CARDIO LINE 4000 S/S MED/MED/SP/S SP
CARDIO LINE 4100 S/S MED/MED
Technische en optische wijzigingen, alsmede drukfouten voorbehouden - © 2018 by ERGO-FIT GmbH & Co. KG
25
5.2 Standplaats en plaatsing
⊗ Let erop dat de standplaats gelijkmatig en horizontaal is.
⊗ Kleine oneffenheden van de vloer kunt u met de verstelbare stelvoeten aan uw
apparaat compenseren (alleen bij CYCLE, CROSS en RECUMBENT). Stel deze
schroefvoeten zo in dat het apparaat vast en niet wankel staat. Het is beslist
noodzakelijk de stelvoet in te stellen, omdat deze als steun voor het apparaat dient.
(De juiste positie van de stelvoeten staat in Hoofdstuk 5.5 – Bestanddelen)
⊗ Stel het apparaat zo op dat het op elk moment mogelijk is om de stroomstekker en
-schakelaar te ontkoppelen.
⊗ Zorg er uit veiligheidsoverwegingen voor, dat er voldoende ruimte rondom het
apparaat is, zodat degene, die aan het trainen is, zich nergens aan kan stoten en
dat anderen letsel kunnen oplopen aan bewegende delen: Uitgaande van de
toegangsrichting van het trainingsapparaat moet er een vrije ruimte zijn, die
minstens 0,6 m groter is dan de zone, die voor oefenen nodig is. Die zone moet
ook groot genoeg zijn, dat het apparaat in geval van nood kan worden
gedemonteerd. Naast elkaar staande trainingsapparatuur kunnen de vereiste
vrije ruimte delen.
⊗ Let erop dat de afstand tussen de afzonderlijke apparaten tenminste een meter
bedraagt, aangezien anders storingen kunnen optreden bij de POLAR-
polsontvanger.
⊗ Ook hoogfrequentie en magnetische storingsbronnen (b.v. radio’s, televisies,
mobiele telefoons) in de directe omgeving van uw cardioapparaat kunnen
functiestoringen bij het meten van de pols tot gevolg hebben.
⊗ Voorts kunnen heel sporadisch op bepaalde plaatsen sterke elektromagnetische
velden (b.v. door sterkstroomkabels of bovenleidingen van trams) de
polsoverdracht verstoren. Als u twijfelt, kunt u dit met een polsmeter van de firma
POLAR controleren.
⊗ Bij storingen of als u denkt dat de polsoverdracht niet werkt, mag u in geen geval
met cardiosturing trainen (training in de CARDIO-modus).
5.3 Omgevingstemperatuur
⊗ Het ERGO-FIT apparaat kan zonder problemen worden gebruikt bij een
omgevingstemperatuur van +10°C tot +4 0°C, een relati eve
luchtvochtigheiddensierend) van 30% tot 70% (niet condenserend) en een
luchtdruk van 700 hPa tot 1060 hPa..
⊗ Als het apparaat uitgeschakeld is, kan het ERGO-FIT apparaat bij -30°C tot
+50°C worden weggezet.