg de instructies op het scherm.
c
Belangrijk:
Als er onvoldoende printergeheugen is, is het verzenden en ontvangen van faxberichten uitgeschakeld.
Verwijder documenten die u al hebt gelezen of afgedrukt.
Menuopties voor faxen
Ontvanger
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Fax > Ontvanger
Toetsenbord:
U kunt een faxnummer handmatig invoeren.
Contacten:
Selecteer een ontvanger in de lijst met contacten. U kunt ook contacten toevoegen of bewerken.
Recent:
Selecteer een ontvanger uit de geschiedenis met verzonden faxberichten. U kunt de ontvanger tevens
toevoegen aan de lijst met contactpersonen.
Gerelateerde informatie
&“Ontvangers selecteren” op pagina 91
Faxinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Fax > Faxinstellingen
Faxen
>
Menuopties voor faxen
>
Faxinstellingen
98
Scaninstellingen:
Origineel formaat (glas):
Selecteer het formaat en de oriëntatie van het origineel dat u op de scannerglasplaat plaatste.
Kleurmodus:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
Resolutie:
Selecteer de resolutie van de uitgaande fax. Als u een hogere resolutie selecteert, neemt de
gegevensgrootte toe en duurt het verzenden van de fax langer.
Dichtheid:
Bepaalt de dichtheid van de uitgaande fax. Met + wordt de dichtheid donkerder, met - wordt
deze lichter.
Achtergrond verwijderen:
Detecteert de papierkleur (achtergrondkleur) van het origineel en vervolgens wordt de kleur
verwijderd of lichter gemaakt. In welke mate het verwijderen of lichter maken lukt, hangt af
van de donkerte of felheid van de kleur
Scherpte:
Maakt omtrekken in de aeelding scherper of minder scherp. Met + verhoogt u de scherpte en
met - vermindert u de scherpte.
Doorlopend scannen (ADF):
Als u faxberichten verzendt door de originelen een voor een te plaatsen of door de originelen
op formaat te plaatsen, kunt u deze als een enkel document verzenden in hun originele
formaten. Raadpleeg de gerelateerde informatie verderop in dit onderwerp.
Inst.faxverzending:
Direct verzenden:
Hiermee verzendt u een faxbericht in zwart-wit terwijl de originelen worden gescand. Omdat
gescande originelen niet tijdelijk worden opgeslagen in het printergeheugen, zelfs niet wanneer
u een groot aantal pagina's verzendt, kunt u printerfouten als gevolg van gebrek aan geheugen
voorkomen. Houd er rekening mee dat het verzenden langer duurt wanneer u deze functie
gebruikt. Raadpleeg de gerelateerde informatie verderop in dit onderwerp.
U kunt deze functie niet gebruiken wanneer u naar meerdere ontvangers faxt.
Fax later verzenden:
Hiermee wordt een faxbericht verzonden op het tijdstip dat u opgee. Alleen een faxbericht in
zwart-wit is beschikbaar bij het gebruik van deze optie. Raadpleeg de gerelateerde informatie
verderop in dit onderwerp.
Faxen
>
Menuopties voor faxen
>
Faxinstellingen
99
Afzender info toevoegen:
Afzender info toevoegen
Selecteer de positie waar u de koptekstinformatie wilt invoegen (naam en faxnummer van
afzender) in de uitgaande fax, of geef aan dat u deze informatie niet wilt invoegen.
- Uit: Hiermee verzendt u een faxbericht zonder koptekstinformatie.
- Buitenkant aeelding: Hiermee verzendt u een faxbericht met de koptekstinformatie in
de marge bovenaan het faxbericht. Zo voorkomt u dat de koptekst overlapt met de gescande
aeelding. Aankelijk van het formaat van de originelen kan het faxbericht bij de
ontvanger echter op twee pagina's worden afgedrukt.
- Binnenkant aeelding: Hiermee verzendt u een faxbericht met de koptekstinformatie
circa 7 mm lager dan de bovenkant van de gescande aeelding. De koptekst overlapt
mogelijk met de aeelding, maar de fax zal bij de ontvanger niet over twee pagina's worden
verdeeld.
Koptekst fax
Selecteer de koptekst voor de ontvanger. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u eerst
meerdere kopteksten vastleggen.
Aanvullende informatie
Selecteer de informatie die u wilt toevoegen. U kunt kiezen uit Uw telefoonnummer en
Doellijst.
Rapport transmissie:
Hiermee wordt na verzending van de fax een verzendrapport afgedrukt.
Bij fout afdrukken : hiermee drukt u alleen een rapport af als er een fout optreedt.
Wanneer Aeelding aan rapport bevestigen is ingesteld in Instel. > Algemene instellingen >
Faxinstellingen > Rapportinstellingen, worden faxberichten met fouten ook afgedrukt met
een rapport.
Alle inst.wissen:
Hiermee worden alle instellingen in Scaninstellingen en Inst.faxverzending teruggezet naar de
standaardwaarden.
Gerelateerde informatie
&“Documenten van verschillende formaten verzenden d.m.v. de ADF (Doorlopend scannen (ADF))” op
pagina 94
&“Meerdere pagina's van een zwart-witdocument verzenden (Direct verzenden)” op pagina 93
&“Faxberichten in zwart-wit verzenden op een speciek tijdstip (Fax later verzenden)” op pagina 93
Meer
Als u op het startscherm selecteert in Fax, wordt het menu Meer weergegeven.
Verzendlogboek:
U kunt de geschiedenis van ontvangen en verzonden berichten controleren.
Faxen
>
Menuopties voor faxen
>
Meer
100
Faxverslag:
Laatste overdracht:
Hiermee drukt u een rapport af voor het vorige faxbericht dat via polling is ontvangen of
verzonden.
Faxlogboek:
Hiermee drukt u een transmissierapport af. U kunt instellen dat dit rapport automatisch wordt
afgedrukt via het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Rapportinstellingen > Automatisch
afdrukken faxlogboek
Lijst faxinstellingen:
Hiermee drukt u de actuele faxinstellingen af.
Protocol traceren:
Hiermee drukt u een gedetailleerd rapport af voor de vorige verzonden of ontvangen fax.
Polling ontvangen:
Wanneer dit is ingesteld op Aan en u het faxnummer van de afzender belt, kunt u documenten
ontvangen van het faxapparaat van de afzender. Zie de onderstaande gerelateerde informatie voor
meer informatie over het ontvangen van faxberichten met Polling ontvangen.
Wanneer u het menu Fax verlaat, wordt de instelling hersteld naar Uit (standaard).
Postvak IN:
Hiermee opent u (Postvak IN) op het startscherm.
Ontvangen fax opnieuw afdrukken:
Hiermee worden de ontvangen faxberichten opnieuw afgedrukt op de printer.
Faxinstellingen:
Open Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen. Open het instellingenmenu als beheerder.
Gerelateerde informatie
&“Faxen ontvangen via pollingdiensten (Polling ontvangen)” op pagina 97
Menuopties voor Postvak IN
:
U krijgt toegang tot de Inbox waar de ontvangen faxen worden opgeslagen door op dit pictogram te tikken.
Als er ontvangen faxen zijn die niet zijn gelezen, wordt het aantal ongelezen documenten weergegeven op
het .
Faxen
>
Menuopties voor Postvak IN
101
Postvak IN/Vertrou. box openen (XX ongelezen)
(Postvak Menu)
Alles afdrukken:
Als u deze optie selecteert, worden alle ontvangen faxberichten in het postvak IN
afgedrukt.
Alles verwijderen:
Als u deze optie selecteert, worden alle ontvangen faxberichten in het postvak IN
verwijderd.
Postvak IN (Lijst)
U kunt maximaal 100 documenten in het Postvak IN opslaan.
voorbeeldscherm
: verkleint of vergroot.
: draait het beeld 90 graden rechtsom.
: verplaatst het scherm in de richting van de pijlen.
: verplaatst naar de vorige of volgende pagina.
Als u de activiteitpictogrammen wilt verbergen, tikt u in het voorbeeldscherm. Tik
hiervoor niet op de pictogrammen zelf. Tik opnieuw om de pictogrammen weer te
geven.
Wissen:
Hiermee verwijdert u het document waarvan een voorbeeld is weergegeven.
Doorgaan naar afdruk:
Hiermee drukt u het document af waarvan een voorbeeld is weergegeven. Voordat u
gaat afdrukken, kunt u instellingen congureren, zoals Dubbelzijdig.
(Menu)
Details:
Hiermee wordt informatie voor het geselecteerde document weergegeven, zoals
de datum en tijd van opslaan en het totale aantal pagina's.
Gerelateerde informatie
&“Instellingen congureren voor het opslaan van ontvangen faxberichten” op pagina 300
Faxen
>
Menuopties voor Postvak IN
102
Andere faxfuncties gebruiken
Een faxrapport handmatig afdrukken
1. Selecteer Fax op het startscherm.
2. Tik op (Meer).
3. Selecteer Faxverslag.
4. Selecteer het af te drukken rapport en volg verder de instructies op het scherm.
Opmerking:
U kunt de opmaak van het rapport wijzigen. In het startscherm selecteert u Instel. > Algemene instellingen >
Faxinstellingen > Rapportinstellingen en daar wijzigt u de instellingen Aeelding aan rapport bevestigen of
Rapportindeling.
Een faxbericht verzenden via een computer
U kunt faxberichten via de computer verzenden d.m.v. de FAX Utility en het PC-FAX-stuurprogramma.
Opmerking:
Controleer of FAX Utility en het PC-FAX-stuurprogramma van de printer zijn geïnstalleerd voordat u deze functie
gebruikt.
“Toepassing voor het congureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxberichten (FAX Utility)” op pagina 256
“Toepassing voor het verzenden van faxberichten (PC-FAX-stuurprogramma)” op pagina 257
Als FAX Utility niet is geïnstalleerd, installeert u FAX Utility met EPSON Soware Updater (toepassing voor het
bijwerken van soware).
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing
(Windows)
Als u via het menu Afdrukken van een toepassing als Microso Word of Excel een printer of fax selecteert, kunt u
gegevens als documenten, tekeningen en tabellen rechtstreeks verzenden, met een voorblad.
Opmerking:
In de volgende uitleg wordt Microso Word gebruikt als voorbeeld. De daadwerkelijke bewerkingen kunnen variëren
aankelijk van de toepassing die u gebruikt. Raadpleeg voor details de Help van de toepassing.
1. Maak met behulp van een toepassing een document dat om per fax te verzenden.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
Het venster Afdrukken van de toepassing wordt weergegeven.
3. Selecteer XXXXX (FAX) (waarbij XXXXX staat voor de printernaam) in Printer en controleer de instellingen
voor faxverzending.
Geef 1 op bij Aantal exemplaren. De fax wordt mogelijk niet correct verzonden als u 2 of meer opgee.
Faxen
>
Een faxbericht verzenden via een computer
>
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Win
d
103
U kunt tot 100 pagina's per faxoverdracht verzenden.
4. Klik op Printereigenschappen of Eigenschappen als u Papierformaat, Afdrukstand, Kleur, Beeldkwaliteit
of Tekendi chtheid wilt opgeven.
Zie de Help van het PC-FAX-stuurprogramma voor meer informatie.
5. Klik op Druk af.
Opmerking:
Als u FAX Utility voor het eerst gebruikt, wordt een venster weergegeven waarin u uw gegevens kunt registreren. Voer
de benodigde gegevens in en klik vervolgens op OK.
Het scherm Instellingen geadresseerden van FAX Utility wordt weergegeven.
6. Wanneer u tijdens dezelfde faxoverdracht andere documenten wilt verzenden, selecteert u het selectievakje
voor Voeg te verzenden doc.toe.
Het scherm voor het toevoegen van documenten wordt weergegeven wanneer u bij stap 9 op Volgende klikt.
7. Selecteer indien nodig het selectievakje voor Een voorblad bijvoegen.
8. Geef een ontvanger op.
Een ontvanger (naam, faxnummer enzovoort) selecteren in Telefo onboek pc-fax:
Als de ontvanger is opgeslagen in het telefoonboek, voert u de onderstaande stappen uit.
A
Klik op het tabblad Telefoonbo ek p c-fa x.
B
Selecteer de ontvanger in de lijst en klik op Toevoegen.
Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) selecteren uit de contacten op de printer:
Als de ontvanger is opgeslagen in de contacten op de printer, voert u de onderstaande stappen uit.
A
Klik op het tabblad Contacten op Printer.
B
Selecteer contacten in de lijst en klik op Toevoegen om verder te gaan naar het venster Toevoegen aan
Geadresseerde.
C
Selecteer ontvangers in de weergegeven lijst en druk vervolgens op Bewerken.
D
Voeg naar behoee persoonsgegevens toe, zoals Bedrijf/org. en Functie en klik vervolgens op OK om
terug te keren naar het scherm Toevoegen aan Geadresseerde.
E
Schakel indien nodig het selectievakje voor Registreren in het Telefoonboek pc-fax in om de contacten
op te slaan in Telefo onboek pc-fax.
F
Klik op OK.
Faxen
>
Een faxbericht verzenden via een computer
>
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Win
d
104
Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) rechtstreeks opgeven:
Voer de onderstaande stappen uit.
A
Klik op het tabblad Handmatig kiezen.
B
Voer de benodigde informatie in.
C
Klik op Toevoegen.
Als u vervolgens klikt op Reg. in telefoonboek, kunt u de ontvangers opslaan in de lijst onder het tabblad
Telefo onboek pc-fax.
Opmerking:
Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in
plaats van de exacte prexcode, voert u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de
onderstaande koppeling naar gerelateerde informatie.
Als u Voer het faxnummer tweemaal in hebt geselecteerd in Optionele instellingen op het startscherm van FAX
Utility, moet u hetzelfde nummer opnieuw invoeren wanneer u op Toe voegen of Volgende klikt.
De ontvanger wordt toegevoegd aan de Lijst geadresseerden die wordt weergegeven in het bovenste deel van
het venster.
9. Klik op Volgende.
Wanneer u het selectievakje voor Voeg te verzenden doc.toe hebt geselecteerd, volgt u onderstaande
stappen om documenten toe te voegen in het venster Samenvoegen van documenten.
A
Open het document dat u wilt toevoegen en selecteer dezelfde printer (faxnaam) in het venster
Afdrukken. Het document wordt toegevoegd aan de lijst Samen te voegen documentlijst.
B
Klik op Voorbeeld om het samengevoegde document te bekijken.
C
Klik op Volgende.
Opmerking:
De instellingen Beeldkwaliteit en Kleur die u voor het eerste document hebt geselecteerd, worden op andere
documenten toegepast.
Wanneer u het selectievakje voor Een voorblad bijvoegen hebt geselecteerd, gee u de inhoud van het
voorblad op in het venster Instellingen voorbladen.
A
Selecteer een voorblad uit de voorbeelden in de lijst Voorblad. Houd er rekening mee dat er geen functie
is voor het maken van een origineel voorblad of voor het toevoegen van een origineel voorblad aan de lijst.
B
Voer gegevens in bij Onderwerp en Bericht.
C
Klik op Volgende.
Opmerking:
Geef desgewenst de volgende instellingen op in Instellingen voorbladen.
Klik op Voorblad opmaken als u de volgorde van de items op het voorblad wilt wijzigen. U kunt het formaat van
het voorblad selecteren in Papierformaat. U kunt een voorblad selecteren dat een ander formaat hee dan het
document dat wordt verzonden.
Klik op Lettertype als u het lettertype wilt wijzigen dat op het voorblad wordt gebruikt.
Klik op Instellingen afzender als u de informatie over de afzender wilt wijzigen.
Klik op Gedet. voorbld als u het voorblad met het onderwerp en het bericht dat u hebt ingevoerd wilt controleren.
10. Controleer de inhoud van de documenten die worden verzonden en klik op Verzenden.
Controleer voor verzenden of de naam en het faxnummer van de ontvanger correct zijn. Klik op Vo orbeeld
om een voorbeeldweergave te bekijken van het voorblad en het document dat wordt verzonden.
Faxen
>
Een faxbericht verzenden via een computer
>
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Win
d
105
Zodra de overdracht begint, wordt een venster weergegeven met de overdrachtsstatus.
Opmerking:
Als u de overdracht wilt stoppen, selecteert u de gegevens en klikt u op Annuleren . U kunt ook annuleren op het
bedieningspaneel van de printer.
Als tijdens de overdracht een fout optreedt, wordt het venster Communicatiefout weergegeven. Controleer de
informatie in de fout en verzend opnieuw.
Het scherm Faxstatuscontrole (het scherm boven de informatie over het controleren van de overdrachtsstatus) wordt
niet weergegeven als Faxstatuscontrole weergeven tijdens verzenden niet is geselecteerd in het scherm Optionele
instellingen van het startscherm van FAX Utility.
Gerelateerde informatie
&“Basisinstellingen” op pagina 269
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Mac
OS)
Als u in het menu Afdrukken van een in de handel verkrijgbare toepassing een printer met faxfunctie selecteert,
kunt u gegevens zoals documenten, tekeningen en tabellen die u hebt gemaakt, verzenden.
Opmerking:
In de volgende uitleg wordt Text Edit, een standaard Mac OS-toepassing, als voorbeeld gebruikt.
1. Maak het document dat u per fax wilt verzenden in een toepassing.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
Het venster Afdrukken van de toepassing wordt weergegeven.
3. Selecteer de printer (faxnaam) in Naam, klik op
d
om de geavanceerde instellingen weer te geven, controleer
de printerinstellingen en klik vervolgens op OK.
4. Congureer de instellingen voor elk item.
Geef 1 op bij Aantal exemplaren. Zelfs als u 2 of meer opgee, wordt er maar 1 exemplaar verzonden.
U kunt tot 100 pagina's per faxoverdracht verzenden.
Opmerking:
Het papierformaat van documenten dat u kunt verzenden, is hetzelfde als het papierformaat dat u kunt faxen vanaf de
printer.
5. Selecteer Faxinstellingen in het snelmenu en congureer vervolgens de instellingen voor elk item.
Zie de help van het PC-FAX-stuurprogramma voor uitleg over elk instellingsitem.
Klik op linksonder in het venster op de help van het PC-FAX-stuurprogramma te openen.
Faxen
>
Een faxbericht verzenden via een computer
>
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Mac
O
106
6. Selecteer het menu Instellingen geadresseerden en geef de ontvanger op.
Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) rechtstreeks opgeven:
Klik op het item Toevoegen, voer de benodigde informatie in en klik vervolgens op . De ontvanger
wordt toegevoegd aan de Lijst geadresseerden die wordt weergegeven in het bovenste deel van het venster.
Als u “Voer het faxnummer tweemaal in” hebt geselecteerd in de instellingen van het PC-FAX-
stuurprogramma, moet u hetzelfde nummer opnieuw invoeren wanneer u op of Volgende klikt.
Als voor uw faxverbinding een prexcode is vereist, voert u Nummer voor buitenlijn in.
Opmerking:
Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in plaats
van de exacte prexcode, voer u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de onderstaande
koppeling naar gerelateerde informatie.
Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) selecteren uit het telefoonboek:
Als de ontvanger is opgeslagen in het telefoonboek, klikt u op . Selecteer de ontvanger in de lijst en klik
vervolgens op Toevoegen > OK.
Als voor uw faxverbinding een prexcode is vereist, voert u Nummer voor buitenlijn in.
Opmerking:
Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in plaats
van de exacte prexcode, voer u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de onderstaande
koppeling naar gerelateerde informatie.
7. Controleer de instellingen van de ontvanger en klik vervolgens op Fax.
Het verzenden begint.
Controleer voor verzenden of de naam en het faxnummer van de ontvanger correct zijn.
Opmerking:
Als u in Dock op het printerpictogram klikt, wordt het scherm voor het controleren van de overdrachtsstatus
weergegeven. Als u het verzenden wilt stoppen, klikt u op de gegevens en klikt u vervolgens op Ve r w ij de re n .
Als tijdens de overdracht een fout optreedt, wordt het bericht Ve r z e nde n mislukt weergegeven. Controleer de
overdrachtsrecords op het scherm Faxverzendgegevens.
Documenten met meerdere papierformaten worden mogelijk niet correct verzonden.
Gerelateerde informatie
&“Basisinstellingen” op pagina 269
Faxberichten ontvangen op een computer
Faxberichten kunnen op een printer worden ontvangen en in PDF-indeling worden opgeslagen op een computer
die met de printer is verbonden. Gebruik FAX Utility (toepassing) om de instellingen te congureren.
Zie Basisbediening in de help van FAX Utility (weergegeven op het startscherm) voor meer informatie over FAX
Utility. Als het scherm voor het invoeren van een wachtwoord wordt weergegeven terwijl u de instellingen
congureert, voert u het wachtwoord in. Als u het wachtwoord niet weet, neemt u dan contact op met de
beheerder.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op een computer
107
Opmerking:
Controleer of FAX Utility en het PC-FAX-stuurprogramma van de printer zijn geïnstalleerd en de instellingen voor FAX
Utility zijn gecongureerd voordat u deze functie gebruikt.
“Toepassing voor het congureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxberichten (FAX Utility)” op pagina 256
“Toepassing voor het verzenden van faxberichten (PC-FAX-stuurprogramma)” op pagina 257
Als FAX Utility niet is geïnstalleerd, installeert u FAX Utility met EPSON Soware Updater (toepassing voor het
bijwerken van soware).
c
Belangrijk:
Als u faxberichten op een computer wilt ontvangen, moet Ontvangstmodus op het bedieningspaneel van de
printer worden ingesteld op Auto. Neem contact op met de beheerder voor informatie over de status van de
printerinstellingen. Als u instellingen via het bedieningspaneel van de printer wilt congureren, selecteert u
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Ontvangstmodus.
De computer die is ingesteld voor het ontvangen van faxberichten, moet altijd ingeschakeld blijven. Ontvangen
documenten worden tijdelijk opgeslagen in het geheugen van de printer voordat de documenten worden
opgeslagen op de computer. Als u de computer uitschakelt, raakt het geheugen van de printer mogelijk vol, omdat
de documenten niet naar de computer kunnen worden verzonden.
Het aantal documenten dat tijdelijk is opgeslagen in het geheugen van de printer, wordt weergegeven in op
het startscherm.
Als u de ontvangen faxberichten wilt lezen, moet u op de computer een weergaveprogramma voor PDF-
bestanden installeren, bijvoorbeeld Adobe Reader.
Gerelateerde informatie
&“Instellingen instellen om faxen te verzenden en ontvangen op een computer” op pagina 301
Controleren op nieuwe faxen (Windows)
Als u een computer instelt voor het opslaan van faxen die door de printer zijn ontvangen, kunt u de
verwerkingsstatus van ontvangen faxen controleren en zien of er nieuwe faxen zijn met behulp van het
faxpictogram op de Windows-taakbalk. Als u de computer zodanig instelt dat een melding wordt weergegeven
wanneer een nieuwe fax is ontvangen, wordt een meldingscherm weergegeven in het Windows-systeemvak en kunt
u de nieuwe fax bekijken.
Opmerking:
Gegevens van ontvangen faxen die op de computer zijn opgeslagen, worden verwijderd uit het printergeheugen.
U hebt Adobe Reader nodig om ontvangen faxberichten die als PDF-bestand zijn opgeslagen, weer te geven.
Het pictogram Fax op de taalbalk gebruiken (Windows)
Via het faxpictogram op de Windows-taakbalk kunt u zien of er nieuwe faxberichten zijn en de bewerkingsstatus
controleren.
1. Bekijk het pictogram.
: in stand-by.
: controleren op nieuwe faxberichten.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op een computer
>
Controleren op nieuwe faxen (Windows)
108
: importeren van nieuwe faxberichten is voltooid.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram en klik vervolgens op Bekijk Register van ontvang faxen.
Het scherm Register van ontvang faxen wordt weergegeven.
3. Controleer de datum en de afzender in de lijst en open het ontvangen bestand als pdf.
Opmerking:
Ontvangen faxberichten worden automatisch hernoemd volgens de volgende naamgevingsindeling.
JJJJMMDDUUMMSS_xxxxxxxxxx_nnnnn (Jaar/Maand/Dag/Uur/Minuut/Seconde_nummer van afzender)
U kunt de map met ontvangen faxberichten ook openen door met de rechtermuisknop op het pictogram te klikken.
Zie Optionele instellingen in de FAX Utility en Help ervan (weergegeven op het startscherm) voor meer informatie.
Als via het faxpictogram wordt aangegeven dat deze stand-by is, kunt u controleren op nieuwe faxberichten door
Nieuwe faxen nu controleren te selecteren.
Het meldingenvenster gebruiken (Windows)
Wanneer u instelt dat u een melding wilt ontvangen wanneer een nieuwe fax is ontvangen, wordt voor elke fax een
meldingenvenster weergegeven naast de taakbalk.
1. Controleer het meldingenvenster dat op uw computer wordt weergegeven.
Opmerking:
Het meldingenvenster verdwijnt als na een bepaalde periode geen bewerking wordt uitgevoerd. U kunt de instellingen
voor meldingen weergegeven, zoals de weergavetijd.
2. Klik op een willekeurige plek in het meldingenvenster, met uitzondering van de knop .
Het scherm Register van ontvang faxen wordt weergegeven.
3. Controleer de datum en de afzender in de lijst en open het ontvangen bestand als pdf.
Opmerking:
Ontvangen faxberichten worden automatisch hernoemd volgens de volgende naamgevingsindeling.
JJJJMMDDUUMMSS_xxxxxxxxxx_nnnnn (Jaar/Maand/Dag/Uur/Minuut/Seconde_nummer van afzender)
U kunt de map met ontvangen faxberichten ook openen door met de rechtermuisknop op het pictogram te klikken.
Zie Optionele instellingen in de FAX Utility en Help ervan (weergegeven op het startscherm) voor meer informatie.
Controleren op nieuwe faxen (Mac OS)
U kunt op een van de volgende manieren controleren of er nieuwe faxen zijn. Dit is alleen beschikbaar op
computers die zijn ingesteld op "Opslaan" (faxen opslaan op deze computer).
De map voor ontvangen faxen openen (opgegeven in Instellingen uitvoer ontvangen faxen)
Openen de Faxontvangstmonitor en klik op Nieuwe faxen nu controleren.
Melding dat nieuwe faxen zijn ontvangen
Selecteer in FAX Utility Graag melding bij nieuwe faxen via een Dock-pictogram in de Faxontvangstmonitor
> Voorkeuren. Het pictogram voor ontvangen faxen in de Dock laat u weten dat nieuwe faxen zijn ontvangen.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op een computer
>
Controleren op nieuwe faxen (Mac OS)
109
De map voor ontvangen faxen openen vanuit de monitor voor ontvangen
faxen (Mac OS)
U kunt de map voor opslaan openen vanaf de computer die u hebt ingesteld voor het ontvangen van faxen door
"Opslaan" (faxen opslaan op deze computer) te selecteren.
1. Klik op het monitorpictogram voor ontvangen faxen in de Dock om Faxontvangstmonitor te openen.
2. Selecteer de printer en klik op Map openen of dubbelklik op de printernaam.
3. Controleer de datum en de afzender in de bestandsnaam en open het PDF-bestand.
Opmerking:
Ontvangen faxen worden automatisch hernoemd volgens de volgende naamgevingsindeling.
JJJJMMDDUUMMSS_xxxxxxxxxx_nnnnn (Jaar/Maand/Dag/Uur/Minuut/Seconde_nummer van afzender)
Informatie die wordt verzonden door de afzender wordt weergegeven als nummer van de afzender. Dit nummer wordt
mogelijk niet weergegeven, aankelijk van de afzender.
De functie voor het opslaan van ontvangen faxberichten op de
computer uitschakelen
U kunt het opslaan van faxberichten op de computer annuleren met FAX Utility.
Zie Basisbediening in de help van FAX Utility (weergegeven op het startscherm) voor meer informatie.
Opmerking:
Als er faxberichten zijn die niet zijn opgeslagen op de computer, kunt u de functie voor het opslaan van faxberichten op
de computer niet uitschakelen.
U kunt de instellingen ook wijzigen op de printer. Neem contact op met de beheerder voor informatie over het
uitschakelen van de functie voor het opslaan van ontvangen faxberichten op de computer.
Gerelateerde informatie
&“Stel de instelling Opslaan op computer in om geen faxen te ontvangen” op pagina 302
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op een computer
>
De functie voor het opslaan van ontvangen faxberichten op de com
p
110
De printer onderhouden
De status van verbruiksartikelen controleren............................. 112
Het papiertraject reinigen om papierstoringen te voorkomen..................112
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren.......................114
De printer reinigen................................................125
Gemorste inkt opruimen............................................125
Controleren hoeveel pagina's in totaal door de printer zijn gegaan..............126
Stroom besparen..................................................126
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen........................127
De printer vervoeren en opslaan.......................................132
De status van verbruiksartikelen controleren
U kunt de geschatte levensduur van de onderhoudsset controleren via het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer op het startscherm.
Als u wilt nagaan hoeveel inkt u nog hebt, kunt u zelf kijken hoeveel inkt er nog in de inkttanks van de printer zit.
c
Belangrijk:
Langdurig gebruik van de printer wanneer de inkt lager staat dan de onderste lijn, kan de printer beschadigen.
Opmerking:
U kunt de inktniveaus en de geschatte levensduur van de onderhoudscassette ook controleren via de statusmonitor van het
printerstuurprogramma. Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie.
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor scannen vanaf een computer (Windows-printerstuurprogramma)” op pagina 251
&“Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 254
&“De inkttank bijvullen” op pagina 200
&“Een onderhoudscassette vervangen” op pagina 204
Het papiertraject reinigen om papierstoringen te
voorkomen
Wanneer het papier niet correct in de papiercassette wordt ingevoerd, moet u de roller binnenin reinigen.
1. Druk op
P
om de printer uit te zetten.
2. Neem de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en koppel vervolgens het netsnoer los.
De printer onderhouden
>
Het papiertraject reinigen om papierstoringen te voorkomen
112
3. Controleer of de inkttankdop goed is geplaatst.
c
Belangrijk:
Als de inkttankdop niet goed is geplaatst, kan er inkt lekken.
4. Sluit de documentkap, het ADF-deksel en de printerkap.
5. Schuif de papiercassette naar buiten en verwijder het papier.
6. Plaats de printer op zijn zijkant met de inkttank aan de onderkant.
De printer onderhouden
>
Het papiertraject reinigen om papierstoringen te voorkomen
113
!
Let op:
Pas bij het neerzetten van de printer op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
c
Belangrijk:
Laat de printer niet gedurende lange tijd zo staan.
7. Maak een zachte doek vochtig met wat water, wring de doek grondig uit en veeg hiermee de rollen af terwijl u
deze verdraait.
8. Plaats de printer weer in de normale positie en plaats de papiercassette.
9. Sluit het netsnoer aan.
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
De printkop controleren en reinigen
Als de spuitkanaaltjes verstopt zijn, worden de afdrukken vaag en ziet u strepen of onverwachte kleuren. Als de
spuitkanaaltjes ernstig verstopt zijn, wordt een blanco vel afgedrukt. Wanneer de afdrukkwaliteit minder is
geworden, gebruikt u eerst de spuitkanaaltjescontrole om te kijken of de kanaaltjes verstopt zitten. Als de
spuitkanaaltjes zijn verstopt, reinig dan de printkop.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De printkop controleren en re
114
c
Belangrijk:
Open het printerdeksel niet en schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de printkop. Als het reinigen
van de kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Bij reiniging van de printkop wordt inkt gebruikt. Voer dit daarom niet vaker uit dan nodig.
Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na 3 herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging, moet u ten
minste 12 uur wachten zonder af te drukken en vervolgens de printkopcontrole en -reiniging herhalen. Het wordt
aanbevolen de printer uit te schakelen met de knop
P
. Als de afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd, voert
u Krachtige reiniging uit.
Voorkom dat de printkop uitdroogt en trek nooit de stekker van de printer uit het stopcontact wanneer de printer
nog aan is.
1. Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer PrintkopControle spuitm..
3. Volg de instructies op het scherm om papier te laden en het spuitkanaaltjespatroon af te drukken.
4. Controleer het afdrukpatroon om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn.
A:
Alle lijnen worden afgedrukt. Selecteer . Er zijn geen aanvullende stappen benodigd.
B of dicht bij B
Enkele spuitkanaaltjes zijn verstopt. Selecteer en volg vervolgens de instructies op het scherm om de
printkop te reinigen.
Als het reinigen beëindigd is, drukt u het testpatroon van het kanaal opnieuw af.
C of dicht bij C
Als de meeste lijnen ontbreken of niet zijn afgedrukt, wijst dit erop dat de meeste spuitkanaaltjes verstopt
zijn. Selecteer om de spuitkanaaltjescontrole af te sluiten en voer vervolgens Krachtige reiniging uit. Zie
de gerelateerde informatie hieronder voor meer details.
5. Herhaal het reinigen en afdrukken van het testpatroon tot alle lijnen geheel afgedrukt worden.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De printkop controleren en re
115
c
Belangrijk:
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na 3 herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging, moet u ten minste
12 uur wachten zonder af te drukken en vervolgens de printkopcontrole en -reiniging herhalen. Het wordt
aanbevolen de printer uit te schakelen met de knop
P
. Als de afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd, voert u
Krachtige reiniging uit.
Opmerking:
U kunt de printkop controleren en reinigen via het printerstuurprogramma. Zie de koppeling met gerelateerde informatie
hieronder voor meer informatie.
Gerelateerde informatie
&“Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 116
&“Toepassing voor scannen vanaf een computer (Windows-printerstuurprogramma)” op pagina 251
&“Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 254
Krachtige reiniging uitvoeren
Met het hulpprogramma Krachtige reiniging kunt u alle inkt in de inktbuisjes vervangen. In de volgende situaties
moet u mogelijk de volgende functie uitvoeren om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
U hebt afgedrukt of printkopreiniging uitgevoerd terwijl het inktniveau te laag was om nog te zien in de
vensters van de tank.
U hebt de spuikanaaltjescontrole en printkopreiniging 3 keer uitgevoerd en vervolgens ten minste 12 uur
gewacht zonder af te drukken, maar de afdrukkwaliteit is niet verbeterd.
Lees de volgende instructies voordat u deze functie gebruikt.
c
Belangrijk:
Controleer of zich in de inkttanks voldoende inkt bevindt.
Kijk of alle inkttanks voor ten minste een derde zijn gevuld.Door een te laag inktniveau tijden Krachtige reiniging
kan het product beschadigd raken.
c
Belangrijk:
Tussen elke Krachtige reiniging dient u een interval van 12 uur aan te houden.
Normaal moet een enkele Krachtige reiniging hete probleem met de afdrukkwaliteit binnen 12 uur oplossen.U dient
daarom 12 uur te wachten voordat u het opnieuw probeert. Zo voorkomt u onnodig inktverbruik.
c
Belangrijk:
Mogelijk is vervanging van de onderhoudscassette vereist.
Er wordt inkt afgevoerd naar de onderhoudscassette.Als deze vol raakt, moet u een nieuwe onderhoudscassette
voorbereiden en plaatsen om het afdrukken te kunnen voortzetten.
Opmerking:
Wanneer de inktniveaus of de vrije ruimte in de onderhoudscassette onvoldoende zijn voor Krachtige reiniging, kunt u deze
functie niet uitvoeren.In dit geval blijven de niveaus en de vrije ruimte voor het afdrukken gelijk.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
Krachtige reiniging uitvoeren
116
1. Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Krachtige reiniging.
3. Volg de instructies op het scherm om de functie Krachtige reiniging uit te voeren.
Opmerking:
Los de problemen op die op het scherm worden weergegeven als u deze functie niet kunt uitvoeren. Volg vervolgens deze
procedure vanaf stap 1 om deze functie opnieuw uit te voeren.
4. Na het uitvoeren van deze functie, voer de spuitstukcontrole uit om te controleren dat de kanaaltjes niet
verstopt zitten.
Klik op de koppeling hieronder voor meer informatie over het uitvoeren van de spuitkanaaltjescontrole.
c
Belangrijk:
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na het uitvoeren van Krachtige reiniging, moet u ten minste 12 uur wachten
zonder afdrukken en vervolgens het spuitkanaaltjespatroon opnieuw afdrukken. Voer Printkop reinigen of Krachtige
reiniging opnieuw uit aankelijk van het afgedrukte patroon. Neem contact op met de klantenservice van Epson als
de kwaliteit nog steeds niet is verbeterd.
