2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
Het venster Afdrukken van de toepassing wordt weergegeven.
3. Selecteer XXXXX (FAX) (waarbij XXXXX staat voor de printernaam) in Printer en controleer de instellingen
voor faxverzending.
❏ Geef 1 op bij Aantal exemplaren. De fax wordt mogelijk niet correct verzonden als u 2 of meer opgee.
❏ Functies als Afdrukken naar bestand, waarmee de uitvoerpoort wordt gewijzigd, kunnen niet worden
gebruikt.
❏ Per faxoverdracht kunt u tot 100 pagina's verzenden, inclusief voorblad.
Opmerking:
❏ Klik op Printereigenschappen als u Papierformaat, Afdrukstand, Kleur, Beeldkwaliteit of Tekendichtheid wilt
opgeven. Zie de help van het PC-FAX-stuurprogramma voor meer informatie.
❏ Wanneer u voor het eerst een fax verzendt, wordt een venster weergegeven waarin u uw gegevens kunt registreren.
Voer de benodigde informatie in en klik op OK.
4. Klik op Druk af.
Als u FAX Utility voor het eerst gebruikt, wordt een venster weergegeven waarin u uw gegevens kunt
registreren. Voer de benodigde gegevens in en klik vervolgens op OK. FAX Utility gebruikt een Registernaam
voor het intern beheren van faxtaken. Overige informatie wordt automatisch toegevoegd aan het voorblad.
Het scherm Instellingen geadresseerden van FAX Utility wordt weergegeven.
5. Geef een ontvanger op en klik op Vo lg end e.
❏ Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) rechtstreeks opgeven:
Klik op het tabblad Handmatig kiezen, voer de benodigde informatie in en klik op Toevoegen. De
ontvanger wordt toegevoegd aan de Lijst geadresseerden die wordt weergegeven in het bovenste deel van
het venster.
Opmerking:
❏ Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in
plaats van de exacte prexcode, voer u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de
onderstaande koppeling naar gerelateerde informatie.
❏ Als u Voer het faxnummer tweemaal in hebt geselecteerd in de Optie-instellingen op het startscherm van FAX
Utility, moet u hetzelfde nummer opnieuw invoeren wanneer u op Toe v oe g en of Vol ge nd e klikt.
❏ Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) selecteren uit het telefoonboek:
Als de ontvanger is opgeslagen in het telefoonboek, klikt u op het tabblad Te le fo on bo e k. Selecteer de
ontvanger in de lijst en klik op Toevoegen. De ontvanger wordt toegevoegd aan de Lijst geadresseerden die
wordt weergegeven in het bovenste deel van het venster.
Opmerking:
Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in plaats
van de exacte
prexcode,
voer u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de onderstaande
koppeling naar gerelateerde informatie.
6.
Geef de inhoud van het voorblad op.
A
Als u een voorblad wilt toevoegen, selecteert u een van de sjablonen uit Vo orb la d. Voer Onderwerp en
Bericht in. Houd er rekening mee dat er geen functie is voor het maken van een origineel voorblad of voor het
toevoegen van een origineel voorblad aan de lijst.
Als u geen voorblad wilt toevoegen, selecteert u Geen voorblad bij Voorb la d.
Gebruikershandleiding
Faxen
156