7
BESTEKMANDJE (beladingsvoorbeeld)
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen door de
bodem van het bestekmandje kunnen steken.
Hierdoor blokkeert de sproeiarm.
HET TOESTEL AAN ZETTEN
Een wasprogramma starten...
1 Controleer of de stekker van het aansluitsnoer in het stopcontact zit.
2 Controleer of de waterkraan open staat.
3 Laad de afwasmachine (zie het hoofdstuk "de korven beladen").
4 Doe afwasmiddel in het zeepbakje (zie hoofdstukken over Zout, Afwasmiddel en Glansspoelmiddel).
5 Open de deur. Druk op de aan/uit toets. Het aan/uit controlelampje gaat branden.
6 Druk of draai zo vaak als nodig op de programmatoets om het gewenste wasprogramma te kiezen (zie Tabel wasprogramma's).
7 Sluit de deur. Het wasprogramma start na enkele seconden.
Stopzetten of aanpassen van een wasprogramma
Voorbeeld: Een programma dat al is gestart kan alleen in het beginstadium worden aangepast. Na langere tijd is het afwasmiddel al
over het vaatwerk verspreid of de machine heeft het waswater al weggepompt. In dat geval moet u het zeepbakje opnieuw vullen (zie
hoofdstuk Afwasmiddelbakje).
Open de deur. Houdt de programmatoets langer dan drie seconden ingedrukt. U kunt nu opnieuw het gewenste programma
selecteren (zie "Een wasprogramma starten"). Sluit vervolgens de deur.
Na afloop van het wasprogramma
Nadat het wasprogramma is afgelopen klinkt gedurende acht seconden een geluidssignaal. Schakel het toestel uit met de aan/uit
toets. Open de deur van de afwasmachine.Wacht enkele minuten voordat u de wasmachine uitlaadt. Direct na afloop van het
programma zijn vaatwerk en bestek nog erg heet. De kans bestaat dat er door de hitte vaatwerk kan breken. Door het vaatwerk enkele
minuten te laten staan droogt het bovendien beter.
De vaatwasserdeur niet openen tijdens gebruik.
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om gedurende het wasprogramma de deur geheel te openen. U kunt in aanraking komen met heet water dat
uit de machine spat.
Bestek moet in het bestekmandje worden geplaatst, met de heften naar beneden.Wanneer het bestekmandje is voorzien van
zijvakken moet het bestek stuk voor stuk in de vakken worden geplaatst. Lang keukengerei, zoals pollepels, moeten in een liggende
(horizontale) positie, voorin de bovenkorf worden geplaatst.
1 vorken
2 soeplepels
3 dessertlepels
4 theelepeltjes
5 messen
6 opscheplepels
7 juslepel
8 serveervork