Opmerking:
U kunt de krachtige reiniging ook uitvoeren via het printerstuurprogramma. Zie de koppeling met gerelateerde informatie
hieronder voor meer informatie.
Gerelateerde informatie
&“De printkop controleren en reinigen” op pagina 114
&“Toepassing voor scannen vanaf een computer (Windows-printerstuurprogramma)” op pagina 251
&“Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 254
Voorkomen dat spuikanaaltjes verstopt raken
Gebruik altijd de aan/uit-knop voor het in- en uitschakelen van de printer.
Controleer of het aan/uit-lampje uit is voordat u het netsnoer loskoppelt.
De inkt kan uitdrogen wanneer deze niet is afgedekt. Zorg ervoor dat u de printkop deugdelijk afdekt om te
voorkomen dat de inkt uitdroogt, net zoals u dat met een balpen of vulpen zou doen.
Wanneer tijdens het afdrukken het netsnoer wordt losgekoppeld of een stroomstoring optreedt, wordt de printkop
mogelijk niet goed afgedekt. Als u de printkop niet alsnog afdekt, droogt deze uit, waardoor de spuitkanaaltjes
(voor de inktuitvoer) verstopt raken.
Schakel in deze gevallen de printer zo snel mogelijk weer in en daarna weer uit om de printkop af te dekken.
De printkop uitlijnen
Als u een verkeerde uitlijning van verticale lijnen of onscherpe beelden ziet, lijn de printkop dan uit.
1. Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Printkop uitlijnen.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De printkop uitlijnen
117
3. Selecteer een van de uitlijningsmenu's.
Verticale lijnen zijn niet goed uitgelijnd of de afdrukken zijn wazig: selecteer Verticale uitlijning.
Er treedt regelmatig horizontale streepvorming op: selecteer Horizontale uitlijning.
4. Volg de instructies op het scherm om papier te laden en het uitlijningspatroon af te drukken.
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken
Als de afdrukken vlekken vertonen of bekrast zijn, reinig dan de roller binnenin.
c
Belangrijk:
Gebruik geen keukenpapier om de binnenkant van de printer te reinigen. Het kan zijn dat de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zitten met stof.
1. Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Papiergeleider reinigen.
3. Volg de instructies op het scherm om papier te laden en de papierbaan te reinigen.
Herhaal deze procedure tot er geen vegen meer op het papier zitten.
De Scannerglasplaat reinigen
Wanneer de kopieën of gescande beelden vies zijn, moet u de scannerglasplaat reinigen.
!
Let op:
Pas bij het sluiten van het documentdeksel op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
c
Belangrijk:
Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemicaliën kunnen de printer beschadigen.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De Scannerglasplaat reinigen
118
1. Open de documentkap.
2. Maak het oppervlak van de scannerglasplaat schoon met een droge, zachte, schone doek.
c
Belangrijk:
Als de glasplaat besmeurd is met vet of een andere hardnekkige substantie, veegt u de plaat schoon met een
doek met daarop een klein beetje glasreiniger. Verwijder al het overtollige vocht.
Druk niet te hard op het glasoppervlak.
Zorg ervoor dat u het oppervlak van het glas niet krast of beschadigt. Een beschadigde glasplaat kan de
scankwaliteit aantasten.
De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken
Als de gekopieerde of gescande bestanden van de ADF vlekken bevatten of de originelen niet correct in de ADF
worden ingevoerd, reinigt u de ADF.
c
Belangrijk:
Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemicaliën kunnen de printer beschadigen.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De automatische documentin
119
1. Open de ADF-afdekking.
2. Maak de rol en de binnenzijde van de ADF schoon met een zachte, vochtige doek.
c
Belangrijk:
Als u een droge doek gebruikt, beschadigt u mogelijk het oppervlak van de rol. Gebruik de ADF pas weer als de
rol droog is.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De automatische documentin
120
3. Sluit de ADF-afdekking en open de documentkap.
4. Reinig het onderdeel dat wordt getoond in de aeelding.
c
Belangrijk:
Als de glasplaat besmeurd is met vet of een andere hardnekkige substantie, veegt u de plaat schoon met een
doek met daarop een klein beetje glasreiniger. Verwijder al het overtollige vocht.
Druk niet te hard op het glasoppervlak.
Zorg ervoor dat u het oppervlak van het glas niet krast of beschadigt. Een beschadigde glasplaat kan de
scankwaliteit aantasten.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De automatische documentin
121
5. Als het probleem niet kan worden opgelost, schakelt u de printer uit door op de knop
P
te drukken, opent u
de ADF-afdekking en tilt u de ADF-invoerlade op.
6. Reinig het onderdeel dat wordt getoond in de aeelding.
Het doorschijnende folie reinigen
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd nadat u de printkop hebt uitgelijnd of de papierbaan hebt gereinigd, is de
doorschijnende folie in de printer mogelijk vervuild.
Benodigde items:
Wattenstaaes (meerdere)
Water met een paar druppels schoonmaakmiddel (2 tot 3 druppels schoonmaakmiddel in een 1/4 kop
kraanwater)
Lamp om op vlekken te controleren
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
Het doorschijnende folie reini
g
122
c
Belangrijk:
Gebruik geen andere reinigingsvloeistof dan water met enkele druppels schoonmaakmiddel.
1. Druk op
P
om de printer uit te zetten.
2. Open de printerklep.
3. Controleer of zich op de doorschijnende folie vlekken bevinden. Vlekken zijn gemakkelijker te zien als u een
lamp gebruikt.
Als zich op de doorschijnende folie (A) vlekken bevinden (bijvoorbeeld vingerafdrukken of vet), gaat u verder
met de volgende stap.
A: Doorschijnende folie
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
Het doorschijnende folie reini
g
123
B: Rail
c
Belangrijk:
Raak de rail (B) niet aan. Anders kunt u mogelijk niet meer afdrukken. Veeg het vet niet van de rail. Dit is
nodig voor een correcte werking.
4. Bevochtig een wattenstaae met wat water met een paar druppels schoonmaakmiddel (zorg ervoor dat er geen
water vanaf drupt) en veeg de vlek weg.
c
Belangrijk:
Veeg de vlek voorzichtig weg. Als u te hard op het wattenstaae drukt, kunnen de veren van de folie
verschuiven en kan de printer beschadigd raken.
5. Gebruik een nieuw, droog wattenstaae om de folie schoon te vegen.
c
Belangrijk:
Laat geen vezels achter op de folie.
Opmerking:
Gebruik regelmatig een nieuw wattenstaae om te voorkomen dat u het vuil naar andere plekken verspreidt.
6. Herhaal stap 4 en 5 totdat de folie schoon is.
7. Controleer de folie op vlekken.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
Het doorschijnende folie reini
g
124
De printer reinigen
Schakel de printer uit als de onderdelen en de behuizing vies of stog zijn en maak ze schoon met een zachte,
schone en vochtige doek. Als u het vuil er niet arijgt, doe dan een heel klein beetje mild reinigingsmiddel op de
vochtige doek.
c
Belangrijk:
Voorkom dat er water in het printermechanisme of op een van de elektrische onderdelen komt. Anders kan de
printer beschadigd raken.
Maak de onderdelen en de behuizing nooit schoon met alcohol of thinner. Door deze chemicaliën kunnen ze
beschadigen.
Raak de hieronder afgebeelde onderdelen niet aan. Dit kan een storing veroorzaken.
Gemorste inkt opruimen
Als er inkt is gemorst, kunt u deze op de volgende manieren opruimen.
Als zich inkt afzet op het gebied rond de tank, veegt u dit weg met een pluisvrije schone doek of een
wattenstaae.
Als u inkt morst op een bureau of op de vloer, veegt u dit dan onmiddellijk weg. Als inkt is opgedroogd, is dit
moeilijk te verwijderen. Dep de inkt op met een droge doek en veeg de vlek vervolgens weg met een vochtige
doek om te voorkomen dat de inkt zich verder uitspreidt.
Als u inkt op uw handen krijgt, wast u deze af met water en zeep.
De printer onderhouden
>
Gemorste inkt opruimen
125
Controleren hoeveel pagina's in totaal door de printer
zijn gegaan
U kunt nagaan hoeveel pagina's in totaal door de printer zijn gegaan. De informatie wordt afgedrukt bij het
testpatroon.
1. Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer PrintkopControle spuitm..
3. Volg de instructies op het scherm om papier te laden en het spuitkanaaltjespatroon af te drukken.
Opmerking:
U kunt het totale aantal ingevoerde pagina's ook controleren via het printerstuurprogramma. Zie de koppeling met
gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie.
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor scannen vanaf een computer (Windows-printerstuurprogramma)” op pagina 251
&“Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 254
Stroom besparen
De printer gaat in slaapstand of gaat automatisch uit als er een bepaalde tijd geen handelingen worden verricht. U
kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de
energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Aankelijk van de plaats van aankoop, kan de printer een functie hebben voor het automatisch uitschakelen als
het apparaat gedurende 30 minuten niet is verbonden met het netwerk.
Energie besparen (bedieningspaneel)
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Algemene instellingen > Basisinstellingen.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Opmerking:
Uw product hee mogelijk de functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats van aankoop.
Selecteer Slaaptimer of Uitschakelinst. > Uitschakelen indien inactief of Uitschakelen indien
losgekoppeld en maak dan de instellingen.
Selecteer Slaaptimer of Uitschakelingstimer en stel dan de instellingen in.
De printer onderhouden
>
Stroom besparen
>
Energie besparen (bedieningspaneel)
126
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
Verbind uw computer met het netwerk en installeer de nieuwste versie van toepassingen vanaf de website. Meld u
aan op uw computer als beheerder. Voer het beheerderswachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Toepassingen afzonderlijk installeren
Opmerking:
U moet een toepassing eerst verwijderen voordat u deze opnieuw kunt installeren.
1. Controleer of de printer en de computer beschikbaar zijn voor communicatie en of de computer is verbonden
met internet.
2. Start EPSON Soware Updater.
De schermafdruk is een voorbeeld in Windows.
3. Selecteer voor Windows de printer en klik vervolgens op om te controleren op de meest recente
beschikbare toepassingen.
4. Selecteer de items die u wilt installeren of bijwerken en klik vervolgens op de installatieknop.
c
Belangrijk:
Schakel de printer niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact zolang de update bezig is. Anders kan de
printer defect raken.
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen afzonderlijk inst
a
127
Opmerking:
U kunt de meest recente toepassingen downloaden van de website van Epson.
http://www.epson.com
Als u een Windows Server-besturingssysteem gebruikt, kunt u Epson Soware Updater niet gebruiken. Download de
meest recente toepassingen van de website van Epson.
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor het bijwerken van soware en rmware (EPSON Soware Updater)” op pagina 260
&“Toepassingen verwijderen” op pagina 130
Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd —
Windows
Via een van de volgende methoden kunt u controleren of op de computer een origineel Epson-
printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
Selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven (Printers, Printers en faxapparaten) en doe
het volgende om het venster voor printservereigenschappen te openen.
Windows Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Server 2019/Windows Server 2016/
Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2
Klik op het printerpictogram en klik vervolgens op Printservereigenschappen bovenaan het venster.
Windows Vista/Windows Server 2008
Klik met de rechtermuisknop op de map Printers en selecteer vervolgens Als administrator uitvoeren >
Servereigenschappen.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Selecteer in het menu Bestand de optie Servereigenschappen.
Klik op het tabblad Stuurprogramma. Als de naam van uw printer in de lijst wordt weergegeven, is een origineel
Epson-printerstuurprogramma op de computer geïnstalleerd.
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen afzonderlijk inst
a
128
Gerelateerde informatie
&“Toepassingen afzonderlijk installeren” op pagina 127
Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd —
Mac OS
Via een van de volgende methoden kunt u controleren of op de computer een origineel Epson-
printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren, en als het tabblad Opties en het
tabblad Hulpprogramma worden weergegeven, is er een origineel Epson-printerstuurprogramma op de computer
geïnstalleerd.
Gerelateerde informatie
&“Toepassingen afzonderlijk installeren” op pagina 127
De printer toevoegen (alleen voor Mac OS)
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen).
2. Klik op + en selecteer dan Een andere printer of scanner toevoegen.
3. Selecteer uw printer en selecteer vervolgens uw printer bij Gebruiken.
4. Klik op Toevoegen.
Opmerking:
Als uw printer niet in de lijst staat, controleer dan of deze goed aangesloten en ingeschakeld is.
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
De printer toevoegen (alleen v
129
Toepassingen verwijderen
Meld u aan op uw computer als beheerder. Voer het beheerderswachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Toepassingen verwijderen — Windows
1. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
2. Sluit alle actieve toepassingen.
3. Conguratiescherm openen:
Windows 10/Windows Server 2019/Windows Server 2016
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Systeem > Conguratiescherm.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008/Windows Server
2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de startknop en selecteer Conguratiescherm.
4. Open Een programma verwijderen (of Programma's installeren of verwijderen):
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista/Windows Server 2019/Windows Server
2016/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008
Selecteer Een programma verwijderen in Programma's.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op Programma's installeren of verwijderen.
5. Selecteer de soware die u wilt verwijderen.
U kunt het printerstuurprogramma niet verwijderen als er afdruktaken actief zijn. Verwijder de taken of wacht
tot deze zijn afgedrukt voordat u het printerstuurprogramma verwijdert.
6. De toepassingen verwijderen:
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista/Windows Server 2019/Windows Server
2016/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008
Klik op Ver wijd ere n/ wijz ige n of Ver w ij der en .
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op Wijzigen/Verwijderen of Ver wij de ren.
Opmerking:
Als het venster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, klikt u op Doorgaan.
7. Volg de instructies op het scherm.
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen verwijderen
130
Toepassingen verwijderen — Mac OS
1. Download de Uninstaller met EPSON Soware Updater.
Als u de Uninstaller hebt gedownload, hoe u deze niet telkens opnieuw te downloaden wanneer u de
toepassing verwijdert.
2. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
3. Als u het printerstuurprogramma of het PC-FAX-stuurprogramma wilt verwijderen, selecteert u
Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen) en verwijdert u de printer uit de lijst met ingeschakelde printers.
4. Sluit alle actieve toepassingen.
5. Selecteer Ga > Toepassingen > Epson Soware > Uninstaller.
6. Selecteer de toepassing die u wilt verwijderen en klik vervolgens op Maak installatie ongedaan.
c
Belangrijk:
De Uninstaller verwijdert alle Epson-inktjetprinterstuurprogramma's van de computer. Als u meerdere Epson
inktjetprinters gebruikt en u enkel bepaalde stuurprogramma's wilt verwijderen, verwijder ze dan eerst
allemaal en installeer dan enkel de vereiste stuurprogramma's.
Opmerking:
Als u de toepassing die u wilt verwijderen niet kunt vinden in de lijst, kunt u deze niet verwijderen met de Uninstaller.
Selecteer in dat geval Start > Toepassingen > Epson Soware, kies de toepassing die wilt verwijderen en sleep deze
vervolgens naar het prullenmandpictogram.
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor het bijwerken van soware en rmware (EPSON Soware Updater)” op pagina 260
Toepassingen en rmware bijwerken
Bepaalde problemen kunnen worden opgelost door de toepassingen en rmware opnieuw te installeren. Zorg
ervoor dat u de nieuwste versie van de toepassingen en rmware gebruikt.
1. Controleer of de printer en de computer zijn aangesloten, en of de computer met internet is verbonden.
2. Start EPSON Soware Updater en werk de toepassingen of de rmware bij.
c
Belangrijk:
Schakel de computer of de printer niet uit voordat de update is voltoord, anders kan de printer defect raken.
Opmerking:
Als u de toepassing die u wilt bijwerken niet kunt vinden in de lijst, kunt u deze niet bijwerken met de EPSON Soware
Updater. Kijk op uw lokale Epson-website voor de nieuwste versies van de toepassingen.
http://www.epson.com
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen en rmware bij
131
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor het bijwerken van soware en rmware (EPSON Soware Updater)” op pagina 260
De printerrmware bijwerken via het bedieningspaneel
Als de printer met internet kan worden verbonden, kunt u de rmware van de printer bijwerken via het
bedieningspaneel. U kunt ook instellen dat de printer regelmatig zelf moet controleren of er nieuwe rmware is en
zo ja, dat u daar dan bericht van moet krijgen.
Gerelateerde informatie
&“Firmware-update” op pagina 274
De printer vervoeren en opslaan
Volg onderstaande stappen om de printer in te pakken, wanneer u de printer moet opslaan of vervoeren in
verband met een verhuizing of reparatie.
1. Druk op
P
om de printer uit te zetten.
2. Zorg ervoor dat het aan/uit-lampje uit staat en haal dan het netsnoer uit het stopcontact.
c
Belangrijk:
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat. Als u dit niet doet gaat de printkop niet
terug naar de uitgangspositie waardoor de inkt opdroogt en afdrukken niet meer mogelijk is.
3. Koppel alle kabels los zoals het netsnoer en de USB-kabel.
4. Verwijder al het papier uit de printer.
5. Zorg dat er geen originelen in de printer steken.
6. Sluit de documentkap als deze open staat.
De printer onderhouden
>
De printer vervoeren en opslaan
132
7. Open de printerkap. Bevestig de printkop met tape aan het omhulsel.
!
Let op:
Pas op dat uw hand of vingers niet bekneld raken bij het openen of sluiten van de printerkap. Anders kunt u
zich verwonden.
8. Sluit de printerkap.
9. Draai de inkttankdop stevig vast.
De printer onderhouden
>
De printer vervoeren en opslaan
133
10. Sluit de inkttankklep zorgvuldig.
11. Plaats de accessoiredoos die bij de printer is geleverd met de openingsklep naar voren gericht, zoals hieronder
is weergegeven.
12. Stop de printer in een plastic zak en vouw deze dicht.
13. Plaats de printer in de doos met de beschermende materialen.
De printer onderhouden
>
De printer vervoeren en opslaan
134
c
Belangrijk:
Stop de printer in een plastic zak en vouw deze dicht als u de printer moet opslaan of vervoeren. Zorg ervoor dat
u de printer niet kantelt, verticaal houdt of ondersteboven plaatst, anders kan er inkt lekken.
Bij het tillen van de printer, plaats uw handen zoals hieronder wordt weergegeven.
De printer onderhouden
>
De printer vervoeren en opslaan
135
c
Belangrijk:
Zorg er bij opslag of transport van een inktes voor dat u de es niet schuin houdt en niet blootstelt aan
schokken en stoten of temperatuurschommelingen.Anders kan er lekkage optreden, zelfs als de dop goed op de
es is gedraaid.Houd de inktes rechtop bij het vastdraaien van de dop en neem voorzorgsmaatregelen om te
voorkomen dat er inkt kan weglekken bij het transport van de es, bijvoorbeeld door de es in een zak te doen.
Plaats geen geopende inktessen in de doos bij de printer.
Verwijder de tape die de printkop vasthoudt voordat u de printer opnieuw gebruikt. Reinig en lijn de printkop uit
als de afdrukkwaliteit lager is wanneer u opnieuw afdrukt.
Gerelateerde informatie
&“De printkop controleren en reinigen” op pagina 114
&“De printkop uitlijnen” op pagina 117
De printer onderhouden
>
De printer vervoeren en opslaan
136
Problemen oplossen
De printer werkt niet naar behoren.....................................138
Er wordt een bericht weergegeven op het lcd-scherm........................190
Papier loopt vast..................................................191
De inkt moet worden bijgevuld....................................... 199
De onderhoudsset moet worden vervangen.............................. 204
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht.........................205
Kan het probleem niet oplossen.......................................223
De printer werkt niet naar behoren
De printer gaat niet aan of uit
De stroom wordt niet ingeschakeld
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Het netsnoer is niet goed aangesloten op het stopcontact.
Oplossingen
Controleer of het netsnoer goed in het stopcontact zit.
De knop
P
is niet lang genoeg ingedrukt.
Oplossingen
Houd de knop
P
iets langer ingedrukt.
De stroom wordt niet uitgeschakeld
De knop
P
is niet lang genoeg ingedrukt.
Oplossingen
Houd de knop
P
iets langer ingedrukt. Als de printer ook hiermee niet uitgaat, haalt u de stekker uit het
stopcontact. Zet de printer weer aan en zet deze vervolgens uit door op de knop
P
te drukken om te
voorkomen dat de printkop uitdroogt.
Stroom schakelt automatisch uit
De functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer is uitgeschakeld.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Uitschakelinst. en schakel vervolgens
de instellingen Uitschakelen indien inactief en Uitschakelen indien losgekoppeld uit.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen en schakel vervolgens de instelling
Uitschakelingstimer uit.
Opmerking:
Uw product hee mogelijk de functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats van
aankoop.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
De printer gaat niet aan of uit
138
Papier wordt niet goed ingevoerd
Geen papiertoevoer
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De installatieplek is niet geschikt.
Oplossingen
Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen
omgevingsomstandigheden.
&Omgevingsspecicaties” op pagina 281
Er wordt niet-ondersteund papier gebruikt.
Oplossingen
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
&“Niet-beschikbare papiersoorten” op pagina 249
Het papier wordt niet goed verwerkt.
Oplossingen
Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.
&“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 29
Er zijn te veel vellen in de printer geladen.
Oplossingen
Laad niet meer dan het maximale aantal vellen dat voor het papier is opgegeven.
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
De papierinstellingen van de printer zijn onjuist.
Oplossingen
Controleer of de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort overeenkomen met het
papierformaat en de papiersoort in de printer.
&“Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort” op pagina 29
Het papier glijdt weg wanneer er papierstof op de rol zit.
Oplossingen
Reinig de rol.
&“Het papiertraject reinigen om papierstoringen te voorkomen” op pagina 112
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Papier wordt niet goed ingevoerd
139
Papier wordt schuin ingevoerd
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De installatieplek is niet geschikt.
Oplossingen
Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen
omgevingsomstandigheden.
&“Omgevingsspecicaties” op pagina 281
Er wordt niet-ondersteund papier gebruikt.
Oplossingen
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
&“Niet-beschikbare papiersoorten” op pagina 249
Het papier wordt niet goed verwerkt.
Oplossingen
Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.
&“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 29
Het papier is onjuist geladen.
Oplossingen
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan.
&“Papier laden” op pagina 31
Er zijn te veel vellen in de printer geladen.
Oplossingen
Laad niet meer dan het maximale aantal vellen dat voor het papier is opgegeven.
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
De papierinstellingen van de printer zijn onjuist.
Oplossingen
Controleer of de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort overeenkomen met het
papierformaat en de papiersoort in de printer.
&“Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort” op pagina 29
Het papier glijdt weg wanneer er papierstof op de rol zit.
Oplossingen
Reinig de rol.
&“Het papiertraject reinigen om papierstoringen te voorkomen” op pagina 112
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Papier wordt niet goed ingevoerd
140
Er worden meerdere vellen papier tegelijk uitgevoerd
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De installatieplek is niet geschikt.
Oplossingen
Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen
omgevingsomstandigheden.
&“Omgevingsspecicaties” op pagina 281
Er wordt niet-ondersteund papier gebruikt.
Oplossingen
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
&“Niet-beschikbare papiersoorten” op pagina 249
Het papier wordt niet goed verwerkt.
Oplossingen
Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.
&“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 29
Het papier is vochtig.
Oplossingen
Laad nieuw papier.
Statische elektriciteit zorgt ervoor dat papier aan elkaar plakt.
Oplossingen
Wapper met het papier voordat u het laadt. Als het papier nog steeds niet wordt ingevoerd, laad de vellen
dan één voor één.
Er zijn te veel vellen in de printer geladen.
Oplossingen
Laad niet meer dan het maximale aantal vellen dat voor het papier is opgegeven.
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
De papierinstellingen van de printer zijn onjuist.
Oplossingen
Controleer of de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort overeenkomen met het
papierformaat en de papiersoort in de printer.
&“Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort” op pagina 29
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Papier wordt niet goed ingevoerd
141
Het papier glijdt weg wanneer er papierstof op de rol zit.
Oplossingen
Reinig de rol.
&“Het papiertraject reinigen om papierstoringen te voorkomen” op pagina 112
Uitgeworpen papier valt uit de uitvoerlade
De stopper is niet uitgeschoven.
Oplossingen
Als uitgeworpen papier uit de uitvoerlade valt, schui u de stopper uit om dit te voorkomen.
Papier wordt uitgeworpen tijdens het afdrukken
Briefhoofd is niet geselecteerd als de papiersoort.
Oplossingen
Selecteer Brieoofd als de papiersoort wanneer u brieoofdpapier laadt (papier met daarop informatie
zoals de naam van de afzender of een bedrijf in de koptekst).
Het origineel wordt niet ingevoerd in de ADF
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er zijn originelen gebruikt die niet door de ADF worden ondersteund.
Oplossingen
Gebruik originelen die door de ADF worden ondersteund.
&“Specicaties voor ADF” op pagina 275
De originelen zijn verkeerd geplaatst.
Oplossingen
Plaats de originelen in de juiste richting en schuif vervolgens de zijgeleiders van de ADF tegen de rand
van de originelen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Papier wordt niet goed ingevoerd
142
Er zijn te veel originelen in de ADF geladen.
Oplossingen
Plaats originelen niet tot boven de streep met het driehoekje op de ADF.
Het origineel glijdt weg wanneer er papierstof op de rol zit.
Oplossingen
Maak de binnenzijde van de ADF schoon.
&“De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken” op pagina 119
Originelen worden niet gedetecteerd.
Oplossingen
Controleer op het scherm voor kopiëren, scannen of faxen of het ADF-pictogram brandt. Plaats de
originelen opnieuw als dit uit is.
Er is een origineel op de scannerglasplaat geplaatst.
Oplossingen
Zorg ervoor dat er op de scannerglasplaat geen origineel is geplaatst.
Kan niet afdrukken
Kan niet afdrukken vanuit Windows
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik Epson Printer Connection Checker om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te
controleren. Aankelijk van de resultaten van de controle kunt u het probleem oplossen.
1. Dubbelklik op het pictogram Epson Printer Connection Checker op het bureaublad.
Epson Printer Connection Checker wordt gestart.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
143
Als er geen pictogram op het bureaublad staat, volgt u onderstaande methoden om Epson Printer Connection
Checker te starten.
Win d ows 10
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson Printer Connection Checker.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Win d ows 7
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Alle programma's > Epson Soware > Epson Printer
Connection Checker.
2. Volg de instructies op het scherm om de controle uit te voeren.
Opmerking:
Als de printernaam niet wordt weergegeven, installeert u een origineel Epson-printerstuurprogramma.
“Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Windows op pagina 128
Wanneer het probleem is geïdenticeerd, volgt u de oplossing die op het scherm wordt weergegeven.
Controleer het volgende voor uw situatie wanneer u het probleem niet kunt oplossen.
De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 144
De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)” op pagina 147
De printer wordt herkend, maar er kan niet worden afgedrukt.
“Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Windows)” op pagina 148
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
144
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
&“Vervanging van de draadloze router” op pagina 227
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
145
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
> Geavanceerd en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die aan de printer zijn
toegewezen.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 227
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt
Ethernet) ondersteunen.
Oplossingen
Wanneer u de printer met ethernet verbindt via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt Ethernet)
ondersteunen, kunnen de volgende problemen optreden, aankelijk van de hub of router die u gebruikt.
De verbinding kan onstabiel worden, de printer hee verbinding, vervolgens wordt de verbinding
verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
146
Kan geen verbinding maken met de printer.
De communicatiesnelheid wordt traag.
Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding.
1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
2. Wanneer IEEE 802.3az voor de computer is ingeschakeld, schakelt u dit uit.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
3. Sluit de computer en de printer met een ethernetkabel op elkaar aan.
4. Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af.
“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 238
5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport.
6. Ga op de computer naar Web Cong.
Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
“Toepassing voor het congureren van printerbewerkingen (Web Cong)” op pagina 257
7. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
8. Selecteer Netwerkinstellingen > Vast netwerk.
9. Selecteer Uit voor IEEE 802.3az.
10. Klik op Volgende.
11. Klik op OK.
12. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
13. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
14. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
147
Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Windows)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er is een probleem opgetreden met de software of gegevens.
Oplossingen
Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma (EPSON XXXXX) is geïnstalleerd. Als er
geen origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd, zijn de functies beperkt. Het wordt
aanbevolen een origineel Epson-printerstuurprogramma te gebruiken.
Als u een aeelding afdrukt die uit een grote hoeveelheid gegevens bestaat, kan de computer een
tekort aan geheugen ondervinden. Druk de aeelding af op een lagere resolutie of een kleiner formaat.
Als u alle onderstaande oplossingen hebt geprobeerd en het probleem is nog steeds niet opgelost,
verwijder dan het printerstuurprogramma en installeer het opnieuw.
U kunt het probleem mogelijk oplossen door de soware bij te werken naar de nieuwste versie.
Gebruik het hulpprogramma voor soware-updates om de sowarestatus te controleren.
&“Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Windows” op
pagina 128
&“Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Mac OS” op pagina 129
&“Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen” op pagina 127
&“Toepassingen en rmware bijwerken” op pagina 131
Er is een probleem opgetreden met de status van de printer.
Oplossingen
Klik op EPSON Status Monitor 3 in het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma en
controleer de printerstatus. Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, klikt u op Extra instellingen
op het tabblad Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
148
Er staat nog een afdruktaak in de wachtrij.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma. Als overbodige
gegevens achterblijven, selecteert u Alle documenten annuleren in het menu Printer.
De printer staat in de wachtstand of is oine.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma.
Als de printer oine is of in wachtstand staat, schakel de relevante instelling dan uit via het menu
Printer.
De printer is niet geselecteerd als de standaardprinter.
Oplossingen
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram in Conguratiescherm > Apparaten en printers
weergeven (of Printers, Printers en faxapparaten) en klik op Als standaardprinter instellen.
Opmerking:
Raadpleeg de volgende informatie on de juiste printer te selecteren als er meerdere printerpictogrammen zijn.
Voorbeeld)
USB-verbinding: EPSON XXXX-serie
Netwerkverbinding: EPSON XXXX-serie (netwerk)
Als u het printerstuurprogramma meerdere keren hebt geïnstalleerd, zijn er mogelijk kopieën gemaakt
van het printerstuurprogramma. Als er kopieën zijn gemaakt, bijvoorbeeld met de naam "EPSON XXXX
Series (kopie 1)", klikt u met de rechtermuisknop op het gekopieerde stuurprogrammapictogram en klikt
u op Apparaat verwijderen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
149
De printerpoort is niet correct ingesteld.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma.
Controleer onder Eigenschappen > Poort in het menu Printer of de printerpoort goed is ingesteld (zie
hieronder).
USB-verbinding: USBXXX, Netwerkverbinding: EpsonNet Print Port
De printer kan opeens niet afdrukken via een netwerkverbinding
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
De netwerkomgeving is gewijzigd.
Oplossingen
Wanneer u de netwerkomgeving hebt gewijzigd, zoals de draadloze router of provider, stelt u de
netwerkverbindingen voor de printer opnieuw in.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 227
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
De printer is niet verbonden met het netwerk.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding en
druk vervolgens het netwerkverbindingsrapport af. Als uit het rapport blijkt dat er geen
netwerkverbinding tot stand is gebracht, controleert u het netwerkverbindingsrapport en volgt u de
afgedrukte oplossingen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
150
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
Er staat nog een afdruktaak in de wachtrij.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma. Als overbodige
gegevens achterblijven, selecteert u Alle documenten annuleren in het menu Printer.
De printer staat in de wachtstand of is oine.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma.
Als de printer oine is of in wachtstand staat, schakel de relevante instelling dan uit via het menu
Printer.
De printer is niet geselecteerd als de standaardprinter.
Oplossingen
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram in Conguratiescherm > Apparaten en printers
weergeven (of Printers, Printers en faxapparaten) en klik op Als standaardprinter instellen.
Opmerking:
Raadpleeg de volgende informatie on de juiste printer te selecteren als er meerdere printerpictogrammen zijn.
Voorbeeld)
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
151
USB-verbinding: EPSON XXXX-serie
Netwerkverbinding: EPSON XXXX-serie (netwerk)
Als u het printerstuurprogramma meerdere keren hebt geïnstalleerd, zijn er mogelijk kopieën gemaakt
van het printerstuurprogramma. Als er kopieën zijn gemaakt, bijvoorbeeld met de naam "EPSON XXXX
Series (kopie 1)", klikt u met de rechtermuisknop op het gekopieerde stuurprogrammapictogram en klikt
u op Apparaat verwijderen.
De printerpoort is niet correct ingesteld.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma.
Controleer onder Eigenschappen > Poort in het menu Printer of de printerpoort goed is ingesteld (zie
hieronder).
USB-verbinding: USBXXX, Netwerkverbinding: EpsonNet Print Port
Kan niet afdrukken via Mac OS
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik EPSON Status Monitor om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te controleren.
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
Wanneer de status van de verbruiksproducten wordt weergegeven, is er verbinding tussen de computer en de
printer.
Controleer het volgende als er geen verbinding is gemaakt.
De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 152
De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)” op pagina 156
Controleer het volgende als er een verbinding is gemaakt.
De printer wordt herkend, maar er kan niet worden afgedrukt.
“Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)” op pagina 156
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
152
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
&“Vervanging van de draadloze router” op pagina 227
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
153
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
> Geavanceerd en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die aan de printer zijn
toegewezen.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 227
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
154
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt
Ethernet) ondersteunen.
Oplossingen
Wanneer u de printer met ethernet verbindt via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt Ethernet)
ondersteunen, kunnen de volgende problemen optreden, aankelijk van de hub of router die u gebruikt.
De verbinding kan onstabiel worden, de printer hee verbinding, vervolgens wordt de verbinding
verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw.
Kan geen verbinding maken met de printer.
De communicatiesnelheid wordt traag.
Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding.
1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
2. Wanneer IEEE 802.3az voor de computer is ingeschakeld, schakelt u dit uit.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
3. Sluit de computer en de printer met een ethernetkabel op elkaar aan.
4. Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af.
“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 238
5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport.
6. Ga op de computer naar Web Cong.
Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
“Toepassing voor het congureren van printerbewerkingen (Web Cong)” op pagina 257
7. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
8. Selecteer Netwerkinstellingen > Vast netwerk.
9. Selecteer Uit voor IEEE 802.3az.
10. Klik op Volgende.
11. Klik op OK.
12. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
155
13. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
14. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er is een probleem opgetreden met de software of gegevens.
Oplossingen
Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma (EPSON XXXXX) is geïnstalleerd. Als er
geen origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd, zijn de functies beperkt. Het wordt
aanbevolen een origineel Epson-printerstuurprogramma te gebruiken.
Als u een aeelding afdrukt die uit een grote hoeveelheid gegevens bestaat, kan de computer een
tekort aan geheugen ondervinden. Druk de aeelding af op een lagere resolutie of een kleiner formaat.
Als u alle onderstaande oplossingen hebt geprobeerd en het probleem is nog steeds niet opgelost,
verwijder dan het printerstuurprogramma en installeer het opnieuw.
U kunt het probleem mogelijk oplossen door de soware bij te werken naar de nieuwste versie.
Gebruik het hulpprogramma voor soware-updates om de sowarestatus te controleren.
&“Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Windows” op
pagina 128
&“Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Mac OS” op pagina 129
&“Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen” op pagina 127
&“Toepassingen en rmware bijwerken” op pagina 131
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
156
Er is een probleem opgetreden met de printerstatus.
Oplossingen
Zorg ervoor dat de printerstatus niet Pauze is.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en dubbelklik op de printer. Als de printer gepauzeerd is, klikt u op Hervatten.
Functiebeperkingen zijn ingeschakeld voor de printer.
Oplossingen
De printer drukt mogelijk niet af omdat de functiebeperking ingeschakeld is. Neem contact op met uw
printerbeheerder.
De printer kan opeens niet afdrukken via een netwerkverbinding
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
De netwerkomgeving is gewijzigd.
Oplossingen
Wanneer u de netwerkomgeving hebt gewijzigd, zoals de draadloze router of provider, stelt u de
netwerkverbindingen voor de printer opnieuw in.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 227
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
De printer is niet verbonden met het netwerk.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding en
druk vervolgens het netwerkverbindingsrapport af. Als uit het rapport blijkt dat er geen
netwerkverbinding tot stand is gebracht, controleert u het netwerkverbindingsrapport en volgt u de
afgedrukte oplossingen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
157
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
Het menu Printerinstellingen wordt niet weergegeven.
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Het Epson-printerstuurprogramma is niet goed geïnstalleerd
Oplossingen
Als het menu Printerinstellingen niet wordt weergegeven in macOS Catalina (10.15) of hoger, macOS
High Sierra (10.13), macOS Sierra (10.12), OS X El Capitan (10.11), OS X Yosemite (10.10), OS X
Mavericks (10.9), OS X Mountain Lion (10.8), is het Epson-printerstuurprogramma niet goed
geïnstalleerd. Doe dit vanuit het volgende menu.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe. Zie het volgende om een
printer toe te voegen.
“De printer toevoegen (alleen voor Mac OS)” op pagina 129
macOS Mojave (10.14) hee geen toegang tot Printerinstellingen in toepassingen van Apple, zoals
TextEdit.
Afdrukken met een smart device
Controleer of het smart device en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbinding met het smart device controleren
Gebruik Epson Smart Panel om de verbinding tussen het smart device en de printer te controleren.
Open Epson Smart Panel. Als u geen verbinding kunt maken met de printer, tik dan bovenaan het scherm op [+]
om te vernieuwen.
Klik op de onderstaande koppeling als u geen gebruikmaakt van Epson Smart Panel.
http://epson.sn
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
158
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
&“Vervanging van de draadloze router” op pagina 227
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
159
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
> Geavanceerd en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die aan de printer zijn
toegewezen.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 227
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op het smart device.
Oplossingen
Probeer op het smart device een website te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van het
smart device correct zijn. Als u geen website kunt openen, is er een probleem met het smart device.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van het smart device
voor meer informatie.
Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (iOS)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Autom. weerg. papierinstelling is uitgeschakeld.
Oplossingen
Schakel Autom. weerg. papierinstelling in het volgende menu in.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
160
Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > Instellingen papierbron > Autom. weerg.
papierinstelling
AirPrint is uitgeschakeld.
Oplossingen
Schakel de instelling AirPrint in Web Cong in.
&“Toepassing voor het congureren van printerbewerkingen (Web Cong)” op pagina 257
De printer kan opeens niet afdrukken via een netwerkverbinding
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
De netwerkomgeving is gewijzigd.
Oplossingen
Wanneer u de netwerkomgeving hebt gewijzigd, zoals de draadloze router of provider, stelt u de
netwerkverbindingen voor de printer opnieuw in.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 227
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
De printer is niet verbonden met het netwerk.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding en
druk vervolgens het netwerkverbindingsrapport af. Als uit het rapport blijkt dat er geen
netwerkverbinding tot stand is gebracht, controleert u het netwerkverbindingsrapport en volgt u de
afgedrukte oplossingen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
161
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op het smart device.
Oplossingen
Probeer op het smart device een website te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van het
smart device correct zijn. Als u geen website kunt openen, is er een probleem met het smart device.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van het smart device
voor meer informatie.
Het afdrukken van ontvangen faxberichten is uitgeschakeld in de huidige
instellingen.
Als Opslaan op computer is ingesteld op Ja, wijzigt u de instelling in Ja en afdrukken. Of schakel Opslaan in
postvak IN en Opslaan op computer uit, zodat u kunt afdrukken.
U vindt Opslaan in postvak IN en Opslaan op computer in Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen >
Ontvangstinstellingen > Faxuitvoer.
Kan niet beginnen met scannen
Kan niet scannen vanuit Windows
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik Epson Printer Connection Checker om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te
controleren. Aankelijk van de resultaten van de controle kunt u het probleem oplossen.
1. Dubbelklik op het pictogram Epson Printer Connection Checker op het bureaublad.
Epson Printer Connection Checker wordt gestart.
Als er geen pictogram op het bureaublad staat, volgt u onderstaande methoden om Epson Printer Connection
Checker te starten.
Win d ows 10
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson Printer Connection Checker.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Win d ows 7
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Alle programma's > Epson Soware > Epson Printer
Connection Checker.
2. Volg de instructies op het scherm om de controle uit te voeren.
Opmerking:
Als de printernaam niet wordt weergegeven, installeert u een origineel Epson-printerstuurprogramma.
“Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Windows op pagina 128
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
162
Wanneer het probleem is geïdenticeerd, volgt u de oplossing die op het scherm wordt weergegeven.
Controleer het volgende voor uw situatie wanneer u het probleem niet kunt oplossen.
De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 163
De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)” op pagina 147
De printer wordt herkend, maar er kan niet worden gescand.
“Kan niet scannen, ondanks dat er verbinding is (Windows)” op pagina 166
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
&“Vervanging van de draadloze router” op pagina 227
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
163
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
164
Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
> Geavanceerd en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die aan de printer zijn
toegewezen.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 227
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt
Ethernet) ondersteunen.
Oplossingen
Wanneer u de printer met ethernet verbindt via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt Ethernet)
ondersteunen, kunnen de volgende problemen optreden, aankelijk van de hub of router die u gebruikt.
De verbinding kan onstabiel worden, de printer hee verbinding, vervolgens wordt de verbinding
verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw.
Kan geen verbinding maken met de printer.
De communicatiesnelheid wordt traag.
Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding.
1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
2. Wanneer IEEE 802.3az voor de computer is ingeschakeld, schakelt u dit uit.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
3. Sluit de computer en de printer met een ethernetkabel op elkaar aan.
4. Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af.
“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 238
5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport.
6. Ga op de computer naar Web Cong.
Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
“Toepassing voor het congureren van printerbewerkingen (Web Cong)” op pagina 257
7. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
8. Selecteer Netwerkinstellingen > Vast netwerk.
9. Selecteer Uit voor IEEE 802.3az.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
165
10. Klik op Volgende.
11. Klik op OK.
12. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
13. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
14. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Kan niet scannen, ondanks dat er verbinding is (Windows)
Scannen op hoge resolutie via een netwerk.
Oplossingen
Probeer op een lagere resolutie te scannen.
Kan niet scannen vanuit Mac OS
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik EPSON Status Monitor om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te controleren.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
166
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
Wanneer de resterende inktniveaus worden weergegeven, is er verbinding tussen de computer en de printer.
Controleer het volgende als er geen verbinding is gemaakt.
De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 167
De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)” op pagina 156
Controleer het volgende als er een verbinding is gemaakt.
De printer wordt herkend, maar er kan niet worden gescand.
“Kan niet scannen, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)” op pagina 170
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
167
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
&“Vervanging van de draadloze router” op pagina 227
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
168
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
> Geavanceerd en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die aan de printer zijn
toegewezen.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 227
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt
Ethernet) ondersteunen.
Oplossingen
Wanneer u de printer met ethernet verbindt via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt Ethernet)
ondersteunen, kunnen de volgende problemen optreden, aankelijk van de hub of router die u gebruikt.
De verbinding kan onstabiel worden, de printer hee verbinding, vervolgens wordt de verbinding
verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw.
Kan geen verbinding maken met de printer.
De communicatiesnelheid wordt traag.
Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding.
1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
2. Wanneer IEEE 802.3az voor de computer is ingeschakeld, schakelt u dit uit.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
3. Sluit de computer en de printer met een ethernetkabel op elkaar aan.
4. Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af.
“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 238
5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport.
6. Ga op de computer naar Web Cong.
Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
169
“Toepassing voor het congureren van printerbewerkingen (Web Cong)” op pagina 257
7. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
8. Selecteer Netwerkinstellingen > Vast netwerk.
9. Selecteer Uit voor IEEE 802.3az.
10. Klik op Volgende.
11. Klik op OK.
12. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
13. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
14. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Kan niet scannen, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)
Scannen op hoge resolutie via een netwerk.
Oplossingen
Probeer op een lagere resolutie te scannen.
Kan niet scannen vanaf een smart device
Controleer of het smart device en de printer goed zijn verbonden.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
170
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbinding met het smart device controleren
Gebruik Epson Smart Panel om de verbinding tussen het smart device en de printer te controleren.
Open Epson Smart Panel. Als u geen verbinding kunt maken met de printer, tik dan bovenaan het scherm op [+]
om te vernieuwen.
Klik op de onderstaande koppeling als u geen gebruikmaakt van Epson Smart Panel.
http://epson.sn
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
&“Vervanging van de draadloze router” op pagina 227
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
171
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
172
Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
> Geavanceerd en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die aan de printer zijn
toegewezen.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 227
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op het smart device.
Oplossingen
Probeer op het smart device een website te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van het
smart device correct zijn. Als u geen website kunt openen, is er een probleem met het smart device.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van het smart device
voor meer informatie.
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er zijn problemen met de telefoonaansluiting in de muur.
Oplossingen
Controleer of de wandcontactdoos werkt door een telefoon erop aan te sluiten. Als u geen oproepen kunt
ontvangen of uitvoeren, neem dan contact op met uw telecombedrijf.
Er zijn problemen met de verbinding met de telefoonlijn.
Oplossingen
Selecteer op het bedieningspaneel Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Fax-aansl.
controleren om de automatische faxverbindingscontrole uit te voeren. Probeer de oplossingen die in het
rapport worden voorgesteld.
Er is een communicatiefout opgetreden.
Oplossingen
Selecteer Langz.(9.600 b/s) in Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen >
Faxsnelheid op het bedieningspaneel.
Verbinding met een DSL-telefoonlijn zonder DSL-lter.
Oplossingen
Voor een verbinding met een DSL-telefoonlijn hebt u een DSL-modem met ingebouwd DSL-lter nodig
of u moet een apart DSL-lter op de lijn installeren. Neem contact op met uw DSL-provider.
“Aansluiten op DSL of ISDN” op pagina 294
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
173
Er zijn problemen met het DSL-lter wanneer u verbinding maakt met een DSL-telefoonlijn.
Oplossingen
Als u geen faxberichten kunt verzenden of ontvangen, sluit u de printer direct op de telefoonaansluiting
in de muur aan. Controleer vervolgens of u faxberichten kunt verzenden. Als dit werkt, ligt het probleem
mogelijk bij het DSL-lter. Neem contact op met uw DSL-provider.
Kan geen faxberichten verzenden
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De verbinding is ingesteld op PSTN in een faciliteit waar PBX (Private Branch Exchange)
wordt gebruikt.
Oplossingen
Selecteer PBX in Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Lijntype op
het bedieningspaneel.
Faxberichten verzenden zonder een toegangscode in te voeren in een omgeving waarin een
PBX is geïnstalleerd.
Oplossingen
Als uw telefoonsysteem een toegangscode vereist voor het verkrijgen van een buitenlijn, registreer deze
dan op de printer en voer een hekje (#) in aan het begin van een faxnummer.
De koptekstinformatie voor uitgaande faxberichten is niet geregistreerd.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Koptekst en stel de
koptekstinformatie in. Sommige faxapparaten weigeren automatisch faxberichten die geen
koptekstinformatie hebben.
De nummerweergave is geblokkeerd.
Oplossingen
Neem contact op met uw telecombedrijf om de nummerweergave te deblokkeren. Sommige telefoons of
faxapparaten weigeren automatisch anonieme oproepen.
Het faxnummer van de ontvanger is onjuist.
Oplossingen
Controleer of het nummer van de ontvanger in uw lijst met contactpersonen is staat of dat het nummer
dat u hebt ingetoetst juist is. Of vraag bij de ontvanger na of het faxnummer juist is.
Het faxapparaat van de ontvanger kan geen faxberichten ontvangen.
Oplossingen
Vraag de ontvanger of het faxapparaat gereed is om faxberichten te ontvangen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
174
De te verzenden gegevens zijn te groot.
Oplossingen
U kunt de gegevensgrootte van faxberichten met een van de volgende methoden verkleinen.
Wanneer u het faxbericht in zwart-wit verzendt, schakelt u Direct verzenden in Fax > Faxinstellingen
> Inst.faxverzending in.
“Meerdere pagina's van een zwart-witdocument verzenden (Direct verzenden)” op pagina 93
Een verbonden telefoon gebruiken
“Faxberichten verzenden met een extern telefoontoestel” op pagina 93
De originelen scheiden
Kan geen faxberichten ontvangen
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Abonnement op een doorschakelingsservice.
Oplossingen
Als u bent geabonneerd op een doorschakelingsservice, kan de printer mogelijk geen faxberichten
ontvangen. Neem contact op met de provider.
Ontvangstmodus is ingesteld op Handmatig, terwijl een extern telefoontoestel met de
printer is verbonden.
Oplossingen
Als een extern telefoontoestel met de printer is verbonden en een telefoonlijn met de printer deelt,
selecteert u Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen en stelt u
Ontvangstmodus vervolgens in op Auto.
Er is onvoldoende geheugen beschikbaar in het postvak IN.
Oplossingen
Er zijn in totaal 100 ontvangen documenten opgeslagen in het Postvak IN. Verwijder onnodige
documenten.
De computer waarop de ontvangen faxberichten worden ontvangen, is niet ingeschakeld.
Oplossingen
Wanneer u hebt ingesteld dat ontvangen faxberichten op een computer moeten worden opgeslagen,
schakelt u de computer in. Het ontvangen faxbericht wordt verwijderd zodra het op de computer is
opgeslagen.
Het faxnummer van de afzender is geregistreerd in de Lijst geweigerde nummers.
Oplossingen
Controleer of het nummer van de afzender kan worden verwijderd uit de Lijst geweigerde nummers
voordat u het verwijderd. Verwijder het uit Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen >
Basisinstellingen > Weigeringsfax > Lijst geweigerde nummers bewerken. Of schakel de Lijst
geweigerde nummers uit in Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen >
Weigeringsfax > Weigeringsfax. Faxberichten die niet aomstig zijn van nummers die zijn geregistreerd
in deze lijst worden geblokkeerd wanneer deze instelling is ingeschakeld.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
175
Het faxnummer van de afzender is niet geregistreerd in de contactenlijst.
Oplossingen
Registreer het faxnummer van de afzender in de contactenlijst. Of schakel Niet geregistreerde contacten
uit in Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Weigeringsfax >
Weigeringsfax. Faxberichten die niet aomstig zijn van nummers die zijn geregistreerd in deze lijst
worden geblokkeerd.
De afzender heeft het faxbericht zonder koptekstinformatie verzonden.
Oplossingen
Vraag aan de afzender of de koptekstinformatie is ingesteld op het betreende faxapparaat. Of schakel
Blanco koptekst fax geblokkeerd uit in Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen >
Basisinstellingen > Weigeringsfax > Weigeringsfax. Faxberichten die geen koptekstinformatie bevatten,
worden geblokkeerd wanneer deze instelling is ingeschakeld.
Kan geen faxberichten verzenden naar opgegeven ontvanger
De in de contactenlijst geregistreerde instelling Faxsnelheid is onjuist.
Oplossingen
Selecteer de ontvanger in de contactenlijst en selecteer vervolgens Bewerken > Faxsnelheid > Langz.
(9.600 b/s).
Kan geen faxberichten verzenden op speciek tijdstip
De datum en tijd zijn verkeerd ingesteld op de printer.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Datum/tijd instellen en stel vervolgens
de juiste datum en tijd in.
Faxberichten worden op verkeerde grootte verzonden
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De originelen zijn niet goed geplaatst.
Oplossingen
Zorg ervoor dat het origineel juist is geplaatst tegen de uitlijnmarkeringen.
Als de rand van de gescande aeelding ontbreekt, verschui u het origineel wat weg van de rand van
de scanner. U kunt de strook van ongeveer 1,5 mm (0,06 inch) langs de rand van de scannerglasplaat
niet scannen.
&“Originelen plaatsen” op pagina 35
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
176
Er ligt stof of vuil op de originelen of de scannerglasplaat.
Oplossingen
Verwijder stot of vuil van de originelen en reinig de scannerglasplaat.
&“De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 118
Ontvangen faxberichten worden niet afgedrukt
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er is een fout opgetreden in de printer. Er is bijvoorbeeld papier vastgelopen.
Oplossingen
Wis de printerfout en vraag de afzender het faxbericht opnieuw te verzenden.
Het afdrukken van ontvangen faxberichten is uitgeschakeld in de huidige instellingen.
Oplossingen
Als Opslaan op computer is ingesteld op Ja, wijzigt u de instelling in Ja en afdrukken. Of schakel
Opslaan in postvak IN en Opslaan op computer uit, zodat u kunt afdrukken.
U vindt Opslaan in postvak IN en Opslaan op computer in Instel. > Algemene instellingen >
Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen > Faxuitvoer.
Kan geen faxberichten verzenden en ontvangen (Windows)
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden. De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de
oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik Epson Printer Connection Checker om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te
controleren. Aankelijk van de resultaten van de controle kunt u het probleem oplossen.
1. Dubbelklik op het pictogram Epson Printer Connection Checker op het bureaublad.
Epson Printer Connection Checker wordt gestart.
Als er geen pictogram op het bureaublad staat, volgt u onderstaande methoden om Epson Printer Connection
Checker te starten.
Win d ows 10
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson Printer Connection Checker.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Win d ows 7
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Alle programma's > Epson Soware > Epson Printer
Connection Checker.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
177
2. Volg de instructies op het scherm om de controle uit te voeren.
Opmerking:
Als de printernaam niet wordt weergegeven, installeert u een origineel Epson-printerstuurprogramma.
“Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Windows op pagina 128
Wanneer het probleem is geïdenticeerd, volgt u de oplossing die op het scherm wordt weergegeven.
Controleer het volgende voor uw situatie wanneer u het probleem niet kunt oplossen.
De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 144
De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)” op pagina 147
De printer wordt herkend, maar er kan niet worden afgedrukt.
“Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Windows)” op pagina 148
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
178
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
&“Vervanging van de draadloze router” op pagina 227
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
179
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
> Geavanceerd en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die aan de printer zijn
toegewezen.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 227
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt
Ethernet) ondersteunen.
Oplossingen
Wanneer u de printer met ethernet verbindt via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt Ethernet)
ondersteunen, kunnen de volgende problemen optreden, aankelijk van de hub of router die u gebruikt.
De verbinding kan onstabiel worden, de printer hee verbinding, vervolgens wordt de verbinding
verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw.
Kan geen verbinding maken met de printer.
De communicatiesnelheid wordt traag.
Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding.
1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
2. Wanneer IEEE 802.3az voor de computer is ingeschakeld, schakelt u dit uit.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
3. Sluit de computer en de printer met een ethernetkabel op elkaar aan.
4. Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af.
“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 238
5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport.
6. Ga op de computer naar Web Cong.
Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
180
“Toepassing voor het congureren van printerbewerkingen (Web Cong)” op pagina 257
7. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
8. Selecteer Netwerkinstellingen > Vast netwerk.
9. Selecteer Uit voor IEEE 802.3az.
10. Klik op Volgende.
11. Klik op OK.
12. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
13. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
14. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Kan geen faxberichten verzenden of ontvangen, ondanks dat er een verbinding is
(Windows)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De software is niet geïnstalleerd.
Oplossingen
Controleer of het PC-FAX-stuurprogramma op de computer is geïnstalleerd. Het PC-FAX-
stuurprogramma is geïnstalleerd met FAX Utility. Volg de onderstaande stappen om te controleren of het
is geïnstalleerd.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
181
Controleer of de printer (fax) in Apparaten en printers, Printer of Printers en andere hardware wordt
weergegeven. De printer (fax) wordt weergegeven als "EPSON XXXXX (FAX)". Als de printer (fax) niet
wordt weergegeven, verwijdert u FAX Utility en installeert u de toepassing opnieuw. Zie het volgende om
Apparaten en printers, Printer, of Printers en andere hardware te openen.
Wind ow s 1 0
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Windows-systeem > Conguratiescherm > Apparaten
en printers weergeven in Hardware en geluiden.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden of Hardware.
Wind ow s 7
Klik op de startknop, selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware
en geluiden of Hardware.
Wind ow s Vis t a
Klik op de startknop, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden.
Wind ow s X P
Klik op de startknop, selecteer Instellingen > Conguratiescherm > Printers en andere hardware >
Printers en faxapparaten.
Gebruikersvericatie mislukt wanneer een faxbericht vanaf een computer wordt verzonden.
Oplossingen
Stel de gebruikersnaam en het wachtwoord in het printerstuurprogramma in. Wanneer een faxbericht
wordt verzonden vanaf een computer en de beveiligingsfunctie is ingesteld die gebruik van de faxfunctie
van de printer door gebruikers beperkt, wordt gebruikersvericatie uitgevoerd met de gebruikersnaam en
het wachtwoord die in het printerstuurprogramma zijn ingesteld.
Er zijn problemen met de faxverbinding en faxinstellingen.
Oplossingen
Probeer de oplossingen voor de faxverbinding en faxinstellingen.
Kan geen faxberichten verzenden en ontvangen (Mac OS)
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden. De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de
oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik EPSON Status Monitor om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te controleren.
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
182
Wanneer de status van de verbruiksproducten wordt weergegeven, is er verbinding tussen de computer en de
printer.
Controleer het volgende als er geen verbinding is gemaakt.
De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 152
De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)” op pagina 156
Controleer het volgende als er een verbinding is gemaakt.
De printer wordt herkend, maar er kan niet worden afgedrukt.
“Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)” op pagina 156
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
&“Vervanging van de draadloze router” op pagina 227
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
183
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Voorbeeld van verbinding met verschillende SSID's
Voorbeeld van verbinding met SSID's met een verschillend frequentiebereik
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een scheidingsfunctie die de communicatie tussen apparaten met
dezelfde SSID blokkeert. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het
smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de scheidingsfunctie op de
draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
184
Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
> Geavanceerd en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die aan de printer zijn
toegewezen.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 227
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt
Ethernet) ondersteunen.
Oplossingen
Wanneer u de printer met ethernet verbindt via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt Ethernet)
ondersteunen, kunnen de volgende problemen optreden, aankelijk van de hub of router die u gebruikt.
De verbinding kan onstabiel worden, de printer hee verbinding, vervolgens wordt de verbinding
verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw.
Kan geen verbinding maken met de printer.
De communicatiesnelheid wordt traag.
Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding.
1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
2. Wanneer IEEE 802.3az voor de computer is ingeschakeld, schakelt u dit uit.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
3. Sluit de computer en de printer met een ethernetkabel op elkaar aan.
4. Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af.
“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 238
5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport.
6. Ga op de computer naar Web Cong.
Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
“Toepassing voor het congureren van printerbewerkingen (Web Cong)” op pagina 257
7. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
8. Selecteer Netwerkinstellingen > Vast netwerk.
9. Selecteer Uit voor IEEE 802.3az.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
185
10. Klik op Volgende.
11. Klik op OK.
12. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
13. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
14. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Kan niet verzenden of ontvangen, ondanks dat er een verbinding is (Mac OS)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De software is niet geïnstalleerd.
Oplossingen
Controleer of het PC-FAX-stuurprogramma op de computer is geïnstalleerd. Het PC-FAX-
stuurprogramma is geïnstalleerd met FAX Utility. Volg de onderstaande stappen om te controleren of het
is geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Printen en scannen,
Printen en faxen) en controleer of de printer (fax) wordt weergegeven. De printer (fax) wordt
weergegeven als "FAX XXXX (USB)" of "FAX XXXX (IP)". Als de printer (fax) niet wordt weergegeven,
klikt u op [+] en registreert u de printer (fax).
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
186
PC-FAX-stuurprogramma is onderbroken.
Oplossingen
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Printen en scannen,
Printen en faxen) en dubbelklik vervolgens op de printer (fax). Als de printer gepauzeerd is, klikt u op
Hervatten (of Printer hervatten).
Gebruikersvericatie mislukt wanneer een faxbericht vanaf een computer wordt verzonden.
Oplossingen
Stel de gebruikersnaam en het wachtwoord in het printerstuurprogramma in. Wanneer een faxbericht
wordt verzonden vanaf een computer en de beveiligingsfunctie is ingesteld die gebruik van de faxfunctie
van de printer door gebruikers beperkt, wordt gebruikersvericatie uitgevoerd met de gebruikersnaam en
het wachtwoord die in het printerstuurprogramma zijn ingesteld.
Er zijn problemen met de faxverbinding en faxinstellingen.
Oplossingen
Probeer de oplossingen voor de faxverbinding en faxinstellingen.
Kan de printer niet bedienen zoals verwacht
De printer is traag
Afdrukken verloopt te traag
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er zijn onnodige toepassingen actief.
Oplossingen
Sluit alle onnodige toepassingen op uw computer of smart device.
De afdrukkwaliteit is te hoog ingesteld.
Oplossingen
Stel een lagere kwaliteit in.
Bidirectioneel afdrukken is uitgeschakeld.
Oplossingen
Schakel de bidirectionele (of hogesnelheids)instelling in. Wanneer deze instelling is geselecteerd, drukt de
printkop in beide richtingen af, en verhoogt de afdruksnelheid.
Wi n d ow s
Selecteer Bidirectioneel afdrukken op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan de printer niet bedienen zoals verwacht
187
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Aan voor Bidirectioneel afdrukken.
Stille modus is ingeschakeld.
Oplossingen
Schakel Stille modus uit. De afdruksnelheid neemt af als de Stille modus actief is.
Bedieningspaneel
Selecteer op het startscherm en selecteer vervolgens Uit.
Wi n d ow s
Selecteer Uit bij Stille modus op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Uit voor Stille modus.
De afdruksnelheid neemt sterk af tijdens het continu afdrukken
De functie die ervoor zorgt dat het printermechanisme niet oververhit en beschadigd raakt
is actief.
Oplossingen
U kunt doorgaan met afdrukken. Als u de normale afdruksnelheid wilt herstellen, laat u de printer
minstens 30 minuten inactief. De afdruksnelheid wordt niet hersteld als de stroom uit is.
De scansnelheid is laag
Scannen met een hogere resolutie.
Oplossingen
Probeer op een lagere resolutie te scannen.
Het display wordt donker
De printer staat in slaapstand.
Oplossingen
Druk op een willekeurige plek op het lcd-scherm om terug te keren naar de eerdere status.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan de printer niet bedienen zoals verwacht
188
Printer maakt veel lawaai tijdens werking
Stille modus is uitgeschakeld op de printer.
Oplossingen
Als de printer te veel lawaai maakt, schakelt u Stille modus in. Met deze functie ingeschakeld ligt de
afdruksnelheid mogelijk lager.
Bedieningspaneel
Selecteer op het startscherm en selecteer vervolgens Aan.
Wi n d ow s
Selecteer Aan bij Stille modus op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Aan voor Stille modus.
Datum en tijd zijn verkeerd
Er is een storing opgetreden in de stroomvoorziening.
Oplossingen
Na een stroomonderbreking door blikseminslag of als de stroom langere tijd uitgeschakeld was, kan de
klok de verkeerde tijd aangeven. Stel de juiste datum en tijd in via Instel. > Algemene instellingen >
Basisinstellingen > Datum/tijd instellen op het bedieningspaneel.
Het basiscerticaat moeten worden bijgewerkt
Het basiscerticaat is verlopen.
Oplossingen
Voer Web Cong uit en werk vervolgens het basiscerticaat bij.
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een computer met Mac OS X 10.6.8
Er is een probleem opgetreden met de AirPrint-instellingen.
Oplossingen
Voer Web Cong uit en selecteer ver volgens Port9100 als instelling bij Protocol Topprioriteit in
AirPrint instellen. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of
Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe.
&“Toepassing voor het congureren van printerbewerkingen (Web Cong)” op pagina 257
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan de printer niet bedienen zoals verwacht
189
Het faxnummer van de afzender wordt niet weergegeven
Het faxnummer van de afzender is niet op het apparaat van de afzender ingesteld.
Oplossingen
De afzender hee het faxnummer mogelijk niet ingesteld. Neem contact op met de afzender.
Het faxnummer van de verzender dat op ontvangen faxberichten wordt
weergegeven is onjuist
Het faxnummer van de afzender dat op het apparaat van de afzender is ingesteld, is onjuist.
Oplossingen
De afzender hee het faxnummer mogelijk verkeerd ingesteld. Neem contact op met de afzender.
Bellen niet mogelijk op verbonden telefoon
De telefoonkabel is niet correct aangesloten.
Oplossingen
Sluit de telefoon aan op de EXT. poort van de printer en neem de hoorn van de haak. Hoort u geen
kiestoon, sluit de modulaire kabel dan goed aan.
Antwoordapparaat kan geen gesprekken aannemen
De printerinstelling Overgaan voor antwoorden is op een lager aantal ingesteld dan het
aantal keer overgaan voor het antwoordapparaat.
Oplossingen
Selecteer Langz.(9.600 b/s) in Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen >
Overgaan voor antwoorden en stel een hoger aantal in dan het aantal keer overgaan voor het
antwoordapparaat.
Er is een groot aantal ongewenste faxberichten ontvangen
De printerfunctie voor het blokkeren van ongewenste faxberichten is niet ingesteld.
Oplossingen
Congureer de instellingen voor Weigeringsfax in Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen >
Basisinstellingen.
“Instellingen congureren voor het blokkeren van ongewenste faxberichten” op pagina 301
Er wordt een bericht weergegeven op het lcd-scherm
Als er een foutmelding op het display wordt weergegeven, volgt u de instructies op het scherm of de onderstaande
oplossingen om het probleem op te lossen.
Problemen oplossen
>
Er wordt een bericht weergegeven op het lcd-scherm
190
Foutmeldingen Oplossingen
Printerfout
Schakel de printer opnieuw in. Raadpleeg uw
documentatie voor meer details.
Verwijder al het papier en beschermingsmateriaal uit de printer. Neem
contact op met de klantenservice van Epson als de foutmelding
aanhoudt.
Papier op in XX. Laad papier en voer vervolgens de papiercassette volledig in.
Autom. weerg. papierinstelling is ingesteld op
Uit. Sommige functies zijn wellicht niet
beschikbaar. Zie uw documentatie voor details.
Als Autom. weerg. papierinstelling is uitgeschakeld, kunt u AirPrint
niet gebruiken.
Geen kiestoon gedetecteerd. Dit probleem kan mogelijk worden opgelost door Instel. > Algemene
instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Lijntype en
vervolgens PBX te selecteren. Als uw telefoonsysteem een externe
toegangscode vereist voor een buitenlijn, stelt u de toegangscode in
nadat u PBX hebt geselecteerd. Gebruik een hekje (#) in plaats van de
werkelijke toegangscode wanneer u een extern faxnummer invoert.
Hierdoor wordt de verbinding betrouwbaarder.
Als de foutmelding nog steeds wordt weergegeven, schakelt u de
Kiestoondetectie uit. N.B. Als u deze functie uitschakelt, wordt het
eerste cijfer van het faxnummer mogelijk overgeslagen waardoor het
bericht naar een foutief nummer wordt verzonden.
Combinatie van IP-adres en subnetmasker is
ongeldig. Raadpleeg uw documentatie voor
meer details.
Voer het juiste IP-adres of de juiste standaardgateway in. Neem voor
ondersteuning contact op met degene die het netwerk heeft ingesteld.
Werk rootcerticaat bij om cloudservices te
gebruiken.
Voer Web Cong uit en werk vervolgens het basiscerticaat bij.
Controleer of de poortinstellingen van Printer
(zoals IP-adres) of het printerstuurprogramma
correct is via Computer.
Zorg ervoor dat de printerpoort goed is geselecteerd in Eigenschappen
> Poort in het menu Printer. Dit gaat als volgt.
Selecteer USBXXX voor een USB-verbinding of EpsonNet Print Port
voor een netwerkverbinding.
Controleer via de computer of de
poortinstellingen of het printerstuurprogramma
correct zijn. Raadpleeg uw documentatie voor
details.
Recovery Mode De printer is in de herstelmodus gestart omdat de rmware-update is
mislukt. Volg de onderstaande stappen om opnieuw te proberen de
rmware bij te werken.
1. Sluit de computer en de printer met een USB-kabel op elkaar aan. (In
de herstelmodus kunt u de rmware niet via een netwerkverbinding
bijwerken.)
2. Ga naar uw lokale Epson-website voor verdere instructies.
Papier loopt vast
Controleer de foutmelding die op het bedieningspaneel wordt weergegeven en volg de instructies om het
vastgelopen papier, inclusief afgescheurde stukjes, te verwijderen. Verwijder hierna de foutmelding.
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
191
c
Belangrijk:
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. Het papier krachtdadig verwijderen kan de printer beschadigen.
Zorg ervoor dat u de printer niet kantelt, verticaal houdt of ondersteboven plaatst tijdens het verwijderen van
vastgelopen papier, anders kan er inkt lekken.
Vastgelopen papier verwijderen
!
Let op:
Raak nooit de knoppen van het bedieningspaneel aan als u met uw hand in de printer zit. Als de printer begint te
werken, kunt u zich verwonden. Raak de uitstekende delen niet aan om verwondingen te voorkomen.
1. Verwijder het vastgelopen papier.
2. Verwijder de achterpaneel.
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
>
Vastgelopen papier verwijderen
192
3. Verwijder het vastgelopen papier.
4. Verwijder het vastgelopen papier uit de achterpaneel.
5. Laad de achterpaneel in de printer.
6. Open het voorpaneel.
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
>
Vastgelopen papier verwijderen
193
7. Zet de uitvoerschakelaar omlaag.
8. Verwijder het vastgelopen papier.
c
Belangrijk:
Raak de onderdelen in de printer niet aan. Dit kan een storing veroorzaken.
9. Zet de hendel voor uitvoerwissel omhoog.
10. Sluit het voorpaneel.
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
>
Vastgelopen papier verwijderen
194
11. Open de printerklep en gebruik de knop om de klep aan de bovenkant vast te maken.
12. Verwijder het vastgelopen papier.
c
Belangrijk:
Raak de witte platte kabel, het doorschijnende folie en de inktleidingen binnen in de printer niet aan. Dit kan
een storing veroorzaken. Reinig de doorschijnende folie als u deze hebt aangeraakt.
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
>
Vastgelopen papier verwijderen
195
13. Sluit de printerkap totdat deze klikt.
Vastgelopen papier verwijderen uit de ADF
1. Open het deksel van de ADF.
2. Verwijder het vastgelopen papier.
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
>
Vastgelopen papier verwijderen uit de ADF
196
3. Til de ADF invoerlade omhoog.
c
Belangrijk:
Zorg dat u de ADF-afdekking opent voordat u de invoerlade van de ADF omhoog doet. Anders kan de ADF
beschadigd raden.
4. Verwijder het vastgelopen papier.
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
>
Vastgelopen papier verwijderen uit de ADF
197
5. Laat de invoerlade van de ADF zakken.
6. Sluit de ADF-afdekking tot deze op zijn plek vastklikt.
Voorkomen dat papier vastloopt
Controleer het volgende. Als papier vaak vastloopt.
Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen omgevingsomstandigheden.
Omgevingsspecicaties” op pagina 281
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.
“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 29
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan.
“Papier laden” op pagina 31
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
>
Voorkomen dat papier vastloopt
198
Laad niet meer dan het maximale aantal vellen dat voor het papier is opgegeven.
Laad één blad papier per keer wanneer u meerdere bladen laadt.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort overeenkomen met het papierformaat en
de papiersoort in de printer.
“Lijst met papiersoorten” op pagina 30
Reinig de roller in de printer.
“Het papiertraject reinigen om papierstoringen te voorkomen” op pagina 112
De inkt moet worden bijgevuld
Voorzorgsmaatregelen voor inktessen
Lees de volgende instructies voordat u inkt bijvult.
Voorzorgsmaatregelen voor de opslag van inkt
Houd de inktessen uit de buurt van direct zonlicht.
Sla de inktessen niet op onder hoge temperaturen of temperaturen onder het vriespunt.
Epson raadt u aan de inktes te gebruiken vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
Zorg er bij opslag of transport van een inktes voor dat u de es niet schuin houdt en niet blootstelt aan
schokken en stoten of temperatuurschommelingen.Anders kan er lekkage optreden, zelfs als de dop goed op de
es is gedraaid.Houd de inktes rechtop bij het vastdraaien van de dop en neem voorzorgsmaatregelen om te
voorkomen dat er inkt kan weglekken bij het transport van de es, bijvoorbeeld door de es in een zak te doen.
Laat inktessen vóór gebruik ten minste drie uur op kamertemperatuur komen.
Open de verpakking van de inktes pas op het moment dat u de inkttank wilt vullen.De inktes is
vacuümverpakt om de betrouwbaarheid te waarborgen.Als u een inktes langere tijd buiten de verpakking
bewaart en dan pas gebruikt, is normaal afdrukken misschien niet meer mogelijk.
Het wordt aanbevolen geopende inktessen zo snel mogelijk te gebruiken.
Voorzorgsmaatregelen voor het bijvullen van inkt
Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blij een variabele inktreserve in de
inkttank achter op het moment dat de printer aangee dat u inkt moet bijvullen.De opgegeven capaciteiten
bevatten deze reserve niet.
Laat de inkt niet gedurende lange tijd op een laag niveau, om optimale afdrukresultaten te garanderen.
Gebruik inktessen met de juiste artikelcode voor deze printer.
Wees voorzichtig met de inkt voor deze printer. Bij het vullen of bijvullen van de tanks kan inkt rondspatten.
Inkt die u op uw kleding of andere spullen krijgt, is soms moeilijk te verwijderen.
Schud niet te krachtig en knijp niet in de inktessen.
Langdurig gebruik van de printer wanneer de inkt lager staat dan de onderste lijn, kan de printer beschadigen.
Vul de inkttank tot de bovenste lijn wanneer de printer niet in werking is. Reset het inktniveau nadat u de tank
hebt gevuld om het juiste geschatte inktniveau weer te geven.
Voor optimale afdrukresultaten, vult u de inkttanks minstens één keer per jaar bij tot de bovenste lijn.
Problemen oplossen
>
De inkt moet worden bijgevuld
>
Voorzorgsmaatregelen voor inktessen
199
Inktverbruik
Voor optimale prestaties van de printkop wordt er tijdens onderhoudsactiviteiten, zoals reiniging van de
printkop, een beetje inkt gebruikt uit alle inkttanks. Er kan ook inkt worden gebruikt wanneer u de printer
inschakelt.
Wanneer u in monochroom of grijswaarden afdrukt, is het mogelijk kleureninkt te gebruiken in plaats van
zwarte inkt, aankelijk van de instellingen van het papiertype of de afdrukkwaliteit. Dit is omdat kleureninkt
wordt gemengd om zwart te creëren.
De inkt in de inktessen die bij de printer zijn geleverd, worden deels verbruikt bij de installatie van de
printer.De printkop in uw printer is volledig met inkt geladen om afdrukken van hoge kwaliteit te bezorgen.Bij
dit eenmalige proces wordt een bepaalde hoeveelheid inkt verbruikt. Met de gebruikte inktessen kunnen
daarom wellicht minder pagina's worden afgedrukt dan met volgende inktessen.
De opgegeven capaciteit hangt af van de aeeldingen die u afdrukt, het papier dat u gebruikt, hoe vaak u
afdrukt en de omgeving (bijvoorbeeld temperatuur) waarin u de printer gebruikt.
Voer een visuele controle uit van de inktniveaus in de huidige inkttanks. Wanneer u de printer blij gebruiken
wanneer de inkt op is, kunt u de printer beschadigen. Epson raadt u aan het inktpeil te resetten door de inkttank
bij te vullen tot de bovenste lijn wanneer de printer verder niet actief is.
De inkttank bijvullen
1. Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Inkt bijvullen.
3. Lees alle gebruiksvoorschrien voor het vullen van inkt op het lcd-scherm en ga naar het volgende scherm.
4. Open de inkttankklep.
Problemen oplossen
>
De inkt moet worden bijgevuld
>
De inkttank bijvullen
200
5. Open de dop van de inkttank.
c
Belangrijk:
Zorg ervoor dat de kleur van de inkttanks overeenstemt met de kleur van de inkt die u wilt bijvullen.
6. Houd de es rechtop en draai de dop langzaam van de es.
c
Belangrijk:
Epson raadt het gebruik van originele Epson-inktessen aan.
Let goed op dat u geen inkt morst.
7. Controleer de bovenste lijn (a) van de inkttank.
Problemen oplossen
>
De inkt moet worden bijgevuld
>
De inkttank bijvullen
201
8. Houd de bovenkant van de inktes tegen de vulpoort en plaats de inktes vervolgens direct in de poort om
inkt tot de bovenste lijn bij te vullen. Het vullen stopt automatisch.
Wanneer u de inktes in de vulpoort voor de juiste kleur plaatst, gaat de inkt stromen. Dit stopt automatisch
wanneer de inkt de bovenste lijn bereikt.
Als de inkt niet vanzelf in de tank stroomt, verwijdert u de inktes en plaatst u deze terug. Verwijder de
inktes niet en plaats deze niet terug wanneer de inkt de bovenste lijn hee bereikt. Anders kan er inkt lekken.
9. Als u klaar bent met het bijvullen van de inkt, verwijdert u de inktes en sluit u de inkttankdop zorgvuldig.
Problemen oplossen
>
De inkt moet worden bijgevuld
>
De inkttank bijvullen
202
c
Belangrijk:
Verwijder de es. De es kan anders beschadigd raken of inkt lekken.
Opmerking:
Als er inkt achterblij in de inktes, draai de dop hier dan zorgvuldig op en bewaar de es rechtop voor gebruik op een
later tijdstip.
10. Sluit de inkttankklep zorgvuldig.
11. Volg de instructies op het scherm om het inktniveau in te stellen voor de inktkleur die u hebt bijgevuld.
c
Belangrijk:
Ook als u inkt niet tot aan de bovenste lijn op de inkttank bijvult, kunt u de printer nog wel blijven gebruiken. Voor
een optimale werking van de printer vult u de inkttank bij tot de bovenste lijn en stelt u het inktniveau onmiddellijk
opnieuw in.
Gerelateerde informatie
&“Codes van de inktessen” op pagina 250
&“Voorzorgsmaatregelen voor inktessen” op pagina 199
&“Gemorste inkt opruimen” op pagina 125
Problemen oplossen
>
De inkt moet worden bijgevuld
>
De inkttank bijvullen
203
De onderhoudsset moet worden vervangen
Voorzorgsmaatregelen voor de onderhoudscassette
Lees de volgende instructies voordat u de onderhoudscassette vervangt.
Raak de groene chip aan de zijkant van de onderhoudscassette niet aan. Omdat dit de normale werking kan
schaden.
Laat de onderhoudscassette niet vallen en stel hem niet bloot aan hevige schokken.
Vervang de onderhoudscassette niet tijdens afdrukken, omdat anders inkt kan lekken.
Verwijder de onderhoudscassette en zijn deksel niet behalve bij het vervangen van de onderhoudscassette.
Hierdoor kan er inkt lekken.
Als de afdekking niet kan worden teruggeplaatst, is de onderhoudscassette mogelijk onjuist geplaatst. Verwijder
de onderhoudscassette en plaats hem opnieuw.
Houd de gebruikte onderhoudscassette niet scheef wanneer deze in de plastic zak is verzegeld, omdat anders
inkt kan lekken.
Raak de openingen van de onderhoudscassette niet aan. U kunt inkt over uzelf knoeien.
Hergebruik van een onderhoudscassette die lange tijd uit het apparaat verwijderd is geweest, is niet toegestaan.
Inkt in de cassette is dan gestold en er kan geen inkt meer worden geabsorbeerd.
Houd de onderhoudscassette uit de buurt van direct zonlicht.
Sla de onderhoudscassette niet op onder hoge temperaturen of temperaturen onder het vriespunt.
Een onderhoudscassette vervangen
Tijdens sommige afdrukcycli kan een heel kleine hoeveelheid overtollige inkt in de onderhoudscassette worden
verzameld. Om te voorkomen dat inkt uit de onderhoudscassette lekt, is de printer ontworpen om het afdrukken te
stoppen wanneer de absorptiecapaciteit van de onderhoudscassette zijn limiet hee bereikt. Of en hoe vaak dit
nodig is, hangt af van het aantal pagina's dat u afdrukt, het soort materiaal waarop u afdrukt en het aantal
reinigingsprocedures dat door het apparaat wordt uitgevoerd.
Raadpleeg de animaties op het bedieningspaneel wanneer een bericht wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd
de onderhoudsset te vervangen. Dat de cassette moet worden vervangen, wil niet zeggen dat uw printer niet meer
volgens de specicaties functioneert. De kosten voor deze vervanging vallen niet onder de garantie van Epson. Dit
onderdeel kan door de gebruiker worden vervangen.
Problemen oplossen
>
De onderhoudsset moet worden vervangen
>
Een onderhoudscassette vervangen
204
Opmerking:
Als de onderhoudsset vol is, kunt u niet afdrukken en kunt u de printkop niet reinigen totdat de set is vervangen. Dit om
het lekken van inkt te voorkomen. U kunt echter bewerkingen uitvoeren die geen inkt gebruiken, zoals scannen.
Gerelateerde informatie
&“Onderhoudscassettecode” op pagina 251
&“Voorzorgsmaatregelen voor de onderhoudscassette” op pagina 204
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
Afdrukkwaliteit is slecht
Er ontbreken kleuren, er is streepvorming of afdrukken vertonen onverwachte
kleuren
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt.
Oplossingen
Voer een spuitkanaaltjescontrole uit om te controleren of de printkoppen verstopt zijn. Voer een
spuitkanaaltjescontrole uit en reinig dan de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt
zitten. Als u de printer langere tijd niet hebt gebruikt, kunnen de spuitkanaaltjes van de printkop
verstopt raken en worden inktdruppels mogelijk niet doorgelaten.
Als u hebt afgedrukt terwijl het inktniveau zo laag was dat dit in het venster van de tank niet meer te
zien was, vult u de inkttanks tot de bovenste markering en gebruikt u het hulpprogramma Krachtige
reiniging om de inkt in de inktbuisjes te vervangen. Nadat u het hulpprogramma hebt gebruikt, voert
u een spuitkanaaltjescontrole uit om te zien of de afdrukkwaliteit is verbeterd.
&“De printkop controleren en reinigen op pagina 114
&“Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 116
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 1.1 cm
of 3.3 cm
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
205
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De instelling voor de papiersoort komt niet overeen met het geladen papier.
Oplossingen
Selecteer de geschikte papiersoortinstelling voor de papiersoort die in de printer is geladen.
&“Lijst met papiersoorten” op pagina 30
De afdrukkwaliteit is te laag ingesteld.
Oplossingen
Wanneer u afdrukt op gewoon papier, drukt u af met een hogere kwaliteitsinstelling.
Wi n d ow s
Selecteer Hoog op het tabblad Kwaliteit op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Fijn bij Afdrukkwaliteit in het menu Printerinstellingen van het dialoogvenster.
De printkop is niet goed uitgelijnd.
Oplossingen
Selecteer op het bedieningspaneel het menu Onderhoud > Printkop uitlijnen > Horizontale uitlijning
om de printkop uit te lijnen.
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De printkop is niet goed uitgelijnd.
Oplossingen
Selecteer op het bedieningspaneel het menu Onderhoud > Printkop uitlijnen > Vertic ale uitlijning om
de printkop uit te lijnen.
De instelling voor bidirectioneel afdrukken is ingeschakeld.
Oplossingen
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na uitlijning van de printkop, schakelt u de instelling voor
bidirectioneel afdrukken uit.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
206
Bidirectioneel (of snel) afdrukken wil zeggen dat de printkop in beide richtingen afdrukt. Verticale lijnen
worden mogelijk niet goed uitgelijnd. Wanneer u deze instelling uitschakelt, kan de afdruksnelheid
afnemen. De afdrukkwaliteit blij echter hetzelfde.
Wi n d ow s
Hef de selectie op van Bidirectioneel afdrukken op het tabblad Meer opties van de het
printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Uit voor Bidirectioneel afdrukken.
Er is niets afgedrukt op het papier
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt.
Oplossingen
Voer eerst de spuitkanaaltjescontrole uit en daarna Krachtige reiniging als de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zijn.
&“Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 116
De afdrukinstellingen en het papierformaat in de printer verschillen.
Oplossingen
Pas de afdrukinstellingen aan het papierformaat in de printer aan. Laad papier dat overeenkomt met de
afdrukinstellingen, in de printer.
Er worden meerdere vellen papier tegelijkertijd ingevoerd in de printer.
Oplossingen
Raadpleeg de volgende informatie om te voorkomen dat meerdere vellen papier tegelijkertijd worden
ingevoerd in de printer.
&“Er worden meerdere vellen papier tegelijk uitgevoerd” op pagina 141
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
207
Papier vertoont vlekken of is bekrast
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Papier is onjuist geladen.
Oplossingen
Wanneer u horizontale streepvorming ziet (loodrecht op de afdrukrichting) of wanneer u vlekken krijgt
op de boven- of onderkant van het papier, laad het papier dan in de juiste richting en schuif de
zijgeleiders tegen het papier.
&“Papier laden” op pagina 31
De papierbaan is vies.
Oplossingen
Wanneer u verticale streepvorming (horizontaal op de afdrukrichting) of vlekken op het papier ziet,
reinig dan de papierbaan.
&“Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 118
Het papier is omgekruld.
Oplossingen
Plaats het papier op een vlakke ondergrond om te controleren of het is omgekruld. Maak het plat indien
dit het geval is.
De printkop wrijft over het oppervlak van het papier.
Oplossingen
Als u afdrukt op dik papier, bevindt de printkop zich dicht bij het afdrukoppervlak en kan het papier
slijtplekken vertonen. Schakel in dit geval de instelling in die dit kan voorkomen. Als u deze functie
inschakelt, neemt de afdrukkwaliteit of de afdruksnelheid mogelijk af.
Win d ow s
Klik op het tabblad Extra instellingen van het printerstuurprogramma op Hulpprogramma's en
selecteer Breedlopend papier.
Bij automatisch dubbelzijdig afdrukken is de afdrukdichtheid te hoog en de droogtijd te
kort.
Oplossingen
Wanneer u automatisch dubbelzijdig afdrukt en gegevens met een hoge dichtheid wilt afdrukken, zoals
aeeldingen en graeken, verlaag dan de afdrukdichtheid en verhoog de droogtijd.
&“Dubbelzijdig afdrukken” op pagina 40
&“Dubbelzijdig afdrukken” op pagina 40
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
208
Afgedrukte foto's zijn plakkerig
Er is op de verkeerde zijde van het fotopapier afgedrukt.
Oplossingen
Controleer of u op de afdrukzijde afdrukt. Wanneer u op de verkeerde zijde van fotopapier afdrukt, moet
u de papierbaan reinigen.
&“Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 118
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt.
Oplossingen
Voer een spuitkanaaltjescontrole uit om te controleren of de printkoppen verstopt zijn. Voer een
spuitkanaaltjescontrole uit en reinig dan de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zitten.
Als u de printer langere tijd niet hebt gebruikt, kunnen de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt raken
en worden inktdruppels mogelijk niet doorgelaten.
Kleurcorrectie is toegepast.
Oplossingen
Bij het afdrukken vanuit het Windows-printerstuurprogramma, wordt de automatische
fotoaanpassingsinstelling van Epson standaard toegepast, aankelijk van de papiersoort. Pas de instelling
eventueel aan.
Selecteer op het tabblad Meer opties Aangepast in Kleurcorrectie, en klik vervolgens op Geavanceerd.
Wijzig de instelling Scènecorrectie in Automatisch naar een van de andere opties. Als aanpassing van
deze instelling niet werkt, gebruik dan een andere kleurcorrectiemethode dan PhotoEnhance in
Kleurenbeheer.
&“De afdrukkleur aanpassen” op pagina 55
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
209
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn niet juist
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Het papier is onjuist geladen.
Oplossingen
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan.
&“Papier laden” op pagina 31
Het papierformaat is verkeerd ingesteld.
Oplossingen
Selecteer de juiste instelling voor het papierformaat.
De marge-instelling van de toepassingssoftware valt niet binnen het afdrukgebied.
Oplossingen
Pas de marge-instelling van de toepassing aan, zodat deze binnen het afdrukgebied valt.
&“Afdrukgebied” op pagina 274
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Er staat een afdruktaak in de wachtrij.
Oplossingen
Annuleer gepauzeerde afdruktaken.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
210
Tijdens het afdrukken is de computer handmatig in de Stand-by- of in de Slaapstand gezet.
Oplossingen
Zet de computer tijdens het afdrukken niet handmatig in de Stand-by- of Slaapstand. Als u de computer
opnieuw opstart, worden er mogelijk onleesbare pagina's afgedrukt.
U gebruikt het printerstuurprogramma voor een andere printer.
Oplossingen
Controleer of het gebruikte printerstuurprogramma deze printer ondersteunt. Controleer de printer
boven in het venster van het printerstuurprogramma.
De afgedrukte afbeelding is omgekeerd
In de afdrukinstellingen is ingesteld dat de afbeelding horizontaal moet worden geplaatst.
Oplossingen
Hef de selectie van instellingen voor het spiegelen van aeeldingen op in het printerstuurprogramnma of
de toepassing.
Wi n d ow s
Hef de selectie op van Spiegel aeelding op het tabblad Meer opties van de het
printerstuurprogramma.
Mac OS
Hef de selectie op van Spiegel aeelding in het menu Printerinstellingen van het afdrukdialoog.
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken
Afbeeldingen of foto's met een lage resolutie zijn afgedrukt.
Oplossingen
Gebruik gegevens met een hoge resolutie als u aeeldingen of foto's afdrukt. Hoewel ze op het scherm
goed lijken, hebben aeeldingen op websites vaak een lage resolutie. Hierdoor kan de afdrukkwaliteit
afnemen.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
211
De kopieerkwaliteit is slecht
Er ontbreken kleuren, er is streepvorming of kopieën vertonen onverwachte
kleuren
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt.
Oplossingen
Voer een spuitkanaaltjescontrole uit om te controleren of de printkoppen verstopt zijn. Voer een
spuitkanaaltjescontrole uit en reinig dan de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt
zitten. Als u de printer langere tijd niet hebt gebruikt, kunnen de spuitkanaaltjes van de printkop
verstopt raken en worden inktdruppels mogelijk niet doorgelaten.
Als u hebt afgedrukt terwijl het inktniveau zo laag was dat dit in het venster van de tank niet meer te
zien was, vult u de inkttanks tot de bovenste markering en gebruikt u het hulpprogramma Krachtige
reiniging om de inkt in de inktbuisjes te vervangen. Nadat u het hulpprogramma hebt gebruikt, voert
u een spuitkanaaltjescontrole uit om te zien of de afdrukkwaliteit is verbeterd.
&“De printkop controleren en reinigen op pagina 114
&“Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 116
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 1.1 cm
of 3.3 cm
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De instelling voor de papiersoort komt niet overeen met het geladen papier.
Oplossingen
Selecteer de geschikte papiersoortinstelling voor de papiersoort die in de printer is geladen.
&“Lijst met papiersoorten” op pagina 30
De afdrukkwaliteit is te laag ingesteld.
Oplossingen
Wanneer u afdrukt op gewoon papier, drukt u af met een hogere kwaliteitsinstelling.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kopieerkwaliteit is slecht
212
Selecteer Beste in Kwaliteit.
De printkop is niet goed uitgelijnd.
Oplossingen
Selecteer op het bedieningspaneel het menu Onderhoud > Printkop uitlijnen > Horizontale uitlijning
om de printkop uit te lijnen.
Onscherpe exemplaren, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De printkop is niet goed uitgelijnd.
Oplossingen
Selecteer op het bedieningspaneel het menu Onderhoud > Printkop uitlijnen > Vertic ale uitlijning om
de printkop uit te lijnen.
Er is niets afgedrukt op het papier
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt.
Oplossingen
Voer eerst de spuitkanaaltjescontrole uit en daarna Krachtige reiniging als de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zijn.
&“Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 116
De afdrukinstellingen en het papierformaat in de printer verschillen.
Oplossingen
Pas de afdrukinstellingen aan het papierformaat in de papiercassette aan. Laad in de papiercassette papier
dat overeenkomt met de afdrukinstellingen.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kopieerkwaliteit is slecht
213
Er worden meerdere vellen papier tegelijkertijd ingevoerd in de printer.
Oplossingen
Raadpleeg de volgende informatie om te voorkomen dat meerdere vellen papier tegelijkertijd worden
ingevoerd in de printer.
&“Er worden meerdere vellen papier tegelijk uitgevoerd” op pagina 141
Papier vertoont vlekken of is bekrast
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Papier is onjuist geladen.
Oplossingen
Wanneer u horizontale streepvorming ziet (loodrecht op de afdrukrichting) of wanneer u vlekken krijgt
op de boven- of onderkant van het papier, laad het papier dan in de juiste richting en schuif de
zijgeleiders tegen het papier.
&“Papier laden” op pagina 31
De papierbaan is vies.
Oplossingen
Wanneer u verticale streepvorming (horizontaal op de afdrukrichting) of vlekken op het papier ziet,
reinig dan de papierbaan.
&“Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 118
Het papier is omgekruld.
Oplossingen
Plaats het papier op een vlakke ondergrond om te controleren of het is omgekruld. Maak het plat indien
dit het geval is.
Gekopieerde foto's zijn plakkerig
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kopieerkwaliteit is slecht
214
Er is op de verkeerde zijde van het fotopapier gekopieerd.
Oplossingen
Controleer of u op de afdrukzijde kopieert. Als u per ongeluk op de verkeerde zijde van het fotopapier
hebt gekopieerd, moet u de papierbaan reinigen.
&“Papier laden” op pagina 31
&“Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 118
Positie, formaat of marges van de kopieën zijn niet juist
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Het papier is onjuist geladen.
Oplossingen
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan.
&“Papier laden” op pagina 31
Het papierformaat is verkeerd ingesteld.
Oplossingen
Selecteer de juiste instelling voor het papierformaat.
De originelen zijn niet goed geplaatst.
Oplossingen
Zorg ervoor dat het origineel juist is geplaatst tegen de uitlijnmarkeringen.
Als de rand van de gescande aeelding ontbreekt, verschui u het origineel wat weg van de rand van
de scanner. U kunt de strook van ongeveer 1,5 mm (0,06 inch) langs de rand van de scannerglasplaat
niet scannen.
&“Originelen plaatsen” op pagina 35
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kopieerkwaliteit is slecht
215
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De papierbaan is vies.
Oplossingen
Laad en werp het papier uit zonder af te drukken om het papiertraject te reinigen.
&“Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 118
Er ligt stof of vuil op de originelen of de scannerglasplaat.
Oplossingen
Verwijder stot of vuil van de originelen en reinig de scannerglasplaat.
&“De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 118
Er ligt stof of vuil op de ADF of de originelen.
Oplossingen
Reinig de ADF en verwijder stof of vuil van de originelen.
&“De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken” op pagina 119
Er is te veel kracht uitgeoefend op het origineel.
Oplossingen
Als u te veel kracht uitoefent, kunnen wazige plekken, vlekken en puntjes optreden.
Oefen niet te veel kracht uit op het origineel of de documentkap.
&“Originelen plaatsen” op pagina 35
De kopieerdichtheid is te hoog ingesteld.
Oplossingen
Verlaag de kopieerdichtheid.
&“Basis menu-opties voor kopiëren” op pagina 74
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de
gekopieerde afbeelding
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kopieerkwaliteit is slecht
216
Als het origineel een gedrukt document is, zoals een tijdschrift of catalogus, verschijnt er
een moirépatroon.
Oplossingen
Wijzig de instelling voor verkleinen en vergroten. Als er een moirépatroon verschijnt, plaatst u het
origineel onder een iets andere hoek.
&“Geavanceerde menuopties voor kopren” op pagina 75
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde afbeelding
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Wanneer dunne originelen worden gescand, kunnen afbeelden op de achterkant ook
worden gescand.
Oplossingen
Plaats het origineel op d scannerglasplaat en leg er vervolgens een zwart vel papier overheen.
&“Originelen plaatsen” op pagina 35
De kopieerdichtheid is te hoog ingesteld.
Oplossingen
Verlaag de kopieerdichtheid.
&“Basis menu-opties voor kopiëren” op pagina 74
De tekst of afbeelding die met de ADF is gekopieerd, is samengedrukt of uitgerekt
Sommige originelen worden niet goed gescand met de ADF.
Oplossingen
Plaats originelen op de scannerglasplaat.
Selecteer en selecteer vervolgens Hoe > Plaats originelen > Scannerglasplaat. Selecteer Voltooien
om het animatiescherm te sluiten.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kopieerkwaliteit is slecht
217
Problemen met gescande afbeeldingen
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken enzovoort bij scannen met de scannerglasplaat
Er ligt stof of vuil op de originelen of de scannerglasplaat.
Oplossingen
Verwijder stot of vuil van de originelen en reinig de scannerglasplaat.
&“De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 118
Er is te veel kracht uitgeoefend op het origineel.
Oplossingen
Als u te veel kracht uitoefent, kunnen wazige plekken, vlekken en puntjes optreden.
Oefen niet te veel kracht uit op het origineel of de documentkap.
&“Originelen plaatsen” op pagina 35
Bij scannen vanaf de ADF ontstaan rechte lijnen
Er ligt stof of vuil op de ADF of de originelen.
Oplossingen
Reinig de ADF en verwijder stof of vuil van de originelen.
&“De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken” op pagina 119
De achtergrond van gescande afbeeldingen vertoont een verschuiving
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Problemen met gescande afbeeldinge
n
218
Wanneer dunne originelen worden gescand, kunnen afbeelden op de achterkant ook
worden gescand.
Oplossingen
Wanneer u vanaf de scannerglasplaat scant, leg dan een vel zwart papier of een bureaulegger op het
origineel.
&“Originelen plaatsen” op pagina 35
Kan het gecorrigeerde gebied niet scannen op de scannerglasplaat
De originelen zijn niet goed geplaatst.
Oplossingen
Zorg ervoor dat het origineel juist is geplaatst tegen de uitlijnmarkeringen.
Als de rand van de gescande aeelding ontbreekt, verschui u het origineel wat weg van de rand van
de scanner. U kunt de strook van ongeveer 1,5 mm (0,06 inch) langs de rand van de scannerglasplaat
niet scannen.
&“Originelen plaatsen” op pagina 35
Er ligt stof of vuil op de scannerglasplaat.
Oplossingen
Bij het scannen via het bedieningspaneel en het selecteren van de functie Automatisch bijsnijden
scangebied, verwijdert u al het afval en vuil van de scannerglasplaat en documentkap. Als er afval of vuil
rond het origineel aanwezig is, wordt het scanbereik uitgebreid om dit op te nemen.
Problemen in gescande afbeelding kunnen niet worden opgelost
Controleer het volgende. Als u alle oplossingen hebt geprobeerd en het probleem niet is opgelost.
Er zijn problemen met de instellingen van de scansoftware.
Oplossingen
Gebruik Epson Scan 2 Utility om de instellingen voor de scannersoware te initialiseren.
Opmerking:
Epson Scan 2 Utility is een toepassing die met de scannersoware wordt meegeleverd.
1. Start Epson Scan 2 Utility.
Wind ow s 1 0
Klik op de startknop en selecteer vervolgens EPSON > Epson Scan 2 Utility.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Problemen met gescande afbeeldinge
n
219
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven
pictogram.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Alle programma's of Programma's > EPSON >
Epson Scan 2 > Epson Scan 2 Utility.
Mac OS
Selecteer Ga > Toepassingen > Epson Soware > Epson Scan 2 Utility.
2. Selecteer de tab Andere.
3. Klik op Reset.
Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, verwijdert u de scannersoware en installeert u deze
opnieuw.
&“Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen” op pagina 127
De tekst of afbeelding die met de ADF is gescand, is samengedrukt of
uitgerekt
Sommige originelen worden niet goed gescand met de ADF.
Plaats originelen op de scannerglasplaat.
Selecteer en selecteer vervolgens Hoe > Plaats originelen > Scannerglasplaat. Selecteer Voltooien om het
animatiescherm te sluiten.
De kwaliteit van het verzonden faxbericht is slecht
De kwaliteit van het verzonden faxbericht is slecht
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kwaliteit van het verzonden faxberi
c
220
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er ligt stof of vuil op de originelen of de scannerglasplaat.
Oplossingen
Verwijder stot of vuil van de originelen en reinig de scannerglasplaat.
&“De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 118
Er is te veel kracht uitgeoefend op het origineel.
Oplossingen
Als u te veel kracht uitoefent, kunnen wazige plekken, vlekken en puntjes optreden.
Oefen niet te veel kracht uit op het origineel of de documentkap.
&“Originelen plaatsen” op pagina 35
Bij het verzenden van faxberichten via de ADF ontstaan rechte lijnen
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Er ligt stof of vuil op de ADF of de originelen.
Oplossingen
Reinig de ADF en verwijder stof of vuil van de originelen.
&“De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken” op pagina 119
De beeldkwaliteit van het verzonden faxbericht is slecht
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De resolutie is te laag ingesteld.
Oplossingen
Als u niet bekend bent met de prestaties van het faxapparaat van de afzender, stelt u het volgende in
voordat u een faxbericht verzendt.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
De kwaliteit van het verzonden faxberi
c
221
Selecteer Fax > Faxinstellingen en stel Resolutie in op de hoogste kwaliteit.
Selecteer Fax > Faxinstellingen en schakel vervolgens Direct verzenden in.
Als u Resolutie instelt op Foto en u het faxbericht vervolgens verzendt zonder Direct verzenden in te
schakelen, wordt het faxbericht op een lagere resolutie verzonden.
De ECM-instelling is uitgeschakeld.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen en schakel de ECM-
instelling in op het bedieningspaneel. Hierdoor worden fouten die optreden vanwege
verbindingsproblemen mogelijk opgelost. Het kan zijn dat faxberichten minder snel worden verzonden
en ontvangen dan wanneer ECM is uitgeschakeld.
De achterkant van het origineel schijnt door in het verzonden faxbericht
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Wanneer dunne originelen worden gescand, kunnen afbeelden op de achterkant ook
worden gescand.
Oplossingen
Plaats het origineel op d scannerglasplaat en leg er vervolgens een zwart vel papier overheen.
&“Originelen plaatsen” op pagina 35
De dichtheidsinstelling is hoog bij het verzenden van faxberichten.
Oplossingen
Selecteer Fax > Faxinstellingen > Scaninstellingen > Dichtheid en verlaag de instelling.
Het ontvangen faxbericht is van slechte kwaliteit
De beeldkwaliteit van ontvangen faxberichten is slecht
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Het ontvangen faxbericht is van slecht
e
222
De ECM-instelling is uitgeschakeld.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen en schakel de ECM-
instelling in op het bedieningspaneel. Hierdoor worden fouten die optreden vanwege
verbindingsproblemen mogelijk opgelost. Het kan zijn dat faxberichten minder snel worden verzonden
en ontvangen dan wanneer ECM is uitgeschakeld.
De beeldkwaliteit is laag ingesteld op het faxapparaat van de afzender.
Oplossingen
Vraag de afzender faxberichten in een hogere kwaliteit te verzenden.
Kan het probleem niet oplossen
Als het probleem niet is opgelost nadat u alle bovenstaande oplossingen hebt geprobeerd, neem dan contact op met
de ondersteuning van Epson.
Zie de volgende gerelateerde informatie als problemen met afdrukken of kopiëren niet kunnen worden opgelost.
Gerelateerde informatie
&“Problemen met afdrukken of kopiëren kunnen niet worden opgelost” op pagina 223
Problemen met afdrukken of kopiëren kunnen niet worden
opgelost
Probeer het probleem op te lossen met onderstaande oplossingen. Begin bij de eerste en loop ze vervolgens in
volgorde af tot het probleem is opgelost.
Zorg ervoor dat de papiersoort die in de printer is geladen en de papiersoort die op de printer is ingesteld
overeenkomen met de papiersoortinstellingen van het printerstuurprogramma.
“Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort” op pagina 29
Gebruik een hogere kwaliteitsinstelling op het bedieningspaneel of in het printerstuurprogramma.
Lijn de printkop uit.
“De printkop uitlijnen” op pagina 117
Voer een spuitkanaaltjescontrole uit om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkoppen verstopt zijn.
Als het spuitkanaaltjespatroon wordt onderbroken, zijn de spuitkanaaltjes mogelijk verstopt. Voer de
printkopreiniging en de spuitkanaaltjescontrole om afwisselend 3 keer uit en controleer of de verstopping is
verholpen.
Bij de printkopreiniging wordt wat inkt gebruikt.
“De printkop controleren en reinigen” op pagina 114
Schakel de printer uit, wacht ten minste 12 uur en controleer vervolgens of de verstopping is verholpen.
Als het probleem inderdaad een verstopping was, kunt u het probleem mogelijk oplossen door een tijdje niet af
te drukken.
U kunt het volgende controleren terwijl de printer is uitgeschakeld.
Problemen oplossen
>
Kan het probleem niet oplossen
>
Problemen met afdrukken of kopiëren kunnen niet word
e
223
Controleer of u originele Epson-inktessen gebruikt.
Gebruik bij voorkeur originele Epson-inktessen. Wanneer u niet-originele inktessen gebruikt, kan de
afdrukkwaliteit afnemen.
Controleer of er op de doorschijnende folie vlekken zitten.
Als er op de doorschijnende folie vlekken zitten, moet u deze er voorzichtig afvegen.
“Het doorschijnende folie reinigen” op pagina 122
Zorg ervoor dat er geen papierresten in de printer zijn achtergebleven.
Wanneer u papier verwijdert, raak de doorschijnende folie dan niet met uw handen of het papier aan.
Controleer het papier.
Controleer of het papier is omgekruld of met de afdrukzijde naar boven is geladen.
“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 29
“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
“Niet-beschikbare papiersoorten” op pagina 249
Als de afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd nadat u de printer hebt uitgeschakeld en ten minste 12 uur
hebt gewacht, voert u Krachtige reiniging uit.
“Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 116
Als u het probleem niet kunt oplossen met bovenstaande oplossingen, moet u wellicht een reparatie aanvragen.
Neem contact op met de klantenservice van Epson.
Gerelateerde informatie
&“Voordat u contact opneemt met Epson” op pagina 306
&“Contact opnemen met de klantenservice van Epson” op pagina 306
Problemen oplossen
>
Kan het probleem niet oplossen
>
Problemen met afdrukken of kopiëren kunnen niet word
e
224
De computer of apparaten toevoegen
of vervangen
Verbinden met een printer die met het netwerk is verbonden..................226
De netwerkverbinding opnieuw instellen................................227
Een smart device rechtstreeks verbinden met een printer (Wi-Fi Direct)..........233
De status van de netwerkverbinding controleren...........................237
Verbinden met een printer die met het netwerk is
verbonden
Wanneer de printer al is verbonden met een netwerk, kunt u een computer of een smart device via het netwerk met
de printer verbinden.
De printer gebruiken vanaf een tweede computer
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U
kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De printer selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven. Selecteer de naam van de printer
waarmee u verbinding wilt maken en klik vervolgens op Volgende.
Volg de instructies op het scherm.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
Verbinden met een printer die met het netwe
226
Een netwerkprinter gebruiken vanaf een smart device
U kunt een smart device op een van de volgende manieren met de printer verbinden.
Verbinden via een draadloze router
Verbind het smart device met hetzelfde wi-netwerk (SSID) als de printer.
Zie hierna voor meer informatie.
“Instellingen voor verbinding met het smart device congureren” op pagina 227
Verbinden via Wi-Fi Direct
Verbind het smart device rechtstreeks met de printer zonder draadloze router.
Zie hierna voor meer informatie.
“Een smart device rechtstreeks verbinden met een printer (Wi-Fi Direct)” op pagina 233
De netwerkverbinding opnieuw instellen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de instellingen voor de netwerkverbinding kunt congureren en de
verbindingsmethode kunt wijzigen bij vervanging van de draadloze router of de computer.
Vervanging van de draadloze router
Wanneer u de draadloze router vervangt, moet u de verbinding tussen de computer of het smart device en de
printer instellen.
U moet deze instellingen congureren als u bijvoorbeeld van internetprovider verandert.
Instellingen voor verbinding met de computer congureren
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U
kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
Instellingen voor verbinding met het smart device congureren
U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde wi-netwerk
(SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in op de volgende
website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
227
Vervanging van de computer
Wanneer u de computer vervangt, moet u de verbinding tussen de computer en de printer instellen.
Instellingen voor verbinding met de computer congureren
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U
kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
Volg de instructies op het scherm.
De methode voor verbinding met de computer wijzigen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de verbindingsmethode kunt wijzigen wanneer de computer en de printer zijn
verbonden.
De netwerkverbinding wijzigen van ethernet in wi
Wijzig de ethernetverbinding via het bedieningspaneel van de printer in een wi-verbinding. De methode voor
wijziging van de verbinding is in feite dezelfde als die voor het instellen van een wi-verbinding.
Gerelateerde informatie
&Wi-instellingen congureren via het bedieningspaneel” op pagina 229
De netwerkverbinding wijzigen van wi in ethernet
Volg onderstaande stappen om de wi-verbinding te wijzigen in een ethernetverbinding.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Bekabelde LAN-installatie.
3. Volg de instructies op het scherm.
Een USB-verbinding wijzigen in een netwerkverbinding
Gebruik het installatieprogramma en stel de installatie in met een andere verbindingsmethode.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
228
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethode wijzigen selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven.
Selecteer de netwerkverbinding die u wilt gebruiken (Verbinden via draadloos netwerk (Wi-Fi) of Verbinden via
vaste LAN-verbinding (ethernet)) en klik op Volgende.
Opmerking:
Welke verbindingsmethode wordt weergegeven, is aankelijk van het model.
Volg de instructies op het scherm.
Wi-instellingen congureren via het bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen congureren.
Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor de draadloze router, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de
instellingen handmatig congureren.
Als de draadloze router WPS ondersteunt, kunt u de instellingen congureren met drukknopinstellingen.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
229
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.).
Gerelateerde informatie
&“Wi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren” op pagina 230
&“Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)” op pagina 231
&“Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 232
Wi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren
U kunt wi-netwerk instellen door op het bedieningspaneel van de printer de gegevens in te voeren die benodigd
zijn voor het maken van een verbinding met een draadloze router. Als u op deze wijze de instellingen wilt
congureren, hebt u de SSID en het wachtwoord van de draadloze router nodig.
Opmerking:
Als u een draadloze router met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label
vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, zie dan de informatie die bij de draadloze router is geleverd.
1. Tik op het startscherm op .
2. Selecteer Wi - F i ( a a n b e v o l e n ) .
Als de printer al is verbonden via Ethernet, selecteert u Router.
3. Druk op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Tik op Instellingen
wijzigen om de instellingen te wijzigen.
Als de printer al is verbonden via Ethernet, tikt u op Wij z i g n a a r Wi - Fi - v e r b i n d i n g . en selecteert u vervolgens
Ja nadat u het bericht hebt gecontroleerd.
4. Selecteer Wizard Wi-Fi instellen.
5. Selecteer de SSID van de draadloze router.
Opmerking:
Als de SSID waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer, tikt
u op Opnieuw zoeken om de lijst te vernieuwen. Als deze nog steeds niet wordt weergegeven, tikt u op Handmatig
invoeren en voert u de SSID rechtstreeks in.
Als u de netwerknaam (SSID) niet kent, controleert u of de informatie op het label van de draadloze router is
vermeld. Als u de draadloze router met de standaardinstellingen wilt gebruiken, gebruikt u de SSID die op het label
is vermeld. Als u geen gegevens kunt vinden, raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is
meegeleverd.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
230
6. Tik op Vo er wachtwoord in en voer het wachtwoord in.
Opmerking:
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
Als u het wachtwoord niet kent, controleert u of de informatie op het label van de draadloze router is vermeld. Op
het label is mogelijk het wachtwoord vermeld, bijvoorbeeld aangeduid als “Network Key”, “Wireless Password”. Als u
de draadloze router met de standaardinstellingen wilt gebruiken, gebruikt u het wachtwoord dat op het label is
geschreven.
7. Als u klaar bent, tikt u op OK.
8. Controleer de instellingen en tik vervolgens op Start installatie.
9. Tik op OK om af te sluiten.
Opmerking:
Als u geen verbinding kunt maken, laadt u gewoon papier van A4-formaat en selecteert u Controlerapport afdrukken
om een netwerkverbindingsrapport af te drukken.
10. Sluit het scherm Netwerkverb.inst..
Gerelateerde informatie
&“Tekens invoeren” op pagina 26
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 237
Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op de draadloze router te drukken. Als aan de
volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
De draadloze router is compatibel met WPS (Wi-Fi beschermde installatie).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op de draadloze router te drukken.
1. Tik op het startscherm op .
2. Selecteer Wi - F i ( a a n b e v o l e n ) .
Als de printer al is verbonden via Ethernet, selecteert u Router.
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Tik op Instellingen
wijzigen om de instellingen te wijzigen.
Als de printer al is verbonden via Ethernet, tikt u op Wij z i g n a a r Wi - Fi - v e r b i n d i n g . en selecteert u vervolgens
Ja nadat u het bericht hebt gecontroleerd.
4. Selecteer Instellen met drukknop (WPS).
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
231
5. Houd de [WPS]-knop ingedrukt op de draadloze router tot het beveiligingslampje knippert.
Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als de draadloze router geen knoppen hee, raadpleeg dan de
documentatie van de draadloze router voor meer informatie.
6. Tik op Start installatie op de printer.
7. Sluit het scherm.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet deze dichter bij de printer en probeer het nog een
keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
8. Sluit het scherm Netwerkverb.inst..
Gerelateerde informatie
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 237
Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)
U kunt automatisch verbinding maken met een draadloze router met behulp van een pincode. U kunt deze
methode gebruiken als uw draadloze router WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Gebruik een computer om
een pincode in te voeren in de draadloze router.
1. Tik op het startscherm op .
2. Selecteer Wi - F i ( a a n b e v o l e n ) .
Als de printer al is verbonden via Ethernet, selecteert u Router.
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Tik op Instellingen
wijzigen om de instellingen te wijzigen.
Als de printer al is verbonden via Ethernet, tikt u op Wij z i g n a a r Wi - Fi - v e r b i n d i n g . en selecteert u vervolgens
Ja nadat u het bericht hebt gecontroleerd.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
232
4. Selecteer Overige > Instellen met PIN (WPS).
5. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven in te voeren in de draadloze router. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van de draadloze router voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
6. Tik op het bedieningspaneel van de printer op Start de instelling.
7. Sluit het scherm.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet hem dichter bij de printer en probeer het nog een
keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
8. Sluit het scherm Netwerkverb.inst..
Gerelateerde informatie
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 237
Een smart device rechtstreeks verbinden met een
printer (Wi-Fi Direct)
Met Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) kunt u een smart device rechtstreeks zonder draadloze router op de
printer aansluiten en vanaf het smart device afdrukken.
Over Wi-Fi Direct
Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het
smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als draadloze router en
kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een gewone draadloze router nodig hebt.
Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de
printer.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
Een smart device rechtstreeks verbinden met
233
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi of ethernet en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u
echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee
via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Apparaten verbinden met Wi-Fi Direct
Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met apparaten.
Opmerking:
Voor iOS- en Android-gebruikers is dit eenvoudig in te stellen via Epson Smart Panel.
U hoe deze instellingen slechts een keer te congureren voor de printer die en het apparaat dat u met elkaar wilt verbinden.
U hoe deze instellingen niet opnieuw te congureren, tenzij u Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard netwerkinstellingen
herstelt.
1. Tik op het startscherm op .
2. Druk op Wi- Fi D i r e c t .
3. Druk op Start de instelling.
4. Selecteer Andere methoden.
5. Selecteer Andere OS-apparaten.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
Een smart device rechtstreeks verbinden met
234
6. Selecteer op het wi-scherm van het apparaat de SSID die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven en voer vervolgens het wachtwoord in.
7. Selecteer op het scherm van de afdrukapp voor het apparaat de printer waarmee u verbinding wilt maken.
8. Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Volledig.
Selecteer voor apparaten die eerder met de printer verbonden zijn geweest de netwerknaam (SSID) op het wi-
scherm van het apparaat en maak opnieuw verbinding.
Opmerking:
Als u een iOS-apparaat gebruikt, kunt u ook verbinding maken door de QR-code te scannen met de standaard iOS-camera.
Klik op de koppeling http://epson.sn voor meer informatie.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
Een smart device rechtstreeks verbinden met
235
De verbinding met Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
verbreken
Opmerking:
Wanneer de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) wordt uitgeschakeld, wordt de verbinding voor alle
computers en smart devices die met de printer zijn verbonden in Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
verbroken. Als u de verbinding met een speciek apparaat wilt verbreken, doe dit dan op het apparaat in kwestie en niet op
de printer.
1. Tik op het startscherm op .
2. Selecteer Wi - F i D i r e c t .
De Wi-Fi Direct-informatie wordt weergegeven.
3. Druk op Start de instelling.
4. Druk op .
5. Selecteer Wi-Fi Direct uitschakelen.
6. Tik op De instellingen uitschakelen.
7. Sluit het scherm wanneer een bevestigingsbericht wordt weergegeven.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
8. Sluit het scherm Netwerkverb.inst..
De instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
wijzigen, zoals de SSID
Wanneer Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) als verbinding is ingeschakeld, kunt u de instellingen wijzigen
voor > Wi - Fi D i r e c t > Start de instelling > , waarna de volgende menu-items worden getoond.
Netwerknaam wijzigen
Wijzig de netwerknaam (SSID) voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) voor het maken van verbinding met
de printer in een naam naar keuze. U kunt de netwerknaam (SSID) instellen in ASCII-tekens die zijn weergegeven
op het sowaretoetsenbord van het bedieningspaneel. U kunt maximaal 22 tekens invoeren.
Wanneer u de netwerknaam (SSID) wijzigt, wordt de verbinding met alle verbonden apparaten verbroken. Gebruik
de nieuwe netwerknaam (SSID) als u opnieuw verbinding wilt maken met het apparaat.
Wachtwoord wijzigen
Wijzig het wachtwoord voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) voor het maken van verbinding met de printer
in een waarde naar keuze. U kunt het wachtwoord instellen in ASCII-tekens die zijn weergegeven op het
sowaretoetsenbord van het bedieningspaneel. U kunt 8 tot 22 tekens invoeren.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
Een smart device rechtstreeks verbinden met
236
Wanneer u het wachtwoord wijzigt, wordt de verbinding met alle verbonden apparaten verbroken. Gebruik het
nieuwe wachtwoord als u opnieuw verbinding wilt maken met het apparaat.
Wi-Fi Direct uitschakelen
Schakel de instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) van de printer uit. Wanneer u deze optie
uitschakelt, wordt de verbinding verbroken van alle apparaten die via Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) met
de printer zijn verbonden.
Standaardinst. herstellen
Herstel alle instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) naar de standaardwaarden.
De op de printer opgeslagen verbindingsinformatie voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) van het smart
device wordt verwijderd.
De status van de netwerkverbinding controleren
U kunt de netwerkstatus als volgt controleren.
Gerelateerde informatie
&“De netwerkverbindingsstatus controleren op het bedieningspaneel” op pagina 237
&“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 238
De netwerkverbindingsstatus controleren op het bedieningspaneel
U kunt de status van de netwerkverbinding controleren aan de hand van het netwerkpictogram of de
netwerkinformatie op het bedieningspaneel van de printer.
De netwerkverbindingsstatus controleren met het netwerkpictogram
U kunt de status van de netwerkverbinding en kracht van het radiosignaal controleren aan de hand van het
netwerkpictogram op het startscherm van de printer.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
237
De gedetailleerde netwerkinformatie weergeven op het bedieningspaneel
Wanneer uw printer verbinding hee met het netwerk, kunt u ook andere netwerkgerelateerde informatie bekijken
door de netwerkmenu's te selecteren die u wilt controleren.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Netwerkstatus.
3. Als u deze informatie wilt controleren, selecteert u de menu's die u wilt nakijken.
Status vast netwerk/Wi-Fi
Hiermee gee u de netwerkinformatie weer (apparaatnaam, verbinding, signaalsterkte, enz.) voor ethernet-
of wi-verbindingen.
Wi-Fi Direct-status
Gee weer of Wi-Fi Direct is in- of uitgeschakeld, en de SSID, het wachtwoord enzovoort voor Wi-Fi
Direct-verbindingen.
statusvel
Drukt een netwerkstatusblad af. De informatie voor ethernet, wi Wi-Fi Direct enzovoort wordt op 2 of
meer pagina's afgedrukt.
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken
U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en de draadloze router te
controleren.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding.
De verbindingscontrole wordt gestart.
3. Selecteer Controlerapport afdrukken.
4. Druk het netwerkverbindingsrapport af.
Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte
oplossingen.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
238
Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
b. Berichten over de netwerkomgeving
Gerelateerde informatie
&“E-1” op pagina 240
&“E-2, E-3, E-7” op pagina 240
&“E-5” op pagina 241
&“E-6” op pagina 241
&“E-8” op pagina 241
&“E-9” op pagina 242
&“E-10” op pagina 242
&“E-11” op pagina 242
&“E-12” op pagina 243
&“E-13” op pagina 243
&“Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 244
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
239
E-1
Oplossingen:
Controleer of de ethernetkabel op de printer en op een hub of een ander netwerkapparaat is aangesloten.
Controleer of de hub of het andere netwerkapparaat is ingeschakeld.
Als u de printer via Wi-Fi wilt aansluiten, congureert u de Wi-Fi-instellingen voor de printer opnieuw,
aangezien deze zijn uitgeschakeld.
E-2, E-3, E-7
Oplossingen:
Controleer of uw draadloze router is ingeschakeld.
Controleer of uw computer of apparaat correct is aangesloten op de draadloze router.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Plaats de printer dichter bij uw draadloze router en verwijder alle eventuele obstakels ertussen.
Als u de SSID handmatig hebt ingevoerd, moet u controleren of deze correct is. Controleer de SSID op het
gedeelte Netwerkstatus op het netwerkverbindingsrapport.
Als een draadloze router meerdere SSIDs hee, selecteert u de SSID die wordt weergegeven. Wanneer de SSID
een niet-compatibele frequentie gebruikt, toont de printer deze niet.
Als u een drukknopinstelling gebruikt voor het tot stand brengen van een netwerkverbinding, moet u
controleren of uw draadloze router WPS ondersteunt. U kunt de drukknopinstelling niet gebruiken als uw
draadloze router WPS niet ondersteunt.
Controleer of uw SSID alleen ASCII-tekens (alfanumerieke tekens en symbolen) gebruikt. De printer kan geen
SSID die niet-ASCII-tekens bevat, weergeven.
Zorg dat u uw SSID en wachtwoord kent voordat u verbinding maakt met de draadloze router. Als u een
draadloze router gebruikt met de standaardinstellingen, bevinden de SSID en het wachtwoord zich op het label
op de draadloze router. Als u uw SSID en het wachtwoord niet kent, neemt u contact op met de persoon die de
draadloze routers hee ingesteld of raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is geleverd.
Als u wilt verbinden met een SSID die is gegenereerd met behulp van de tethering-functie van een smart device,
controleert u de SSID en het wachtwoord in de documentatie die bij het smart device is geleverd.
Als uw wi-verbinding plots wordt verbroken, controleert u de onderstaande voorwaarden. Als een of meer van
deze voorwaarden van toepassing zijn, stelt u uw netwerkinstellingen opnieuw in door de soware van de
volgende website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
Er is een ander smart device toegevoegd aan het netwerk met behulp van de drukknopinstelling.
Het wi-netwerk is ingesteld met een andere methode dan de drukknopinstelling.
Gerelateerde informatie
&“Instellingen voor verbinding met de computer congureren” op pagina 228
&Wi-instellingen congureren via het bedieningspaneel” op pagina 229
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
240
E-5
Oplossingen:
Zorg dat het beveiligingstype van de draadloze router is ingesteld op een van het volgende. Als dat niet het geval is,
wijzigt u het beveiligingstype op de draadloze router en stelt u de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
WEP-64 bit (40-bits)
WEP-128 bit (104-bits)
WPA PSK (TKIP/AES)
*
WPA2 PSK (TKIP/AES)
*
WPA (TKIP/AES)
WPA2 (TKIP/AES)
* WPA PSK wordt ook wel WPA Personal genoemd. WPA2 PSK wordt ook wel WPA2 Personal genoemd.
E-6
Oplossingen:
Controleer of MAC-adreslter is uitgeschakeld. Als dit is ingeschakeld, registreert u het MAC-adres van de
printer zodat het niet wordt gelterd. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd voor
details. U kunt het MAC-adres van de printer controleren onder het gedeelte Netwerkstatus in het
netwerkverbindingsrapport.
Als uw draadloze router gebruik maakt van gedeelde vericatie met WEP-beveiliging, moet u controleren of de
vericatiecode en index correct zijn.
Als het aantal te verbinden apparaten op de draadloze router kleiner is dan het aantal netwerkapparaten dat u
wilt verbinden, gee u de instellingen op de draadloze router op om het aantal te verbinden apparaten te
vermeerderen. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd om instellingen op te geven.
Gerelateerde informatie
&“Instellingen voor verbinding met de computer congureren” op pagina 228
E-8
Oplossingen:
Schakel DHCP in op de draadloze router als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Automatisch.
Als de instelling IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op handmatig, is het IP-adres dat u handmatig
instelt ongeldig omdat het buiten bereik is (bijvoorbeeld: 0.0.0.0). Stel een geldig IP-adres in via het
bedieningspaneel.
Gerelateerde informatie
&“Netwerkinstellingen” op pagina 263
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
241
E-9
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Apparaten worden ingeschakeld.
U kunt toegang krijgen tot internet en andere computer of netwerkapparaten op hetzelfde netwerk van de
apparaten die u met de printer wilt verbinden.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt
gecontroleerd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in. Stel dan uw
netwerkinstellingen opnieuw in door het installatieprogramma van de volgende website te downloaden en uit te
voeren.
http://epson.sn > Instellen
Gerelateerde informatie
&“Instellingen voor verbinding met de computer congureren” op pagina 228
E-10
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
Netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u IP-adres verkrijgen van de
printer hebt ingesteld op Handmatig.
Stel het netwerkadres opnieuw in als dit onjuist is. U kunt het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway
controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als DHCP is ingeschakeld, wijzigt u de instelling IP-adres verkrijgen van de printer in Automatisch. Als u het IP-
adres handmatig wilt instellen, controleert u het IP-adres van de printer in het gedeelte Netwerkstatus van het
netwerkverbindingsrapport en selecteert u vervolgens Handmatig in het scherm Netwerkinstellingen. Stel het
subnetmasker in op [255.255.255.0].
Als u hiermee nog steeds geen verbinding krijgt tussen de printer en de netwerkapparaten, schakelt u de draadloze
router uit. Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.
Gerelateerde informatie
&“Netwerkinstellingen” op pagina 263
E-11
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Het standaard gateway-adres is correct als u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig.
Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
242
Stel het juiste standaard gateway-adres in. U kunt het standaard gateway-adres controleren onder het gedeelte
Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
Gerelateerde informatie
&“Netwerkinstellingen” op pagina 263
E-12
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
De netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u ze handmatig invoert.
De netwerkadressen voor andere apparaten (subnetmasker en standaard gateway) zijn dezelfde.
Het IP-adres komt niet in conict met andere apparaten.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt
gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Geef de netwerkinstellingen opnieuw op met het installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende
website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
&“Netwerkinstellingen” op pagina 263
&“Instellingen voor verbinding met de computer congureren” op pagina 228
E-13
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Netwerkapparaten zoals een draadloze router, hub en router, zijn ingeschakeld.
De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven. (Als de TCP/IP-instelling van de
printer automatisch is ingesteld terwijl de TCP/IP-instelling voor andere netwerkapparaten handmatig wordt
uitgevoerd, kan het netwerk van de printer verschillen van het netwerk voor andere apparaten.)
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Denieer netwerkinstellingen op de computer die op hetzelfde netwerk als de printer zit met het
installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
243
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
Bericht over de netwerkomgeving
Bericht Oplossing
De Wi-Fi-omgeving moet worden
verbeterd. Schakel de draadloze router uit
en vervolgens weer in. Als de verbinding
niet verbetert, raadpleegt u de
documentatie voor de draadloze router.
Nadat u de printer dichter bij de draadloze router hebt geplaatst en eventuele
obstakels hebt verwijderd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht circa 10
seconden en schakel het toegangspunt weer in. Als de printer nog steeds
geen verbinding maakt, raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze
router is meegeleverd.
*Er kunnen niet meer apparaten
aangesloten worden. Verwijder een van de
apparaten als u een ander wilt toevoegen.
De computer en de smart-apparaten die tegelijkertijd kunnen worden
verbonden, worden volledig verbonden in de Wi-Fi Direct (eenvoudige AP)
verbinding. Om nog een computer of een ander smart device toe te voegen,
moet u eerst de verbinding van een van de verbonden apparaten verbreken
of een van de verbonden apparaten eerst aansluiten op een ander netwerk.
U kunt het aantal draadloze apparaten die tegelijkertijd kunnen worden
aangesloten en het aantal verbonden apparaten bevestigen door het
netwerkstatusvel of het bedieningspaneel van de printer te controleren.
Dezelfde SSID als Wi-Fi Direct bestaat in de
omgeving. Wijzig de Wi-Fi Direct SSID als u
geen smartapparaat kunt verbinden met
de printer.
Ga op het bedieningspaneel van de printer naar het scherm Wi-Fi Direct en
selecteer het menu om de instelling te wijzigen. U kunt de netwerknaam
wijzigen die na DIRECT-XX- volgt. Voer tot 22 tekens in.
Een netwerkstatusvel afdrukken
U kunt de gedetailleerde netwerkinformatie afdrukken om deze te controleren.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Netwerkstatus.
3. Selecteer statusvel.
4. Controleer het bericht en druk vervolgens een netwerkstatusvel af.
Het computernetwerk controleren (alleen Windows)
Met de opdrachtprompt kunt u de verbindingsstatus van de computer en het verbindingspad naar de printer
controleren. Hiermee kunt u de problemen oplossen.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
244
ipcong-opdracht
Geef de verbindingsstatus weer van de netwerkinterface die momenteel door de computer wordt gebruikt.
Als u de instellingen vergelijkt met de werkelijke communicatie, kunt u controleren of de verbinding juist is.
Indien zich in hetzelfde netwerk meerdere DHCP-servers bevinden, kunt u onder andere het werkelijke adres
dat aan de computer is toegewezen en de DNS-server waarnaar wordt verwezen achterhalen.
Indeling: ipcong /all
Voorbeelden:
pathping-opdracht
U kunt de lijst met routers die via de doelhost worden geleid en de communicatieroutering bevestigen.
Indeling: pathping xxx.xxx.xxx.xxx
Voorbeelden: pathping 192.0.2.222
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
245
Productinformatie
Papiergegevens...................................................247
Informatie over verbruiksproducten....................................250
Soware-informatie............................................... 251
Overzicht instellingenmenu..........................................260
Productspecicaties................................................274
Regelgevingsinformatie.............................................282
Papiergegevens
Beschikbaar papier en capaciteiten
Origineel Epson-papier
Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruiken om afdrukken van hoge kwaliteit te krijgen.
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier verschilt per locatie. Neem contact op met Epson Support voor de recentste informatie
over beschikbaar papier in uw omgeving.
Zie de volgende informatie over beschikbare papiersoorten voor dubbelzijdig afdrukken.
“Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 249
Wanneer u afdrukt op origineel Epson-papier op een gebruikergedenieerd formaat, zijn alleen de
afdrukkwaliteitsinstellingen Standaard of Normaal beschikbaar. Ook al laten sommige printerprogramma's u een betere
printkwaliteit kiezen, dan wordt er nog steeds afgedrukt met Standaard of Normaal.
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van documenten
Medianaam Formaat Laadcapaciteit (vellen)
Papiercassette Papiertoevoer achter
Epson Bright White Ink Jet Paper A4 200 1
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van documenten en foto's
Medianaam Formaat Laadcapaciteit (vellen)
Papiercassette Papiertoevoer achter
Epson Photo Quality Ink Jet Paper A4 100 1
Epson Double-sided Photo Quality
Ink Jet Paper
A4 80 1
Epson Matte Paper-Heavyweight A4 20 1
Epson Double-Sided Matte Paper A4 1 1
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van foto's
Medianaam Formaat Laadcapaciteit (vellen)
Papiercassette Papiertoevoer achter
Epson Ultra Glossy Photo Paper A4, 13×18 cm (5×7 inch),
10×15 cm (4×6 inch)
20 1
Productinformatie
>
Papiergegevens
>
Beschikbaar papier en capaciteiten
247
Medianaam Formaat Laadcapaciteit (vellen)
Papiercassette Papiertoevoer achter
Epson Premium Glossy Photo
Paper
A4, 13×18 cm (5×7 inch),
10×15 cm (4×6 inch)
20 1
Epson Premium Semigloss Photo
Paper
A4, 13×18 cm (5×7 inch),
10×15 cm (4×6 inch)
20 1
Epson Photo Paper Glossy A4, 13×18 cm (5×7 inch),
10×15 cm (4×6 inch)
20 1
Diverse andere papiersoorten
Medianaam Formaat Laadcapaciteit (vellen)
Papiercassette Papiertoevoer achter
Epson Photo Quality Self Adhesive
Sheets
A4 1 1
Commercieel beschikbaar papier
Opmerking:
Zie de volgende informatie over beschikbare papiersoorten voor dubbelzijdig afdrukken.
“Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 249
Gewoon papier
Gewoon papier omvat kopieerpapier en brieoofdpapier
*1
.
Formaat Laadcapaciteit (vellen)
Papiercassette Papiertoevoer achter
Letter, A4, B5, A5, A6, B6, 16K (195×270
mm)
250 1
Legal, Indian-Legal, 8,5×13 inch 50 1
Gebruikergedenieerd
*2
(mm)
54×86 tot 215,9×1200
-1
Gebruikergedenieerd
*2
(mm)
89×127 tot 215,9×1200
1-
*1 Papier met daarop informatie zoals de naam van de afzender of een bedrijf in de koptekst. De marge bovenaan het papier
moet minimaal 5 mm bedragen. Dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk met briefhoofdpapier.
*2 Alleen afdrukken vanaf een computer is beschikbaar.
Productinformatie
>
Papiergegevens
>
Beschikbaar papier en capaciteiten
248
Dik papier
Formaat Laadcapaciteit (vellen)
Papiercassette Papiertoevoer achter
Legal, Letter, 8,5×13 inch, A4, B5, A5,
A6, B6, 16K (195×270 mm), Indian-
Legal
-1
Gebruikergedenieerd
*
(mm)
54×86 tot 215,9×1200
-1
* Alleen afdrukken vanaf een computer is beschikbaar.
Envelop
Formaat Laadcapaciteit (enveloppen)
Papiercassette Papiertoevoer achter
Envelop #10, Envelop DL, Envelop C6 10 1
Papier voor dubbelzijdig afdrukken
Origineel Epson-papier
Epson Bright White Ink Jet Paper
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
Commercieel beschikbaar papier
Gewoon papier, kopieerpapier
*
* Letter, A4-, B5-, 16K- en gebruikergedenieerd formaat (182×257 tot 215,9×297 mm) wordt ondersteund voor dubbelzijdig
afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 247
Niet-beschikbare papiersoorten
Gebruik het volgende papier niet. Het gebruik van deze papiersoorten kan papierstoringen of vlekken op de afdruk
veroorzaken.
Gegolfd papier
Gescheurd of afgeknipt papier
Productinformatie
>
Papiergegevens
>
Niet-beschikbare papiersoorten
249
Gevouwen papier
Vochtig papier
Te dik of te dun papier
Papier waarop stickers zijn geplakt
Gebruik de volgende enveloppen niet. Het gebruik van deze enveloppen kan papierstoringen of vlekken op de
afdruk veroorzaken.
Omgekrulde of gevouwen enveloppen
Enveloppen met zellevende oppervlakken of vensters
Te dunne enveloppen
Deze kunnen omkrullen tijdens het afdrukken.
Informatie over verbruiksproducten
Codes van de inktessen
Epson raadt het gebruik van originele Epson-inktessen aan.
Hierna volgen de codes van originele Epson-inktessen.
c
Belangrijk:
De Epson-garantie dekt geen schade die is veroorzaakt door andere inkt dan aanbevolen, met inbegrip van elke
originele inkt van Epson die niet ontworpen is voor deze printer en van elke inkt van derden.
Het gebruik van andere, niet door Epson gemaakte producten kan leiden tot schade die niet onder de garantie
van Epson valt. Bovendien kan het gebruik van dergelijke producten er in bepaalde omstandigheden toe leiden
dat de printer niet correct functioneert.
Opmerking:
Inktescodes kunnen variëren per locatie. Neem contact op met Epson Support voor de juiste codes in uw omgeving.
De inktessen kunnen gerecycled materiaal bevatten. Dit is niet van invloed op de functies of prestaties van de printer.
Specicaties en uiterlijk van de inktes zijn onderhevig aan wijziging en verbetering zonder voorafgaande kennisgeving.
Voor Europa
Product BK: Black (Zwart) C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
ET-5170 Series/
ET-5150 Series
113 113 113 113
L6490 Series/L6460
Series
112 112 112 112
Opmerking:
Ga voor informatie over de capaciteit van de inktessen van Epson naar de volgende website.
http://www.epson.eu/pageyield
Productinformatie
>
Informatie over verbruiksproducten
>
Codes van de inktessen
250
For Australia and New Zealand
BK: Black (Zwart) C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
542 542 542 542
Voor Azië
BK: Black (Zwart) C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
008 008 008 008
Onderhoudscassettecode
De gebruiker kan een onderhoudscassette kopen en vervangen.
Epson raadt het gebruik van een originele Epson-onderhoudscassette aan.
Hierna volgt de code van de originele Epson onderhoudscassette.
T04D1
c
Belangrijk:
Wanneer een onderhoudscassette eenmaal in een printer is geplaatst, kan deze niet meer worden gebruikt in andere
printers.
Software-informatie
In dit deel maakt u kennis met de netwerkservices en sowareproducten die beschikbaar zijn voor uw printer via
de Epson-website.
Software voor afdrukken
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Windows-
printerstuurprogramma)
Het printerstuurprogramma bestuurt de printer op basis van de opdrachten van een toepassing. Door instellingen
op te geven in het printerstuurprogramma krijgt u het beste afdrukresultaat. Met het hulpprogramma voor het
printerstuurprogramma kunt u de status van de printer controleren en de printer in optimale conditie houden.
Opmerking:
U kunt de taal van het printerstuurprogramma naar wens instellen. Selecteer de gewenste taal bij Ta al op het tabblad
Hulpprogramma's.
Het printerstuurprogramma openen vanuit een toepassing
Als u instellingen wilt opgeven die alleen moeten gelden voor de toepassing waarmee u aan het werk bent, opent u
het printerstuurprogramma vanuit de toepassing in kwestie.
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor afdrukken
251
Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand. Selecteer uw printer en klik vervolgens op
Voorkeu ren of Eigenschappen.
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Het printerstuurprogramma openen via het bedieningspaneel
Wilt u in st el li ng e n congureren voor alle toepassingen, dan kunt u dit via het bedieningspaneel doen.
Windows 10/Windows Server 2019/Windows Server 2016
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Windows-systeem > Conguratiescherm > Apparaten en
printers weergeven in Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd het
pictogram voor de printer ingedrukt en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware
en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd het pictogram voor de printer ingedrukt en
selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows 7/Windows Server 2008 R2
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
Windows Vista/Windows Server 2008
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden. Klik met de
rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers en andere hardware > Printers en
faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Het printerstuurprogramma openen via het printerpictogram op de taakbalk
Het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad is een snelkoppeling waarmee u snel het
printerstuurprogramma kunt openen.
Als u op het printerpictogram klikt en Printerinstellingen selecteert, kunt u hetzelfde venster met
printerinstellingen openen als het venster dat u opent via het bedieningspaneel. Als u op dit pictogram dubbelklikt,
kunt u de status van de printer controleren.
Opmerking:
Als het printerpictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, open dan het venster van het printerstuurprogramma, klik
op Controlevoorkeursinstellingen op het tabblad Hulpprogramma's en selecteer vervolgens Snelkoppelingspictogram
registreren op taakbalk.
De toepassing starten
Open het venster van het printerstuurprogramma. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's.
Bedieningsinstellingen voor Windows-printerdriver congureren
U kunt instellingen congureren zoals het inschakelen van EPSON Status Monitor 3.
1. Open het venster van de printerdriver.
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor afdrukken
252
2. Klik op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's.
3. Congureer de gewenste instellingen en klik vervolgens op OK.
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen.
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor scannen vanaf een computer (Windows-printerstuurprogramma)” op pagina 251
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Mac OS-
printerstuurprogramma)
Het printerstuurprogramma bestuurt de printer op basis van de opdrachten van een toepassing. Door instellingen
op te geven in het printerstuurprogramma krijgt u het beste afdrukresultaat. Met het hulpprogramma voor het
printerstuurprogramma kunt u de status van de printer controleren en de printer in optimale conditie houden.
Het printerstuurprogramma openen vanuit een toepassing
Klik op Pagina-instelling of Afdrukken in het menu Bestand van uw toepassing. Klik indien nodig op Toon
details (of
d
) om het afdrukvenster te vergroten.
Opmerking:
Aankelijk van de toepassing die wordt gebruikt, wordt Pagina-instelling mogelijk niet weergegeven in het menu Bestand
en kunnen de bewerkingen voor het weergeven van het afdrukscherm verschillen. Zie de Help van de toepassing voor meer
informatie.
De toepassing starten
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open
Printerhulpprogramma.
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor afdrukken
253
Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS
Epson Printer Utility
U kunt een onderhoudsfunctie uitvoeren, zoals de spuitstukcontrole en printkopreiniging, en door EPSON Status
Monitor te starten kunt u de printerstatus en foutmeldingen raadplegen.
Het venster Bedieningsinstellingen openen voor het Mac OS-printerstuurprogramma
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of Stuurprogramma).
Toepassing voor snel en op een leuke manier afdrukken via een computer
(Epson Photo+)
Epson Photo+ is een toepassing waarmee u gemakkelijk aeeldingen met verschillende lay-outs kunt afdrukken.
U kunt ook beeldcorrectie uitvoeren en de positie aanpassen wanneer u de voorbeeldweergave van uw document
bekijkt. U kunt uw aeeldingen ook opvrolijken door test en stempels toe te voegen waar u maar wilt. Wanneer u
op legitiem Epson fotopapier afdrukt, worden de inktprestaties gemaximaliseerd voor een prachtige afwerking met
uitstekende kleuren.
Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Windows Server besturingssystemen worden niet ondersteund.
Het printerstuurprogramma moet zijn geïnstalleerd om deze applicatie te gebruiken.
Beginnen met Windows
Wind o w s 1 0
Klik op de startknop en selecteer Epson Soware > Epson Photo+.
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor afdrukken
254
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wind o w s 7 / Wi n d ow s Vi st a / Wi n d ow s X P
Klik op de startknop en selecteer Alle programma's of Programma's > Epson Soware > Epson Photo+.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Ga > Toepassingen > Epson Soware > Epson Photo+.
Gerelateerde informatie
&“Toepassingen afzonderlijk installeren” op pagina 127
Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-
apparaat (Epson Smart Panel)
Epson Smart Panel is een toepassing waarmee u printerbewerkingen gemakkelijk kunt uitvoeren, zoals afdrukken,
kopiëren of scannen vanaf een smart-apparaat of tablet. U kunt de printer en het smart-apparaat verbinden via een
draadloos netwerk, de inktniveaus en printerstatus controleren en controleren op oplossingen als er een fout
optreedt. U kunt ook gemakkelijk kopiëren door een kopieerfavoriet te registreren.
Epson Smart Panel zoeken en installeren vanaf App Store of Google Play.
Toepassing voor eenvoudig afdrukken via een Android-toepassing (Epson
Print Enabler)
Epson Print Enabler is een toepassing waarmee u documenten, e-mails, foto's en webpagina's rechtstreeks vanaf
uw Android-telefoon of -tablet (Android v4.4 of hoger) draadloos kunt afdrukken. Met enkele tikken laat u uw
Android-apparaat een Epson-printer detecteren die met hetzelfde draadloze netwerk is verbonden.
Installeer Epson Print Enabler via Google Play.
Software voor scannen
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Epson ScanSmart)
Met deze toepassing kunt u in enkele eenvoudige stappen documenten scannen en de gescande aeeldingen
vervolgens opslaan.
Raadpleeg de Help van Epson ScanSmart voor meer informatie over het gebruik van de functies.
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor scannen
255
Beginnen met Windows
Wind o w s 1 0
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson ScanSmart.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wind o w s 7
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's > Epson Soware > Epson ScanSmart.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Epson ScanSmart.
Software voor faxen
Toepassing voor het congureren van faxbewerkingen en het verzenden van
faxberichten (FAX Utility)
FAX Utility is een toepassing waarmee u verscheidene instellingen kunt congureren voor het verzenden van
faxberichten via een computer. U kunt de contactpersonenlijst maken of bewerken voor het verzenden van
faxberichten, faxberichten in PDF op te slaan op de computer, etc. Zie de Help van de toepassing voor meer
informatie.
Opmerking:
Windows Server besturingssystemen worden niet ondersteund.
Zorg ervoor dat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd voordat u FAX Utility installeert.
Controleer of FAX Utility is geïnstalleerd. Zie “Beginnen met Windows” of “Beginnen met Mac OS” hieronder om te
controleren of de toepassing is geïnstalleerd.
Beginnen met Windows
Wind o w s 1 0
Klik op de startknop en selecteer Epson Soware > FAX Utility.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wind o w s 7 / Wi n d ow s Vi st a / Wi n d ow s X P
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Alle programma's (of Programma's) > Epson Soware > FAX
Utility.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer (FAX). Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open
Printerhulpprogramma.
Gerelateerde informatie
&“Een faxbericht verzenden via een computer” op pagina 103
&“Faxberichten ontvangen op een computer” op pagina 107
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor faxen
256
Toepassing voor het verzenden van faxberichten (PC-FAX-stuurprogramma)
PC-FAX is een toepassing waarmee u een bestand, dat in een andere toepassing is gemaakt, rechtstreeks vanaf uw
computer als faxbericht kunt verzenden. Het PC-FAX-stuurprogramma wordt samen met FAX Utility
geïnstalleerd. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Windows Server besturingssystemen worden niet ondersteund.
Controleer of het PC-FAX-stuurprogramam is geïnstalleerd. Raadpleeg “Openen vanuit Windows” of “Openen vanuit
Mac OS hieronder.
De werking varieert naargelang de toepassing die gebruikt werd om het document te creëren. Zie de Help van de
toepassing voor meer informatie.
Openen vanuit Windows
Selecteer in de toepassing Afdrukken of Printerinstelling in het menu Bestand. Selecteer uw printer (FAX) en
klik vervolgens op Voorkeuren of Eigenschappen.
Openen vanuit Mac OS
Selecteer in de toepassing Druk af in het menu Bestand. Selecteer uw printer (FAX) bij Printer en selecteer
Faxinstellingen of Instellingen geadresseerden in het venstermenu.
Gerelateerde informatie
&“Een faxbericht verzenden via een computer” op pagina 103
Software voor het maken van pakketten
Application for Creating Driver Packages (EpsonNet SetupManager)
EpsonNet SetupManager is soware waarmee een pakket kan worden gemaakt voor eenvoudige printerinstallatie,
zoals het installeren van het printerstuurprogramma, het installeren van EPSON Status Monitor en het maken van
een printerpoort. Met deze soware kan de beheerder sowarepakketten op maat maken voor distributie naar de
betreende groepen.
Kijk voor meer informatie op de regionale Epson-website.
http://www.epson.com
Software voor instellingen
Toepassing voor het congureren van printerbewerkingen (Web Cong)
Web Cong is een toepassing die draait in een webbrowser, zoals Internet Explorer of Safari, op een computer of
smart device. U kunt de printerstatus controleren of de netwerkservice en de printerinstellingen aanpassen.
Verbind de printer en de computer of het smart device met hetzelfde netwerk om Web Cong te gebruiken.
De volgende browsers worden ondersteund.
Microso Edge, Internet Explorer 8 of hoger, Firefox
*
, Chrome
*
, Safari
*
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor instellingen
257
* Gebruik de laatste versie.
Opmerking:
Als er bij het openen van Web Cong geen wachtwoord is ingesteld, moet het wachtwoord worden ingesteld op de pagina
voor het instellen van het beheerderswachtwoord.
Vergeet uw gebruikersnaam en wachtwoord niet. Als u ze vergeten bent, moet u contact opnemen met Epson-ondersteuning.
Web Cong uitvoeren op een browser
1. Controleer het IP-adres van de printer.
Selecteer het netwerkpictogram op het startscherm van de printer en selecteer vervolgens de actieve
verbindingsmethode om het IP-adres van de printer te bevestigen.
Opmerking:
U kunt het IP-adres ook controleren door het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
2. Start een browser op een computer of smart device en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
Formaat:
IPv4: http://het IP-adres van de printer/
IPv6: http://[het IP-adres van de printer]/
Voorbeelden:
IPv4: http://192.168.100.201/
IPv6: http://[2001:db8::1000:1]/
Opmerking:
Met een smart device kunt u Web Cong ook uitvoeren vanuit het productinformatiescherm van het Epson Smart
Panel.
Aangezien de printer een zelfondertekend certicaat gebruikt bij toegang tot HTTPS, wordt in de browser een
waarschuwing weergegeven wanneer u Web Cong start. Deze waarschuwing wijst niet op een probleem en
kan worden genegeerd.
Gerelateerde informatie
&“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 238
Web Cong uitvoeren op Windows
Volg de onderstaande stappen om Web Cong uit te voeren als u een computer via WSD aansluit op de printer.
1. Open de printerlijst op de computer.
Win d ows 10
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Windows-systeem > Conguratiescherm > Apparaten en
printers weergeven in Hardware en geluiden.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden (of Hardware).
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor instellingen
258
Win d ows 7
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden.
Win d ows Vist a
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden.
2. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Eigenschappen.
3. Selecteer het tabblad Webser v ice en klik op de URL.
Aangezien de printer een zelfondertekend certicaat gebruikt bij toegang tot HTTPS, wordt in de browser een
waarschuwing weergegeven wanneer u Web Cong start. Deze waarschuwing wijst niet op een probleem en
kan worden genegeerd.
Web Cong uitvoeren op Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Toon webpagina printer.
Aangezien de printer een zelfondertekend certicaat gebruikt bij toegang tot HTTPS, wordt in de browser een
waarschuwing weergegeven wanneer u Web Cong start. Deze waarschuwing wijst niet op een probleem en
kan worden genegeerd.
Toepassing voor conguratie van een apparaat in een netwerk (EpsonNet
Cong)
EpsonNet Cong is een toepassing waarmee u de netwerkinterface-adressen en -protocollen kunt congureren.
Zie de gebruikershandleiding voor EpsonNet Cong of de help van de toepassing voor meer informatie.
Beginnen met Windows
Windows 10/Windows Server 2019/Windows Server 2016
Klik op de startknop en selecteer vervolgens EpsonNet > EpsonNet Cong.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008/Windows Server 2003
R2/Windows Server 2003
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Alle programma's of Programma's > EpsonNet > EpsonNet
Cong SE > EpsonNet Cong.
Beginnen met Mac OS
Ga > Toepassingen > Epson Soware > EpsonNet > EpsonNet Cong SE > EpsonNet Cong.
Gerelateerde informatie
&“Toepassingen afzonderlijk installeren” op pagina 127
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor instellingen
259
Software voor bijwerken
Toepassing voor het bijwerken van software en rmware (EPSON Software
Updater)
EPSON Soware Updater is een toepassing waarmee nieuwe soware wordt geïnstalleerd en rmware wordt
bijgewerkt via internet. Als u regelmatig wilt controleren of er updates beschikbaar zijn, kunt u de interval hiervoor
instellen in de instellingen voor automatische updates van EPSON Soware Updater.
Opmerking:
Windows Server besturingssystemen worden niet ondersteund.
Beginnen met Windows
Wind o w s 1 0
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Epson Soware > EPSON Soware Updater.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wind o w s 7 / Wi n d ow s Vi st a / Wi n d ow s X P
Klik op de knop Start en selecteer Alle programma's (of Programma's) > Epson Soware > EPSON Soware
Updater.
Opmerking:
U kunt EPSON Soware Updater ook starten door te klikken op het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad en
vervolgens Soware-update te selecteren.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Ga > Toepassingen > Epson Soware > EPSON Soware Updater.
Gerelateerde informatie
&“Toepassingen afzonderlijk installeren” op pagina 127
Overzicht instellingenmenu
Selecteer in het startscherm van de printer Instel. om de verschillende instellingen te congureren.
Algemene instellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen
Basisinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
260
Lcd-helderheid:
Hiermee past u de helderheid van het display aan.
Geluid:
Stel het volume af.
Dempen
Selecteer Aan om geluiden te dempen, zoals deze die worden weergegeven door Knop indrukken.
Normale modus
Selecteer het volume met Knop indrukken.
Stille modus
Selecteer het volume met Knop indrukken in Stille modus.
Slaaptimer:
Pas de tijdsduur aan voor het inschakelen van de slaapmodus (energiebesparingsmodus) wanneer de
printer geen bewerkingen uitvoert. Het lcd-scherm gaat uit als de ingestelde tijd is verstreken.
Uitschakelingstimer:
Uw product hee mogelijk deze functie of de functie Uitschakelinst., aankelijk van de plaats van
aankoop.
Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een
vastgestelde periode niet wordt gebruikt. U kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer
wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid van het product. Denk aan
het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Uitschakelinst.:
Uw product hee mogelijk deze functie of de functie Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats
van aankoop.
Uitschakelen indien inactief
Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een
vastgestelde periode niet wordt gebruikt. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid
van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Uitschakelen indien losgekoppeld
Als u deze instelling selecteert, schakelt de printer na 30 minuten uit als alle poorten, inclusief de
LINE-poort, zijn losgekoppeld. Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van de regio.
Datum/tijd instellen:
Datum/tijd
Voer de actuele datum en tijd in.
Zomertijd
Selecteer de zomertijdinstelling van uw regio.
Tijdsverschil
Voer het tijdverschil in tussen uw plaatselijke tijd en de UTC (Coordinated Universal Time).
Land/regio:
Selecteer het land of de regio waarin u de printer gebruikt. Als u de instelling voor land/regio wijzigt,
worden de standaardinstellingen van de fax herstelt en moet u deze opnieuw selecteren.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
261
Taal/Language:
Selecteer de taal van het lcd-scherm.
Time-out bewerking:
Selecteer Aan om terug te keren naar het beginscherm wanneer gedurende een vastgestelde tijd geen
bewerkingen zijn uitgevoerd.
Toetsenbord:
Wijzig de lay-out van het toetsenbord op het lcd-scherm.
Gerelateerde informatie
&“Stroom besparen” op pagina 126
&“Tekens invoeren” op pagina 26
Printerinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen
Instellingen papierbron:
Papierinstelling:
Selecteer het formaat en type papier dat u in de papierbron hebt geplaatst. U kunt Favoriete
papierinstell. congureren in papierformaat en papiertype.
Autom.wisselen A4/Letter:
Selecteer Aan om papier te laden van de papierbron, ingesteld als A4-formaat, wanneer er
geen papierbron ingesteld is als Letter-formaat, of om papier te laden van de papierbron,
ingesteld als Letter-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als A4-formaat.
Foutmelding:
Selecteer Aan om foutberichten weer te geven wanneer het geselecteerde papierformaat of -
type niet overeenkomt met het papier dat is geladen.
Autom. weerg. papierinstelling:
Selecteer Aan om het scherm Papierinstelling weer te geven wanneer u papier in de
papiercassette laadt. Als u deze functie uitschakelt, kunt u niet afdrukken vanaf een iPhone,
iPad of iPod touch met AirPrint.
Algem. afdrukinst.:
Deze afdrukinstellingen worden toegepast wanneer u afdrukt vanaf een extern apparaat zonder
gebruik te maken van het printerstuurprogramma. De verschuivingsinstellingen worden toegepast
wanneer u afdrukt met het printerstuurprogramma.
Oset boven:
Hiermee past u de bovenmarge van het papier aan.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
262
Oset links:
Hiermee past u de linkermarge van het papier aan.
Oset boven achter:
Hiermee past u de bovenmarge van het papier voor de achterzijde van de pagina aan bij
dubbelzijdig afdrukken.
Oset links achter:
Hiermee past u de linkermarge van het papier voor de achterzijde van de pagina aan bij
dubbelzijdig afdrukken.
Lege pagina overslaan:
Hiermee worden lege pagina's in de afdrukgegevens automatisch overgeslagen.
Auto probleemopl.:
Selecteer een actie bij het optreden van een fout bij dubbelzijdig afdrukken of vol geheugen.
Aan
Hiermee wordt een waarschuwing weergegeven en wordt in de modus voor enkelzijdig afdrukken
afgedrukt wanneer er tijdens dubbelzijdig afdrukken een fout is opgetreden, of worden alleen de
gegevens afgedrukt die de printer hee kunnen verwerken toen het geheugen vol was.
Uit
Er wordt een foutmelding weergegeven en de afdruktaak wordt geannuleerd.
Stille modus:
Selecteer Aan om het geluid tijdens het afdrukken te verminderen. De afdruksnelheid kan hierdoor
worden verlaagd. Aankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de
afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Droogtijd voor inkt:
Selecteer de droogtijd van de inkt die u wilt gebruiken bij dubbelzijdig afdrukken. De printer drukt
de andere zijde af nadat de ene zijde is afgedrukt. Als uw afdruk is gevlekt, verhoogt u de
tijdsinstelling.
PC-verbinding via USB:
Selecteer Inschakelen om de computer toegang te geven tot de printer wanneer deze via USB is
verbonden. Wanneer Uitschakelen wordt geselecteerd, worden afdruktaken en scantaken die niet via
een netwerkverbinding gaan beperkt.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 31
Netwerkinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
263
Wi-Fi instellen:
Congureer de instellingen voor de draadloze netwerkverbinding of wijzig deze. Kies uit de volgende
opties de gewenste verbindingsmethode en volg de instructies op het bedieningspaneel.
Wi-Fi (aanbevolen):
Wiza rd Wi - Fi ins t el l e n
Instellen met drukknop (WPS)
Overige
Instellen met PIN (WPS)
Wi- Fi a uto m . v erbi n d e n
Wi- Fi u its c h a ke l e n
U kunt netwerkproblemen mogelijk oplossen door de wi-instellingen uit te schakelen of
opnieuw in te stellen. Selecteer > Wi-Fi (aanbevolen) > Instellingen
wijzigen > Overige > Wi- Fi u i t s c h a k e l e n > Start installatie.
Wi-Fi Direct:
iOS
Andere OS-apparaten
Menu
Netwerknaam wijzigen
Wachtwoord wijzigen
Wi- Fi D i re c t u i t s c h a kel e n
Standaardinst. herstellen
Bekabelde LAN-installatie:
Stel een netwerkverbinding in die gebruikmaakt van een LAN-kabel en een router, of wijzig deze.
Wanneer deze functie wordt gebruikt, zijn Wi-Fi-verbindingen uitgeschakeld.
Netwerkstatus:
Hiermee worden de actuele netwerkinstellingen weergegeven of afgedrukt.
Status vast netwerk/Wi-Fi
Wi-Fi D i re c t - s t a t us
statusvel
Controle van netwerkverbinding:
Hiermee controleert u de huidige netwerkverbinding en drukt u een rapport af. Als er problemen zijn
met de verbinding, kunt u het rapport raadplegen om het probleem te verhelpen.
Geavanceerd:
Geef de volgende gedetailleerde instellingen op.
Apparaatnaam
TCP/IP
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
264
Proxy-server
IPv6-adres
link Speed & Duplex
Gerelateerde informatie
&Wi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren” op pagina 230
&“Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)” op pagina 231
&“Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 232
&“Een smart device rechtstreeks verbinden met een printer (Wi-Fi Direct)” op pagina 233
&“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 238
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 237
&“De netwerkverbinding wijzigen van wi in ethernet” op pagina 228
Webservice-instellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Webservice-instellingen
Epson Connect-services:
Gee aan of de printer geregistreerd en verbonden is met Epson Connect.
Als u zich wilt aanmelden bij de service, selecteert u Registreren en volgt u de instructies.
Wanneer u de printer hebt geregistreerd, kunt u de volgende instellingen wijzigen.
Onderbreken/hervatten
Registratie opheen
Raadpleeg voor meer informatie de volgende website.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Gerelateerde informatie
&“Afdrukken via een cloudservice” op pagina 67
Faxinstellingen
De faxfunctie is alleen beschikbaar voor de ET-5170 Series/L6490 Series.
Gerelateerde informatie
&“Fax-aansl. controleren” op pagina 266
&“Wizard faxinstelling” op pagina 266
&“Ontvangstinstellingen” op pagina 266
&“Rapportinstellingen” op pagina 268
&“Basisinstellingen” op pagina 269
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
265
&“Veiligheidsinstel.” op pagina 271
Fax-aansl. controleren
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Fax-aansl. controleren
Selecteer Fax-aansl. controleren om te controleren of de printer is aangesloten op de telefoonlijn en klaar voor de
faxtransmissie. U kunt het resultaat afdrukken en controleren op een normaal vel papier van A4-formaat.
Wizard faxinstelling
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Wizard faxinstelling
Opmerking:
U kunt dit menu niet weergeven op het scherm Web Cong.
Selecteer Wi z a r d f a x i n s te l l i n g om basisinstellingen voor faxen te openen. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
&“Basisinstellingen” op pagina 269
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten” op pagina 297
Ontvangstinstellingen
Gerelateerde informatie
&“Faxuitvoer” op pagina 266
&“Afdrukinstellingen” op pagina 267
Faxuitvoer
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen > Faxuitvoer
Opslaan in postvak IN:
Opslaan in postvak IN:
Hiermee slaat u ontvangen faxberichten op in het Postvak IN van de printer. Er kunnen
maximaal 100 documenten worden opgeslagen. Houd er rekening mee dat het opslaan van 100
documenten wellicht niet mogelijk is, aankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals de
bestandsgrootte van de opgeslagen documenten en het gebruik van meerdere
faxopslagfuncties tegelijk.
Hoewel ontvangen faxberichten niet automatisch worden afgedrukt, kunt u ze weergeven op
het scherm van de printer en alleen de berichten afdrukken die u nodig hebt.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
266
Opties wanneer het geheugen vol is:
U kunt ervoor kiezen het ontvangen faxbericht af te drukken of ontvangst ervan te weigeren
wanneer het geheugen van het Postvak IN vol is.
Inst. wachtwoord postvak:
Met het wachtwoord beveiligt u het Postvak IN om het weergeven van ontvangen faxberichten
door gebruikers te beperken. Selecteer Wi j z i g e n om het wachtwoord te wijzigen en selecteer
Resetten om de beveiliging te annuleren. Als u het wachtwoord wilt wijzigen of opnieuw wilt
instellen, hebt u het actuele wachtwoord nodig.
U kunt geen wachtwoord instellen wanneer Opties wanneer het geheugen vol is is ingesteld
op Faxen ontvangen en afdrukken.
Opslaan op computer:
Hiermee worden ontvangen faxberichten als PDF-bestand opgeslagen op een computer die met de
printer is verbonden. U kunt deze optie alleen met FAX Utility (toepassing) instellen op Ja. U kunt
deze optie niet via het bedieningspaneel van de printer inschakelen. Installeer vooraf FAX Utility op
de computer. Nadat u deze optie hebt ingesteld op Ja, kunt u de optie via het bedieningspaneel van de
printer wijzigen in Ja en afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Instellingen congureren voor het opslaan van ontvangen faxberichten” op pagina 300
Afdrukinstellingen
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen >
Afdrukinstellingen
Automatisch beperken:
Hiermee drukt u ontvangen faxberichten van groot formaat verkleind tot het papier in de papierbron
af. Naargelang de ontvangen gegevens is dit soms niet mogelijk. Als deze functie uitgeschakeld is,
worden grote documenten op hun oorspronkelijke grootte afgedrukt op meerdere pagina's, of wordt
er mogelijk een tweede lege pagina uitgeworpen.
Instellingen Pagina's splitsen:
Hiermee drukt u ontvangen faxberichten gesplitst af wanneer het formaat van het ontvangen
document groter is dan het papier dat in de printer is geladen.
Autom. draaien:
Hiermee draait u een liggend ontvangen faxbericht van A5-formaat, zodat het op de papier van A5-
formaat wordt afgedrukt. Deze instelling wordt toegepast wanneer de papierinstelling voor ten
minste een papierbron, die wordt gebruikt voor het afdrukken van faxberichten, is ingesteld op A5.
Als u Uit selecteert, worden liggend ontvangen faxberichten van A5-formaat met dezelfde breedte als
staande documenten van A4-formaat beschouwd als faxberichten van A4-formaat en als zodanig
afgedrukt.
Controleer het ingestelde papierformaat in Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen >
Instellingen papierbron.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
267
Ontvangstinformatie toevoegen:
Drukt ontvangstinformatie af op de ontvangen fax, zelfs als de verzender geen koptekstinformatie
hee ingesteld. De ontvangstinformatie omvat de datum en het tijdstip van ontvangst, de ontvangst-
id en het paginanummer (bijv. "P1"). Wanneer Instellingen Pagina's splitsen is ingeschakeld, wordt
het nummer van de gesplitste pagina ook afgedrukt.
Dubbelzijdig:
Hiermee drukt u meerdere pagina's van ontvangen documenten dubbelzijdig af.
Timing start afdruk:
Selecteer opties om de ontvangen faxberichten af te drukken.
Alle ontvangen pagina’s: Het afdrukken wordt gestart nadat alle pagina's zijn ontvangen. Of het
afdrukken wordt gestart vanaf de eerste of de laatste pagina, is aankelijk van de instelling van de
functie Sorteerstapel. Zie de uitleg voor Sorteerstapel.
Eerste pagina ontvangen: Het afdrukken begint wanneer de eerste pagina is ontvangen. De
pagina's worden afgedrukt in de volgorde waarin ze worden ontvangen. Als de printer niet kan
beginnen met afdrukken, bijvoorbeeld omdat een andere taak wordt afgedrukt, drukt de printer de
ontvangen pagina's in batch af zodra deze beschikbaar is.
Sorteerstapel:
Omdat de eerste pagina als laatste wordt afgedrukt (uitvoer bovenop), worden de afgedrukte
documenten in de juiste paginavolgorde gestapeld. Als het geheugen van de printer bijna vol is, is
deze functie mogelijk niet beschikbaar.
Tijd uitstellen afdr.:
Tijd uitstellen afdr.
Hiermee worden de in de opgegeven periode ontvangen documenten opgeslagen in het
printergeheugen zonder ze af te drukken. Deze functie kan worden gebruikt om 's nachts het
lawaai te beperken of om te voorkomen dat vertrouwelijke documenten worden afgedrukt als
u afwezig bent. Zorg ervoor dat er voldoende geheugen vrij is alvorens u deze functie gebruikt.
Tijd tot stop.
Hiermee wordt het afdrukken van documenten gestopt.
Herstarttijd invoeren
Hiermee wordt het afdrukken automatisch opnieuw gestart.
Stille modus:
Vermindert het geluid dat de printer maakt tijdens het afdrukken van faxberichten. De
afdruksnelheid wordt echter mogelijk verlaagd.
Rapportinstellingen
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Rapportinstellingen
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
268
Automatisch afdrukken faxlogboek:
Drukt automatisch het faxlogboek af. Selecteer Aan (elke 30) om een logboek af te drukken na elke
30 voltooide faxtaken. Selecteer Aan (tijd) om het logboek af te drukken op een opgegeven tijdstip.
Als er echter meer dan 30 faxtaken zijn geweest, wordt het logboek afgedrukt voordat de opgegeven
tijd verstreken is.
Afbeelding aan rapport bevestigen:
Drukt een Rapport transmissie af met een aeelding van de eerste pagina van het verzonden
document. Selecteer Aan (grote aeelding) om het bovenste deel van de pagina af te drukken
zonder te verkleinen. Selecteer Aan (kleine aeelding) om de hele pagina verkleind af te drukken
zodat deze in het rapport past.
Rapportindeling:
Selecteer in Fax > tabblad Meer > Faxverslag een andere opmaak voor faxrapporten dan Protocol
traceren. Selecteer Detail om af te drukken met foutcodes.
Basisinstellingen
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen
Faxsnelheid:
Selecteer de verzendsnelheid van de fax. We raden aan om Langz.(9.600 b/s) te selecteren als er
regelmatig een communicatiefout optreedt wanneer u berichten verzendt naar/ontvangt vanuit het
buitenland, of wanneer u een IP-service (VoIP) gebruikt.
ECM:
Corrigeert automatisch fouten met het verzenden van faxberichten (Foutcorrectiemodus), meestal
veroorzaakt door storingen op de telefoonlijn. Als deze functie uitgeschakeld is, kunt u geen
kleurendocumenten zenden en ontvangen.
Kiestoondetectie:
Detecteert een kiestoon alvorens het nummer te bellen. Als de printer op een PBX (Private Branch
Exchange) of digitale telefoonlijn is aangesloten, kan de printer mogelijk geen nummer bellen. Wijzig
in dat geval het Lijntype naar PBX. Als dit niet helpt, schakelt u de functie uit. N.B. Als u deze
functie uitschakelt, wordt het eerste cijfer van het faxnummer mogelijk overgeslagen waardoor het
bericht naar een foutief nummer wordt verzonden.
Kiesmodus:
Selecteer het telefoonsysteemtype waarop u de printer hebt aangesloten. Wanneer deze optie is
ingesteld op Puls, kunt u de kiesmodus tijdelijk wijzigen van puls naar toon door op te drukken ("T"
wordt ingevoerd) terwijl u de cijfers op het scherm invoert. Deze instelling wordt mogelijk niet
weergegeven, aankelijk van uw regio of land.
Lijntype:
Selecteer het telefoonlijntype waarop u de printer hebt aangesloten.
Wanneer u de printer gebruikt in een omgeving met losse toestellen en een externe toegangscode,
zoals een 0 of 9 voor een buitenlijn, selecteer dan PBX. Voor omgevingen met een DSL-modem of
terminaladapter raden wij tevens aan om PBX te gebruiken als instelling.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
269
Toegangscode
Selecteer Gebr. en registreer een externe toegangscode, zoals een 0 of 9. Nadat u de
toegangscode hebt geregistreerd, voert u vervolgens een hekje (#) in plaats van de code in
wanneer u een faxbericht naar een extern faxnummer verzendt. Een hekje (#) moet ook in
Contacten als externe toegangscode worden gebruikt. U kunt geen faxberichten verzenden
naar een contactpersoon voor wie een externe toegangscode is ingesteld, zoals 0 of 9. In dat
geval stelt u Toegangsco d e in op Niet gebr.. Anders moet u de code in Contacten wijzigen in
#.
Koptekst:
Voer de naam en het faxnummer van de afzender in. Deze gegevens verschijnen als koptekst op
uitgaande berichten.
Uw telefoonnummer: U kunt tot 20 tekens invoeren. Gebruik 0 t/m 9 + of spatie. Voor Web Cong
kunt u tot 30 tekens invoeren.
Koptekst fax: U kunt maximaal 21 afzendernamen registreren. U kunt tot 40 tekens invoeren voor
elke afzendernaam. Voor Web Cong voert u de koptekst in Unicode (UTF-8) in.
Ontvangstmodus:
Selecteer de ontvangstmodus. Zie de onderstaande gerelateerde informatie voor meer details.
DRD:
Als u zich bij uw telecomprovider hebt ingeschreven op een dienst met specieke beltonen, kunt u het
belsignaal voor binnenkomende faxberichten selecteren. Specieke beltoondiensten die door veel
telecombedrijven worden aangeboden (de naam van de dienst verschilt per bedrijf), bieden de
mogelijkheid om meerdere telefoonnummers op één lijn te hebben. Elk nummer krijgt dan een
specieke beltoon toegewezen. U kunt dan een nummer gebruiken voor telefoongesprekken en een
ander nummer om te faxen. Aankelijk van de regio kan deze optie Aan of Uit zijn.
Overgaan voor antwoorden:
Selecteer het aantal beltonen waarna de printer het faxbericht automatisch moet ontvangen.
Extern ontvangen:
Extern ontvangen
Als u een inkomend faxbericht beantwoordt met een telefoontoestel dat op de printer is
aangesloten, kunt u het faxbericht ontvangen door de code van het telefoontoestel in te voeren.
Startcode
Stel de startcode in voor Extern ontvangen. Voer twee tekens in. U kunt 0–9, *, # gebruiken.
Weigeringsfax:
Weigeringsfax
Selecteer opties om de ontvangst van ongewenste faxberichten te weigeren.
Lijst geweigerde nummers: Als het nummer van de afzender is opgenomen in de lijst met
geweigerde nummers, stelt u in of u inkomende faxberichten wilt weigeren.
Blanco koptekst fax geblokkeerd: Als het nummer van de afzender is geblokkeerd, stelt u in
of u de ontvangst van deze faxberichten wilt weigeren.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
270
Niet geregistreerde contacten: Als het nummer van de afzender zich niet in de contacten
bevindt, stelt u in of u de ontvangst van deze faxberichten wilt weigeren.
Lijst geweigerde nummers bewerken
U kunt tot 30 faxnummers registreren voor het weigeren van faxberichten en oproepen. Voer
tot 20 tekens in. U kunt 0–9, *, # en spaties gebruiken.
Gerelateerde informatie
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten” op pagina 297
&“Instellingen congureren voor een PBX-telefoonsysteem” op pagina 299
&“Inkomende faxen ontvangen” op pagina 95
&“Instellingen congureren voor het blokkeren van ongewenste faxberichten” op pagina 301
Veiligheidsinstel.
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Veiligheidsinstel.
Beperkingen dir. kiezen:
Door Aan te selecteren, schakelt u de functie voor het handmatig invoeren van faxnummers van
ontvangers uit, zodat de gebruiker alleen contactpersonen uit de lijst of uit de verzendgeschiedenis
kan selecteren.
Door Tweemaal invoeren te selecteren, zorgt u ervoor dat de gebruiker het faxnummer opnieuw
moet worden ingevoerd wanneer het nummer handmatig werd ingevoerd.
Door Uit te selecteren, schakelt u het handmatig invoeren van faxnummers van ontvangers in.
Adreslijst bevestigen:
Door Aan, wordt een bevestigingsscherm voor de ontvanger weergegeven alvorens het bericht
verzonden wordt.
Autom. back-upgeg.wissen:
Back-ups van verzonden en ontvangen documenten worden gewoonlijk tijdelijk in het geheugen van
de printer opgeslagen met het oog op plotselinge uitschakeling door een stroomstoring of verkeerde
handelingen.
Door Aan te selecteren worden automatisch de back-ups gewist bij het succesvol versturen of
ontvangen van een document en wanneer de back-ups overbodig worden.
Back-upgeg. wissen:
Hiermee worden alle reservekopieën gewist die tijdelijk in het printergeheugen zijn opgeslagen. Voer
deze functie uit voordat u de printer weggooit of aan iemand anders gee.
Onderhoud
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Onderhoud
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Onderhoud
271
PrintkopControle spuitm.:
Selecteer deze functie om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn. De
printer drukt een spuitkanaaltjespatroon af.
Printkop reinigen:
Selecteer deze functie om verstopte spuitkanaaltjes in de printkop te reinigen.
Krachtige reiniging:
Selecteer deze functie om alle inkt in de inktbuisjes te vervangen. Hierbij wordt meer inkt gebruikt
dan bij normaal reinigen. Zie de “Gerelateerde informatie” hieronder voor meer informatie over deze
functie.
Printkop uitlijnen:
Selecteer deze functie om de printkop bij te stellen om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Verticale uitlijning
Selecteer deze functie als uw afdrukken wazig zijn of als tekst en lijnen niet goed zijn uitgelijnd.
Horizontale uitlijning
Selecteer deze functie als zich op uw afdrukken op regelmatige afstand horizontale strepen
bevinden.
Inkt bijvullen:
Selecteer deze functie om het inktniveau te resetten naar 100% wanneer de inkttank wordt gevuld.
Instelling inktniveau:
Selecteer deze functie om het inktniveau in te stellen op de daadwerkelijk resterende hoeveelheid
inkt.
Resterende capaciteit Onderhoudsset:
Gee de geschatte levensduur van de onderhoudscassette weer. Als wordt weergegeven, is de
onderhoudscassette bijna vol. Als wordt weergegeven, is de onderhoudscassette vol.
Papiergeleider reinigen:
Selecteer deze functie als zich op de interne rollen inktvlekken bevinden. De printer voert papier in
om de interne rollen te reinigen.
Gerelateerde informatie
&“De printkop controleren en reinigen” op pagina 114
&“Krachtige reiniging uitvoeren” op pagina 116
&“De inkttank bijvullen” op pagina 200
&“Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 118
Statusv.afdrukk.
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Statusv.afdrukk.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Statusv.afdrukk.
272
Statusblad conguratie:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de actuele status en instellingen van de printer.
Statusblad voorraad:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de status van de verbruiksaccessoires.
Blad gebruiksgeschiedenis:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de gebruiksgeschiedenis van de printer.
Afdrukteller
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Afdrukteller
Gee het totale aantal afdrukken, zwart-witafdrukken en kleurenafdrukken, inclusief items als het statusblad, weer
vanaf het moment waarop u de printer hebt aangescha.
Gebruikersinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Gebruikersinstellingen
U kunt de standaardinstellingen wijzigen voor veelgebruikte instellingen voor scannen, kopiëren en faxen.
Raadpleeg de volgende gerelateerde informatie voor details.
Kopiëren
Scan naar computer
Scan naar cloud
Fax
Standaardinst. herstellen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Standaardinst. herstellen
Hiermee zet u de volgende menu's terug op de standaardwaarden.
Netwerkinstellingen
Kopieerinstellingen
Scaninstellingen
Faxinstellingen
Alle gegevens en instellingen wissen
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Standaardinst. herstellen
273
Firmware-update
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Firmware-update
Bijwerken:
Hiermee controleert u of er een nieuwe versie van de rmware op de netwerkserver staat. De
rmware wordt bijgewerkt wanneer nieuwe rmware wordt gevonden. Zodra de update is gestart,
kan deze niet worden onderbroken.
Melding:
Selecteer Aan om een melding te ontvangen als er een rmware-update beschikbaar is.
Gerelateerde informatie
&“De printerrmware bijwerken via het bedieningspaneel” op pagina 132
Productspecicaties
Printer specicaties
Plaatsing van spuitkanaaltjes in de
printkop
Spuitkanaaltjes voor zwarte inkt: 400
Spuitkanaaltjes voor gekleurde inkt: 128 voor elke kleur
Gewicht van het
papier
*
Gewoon papier 64 tot 90 g/m (17 tot 24 lb)
Dik papier 91 tot 256 g/m (25 tot 68 lb)
Enveloppen Envelop #10, DL, C6: 75 tot 100 g/m (20 tot 27 lb)
* Zelfs als de papierdikte zich binnen dit bereik bevindt, wordt het papier mogelijk niet in de printer ingevoerd of kan de
afdrukkwaliteit verminderen, afhankelijk van de papiereigenschappen of -kwaliteit.
Afdrukgebied
Afdrukgebied voor losse vellen
Afdrukkwaliteit kan afnemen in de gearceerde gedeelten vanwege het printermechanisme.
A 3.0 mm (0.12 inch)
B 3.0 mm (0.12 inch)
C 46.0 mm (1.81 inch)
D 44.0 mm (1.73 inch)
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Printer specicaties
274
Afdrukgebied voor enveloppen
Afdrukkwaliteit kan afnemen in de gearceerde gedeelten vanwege het printermechanisme.
A 3.0 mm (0.12 inch)
B 3.0 mm (0.12 inch)
C 24.0 mm (0.95 inch)
D 46.0 mm (1.81 inch)
Scannerspecicaties
Type scanner Flatbed
Foto-elektrisch apparaat CIS
Eectieve pixels 10200×14040 pixels (1200 dpi)
Maximaal documentformaat 216×297 mm (8.5×11.7 inch)
A4, Letter
Scanresolutie 1200 dpi (hoofdscan)
2400 dpi (subscan)
Outputresolutie 50 tot 9600 dpi in stappen van 1 dpi
Kleurdiepte Kleur
48 bits per pixel intern (16 bits per pixel per interne kleur)
24 bits per pixel extern (8 bits per pixel per externe kleur)
Grijstinten
16 bits per pixel per intern
8 bits per pixel per extern
Zwart-wit
16 bits per pixel per intern
1 bits per pixel per extern
Lichtbron LED
Specicaties voor ADF
Beschikbare papierformaten A4, Letter, Legal, 8.5x13in
Papiersoort Gewoon papier
Gewicht van papier 64 tot 95 g/m (17 tot 24 lb)
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Specicaties voor ADF
275
Laadcapaciteit A4, Letter, : 35 bladen of 3.85 mm
Legal, 8.5x13in: 10 vellen
Automatisch dubbelzijdig scannen Niet ondersteund
Zelfs als het origineel voldoet aan de specicaties voor afdrukmateriaal dat in de ADF kan worden geplaatst, wordt
dit mogelijk niet goed ingevoerd vanuit de ADF of kan de scankwaliteit verminderen, aankelijk van de
papiereigenschappen of -kwaliteit.
Faxspecicaties
Alleen ET-5170 Series/L6490 Series
Faxtype Walk-up zwart/wit en kleuren (ITU-T Super Group 3)
Ondersteunde lijnen Standaard analoge telefoonlijnen, PBX (Private Branch Exchange)
telefoonsystemen
Snelheid Tot 33.6 kbps
Resolutie Monochroom
Standaard: 8 pel/mm×3,85 regel/mm (203 pel/inch×98 regel/inch)
Fine: 8 pel/mm×7,7 regel/mm (203 pel/inch×196 regel/inch)
Superjn: 8 pel/mm×15,4 regel/mm (203 pel/inch×392 regel/inch)
Ultrajn: 16 pel/mm×15,4 regel/mm (406 pel/inch×392 regel/inch)
Foto: 8 pel/mm×7,7 regel/mm (203 pel/inch×196 regel/inch)
Kleur
Fine: 200×200 dpi
Foto: 200×200 dpi
Paginageheugen Tot 180 pagina's (indien ontvangen in de ITU-T No. 1 monochrome kladmodus)
Opnieuw kiezen
*
2 keer (met intervallen van 1 minuut)
Interface RJ-11-telefoonlijn RJ-11-telefoonsetaansluiting
* De specicaties variëren mogelijk per land en regio.
De poort voor de printer gebruiken
De printer gebruikt de volgende poort. Deze poorten moeten indien nodig door de netwerkbeheerder beschikbaar
worden gesteld.
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
De poort voor de printer gebruiken
276
Afzender
(client)
Gebruiken Bestemming
(server)
Protocol Poortnum
mer
Printer Wanneer Epson Connect wordt
gebruikt
Epson Connect
Server
HTTPS 443
XMPP 5222
Controle-WSD Clientcomputer WSD (TCP) 5357
De computer zoeken wanneer push-
scan vanuit Epson ScanSmart wordt
uitgevoerd
Clientcomputer Netwerkdetectie tijdens
push-scan
2968
Clientcomp
uter
De printer detecteren vanuit een
toepassing zoals EpsonNet Cong,
printerstuurprogramma en
scannerstuurprogramma.
Printer ENPC (UDP) 3289
De MIB-informatie verzamelen en
instellen vanuit een toepassing zoals
EpsonNet Cong,
printerstuurprogramma en
scannerstuurprogramma.
Printer SNMP (UDP) 161
LPR-gegevens doorsturen Printer LPR (TCP) 515
RAW-gegevens doorsturen Printer RAW (Port9100) (TCP) 9100
AirPrint-gegevens (IPP/IPPS-afdrukken)
doorsturen
Printer IPP/IPPS (TCP) 631
WSD-printer zoeken Printer WS-detectie (UDP) 3702
De scangegevens doorsturen vanuit
Epson ScanSmart
Printer Netwerkscan (TCP) 1865
De taakinformatie verzamelen
wanneer push-scan vanuit Epson
ScanSmart wordt uitgevoerd
Printer Netwerkpush-scan 2968
Interfacespecicaties
Voor computer Hi-Speed USB
*
* USB 3.0-kabels worden niet ondersteund.
Netwerkspecicaties
Wi-specicaties
Normen IEEE 802.11b/g/n
*1
Frequentiebereik 2,4 GHz
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Netwerkspecicaties
277
Coördinatiemodi Infrastructuur, Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
*2*3
Draadloze beveiliging
*4
WEP (64/128bit), WPA2-PSK (AES)
*5
*1 IEEE 802.11n is alleen beschikbaar voor de HT20.
*2 Niet ondersteund voor IEEE 802.11b.
*3 De modus voor eenvoudig toegangspunt is compatibel met een wi-verbinding (infrastructuur) of ethernetverbinding.
*4 Wi-Fi Direct ondersteunt alleen WPA2-PSK (AES).
*5 Voldoet aan WPA2-standaarden met ondersteuning voor WPA/WPA2 Personal.
Ethernetspecicaties
Normen IEEE802.3i (10BASE-T)
*1
IEEE802.3u (100BASE-TX)
IEEE802.3az (Energy Ecient Ethernet)
*2
Communicatiemodus Auto, 10Mbps Full duplex, 10Mbps Half duplex, 100Mbps
Full duplex, 100Mbps Half duplex
Aansluiting RJ-45
*1 Gebruik een STP-kabel (Shielded Twisted Pair) van categorie 5e of hoger om radiostoring te voorkomen.
*2 Het verbonden apparaat moet voldoen aan de IEEE802.3az-normen.
Netwerkfuncties en IPv4/IPv6
Functies Ondersteund Opmerkingen
Afdrukken via
netwerk
EpsonNet Print (Windows) IPv4 -
Standard TCP/IP (Windows) IPv4, IPv6 -
Afdrukken via WSD
(Windows)
IPv4, IPv6 Windows Vista of
hoger
Afdrukken via Bonjour (Mac
OS)
IPv4, IPv6 -
Afdrukken via IPP (Windows,
Mac OS)
IPv4, IPv6 -
PictBridge-afdrukken (Wi-Fi) IPv4 - Digitale camera
Epson Connect (afdrukken
vanuit e-mail, afdrukken op
afstand)
IPv4 -
AirPrint (iOS, Mac OS) IPv4, IPv6 iOS 5 of hoger, Mac
OS X v10.7 of hoger
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Netwerkspecicaties
278
Functies Ondersteund Opmerkingen
Scannen via het
netwerk
Epson Scan 2 IPv4, IPv6 -
Epson ScanSmart IPv4 Windows 7 of
hoger, Mac OS X El
Capitan of hoger
Event Manager IPv4 Windows XP, Vista,
Mac OS X v10.6 tot
Yosemite
Epson Connect (naar de
cloud scannen)
IPv4 -
AirPrint (scannen) IPv4, IPv6 OS X Mavericks of
hoger
Faxen Faxbericht verzenden IPv4 -
Faxbericht ontvangen IPv4 -
AirPrint (faxafdruk) IPv4, IPv6 OS X Mountain
Lion of hoger
Beveiligingsprotocol
SSL/TLS HTTPS Server/Client, IPPS
Ondersteunde services van derden
AirPrint Afdrukken iOS 5 of hoger/Mac OS X v10.7.x of ho-
ger
Scannen OS X Mavericks of hoger
Faxen OS X Mountain Lion of hoger
Dimensies
Dimensies Opslagruimte
Breedte: 375 mm (14.8 in.)
Diepte: 347 mm (13.7 in.)
Hoogte: 346 mm (13.6 in.)
Afdrukken
Breedte: 375 mm (14.8 in.)
Diepte: 347 mm (13.7 in.)
Hoogte: 346 mm (13.6 in.)
Gewicht
*
Ongev. 7.3 kg (16.1 lb)
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Dimensies
279
* Zonder inkt en stroomkabel.
Elektrische specicaties
ET-5170 Series/L6490 Series
Ingangsspanning AC 100–240 V AC 220–240 V
Nominaal frequentiebereik 50–60 Hz 50–60 Hz
Nominale stroom 0.5–0.2 A 0.3 A
Stroomverbruik (met USB-aansluiting) Kopiëren zonder computer: ca. 12.0 W
(ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 5.4 W
Slaapmodus: ca. 0.9 W
Uitgeschakeld: ca. 0.2 W
Kopiëren zonder computer: ca. 12.0 W
(ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 5.5 W
Slaapmodus: ca. 0.9 W
Uitgeschakeld: ca. 0.2 W
Opmerking:
Controleer het label op de printer voor de juiste spanning.
Voor gebruikers in Europa: raadpleeg de volgende website voor meer informatie over het stroomverbruik.
http://www.epson.eu/energy-consumption
ET-5150 Series/L6460 Series
Ingangsspanning AC 100–240 V AC 220–240 V
Nominaal frequentiebereik 50–60 Hz 50–60 Hz
Nominale stroom 0.5–0.2 A 0.3 A
Stroomverbruik (met USB-aansluiting) Kopiëren zonder computer: ca. 12.0 W
(ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 5.3 W
Slaapmodus: ca. 0.9 W
Uitgeschakeld: ca. 0.2 W
Kopiëren zonder computer: ca. 12.0 W
(ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 5.4 W
Slaapmodus: ca. 0.9 W
Uitgeschakeld: ca. 0.2 W
Opmerking:
Controleer het label op de printer voor de juiste spanning.
Voor gebruikers in Europa: raadpleeg de volgende website voor meer informatie over het stroomverbruik.
http://www.epson.eu/energy-consumption
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Elektrische specicaties
280
Omgevingsspecicaties
Gebruik Gebruik de printer in het bereik weergegeven in de volgende graek.
Temperatuur: 10 tot 35°C (50 tot 95°F)
Luchtvochtigheid: 20 tot 80% RV (zonder condensatie)
Opslagruimte Temperatuur na de eerste keer laden van inkt: -15 tot 40°C (5 tot 104°F)
*
Temperatuur voor de eerste keer laden van inkt: -20 tot 40°C (-4 tot 104°F)
*
Luchtvochtigheid: 5 tot 85% RV (zonder condensatie)
* Opslag bij 40°C (104°F) is mogelijk voor één maand.
Milieuspecicaties voor de inktessen
Opslagtemperatuur -20 tot 40 °C (-4 tot 104 °F)
*
Vriestemperatuur -15 °C (5 °F)
De inkt ontdooit en is na ca. 2 uur bij 25 °C (77 °F) bruikbaar.
* Opslag bij 40 °C (104 °F) is mogelijk voor één maand.
Systeemvereisten
Wind o w s
Windows Vista, Windows 7, Windows 8/8.1, Windows 10 of hoger (32-bits, 64-bits)
Wind o w s X P SP 3 ( 3 2 - b its)
Windows XP Professional x64 Edition SP2
Windows Server 2003 (SP2) of hoger
Mac OS
Mac OS X v10.6.8 of hoger
Opmerking:
Mac OS biedt mogelijk geen ondersteuning voor sommige toepassingen en functies.
Het UNIX-bestandssysteem (UFS) voor Mac OS wordt niet ondersteund.
Productinformatie
>
Productspecicaties
>
Systeemvereisten
281
Regelgevingsinformatie
Normen en goedkeuringen
Normen en goedkeuringen voor VS-model
Veiligheid UL60950-1
CAN/CSA-C22.2 No.60950-1
EMC FCC Part 15 Subpart B Class B
CAN ICES-3 (B)/NMB-3 (B)
In dit apparaat is de volgende draadloze module ingebouwd.
Fabrikant: Seiko Epson Corporation
Type: J26H006
Dit product voldoet aan lid 15 van de FCC-regelgeving en RSS-210 van de IC-regelgeving. Epson aanvaardt geen
enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten areuk wordt gedaan ten gevolge van een
niet-geautoriseerde wijziging aan de producten. De werking is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
(1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) het apparaat moet elke ontvangen
interferentie accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking van het apparaat kan veroorzaken.
Om radio-interferentie tijdens regulier gebruik te voorkomen, moet dit toestel voor een maximale afscherming
binnenshuis en op voldoende afstand van de ramen worden gebruikt. Voor buitenshuis geïnstalleerde onderdelen
(of de zendantennes ervan) moet een vergunning worden aangevraagd.
Deze apparatuur voldoet aan de FCC/IC-stralingslimieten die zijn vastgesteld voor een niet-gecontroleerde
omgeving en voldoet aan de FCC-blootstellingsrichtlijnen voor radiofrequentie (RF) in Supplement C bij OET65
en RSS-102 van de IC-blootstellingsregels voor radiofrequentie (RF). Deze apparatuur moet zodanig worden
geïnstalleerd en bediend dat de radiator zich op een afstand van ten minste 20 cm (7,9 inch) van het menselijk
lichaam bevindt (met uitzondering van ledematen: handen, polsen, voeten en enkels).
Normen en goedkeuringen voor Europees model
Voor gebruikers in Europa
Seiko Epson Corporation verklaart hierbij dat de volgende radioapparatuur voldoet aan Richtlijn 2014/53/EU. De
volledige tekst van de Verklaring van conformiteit met EU-richtlijnen is beschikbaar via de volgende website.
http://www.epson.eu/conformity
C662B, C653A
Alleen voor gebruik in Ierland, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Duitsland, Liechtenstein, Zwitserland, Frankrijk,
België, Luxemburg, Nederland, Italië, Portugal, Spanje, Denemarken, Finland, Noorwegen, Zweden, IJsland,
Kroatië, Cyprus, Griekenland, Slovenië, Malta, Bulgarije, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen,
Roemenië en Slowakije.
Epson aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten areuk wordt gedaan
ten gevolge van een niet-geautoriseerde wijziging aan de producten.
Frequentie Maximaal uitgezonden radiofrequentievermogen
Productinformatie
>
Regelgevingsinformatie
>
Normen en goedkeuringen
282
2400 tot 2483,5 MHz 20 dBm (EIRP)
Normen en goedkeuringen voor Australisch model
EMC AS/NZS CISPR32 Class B
Epson verklaart hierbij dat volgende modellen van dit apparaat voldoen aan de essentiële vereisten en andere
relevante bepalingen in AS/NZS4268:
C662B, C653A
Epson aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten areuk wordt gedaan
ten gevolge van een niet-geautoriseerde wijziging aan de producten.
Normen en goedkeuringen voor Nieuw Zeeland-model
General Warning
e grant of a Telepermit for any item of terminal equipment indicates only that Telecom has accepted that the
item complies with minimum conditions for connection to its network. It indicates no endorsement of the product
by Telecom, nor does it provide any sort of warranty. Above all, it provides no assurance that any item will work
correctly in all respects with another item of Telepermitted equipment of a dierent make or model, nor does it
imply that any product is compatible with all of Telecom's network services.
Telepermitted equipment only may be connected to the EXT telephone port. is port is not specically designed
for 3-wire-connected equipment. 3-wire-connected equipment might not respond to incoming ringing when
attached to this port.
Important Notice
Under power failure conditions, this telephone may not operate. Please ensure that a separate telephone, not
dependent on local power, is available for emergency use.
is equipment is not capable, under all operating conditions, of correct operation at the higher speeds for which it
is designed. Telecom will accept no responsibility should diculties arise in such circumstances.
is equipment shall not be set up to make automatic calls to the Telecom '111' Emergency Service.
Beperkingen op het kopiëren
Voor een verantwoord en legaal gebruik van de printer moet eenieder die ermee werkt rekening houden met de
volgende beperkingen.
Het kopiëren van de volgende zaken is wettelijk verboden:
Bankbiljetten, muntstukken en door (lokale) overheden uitgegeven eecten.
Ongebruikte postzegels, reeds van een postzegel voorziene brieaarten en andere ociële, voorgefrankeerde
poststukken.
Belastingzegels en eecten uitgegeven volgens de geldende voorschrien.
Productinformatie
>
Regelgevingsinformatie
>
Beperkingen op het kopiëren
283
Pas op bij het kopiëren van de volgende zaken:
Privé-eecten (zoals aandelen, waardepapieren en cheques), concessiebewijzen enzovoort.
Paspoorten, rijbewijzen, pasjes, tickets enzovoort.
Opmerking:
Het kopiëren van deze zaken kan ook wettelijk verboden zijn.
Verantwoord gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal:
Misbruik van printers is mogelijk door auteursrechtelijk beschermd materiaal zomaar te kopiëren. Tenzij u op
advies van een geïnformeerd advocaat handelt, dient u verantwoordelijkheidsgevoel en respect te tonen door eerst
toestemming van de copyrighteigenaar te verkrijgen voordat u gepubliceerd materiaal kopieert.
Productinformatie
>
Regelgevingsinformatie
>
Beperkingen op het kopiëren
284
Informatie voor beheerders
De printer met het netwerk verbinden.................................. 286
Instellingen voor gebruik van de printer.................................290
De printer met het netwerk verbinden
U kunt de printer op verschillende manieren met het netwerk verbinden.
Maak verbinding via de geavanceerde instellingen van het bedieningspaneel.
Maak verbinding met behulp van het installatieprogramma op de website of de soware-cd.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer via het bedieningspaneel van de printer met het netwerk verbindt.
Voor het maken van netwerkverbinding
Als u verbinding wilt maken met het netwerk, controleert u eerst de verbindingsmethode en instellingsinformatie.
Informatie verzamelen over de verbindingsinstelling
Verzamel de instellingsgegevens die nodig zijn om verbinding te maken. Controleer van tevoren de volgende
gegevens.
Divisies Items Opmerking
Apparaatverbindingsm
ethode
Ethernet
Wi
Kies hoe de printer met het netwerk moet worden verbonden.
Voor een bekabeld LAN wordt verbinding gemaakt via de LAN-switch.
Voor wi wordt verbinding gemaakt met het netwerk (SSID) van het
toegangspunt.
Gegevens voor LAN-
verbinding
IP-adres
Subnetmasker
Standaardgateway
Kies het IP-adres dat aan de printer moet worden toegewezen.
Wanneer u het IP-adres statisch toewijst, zijn alle waarden vereist.
Wanneer u het IP-adres dynamisch toewijst met de DHCP-functie, zijn
deze gegevens niet vereist, omdat het adres automatisch worden
ingesteld.
Gegevens voor wi-
verbinding
SSID
Wachtwoord
Dit omvat de SSID (netwerknaam) en het wachtwoord van het
toegangspunt waarmee de printer verbinding maakt.
Als MAC-adresltering is ingesteld, registreert u het MAC-adres van
de printer voordat u de printer registreert.
Raadpleeg het volgende voor de ondersteunde standaarden.
“Wi-specicaties” op pagina 277
Gegevens voor de DNS-
server
IP-adres voor
primaire DNS
IP-adres voor
secundaire DNS
Deze zijn vereist bij het opgeven van DNS-servers. Het secundaire
DNS is ingesteld wanneer het systeem een redundante conguratie
heeft en er een secundaire DNS-server is.
Als uw organisatie klein is en de DNS-server niet is ingesteld, stelt u
het IP-adres van de router in.
Informatie voor beheerders
>
De printer met het netwerk verbinden
>
Voor het maken van netwerkverbindin
g
286
Divisies Items Opmerking
Gegevens van de
proxyserver
Naam van de
proxyserver
Stel deze optie in wanneer de proxyserver in uw netwerkomgeving
wordt gebruikt om via intranet toegang te krijgen tot internet en u de
functie gebruikt waarmee de printer rechtstreeks toegang heeft tot
internet.
Bij de volgende functies maakt de printer rechtstreeks verbinding
met internet.
Epson Connect Services
Cloudservices van andere bedrijven
Firmware-updates
Poortnummergegeven
s
Nummer van poort
die moeten worden
vrijgegeven
Controleer het poortnummer dat door de printer en de computer
wordt gebruikt. Geef vervolgens indien nodig de poort vrij die door
een rewall wordt geblokkeerd.
Raadpleeg het volgende voor het poortnummer dat door de printer
wordt gebruikt.
“De poort voor de printer gebruiken” op pagina 276
IP-adressen toewijzen
De volgende soorten IP-adressen kunnen worden toegewezen.
Statisch IP-adres:
Wijs het vooraf bepaalde IP-adres handmatig aan de printer (host) toe.
De gegevens die nodig zijn voor verbinding met het netwerk (subnetmasker, standaardgateway, DNS-server
enzovoort), moeten handmatig worden ingesteld.
Het IP-adres verandert niet, ook niet wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Dit is dus handig wanneer u
apparaten wilt beheren in een omgeving waarin u het IP-adres niet kunt wijzigen of wanneer u apparaten aan de
hand van het IP-adres wilt beheren. Instellingen worden aanbevolen voor printers, servers enzovoort waar veel
computers toegang toe hebben.
Automatische toewijzing via de DHCP-functie (dynamisch IP-adres):
Wijs het IP-adres automatisch (host) met de DHCP-functie van de DHCP-server of -router aan de printer toe.
De gegevens die nodig zijn voor verbinding met het netwerk (subnetmasker, standaardgateway, DNS-server
enzovoort), worden automatisch ingesteld, zodat u het apparaat eenvoudig met het netwerk kunt verbinden.
Als het apparaat of de router is uitgeschakeld, of op basis van de instellingen van de DHCP-server, kan het IP-adres
veranderen wanneer opnieuw verbinding wordt gemaakt.
Dit wordt aanbevolen wanneer apparaten niet op basis van het IP-adres worden beheerd en wanneer wordt
gecommuniceerd met protocollen waarmee het IP-adres kan worden gevolgd.
Opmerking:
Wanneer u de reserveringsfunctie van de DHCP voor het IP-adres gebruikt, kunt u hetzelfde IP-adres op elk moment aan de
apparaten toewijzen.
Informatie voor beheerders
>
De printer met het netwerk verbinden
>
Voor het maken van netwerkverbindin
g
287
DNS-server en proxyserver
De DNS-server hee onder andere een hostnaam en domeinnaam van het e-mailadres dat overeenkomt met de IP-
adresinformatie.
Communicatie is niet mogelijk als de andere partij wordt aangeduid met bijvoorbeeld hostnaam of domeinnaam,
wanneer de computer of de printer communiceert via IP.
Er wordt dan een aanvraag voor informatie naar de DNS-server verzonden, maar de andere partij reageert met een
IP-adres. Dit proces heet naamomzetting.
Hierdoor kunnen apparaten als computers en printers communiceren via het IP-adres.
Naamomzetting is noodzakelijk om de printer te kunnen laten communiceren via de e-mailfunctie of de functie
voor internetverbinding.
Wanneer u deze functies gebruikt, congureert u de DNS-serverinstellingen.
Wanneer u het IP-adres van de printer toewijst met de DHCP-functie van de DHCP-server of de router, wordt dit
automatisch ingesteld.
De proxyserver bevindt zich op de gateway tussen het netwerk en internet, en communiceert met en namens de
computer, printer en internet (overstaande server). De overstaande server communiceert alleen met de
proxyserver. Printerinformatie zoals het IP-adres en het poortnummer kunnen daarom niet worden gelezen,
waarmee de beveiliging wordt verbeterd.
Wanneer u verbinding maakt met internet via een proxyserver, congureert u de proxyserver op de printer.
Verbinding maken met het netwerk via het bedieningspaneel
Verbind de printer met het netwerk via het bedieningspaneel van de printer.
Het IP-adres toewijzen
Stel de basisonderdelen in, zoals hostadres, Subnetmasker en Standaardgateway.
In dit gedeelte wordt de procedure voor het instellen van een statisch IP-adres uitgelegd.
1. Schakel de printer uit.
2. Selecteer Instel. op het startscherm van het bedieningspaneel van de printer.
3. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Geavanceerd > TCP/IP.
4. Selecteer Handmatig voor IP-adres ophalen.
Wanneer u het IP-adres automatisch instelt met de DHCP-functie van de router, selecteert u Auto. In dat geval
worden het IP-adres, het Subnetmasker en de Standaardgateway bij stap 5 en 6 ook automatisch ingesteld.
Ga door naar stap 7.
5. Voer het IP-adres in.
Als u
l
en
r
selecteert, gaat u naar het vorige of volgende segment. De segmenten worden door punten
gescheiden.
Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
Informatie voor beheerders
>
De printer met het netwerk verbinden
>
Verbinding maken met het netwerk via
288
6. Stel het Subnetmasker en de Standaardgateway in.
Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
c
Belangrijk:
Als de combinatie van het IP-adres, het Subnetmasker en de Standaardgateway onjuist is, is Start installatie
niet actief en kunnen de instellingen niet worden doorgevoerd. Controleer of er geen fout staat in de ingevoerde
waarde.
7. Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in.
Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
Opmerking:
Wanneer u Auto selecteert voor de instellingen voor het toewijzen van het IP-adres, kunt u de instellingen voor de DNS-
server selecteren uit Handmatig of Auto. Als het adres van de DNS-server niet automatisch kan worden opgehaald,
selecteert u Handmatig en voert u het adres van de DNS-server in. Voer vervolgens het adres van de secundaire DNS-
server rechtstreeks in. Ga naar stap 9 als u Auto selecteert.
8. Voer het IP-adres van de secundaire DNS-server in.
Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
9. Tik op Start installatie.
De proxyserver instellen
Stel de proxyserver in als beide punten hieronder opgaan.
De proxyserver is bestemd voor een internetverbinding.
Wanneer een functie wordt gebruikt waarin een printer rechtstreeks verbinding met internet hee, zoals de
Epson Connect-service of een cloudservice van een ander bedrijf.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Wanneer u instellingen congureert nadat het IP-adres is ingesteld, wordt het scherm Geavanceerd
weergegeven. Ga naar stap 3.
2. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Geavanceerd.
3. Selecteer Proxy-server.
4. Selecteer Gebr. voor Instellingen proxyserver.
5. Voer het adres voor de proxyserver in IPv4- of FQDN-indeling in.
Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
6. Voer het poortnummer voor de proxyserver in.
Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
7. Tik op Start installatie.
Informatie voor beheerders
>
De printer met het netwerk verbinden
>
Verbinding maken met het netwerk via
289
Verbinden met LAN
Verbind de printer met het netwerk via Ethernet of Wi-Fi.
Verbinding maken met ethernet
Verbind de printer met behulp van de ethernetkabel met het netwerk en controleer de verbinding.
1. Verbind de printer en hub (LAN-switch) met behulp van de ethernetkabel.
2. Selecteer Instel. op het startscherm.
3. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding.
Het resultaat van de verbindingsdiagnose wordt weergegeven. Bevestig of de verbinding juist is.
4. Tik op OK om af te sluiten.
Wanneer u op Controlerapport afdrukken tikt, kunt u het diagnoseresultaat afdrukken. Volg de
afdrukinstructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
&“De netwerkverbinding wijzigen van wi in ethernet” op pagina 228
Een draadloze LAN-verbinding maken (wi)
U kunt de printer op verschillende manieren met het draadloze LAN (wi) verbinden. Kies de
verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor de draadloze router, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de
instellingen handmatig congureren.
Als de draadloze router WPS ondersteunt, kunt u de instellingen congureren met drukknopinstellingen.
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enzovoort).
Gerelateerde informatie
&“Wi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren” op pagina 230
&“Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)” op pagina 231
&“Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 232
Instellingen voor gebruik van de printer
Contactpersonen beschikbaar maken
Door een lijst met contactpersonen op te slaan kunt u makkelijk bestemmingen invoeren. U kunt tot 100 nummers
invoeren en u kunt de lijst met contactpersonen gebruiken als u een faxnummer invoert. Deze functie is alleen
beschikbaar voor de ET-5170 Series/L6490 Series.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Contactpersonen beschikbaar maken
290
Contacten registreren of bewerken
1. Selecteer Fax op het startscherm.
2. Selecteer Contacten.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Als u een nieuw contact wilt registreren, selecteert u Geg. toev. en vervolgens Contact toevoegen.
Als u een contact wilt bewerken, selecteert bij het contact en selecteert u Bewerken.
Als u een contact wilt verwijderen, selecteert u in het betreende contact en vervolgens Wi s s e n en Ja.
De volgende procedures hoe u niet uit te voeren.
4. Congureer de benodigde instellingen.
Opmerking:
Als u een faxnummer invoert, moet u eerst een externe toegangscode voor het faxnummer invoeren als uw
telefoonsysteem PBX is. Deze toegangscode hebt u nodig om een buitenlijn te krijgen. Als de toegangscode is opgegeven
in de instelling van het Lijntype, voert u een hekje (#) i.p.v. de werkelijke toegangscode in. Om een pauze (drie
seconden) toe te voegen tijdens het bellen van het nummer, voegt u een koppelteken (-) toe.
5. Selecteer OK.
Contactgroepen registreren of bewerken
Voeg contactpersonen aan een groep toe om een faxbericht naar meerdere bestemmingen tegelijk te verzenden.
1. Selecteer Fax op het startscherm.
2. Selecteer Contacten.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Als u een nieuwe contactgroep wilt registreren, selecteert u Geg. toev. en vervolgens Groep toevoegen.
Als u een contactgroep wilt bewerken, selecteert u in de betreende contactgroep en vervolgens
Bewerken.
Als u een contactgroep wilt verwijderen, selecteert u in de betreende contactgroep en vervolgens
Wi s s e n en Ja. De volgende procedures hoe u niet uit te voeren.
4. Voer de Groepsnaam en het Indexwoord in of wijzig dit en selecteer vervolgens Contact(en) toegevoegd aan
de Groep (vereist).
5. Selecteer de contacten die u in de groep wilt registreren en tik vervolgens op Sluiten.
Opmerking:
U kunt tot 99 contactpersonen registreren.
Tik opnieuw op een contact als u de selectie wilt opheen.
6. Selecteer OK.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Contactpersonen beschikbaar maken
291
Contacten registreren op een computer
Met Web Cong kunt u een contactlijst maken op uw computer en deze importeren naar de printer.
1. Open "Web Cong".
2. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
3. Selecteer Contactpersonen.
4. Selecteer het nummer dat u wilt registreren en klik vervolgens op Bewerken.
5. Vo er Naam, Indexwoord, Faxnummer en Faxsnelheid in.
6. Klik op Toepassen.
Gerelateerde informatie
&“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 258
Items voor het instellen van de bestemming
Items Instellingen en toelichting
Naam Voer een naam in die in de contacten wordt weergegeven. Deze mag maximaal
30 tekens bevatten in Unicode (UTF-8).Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg.
Indexwoord Voer zoekwoorden in van maximaal 30 tekens in Unicode (UTF-8).Als u dit niet
opgeeft, laat u dit leeg.
Type Dit item is vastgelegd als Fax.Deze instelling kunt u niet wijzigen.
Faxnummer Voer hier tussen 1 en 64 tekens in. Gebruik 0–9 - * # en spatie.
Faxsnelheid Selecteer een communicatiesnelheid voor een bestemming.
Bestemmingen als groep registreren
1. Open "Web Cong".
2. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
3. Selecteer Contactpersonen.
4. Selecteer het nummer dat u wilt registreren en klik vervolgens op Bewerken.
5. Voer een Naam en Indexwoord in.
6. Selecteer een groep in Type.
7. Klik op Selecteren voor Contact(en) voor Groep.
De beschikbare bestemmingen worden weergegeven.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Contactpersonen beschikbaar maken
292
8. Selecteer de bestemming die u voor de groep wilt registreren en klik vervolgens op Selecteren.
Opmerking:
Bestemmingen kunnen worden geregistreerd voor meerdere groepen.
9. Klik op Toepassen.
Gerelateerde informatie
&“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 258
Beschikbare faxfuncties
De faxfunctie is alleen beschikbaar voor de ET-5170 Series/L6490 Series.
Voordat u faxfuncties gebruikt
Stel de volgende instellingen in om de faxfuncties te gebruiken.
Sluit de printer aan op de telefoonlijn en, indien nodig, op een telefoon
Voltooi de Wi z a r d f a x i n s t e l l i n g , dit is nodig om de basisinstellingen te voltooien.
Geef desgewenst de volgende instellingen op.
Uitvoerbestemmingen en bijbehorende instellingen, zoals netwerkinstellingen.
Registratie van Contacten
Gebruikersinstellingen waarmee standaardwaarden worden bepaald voor Fax-menu-items
Rapportinstellingen voor het afdrukken van rapporten wanneer faxberichten zijn verzonden of ontvangen
Gerelateerde informatie
&“De printer aansluiten op een telefoonlijn” op pagina 293
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten” op pagina 297
&“Faxinstellingen” op pagina 265
&“Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 290
&“Gebruikersinstellingen” op pagina 273
&“Rapportinstellingen” op pagina 268
De printer aansluiten op een telefoonlijn
Compatibele telefoonlijnen
U kunt de printer gebruiken via standaard analoge telefoonlijnen (PSTN = Public Switched Telephone Network) en
PBX (Private Branch Exchange) telefoonsystemen.
U kunt de printer mogelijk niet gebruiken via de volgende telefoonlijnen of systemen.
VoIP telefoonlijnen zoals DSL of glasvezellijnen
Digitale telefoonlijnen (ISDN)
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Beschikbare faxfuncties
293
Bepaalde PBX telefoonsystemen
Als er tussen de telefooncontactdoos in de muur en de printer adapters zoals terminaladapters, VoIP adapters,
splitters of DSL routers aangesloten zijn
De printer aansluiten op een telefoonlijn
Sluit de printer aan op een telefooncontactdoos via een RJ-11 (6P2C)-telefoonkabel. Als u een telefoon aansluit op
de printer, dient u een tweede RJ-11 (6P2C)-telefoonkabel te gebruiken.
Aankelijk van de regio wordt er mogelijk een telefoonkabel bij de printer geleverd. Als deze meegeleverd is,
gebruik deze dan.
U moet de telefoonkabel mogelijk aansluiten op een adapter voor uw land of regio.
Opmerking:
Verwijder de dop van de poort EXT. van de printer alleen als u uw telefoontoestel op de printer aansluit. Verwijder de dop
niet als u geen telefoon aansluit.
In gebieden waar vaak blikseminslagen optreden raden we aan om een piekbeveiliging te gebruiken.
Aansluiten op een standaard telefoonlijn (PSTN) of PBX
Sluit een telefoonkabel aan tussen de muurcontactdoos of PBX-poort naar de LINE poort aan de achterzijde van
de printer.
Aansluiten op DSL of ISDN
Sluit een telefoonkabel aan tussen de DSL-modem of ISDN terminaladapter naar de LINE-poort aan de achterzijde
van de printer. Raadpleeg de documentatie van de modem of adapter voor meer informatie.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Beschikbare faxfuncties
294
Opmerking:
Als uw DSL modem niet uitgerust is met een ingebouwde DSL lter, sluit dan een aparte DSL lter aan.
Uw telefoontoestel aansluiten op de printer
Als u de printer en uw telefoontoestel op een enkele telefoonlijn gebruikt, sluit dan de telefoon aan op uw printer.
Opmerking:
Als uw telefoontoestel een faxfunctie hee, schakel deze dan uit. Raadpleeg de handleidingen van het telefoontoestel voor
meer informatie. Aankelijk van het type telefoon kan de faxfunctie niet volledig worden uitgeschakeld. Hierdoor kunt u
de telefoon mogelijk niet gebruiken als externe telefoon.
Als u een antwoordapparaat aansluit, moet u ervoor zorgen dat de instelling Overgaan voor antwoorden van de printer
hoger is dan het aantal beltonen van uw antwoordapparaat dat is ingesteld voor het beantwoorden van een oproep.
1. Verwijder het beschermkapje van de EXT.-poort aan de achterzijde van de printer.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Beschikbare faxfuncties
295
2. Sluit het telefoontoestel met een telefoonkabel aan op de EXT.-poort.
Opmerking:
Als u een enkele telefoonlijn deelt, zorg er dan voor dat u uw telefoontoestel aansluit op de EXT.-poort van de printer.
Als u de lijn splitst om de telefoon en de printer afzonderlijk aan te sluiten, werken de telefoon en de printer niet goed.
3. Selecteer Fax op het bedieningspaneel van de printer.
4. Neem de hoorn van de haak.
Als een bericht wordt weergegeven voor het verzenden of ontvangen van faxberichten, zoals in het volgende
scherm wordt getoond, is de verbinding tot stand gebracht.
Gerelateerde informatie
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten” op pagina 297
&“Instellingen congureren om een antwoordapparaat te gebruiken” op pagina 299
&“Instellingen congureren voor het ontvangen van faxberichten met alleen een aangesloten telefoon” op
pagina 300
&“Ontvangstmodus:” op pagina 270
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Beschikbare faxfuncties
296
De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten
Met de Wizard faxinstelling congureert u de standaard faxfuncties om de printer kaar te maken voor het
verzenden en ontvangen van faxberichten.
De wizard wordt automatisch weergegeven wanneer de printer voor de eerste keer wordt ingeschakeld. U kunt de
wizard handmatig weergeven vanaf het bedieningspaneel van de printer. U moet de wizard opnieuw uitvoeren in
het geval dat de wizard wordt overgeslagen wanneer de printer voor het eerst wordt ingeschakeld of wanneer de
verbindingsomgeving is gewijzigd.
De onderstaande items kunt u instellen via de wizard.
Koptekst (Uw telefoonnummer en Koptekst fax)
Ontvangstmodus (Auto of Handmatig)
Distinctive Ring Detection (DRD)-instelling
De onderstaande items worden automatisch ingesteld overeenkomstig de verbindingsomgeving.
Kiesmodus (zoals To on of Puls)
Andere items in Basisinstellingen blijven ongewijzigd.
Gerelateerde informatie
&“Basisinstellingen” op pagina 269
De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten met gebruik van
Wizard faxinstelling
1. Selecteer Instel. op het startscherm van het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Algemene instellingen > Faxinstellingen > Wi z a r d f a x i n s te l l i n g .
3. Volg de aanwijzingen op het scherm en voer de afzendernaam, bijvoorbeeld uw bedrijfsnaam, en uw
faxnummer in.
Opmerking:
Uw afzendernaam en uw faxnummer verschijnen als koptekst op uitgaande faxberichten.
4. Congureer de DRD-instelling (Distinctive Ring Detection).
Als u ingeschreven bent op een specieke beltoondienst bij uw telecomprovider:
Ga naar het volgende scherm en selecteer de beltoon die voor inkomende faxberichten moet worden
gebruikt.
Wanneer u een item selecteert (maar niet Alles), wordt Ontvangstmodus ingesteld op Auto en kunt u
doorgaan naar het volgende scherm waar u de gecongureerde instellingen kunt controleren.
Als u zich niet bij uw telecomprovider op een specieke beltoondienst hebt ingeschreven of als u deze optie
niet hoe in te stellen:
Sla deze instelling over en ga naar het scherm waar u uw instellingen kunt controleren.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Beschikbare faxfuncties
297
Opmerking:
Specieke beltoondiensten, die door veel telecombedrijven worden aangeboden (naam van de service verschilt per
bedrijf), bieden de mogelijkheid om meerdere telefoonnummers op één lijn te hebben. Elk nummer krijgt dan een
specieke beltoon toegewezen. U kunt dan een nummer gebruiken voor telefoongesprekken en een ander nummer
om te faxen. Selecteer de beltoon voor faxen in DRD.
Aankelijk van de regio worden Aan en Uit weergegeven als de opties DRD. Selecteer Aan om specieke beltonen
te gebruiken.
5. Congureer de instelling Ontvangstmodus.
Als u geen telefoontoestel met de printer hoe te verbinden:
Selecteer Nee.
Ontvangstmodus is ingesteld op Auto.
Als u een telefoontoestel met de printer moet verbinden:
Selecteer Ja en selecteer vervolgens of faxberichten al dan niet automatisch kunnen worden ontvangen.
6. Controleer de gecongureerde instellingen die op het scherm worden weergegeven en ga vervolgens naar het
volgende scherm.
Selecteer om de instellingen te corrigeren of wijzigen.
7. Controleer de faxverbinding door Controle starten te selecteren en vervolgens Afdrukken te selecteren om
een rapport af te drukken waarin de verbindingsstatus wordt aangegeven.
Opmerking:
Als er fouten gemeld worden, volg dan de instructies op het rapport om ze te corrigeren.
Indien het scherm Lijntype kiezen weergegeven wordt, selecteer dan het lijntype.
- Als u de printer aansluit op een PBX-telefoonsysteem of terminaladapter selecteert u PBX.
- Wanneer u de printer aansluit op een standaard telefoonlijn, selecteert u PSTN en vervolgens Uitschakelen op het
scherm Bevestiging dat wordt weergegeven. Maar als deze instelling opgeslagen wordt als Uitschakelen wordt het
eerste cijfer van een faxnummer mogelijk overgeslagen waardoor het bericht naar een foutief nummer verzonden
wordt.
Gerelateerde informatie
&“De printer aansluiten op een telefoonlijn” op pagina 293
&“Instellingen congureren om een antwoordapparaat te gebruiken” op pagina 299
&“Ontvangstmodus:” op pagina 270
&“Instellingen congureren voor het ontvangen van faxberichten met alleen een aangesloten telefoon” op
pagina 300
&“Basisinstellingen” op pagina 269
Instellingen voor de faxfuncties van de printer op maat congureren
U kunt de faxfuncties van de printer afzonderlijk op maat congureren met behulp van het conguratiepaneel van
de printer. De instellingen die middels de Wiz a r d f a x i n s t e l l i n g zijn gecongureerd, kunnen ook worden gewijzigd.
Raadpleeg voor meer informatie de beschrijvingen van het menu Faxinstellingen.
Gerelateerde informatie
&“Faxinstellingen” op pagina 265
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Beschikbare faxfuncties
298
&“Instellingen congureren voor een PBX-telefoonsysteem” op pagina 299
&“Instellingen congureren wanneer u een telefoontoestel verbindt” op pagina 299
&“Inkomende faxen ontvangen” op pagina 95
&“Instellingen congureren voor het opslaan van ontvangen faxberichten” op pagina 300
&“Instellingen congureren voor het blokkeren van ongewenste faxberichten” op pagina 301
&“Instellingen instellen om faxen te verzenden en ontvangen op een computer” op pagina 301
Instellingen congureren voor een PBX-telefoonsysteem
Congureer de volgende instellingen als u de printer gebruikt in kantoren die gebruik maken van extensies met
externe toegangscodes, zoals een 0 en 9 voor het verkrijgen van een buitenlijn.
1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen.
3. Selecteer Lijntype en selecteer vervolgens PBX.
4. Wanneer u een faxbericht verzendt naar een extern faxnummer met # (hekje) in plaats van de werkelijke
toegangscode, selecteert u het veld Toeg a ngsc o d e om dit te Gebr..
Het symbool #, dat is ingevoerd in plaats van de werkelijke toegangscode, wordt tijdens het kiezen vervangen
door de opgeslagen toegangscode. Door gebruik te maken van # kunt u makkelijker verbinding maken met
een externe lijn.
Opmerking:
U kunt geen faxberichten verzenden naar ontvangers in Contacten die een externe toegangscode, zoals 0 of 9, hebben.
Als u ontvangers hebt geregistreerd in Contacten met een externe toegangscode, zoals 0 of 9, stelt u de Toegang s code in
op Niet gebr.. Anders moet u de code voor # in Contacten wijzigen.
5. Tik op het invoer vak To e ga ng s co d e, voer de externe toegangscode voor uw telefoonsysteem in en tik op OK.
6. Selecteer OK om de instellingen toe te passen.
De toegangscode wordt opgeslagen in uw printer.
Instellingen congureren wanneer u een telefoontoestel verbindt
Instellingen congureren om een antwoordapparaat te gebruiken
Om een antwoordapparaat te kunnen gebruiken, moet u de printer correct instellen.
1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen.
3. Stel Ontvangstmodus in op Auto.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Beschikbare faxfuncties
299
4. Stel de Overgaan voor antwoorden in op een hoger aantal dan het aantal voor het antwoordapparaat.
Als Overgaan voor antwoorden lager is ingesteld dan het aantal keer overgaan voor het antwoordapparaat,
kan het antwoordapparaat de spraakoproepen niet ontvangen om spraakberichten op te nemen. Raadpleeg de
handleidingen van het antwoordapparaat voor meer informatie.
De printerinstelling Overgaan voor antwoorden wordt mogelijk niet weergegeven, aankelijk van de regio.
Gerelateerde informatie
&“Basisinstellingen” op pagina 269
Instellingen congureren voor het ontvangen van faxberichten met alleen een aangesloten telefoon
U kunt binnenkomende faxberichten ontvangen door de hoorn van de haak. Te nemen en de telefoon te
gebruiken, zonder de printer te gebruiken.
De functie Extern ontvangen is beschikbaar voor telefoontoestellen die tonen kunnen zenden.
1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Extern ontvangen.
3. Tik op Extern ontvangen om deze optie in te stellen op Aan.
4. Selecteer Startcode, voer een tweecijferige code in (u kunt 0 tot 9, * en # invoeren) en tik vervolgens op OK.
5. Selecteer OK om de instellingen toe te passen.
Gerelateerde informatie
&“Basisinstellingen” op pagina 269
Instellingen congureren voor het opslaan van ontvangen faxberichten
Standaard worden ontvangen faxberichten automatisch afgedrukt. Behalve afdrukken kunt u de ontvangen
faxberichten ook opslaan.
Postvak IN van de printer
U kunt ontvangen faxberichten opslaan in het Postvak IN. U kunt ze bekijken op het bedieningspaneel van de
printer, zodat u alleen de faxbericht kunt afdrukken die u wilt afdrukken en ongewenste faxberichten kunt
verwijderen.
Een computer (ontvangen met PC-FAX)
De bovenstaande functies kunnen tegelijk worden gebruikt. Als u ze tegelijkertijd gebruikt, worden ontvangen
documenten opgeslagen in het postvak IN en op een computer. Congureer de instellingen met FAX Utility als u
ontvangen faxberichten op een computer wilt opslaan.
“Instellingen instellen om faxen te verzenden en ontvangen op een computer” op pagina 301
1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Algemene instellingen > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen > Faxuitvoer.
3. Als een bevestigingsbericht wordt weergegeven, bevestigt u dit en tikt u vervolgens op OK.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Beschikbare faxfuncties
300
4. Selecteer Opslaan in postvak IN.
5. Selecteer Opslaan in postvak IN om dit in te stellen op Aan.
6. Selecteer Opties wanneer het geheugen vol is en selecteer de optie die moet worden gebruikt wanneer het
postvak IN vol is.
Faxen ontvangen en afdrukken: De printer drukt alle ontvangen documenten af die niet in het Postvak IN
kunnen worden opgeslagen.
Binnenkomende faxen weigeren: De printer beantwoordt geen binnenkomende faxoproepen.
7. U kunt een wachtwoord instellen voor het postvak IN. Selecteer Inst. wachtwoord postvak en stel vervolgens
het wachtwoord in.
Opmerking:
U kunt geen wachtwoord instellen wanneer Opties wanneer het geheugen vol is is ingesteld op Faxen ontvangen en
afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Faxuitvoer” op pagina 266
&“Ontvangen faxberichten die op de printer zijn opgeslagen bekijken op het lcd-scherm” op pagina 97
Instellingen congureren voor het blokkeren van ongewenste faxberichten
U kunt ongewenste faxberichten blokkeren.
1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Weigeringsfax.
3. Schakel de voorwaarde in om ongewenste faxberichten te blokkeren.
Selecteer Weigeringsfax en schakel de volgende opties in.
Lijst geweigerde nummers: weiger faxberichten van afzenders in de lijst met geblokkeerde nummers.
Blanco koptekst fax geblokkeerd: weiger faxberichten zonder koptekstinformatie.
Niet geregistreerde contacten: weiger faxberichten van afzenders die niet zijn toegevoegd aan de lijst met
contactpersonen.
4. Tik op om terug te keren naar het scherm Weigeringsfax.
5. Als u de Lijst geweigerde nummers gebruikt, selecteert u Lijst geweigerde nummers bewerken en bewerkt u
de lijst.
Instellingen instellen om faxen te verzenden en ontvangen op een computer
Als u faxen wilt verzenden en ontvangen op een computer, moet FAX Utility zijn geïnstalleerd op de computer die
via een netwerk of USB-kabel is verbonden.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Beschikbare faxfuncties
301
Stel de instelling Opslaan op computer in om faxen te ontvangen
U kunt faxen ontvangen op een computer door de FAX Utility te gebruiken. Installeer FAX Utility op
de computer en stel de instelling in. Zie Basisbediening in de help van FAX Utility (weergegeven in
het startscherm) voor meer informatie.
De onderstaande instelling op het bedieningspaneel van de printer is ingesteld op Ja, en de ontvangen
faxen kunnen op de computer worden opgeslagen.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen > Faxuitvoer >
Opslaan op computer
Stel de instelling Opslaan op computer in op Ook afdrukken op de printer om faxen te ontvangen
U kunt de instelling instellen om ontvangen faxen af te drukken vanaf de printer of om ze op te slaan
op een computer.
1. Selecteer Instel. in het startscherm van het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Algemene instellingen > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen.
3. Selecteer Faxuitvoer > Opslaan op computer > Ja en afdrukken.
Stel de instelling Opslaan op computer in om geen faxen te ontvangen
Als wilt instellen dat de ontvangen faxen niet op de computer worden opgeslagen, wijzigt u de
instellingen op de printer.
Opmerking:
U kunt de instellingen ook wijzigen met FAX Utility. Als er echter faxen zijn die niet op de computer zijn
opgeslagen, werkt deze functie niet.
1. Selecteer Instel. in het startscherm van het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Algemene instellingen > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen.
3. Selecteer Faxuitvoer > Opslaan op computer > Nee.
Gerelateerde informatie
&“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 258
Problemen bij het congureren van instellingen
Tips voor het oplossen van problemen
De foutmelding controleren
Wanneer een fout is opgetreden, controleert u eerst of op het bedieningspaneel van de printer of het scherm van
de driver meldingen worden weergegeven. Wanneer u e-mailmeldingen hebt ingesteld wanneer gebeurtenissen
optreden, weet u snel wat de status is.
Netwerkverbindingsrapport
Stel de diagnose voor het netwerk en de printerstatus en druk het resultaat af.
U vindt de aangetroen fout aan de printerzijde.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Problemen bij het congureren van in
302
De communicatiestatus controleren
Controleer de communicatiestatus van de servercomputer of clientcomputer met behulp van een opdracht,
zoals ping of ipcong.
Verbindingstest
Voer een verbindingstest uit vanaf de printer om de verbinding tussen de printer en de e-mailserver te
controleren. Controleer tevens de verbinding van de clientcomputer met de server om de communicatiestatus te
controleren.
De instellingen initialiseren
Als uit de instellingen en de communicatiestatus geen problemen naar voren komen, kunnen de problemen
mogelijk worden opgelost door de netwerkinstellingen van de printer uit te schakelen of te initialiseren en de
instellingen opnieuw te congureren.
Geen toegang tot Web Cong
Het IP-adres is niet aan de printer toegewezen.
Er is mogelijk geen geldig IP-adres aan de printer toegewezen. Congureer het IP-adres via het
bedieningspaneel van de printer. U kunt de huidige instellingen controleren aan de hand van een
netwerkstatusblad of het bedieningspaneel van de printer.
De webbrowser ondersteunt de versleutelingssterkte voor SSL/TLS niet.
SSL/TLS hee de Codeersterkte. U kunt Web Cong openen in een webbrowser die bulkversleuteling
als volgt ondersteunt. Controleer of u een ondersteunde browser gebruikt.
80-bits: AES256/AES128/3DES
112-bits: AES256/AES128/3DES
128-bits: AES256/AES128
192-bits: AES256
256-bits: AES256
CA-ondertekend Certicaat is verlopen.
Als er een probleem is met de vervaldatum van het certicaat, wordt het bericht "Het certicaat is
verlopen" weergegeven wanneer verbinding wordt gemaakt met Web Cong via SSL/TLS-
communicatie (https). Als het bericht vóór de vervaldatum wordt weergegeven, moet u controleren of
de datum van de printer juist is gecongureerd.
De algemene naam van het certicaat en de printer komen niet overeen.
Als de algemene naam van het certicaat en de printer niet overeenkomen, wordt het bericht "De
naam van het certicaat en de printer komen niet overeen" weergegeven wanneer u Web Cong
opent via SSL/TLS-communicatie (https). Dit gebeurt omdat de volgende IP-adressen niet
overeenkomen.
Het IP-adres van de printer dat is ingevoerd voor de algemene naam voor het maken van een
Zelfondertekend certicaat of CSR
Het IP-adres dat is ingevoerd voor de webbrowser tijdens het uitvoeren van Web Cong
Werk voor het Zelfondertekend certicaat het certicaat bij.
Haal voor het CA-ondertekend Certicaat het certicaat opnieuw op voor de printer.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Problemen bij het congureren van in
303
De proxyserverinstelling of het lokale adres is niet ingesteld op de webbrowser.
Wanneer de printer is ingesteld voor het gebruik van een proxyserver, congureert u de webbrowser
zodanig dat deze niet via de proxyserver verbinding maakt met het lokale adres.
Wi n d ow s :
Selecteer Conguratiescherm > Netwerk en internet > Internetopties > Verbindingen > LAN-
instellingen > Proxyserver en stel vervolgens in dat de proxyserver niet moet worden gebruikt
voor LAN (lokale adressen).
Mac OS:
Selecteer Systeemvoorkeuren > Netwerk > Geavanceerd > Proxys en registreer vervolgens het
lokale adres bij Negeer proxy-instellingen voor deze hosts en domeinen.
Voorbeeld:
192.168.1.*: Lokaal adres 192.168.1.XXX, subnetmasker 255.255.255.0
192.168.*.*: Lokaal adres 192.168.XXX.XXX, subnetmasker 255.255.0.0
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Problemen bij het congureren van in
304
Hulp vragen
Technische ondersteuning (website)....................................306
Contact opnemen met de klantenservice van Epson........................ 306
Technische ondersteuning (website)
Als u verdere hulp nodig hebt, kunt u naar de onderstaande ondersteuningswebsite van Epson gaan. Selecteer uw
land of regio, en ga naar de ondersteuningssectie van uw lokale Epson-website. Op de site vindt u ook de nieuwste
drivers, veelgestelde vragen en ander downloadbare materialen.
http://support.epson.net/
http://www.epson.eu/support (Europa)
Als uw Epson-product niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de
klantenservice van Epson.
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
Voordat u contact opneemt met Epson
Als uw Epson-product niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen met de informatie in de
producthandleidingen, neem dan contact op met de klantenservice van Epson.
De volgende lijst voor ondersteuning van Epson is gebaseerd op het land van verkoop. Sommige producten
worden mogelijk niet in uw land verkocht. Neem contact op met de klantenservice van Epson voor het land waarin
u het product hebt gekocht.
Als uw land hierna niet wordt vermeld, neemt u contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt
aangescha.
We kunnen u sneller helpen als u de volgende informatie bij de hand hebt:
Het serienummer van de printer
(Het etiket met het serienummer vindt u meestal aan de achterzijde van de printer.)
Het model van de printer
De versie van de printersoware
(Klik op About, Version Info of een vergelijkbare knop in uw toepassing.)
Het merk en het model van uw computer
Naam en versie van het besturingssysteem op uw computer
Naam en versie van de toepassingen die u meestal met de printer gebruikt
Opmerking:
Aankelijk van het apparaat kunnen de gegevens van de snelkieslijst voor fax en/of netwerkinstellingen worden opgeslagen
in het geheugen van het apparaat. Als een apparaat defect raakt of wordt hersteld is het mogelijk dat gegevens en/of
instellingen verloren gaan. Epson is niet verantwoordelijk voor gegevensverlies, voor de back-up of het ophalen van gegevens
en/of instellingen, zelfs niet tijdens een garantieperiode. Wij raden u aan zelf een back-up te maken of notities te nemen.
Hulp voor gebruikers in Europa
In het pan-Europese garantiebewijs leest u hoe u contact kunt opnemen met de klantenservice van Epson.
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in Europa
306
Hulp voor gebruikers in Taiwan
Voor informatie, ondersteuning en service:
Internet
http://www.epson.com.tw
Informatie over productspecicaties, drivers om te downloaden, antwoorden op vragen met betrekking tot het
gebruik van producten.
Epson-helpdesk
Telefoon: +886-2-80242008
Ons helpdeskteam kan u telefonisch helpen met het volgende:
Verkoopvragen en productinformatie
Vragen over het gebruik van of problemen met producten
Vragen over reparaties en garantie
Servicecentrum voor reparaties:
http://www.tekcare.com.tw/branchMap.page
TekCare corporation is een erkend servicecentrum voor Epson Taiwan Technology & Trading Ltd.
Hulp voor gebruikers in Australië
Epson Australia staat voor u klaar als u hulp nodig hebt. Naast de producthandleidingen beschikt u over de
volgende informatiebronnen:
Internet-URL
http://www.epson.com.au
Raadpleeg de website van Epson Australia. Hier vindt u ongetwijfeld wat u zoekt: een downloadgedeelte voor
drivers, Epson-adressen, informatie over nieuwe producten en technische ondersteuning (e-mail).
Epson-helpdesk
Telefoon: 1300-361-054
In laatste instantie kunt u voor advies altijd terecht bij de Epson-helpdesk. Onze medewerkers kunnen u helpen bij
de installatie, de conguratie en het gebruik van uw Epson-product. Ook kunt u hier documentatie over nieuwe
Epson-producten of het adres van de dichtstbijzijnde leverancier of onderhoudsmonteur aanvragen. Op tal van
vragen vindt u hier het antwoord.
Zorg ervoor dat u alle relevante informatie bij de hand hebt wanneer u belt. Hoe meer informatie u kunt geven, des
te sneller we u kunnen helpen: handleidingen van uw Epson-product, het type computer, het besturingssysteem,
toepassingen en alle informatie die u verder belangrijk lijkt.
Producttransport
Epson adviseert om de productverpakking te behouden voor toekomstig transport. Ook wordt aangeraden om de
inkttank met plakband vast te maken en het product rechtop te houden.
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in Australië
307
Hulp voor gebruikers in Nieuw-Zeeland
Epson Nieuw-Zeeland staat voor u klaar met het hoogste niveau van klantenservice. Naast de
productdocumentatie beschikt u over de volgende informatiebronnen:
Internet-URL
http://www.epson.co.nz
Raadpleeg de website van Epson Nieuw-Zeeland. Hier vindt u ongetwijfeld wat u zoekt: een downloadgedeelte
voor drivers, Epson-adressen, informatie over nieuwe producten en technische ondersteuning (e-mail).
Epson-helpdesk
Telefoon: 0800 237 766
In laatste instantie kunt u voor advies altijd terecht bij de Epson-helpdesk. Onze medewerkers kunnen u helpen bij
de installatie, de conguratie en het gebruik van uw Epson-product. Ook kunt u hier documentatie over nieuwe
Epson-producten of het adres van de dichtstbijzijnde leverancier of onderhoudsmonteur aanvragen. Op tal van
vragen vindt u hier het antwoord.
Zorg ervoor dat u alle relevante informatie bij de hand hebt wanneer u belt. Hoe meer informatie u kunt geven, des
te sneller we u kunnen helpen: Deze informatie omvat Epson-productdocumentatie, het type computer, het
besturingssysteem, toepassingen en alle informatie die u verder belangrijk lijkt.
Producttransport
Epson adviseert om de productverpakking te behouden voor toekomstig transport. Ook wordt aangeraden om de
inkttank met plakband vast te maken en het product rechtop te houden.
Hulp voor gebruikers in Singapore
Epson Singapore biedt de volgende informatiebronnen, ondersteuning en diensten:
Internet
http://www.epson.com.sg
Informatie over productspecicaties, drivers om te downloaden, veelgestelde vragen, verkoopvragen en technische
ondersteuning via e-mail.
Epson-helpdesk
Gratis nummer: 800-120-5564
Ons helpdeskteam kan u telefonisch helpen met betrekking tot:
Verkoopvragen en productinformatie
Vragen over het gebruik van of het oplossen van problemen met producten
Vragen over reparaties en garantie
Hulp voor gebruikers in Thailand
Voor informatie, ondersteuning en service:
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in Thailand
308
Internet
http://www.epson.co.th
Informatie over productspecicaties, stuurprogramma's om te downloaden, veelgestelde vragen en ondersteuning
via e-mail.
Epson-callcenter
Telefoon: 66-2685-9899
E-mail: support@eth.epson.co.th
Ons callcenter kan u telefonisch helpen met betrekking tot:
Verkoopvragen en productinformatie
Vragen over het gebruik van of problemen met producten
Vragen over reparaties en garantie
Hulp voor gebruikers in Vietnam
Voor informatie, ondersteuning en service:
Epson-servicecentrum
65 Truong Dinh Street, District 1, Ho Chi Minh City, Vietnam.
Telefoon (Ho Chi Minhstad): 84-8-3823-9239, 84-8-3825-6234
29 Tue Tinh, Quan Hai Ba Trung, Hanoi City, Vietnam
Telefoon (Hanoi): 84-4-3978-4785, 84-4-3978-4775
Hulp voor gebruikers in Indonesië
Voor informatie, ondersteuning en service:
Internet
http://www.epson.co.id
Informatie over productspecicaties, drivers om te downloaden
Veelgestelde vragen, verkoopvragen, vragen via e-mail
Epson Hotline
Telefoon: +62-1500-766
Fax: +62-21-808-66-799
Ons hotlineteam kan u telefonisch of per fax helpen met betrekking tot:
Verkoopvragen en productinformatie
Technische ondersteuning
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in Indonesië
309
Epson-servicecentrum
Provincie Bedrijfsnaam Adres Telefoon
E-mail
JAKARTA Epson Sales and
Service Jakarta
(SUDIRMAN)
Wisma Keiai Lt. 1 Jl. Jenderal Sudirman Kav.
3 Jakarta Pusat - DKI JAKARTA 10220
021-5724335
ess@epson-indonesia.co.id;
ess.support@epson-
indonesia.co.id
SERPONG Epson Sales and
Service Serpong
Ruko Melati Mas Square Blok A2 No.17
Serpong-Banten
082120090084 / 082120090085
esstag@epson-indonesia.co.id;
esstag.support@epson-
indonesia.co.id
SEMARANG Epson Sales and
Service Semarang
Komplek Ruko Metro Plaza Block C20 Jl. MT
Haryono No. 970 Semarang -JAWA TENGAH
024 8313807 / 024 8417935
esssmg@epson-indonesia.co.id;
esssmg.support@epson-
indonesia.co.id
JAKARTA Epson Sales and
Service Jakarta
(MANGGA DUA)
Ruko Mall Mangga Dua No. 48 Jl. Arteri
Mangga Dua, Jakarta Utara - DKI JAKARTA
021 623 01104
jkt-technical1@epson-
indonesia.co.id; jkt-admin@epson-
indonesia.co.id
BANDUNG Epson Sales and
Service Bandung
Jl. Cihampelas No. 48 A Bandung Jawa
Barat 40116
022 420 7033
bdg-technical@epson-
indonesia.co.id; bdg-
admin@epson-indonesia.co.id
MAKASSAR Epson Sales and
Service Makassar
Jl. Cendrawasih NO. 3A, kunjung mae,
mariso, MAKASSAR - SULSEL 90125
0411- 8911071
mksr-technical@epson-
indonesia.co.id; mksr-
admin@epson-indonesia.co.id
MEDAN Epson Service
Center Medan
Jl. Bambu 2 Komplek Graha Niaga Nomor
A-4, Medan - SUMUT
061- 42066090 / 42066091
mdn-technical@epson-
indonesia.co.id; mdn-adm@epson-
indonesia.co.id
PALEMBANG Epson Service
Center Palembang
Jl. H.M Rasyid Nawawi No. 249 Kelurahan 9
Ilir Palembang Sumatera Selatan
0711 311 330
escplg@epson-indonesia.co.id;
escplg.support@epson-
indonesia.co.id
PEKANBARU Epson Service
Center PekanBaru
Jl. Tuanku Tambusai No. 459 A Kel.
Tangkerang barat Kec Marpoyan damai
Pekanbaru - Riau 28282
0761- 8524695
pkb-technical@epson-
indonesia.co.id; pkb-
admin@epson-indonesia.co.id
PONTIANAK Epson Service
Center Pontianak
Komp. A yani Sentra Bisnis G33, Jl. Ahmad
Yani - Pontianak Kalimantan Barat
0561- 735507 / 767049
pontianak-technical@epson-
indonesia.co.id; pontianak-
admin@epson-indonesia.co.id
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in Indonesië
310
Provincie Bedrijfsnaam Adres Telefoon
E-mail
SAMARINDA Epson Service
Center Samarinda
Jl. KH. Wahid Hasyim (M. Yamin) Kelurahan
Sempaja Selatan Kecamatan Samarinda
UTARA - SAMARINDA - KALTIM
0541 7272 904
escsmd@epson-indonesia.co.id;
escsmd.support@epson-
indonesia.co.id
SURABAYA Epson Sales &
Service Surabaya
(barat)
Jl. Haji Abdul Wahab Saimin, Ruko Villa
Bukit Mas RM-11, Kec. Dukuh Pakis,
Surabaya - 60225
031- 5120994
sby-technical@epson-
indonesia.co.id; sby-
admin@epson-indonesia.co.id
YOGYAKARTA Epson Service
Center Yogyakarta
YAP Square, Block A No. 6 Jl. C Simanjutak
Yogyakarta - DIY
0274 581 065
ygy-technical@epson-
indonesia.co.id; ygy-
admin@epson-indonesia.co.id
JEMBER Epson Service
Center Jember
JL. Panglima Besar Sudirman Ruko no.1D
Jember-Jawa Timur (Depan Balai Penelitian
& Pengolahan Kakao)
0331- 488373 / 486468
jmr-admin@epson-indonesia.co.id;
jmr-technical@epson-
indonesia.co.id
MANADO EPSON SALES AND
SERVICE Manado
Jl. Piere Tendean Blok D No 4 Kawasan
Mega Mas Boulevard - Manado 95111
0431- 8805896
MND-ADMIN@EPSON-
INDONESIA.CO.ID; MND-
TECHNICAL@EPSON-
INDONESIA.CO.ID
CIREBON EPSON SERVICE
CENTER Cirebon
Jl. Tuparev No. 04 ( Depan Hotel Apita )
Cirebon, JAWA BARAT
0231– 8800846
cbn-technical@epson-
indonesia.co.id
CIKARANG EPSON SALES AND
SERVICE CIKARANG
Ruko Metro Boulevard B1 Jababeka
cikarang - Jawa Barat,
021- 89844301 / 29082424
ckg-admin@epson-
indonesia.co.id; ckg-
technical@epson-indonesia.co.id
MADIUN EPSON SERVICE
CENTER MADIUN
Jl. Diponegoro No.56, MADIUN - JAWA
TIMUR
0351- 4770248
mun-admin@epson-
indonesia.co.id ; mun-
technical@epson-indonesia.co.id
PURWOKERTO EPSON SALES AND
SERVICE Purwokerto
Jl. Jendral Sudirman No. 4 Kranji
Purwokerto - JAWA TENGAH
0281- 6512213
pwt-admin@epson-
indonesia.co.id ; pwt-
technical@epson-indonesia.co.id
BOGOR EPSON SALES AND
SERVICE Bogor
Jl.Pajajaran No 15B Kel Bantarjati Kec Bogor
Utara - JAWA BARAT 16153
0251- 8310026
bgr-admin@epson-
indonesia.co.id ; bgr-
technical@epson-indonesia.co.id
SERANG EPSON SERVICE
CENTER Serang
Jl. Ahmad Yani No.45C, SERANG - BANTEN 0254- 7912503
srg-admin@epson-
indonesia.co.id ; srg-
technical@epson-indonesia.co.id
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in Indonesië
311
Provincie Bedrijfsnaam Adres Telefoon
E-mail
PALU EPSON SALES AND
SERVICE Palu
Jl. Juanda No. 58, Palu - Sulteng 0451- 4012 881
plw-admin@epson-
indonesia.co.id; plw-
technical@epson-indonesia.co.id
BANJARMASI
N
EPSON SERVICE
CENTER
BANJARMASIN
Jl. Gatot Soebroto NO. 153 BANJARMASIN -
KALSEL 70235
0511- 6744135 (TEKNISI) /
3266321(ADMIN)
bdj-admin@epson-indonesia.co.id;
bdj-technical@epson-
indonesia.co.id
DENPASAR EPSON SALES AND
SERVICE Denpasar
JL. MAHENDRADATA NO. 18, DENPASAR -
BALI
0361- 3446699 / 9348428
dps-admin@epson-
indonesia.co.id; dps-
technical@epson-indonesia.co.id
JAKARTA EPSON SALES AND
SERVICE CILANDAK
CIBIS Business Park Tower 9 LT. MEZZANINE,
Jalan TB Simatupang No.2, Jakarta Selatan -
DKI JAKARTA 12560
021- 80866777
esscibis.support1@epson-
indonesia.co.id;
esscibis.support2@epson-
indonesia.co.id;
esscibis.admin@epson-
indonesia.co.id;
esscibis.sales@epson-
indonesia.co.id
SURABAYA EPSON SALES AND
SERVICE SURABAYA
(GUBENG)
JL. RAYA GUBENG NO. 62, SURABAYA - JAWA
TIMUR
031- 99444940 / 99446299 /
99446377
esssby@epson-indonesia.co.id;
esssby.support@epson-
indonesia.co.id
AMBON EPSON SERVICE
CENTER AMBON
Jl. Diponegoro No.37 (Samping Bank
Mandiri Syariah) Kel.Ahusen, Kec.Sirimau -
Ambon 97127
-
Voor overige, hier niet genoemde steden belt u de hotline: 08071137766.
Hulp voor gebruikers in Hong Kong
Voor technische ondersteuning en andere diensten kunnen gebruikers contact opnemen met Epson Hong Kong
Limited.
Internet
http://www.epson.com.hk
Epson Hong Kong hee een eigen webpagina in het Chinees en Engels om gebruikers de volgende informatie aan
te bieden:
Productinformatie
Antwoorden op veelgestelde vragen
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in Hong Kong
312
Nieuwste versies van drivers voor Epson-producten
Hotline voor technische ondersteuning
U kunt ook contact opnemen met onze ondersteuningsmedewerkers via het volgende telefoon- en faxnummer:
Telefoon: 852-2827-8911
Fax: 852-2827-4383
Hulp voor gebruikers in Maleisië
Voor informatie, ondersteuning en service:
Internet
http://www.epson.com.my
Informatie over productspecicaties, drivers om te downloaden
Veelgestelde vragen, verkoopvragen, vragen via e-mail
Epson-callcenter
Telefoon: 1800-81-7349 (gratis)
E-mail: websupport@emsb.epson.com.my
Verkoopvragen en productinformatie
Vragen over het gebruik van of problemen met producten
Vragen over reparaties en garantie
Hoofdkantoor
Telefoon: 603-56288288
Fax: 603-5628 8388/603-5621 2088
Hulp voor gebruikers in India
Voor informatie, ondersteuning en service:
Internet
http://www.epson.co.in
Informatie over productspecicaties, drivers om te downloaden, antwoorden op vragen met betrekking tot het
gebruik van producten.
Helpdesk
Service, productinformatie en verbruiksartikelen bestellen (BSNL-lijnen)
Gratis nummer: 18004250011
Bereikbaar van 9.00 tot 18.00 uur, van maandag tot en met zaterdag (feestdagen uitgezonden)
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in India
313
Voor service (CDMA en mobiele gebruikers)
Gratis nummer: 186030001600
Bereikbaar van 9.00 tot 18.00 uur, van maandag tot en met zaterdag (feestdagen uitgezonden)
Hulp voor gebruikers in de Filippijnen
Voor technische ondersteuning en aersales-services kunnen gebruikers contact opnemen met Epson Philippines
Corporation via de telefoon- en faxnummers en het e-mailadres hieronder:
Internet
http://www.epson.com.ph
Informatie over productspecicaties, drivers om te downloaden, veelgestelde vragen en ondersteuning via e-mail.
Epson Philippines Customer Care
Gratis nummer: (PLDT) 1-800-1069-37766
Gratis nummer: (digitaal) 1-800-3-0037766
Metro Manila: (632) 8441 9030
Website: https://www.epson.com.ph/contact
E-mail: customercare@epc.epson.com.ph
Bereikbaar van 9.00 tot 18.00 uur, van maandag tot en met zaterdag (feestdagen uitgezonden)
Onze klantenzorg kan u telefonisch helpen met betrekking tot:
Verkoopvragen en productinformatie
Vragen over het gebruik van of problemen met producten
Vragen over reparaties en garantie
Epson Philippines Corporation
Telefoon: +632-706-2609
Fax: +632-706-2663
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
>
Hulp voor gebruikers in de Filippijnen
314
7

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Epson ET-5170 series Ecotank wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Andere Handbücher von Epson ET-5170 series Ecotank

Epson ET-5170 series Ecotank Bedienungsanleitung - Deutsch - 318 seiten

Epson ET-5170 series Ecotank Bedienungsanleitung - Englisch - 303 seiten

Epson ET-5170 series Ecotank Bedienungsanleitung - Französisch - 315 seiten


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info