17
4. Controleer of het zwarte afdichtingsrubber in de wartelmoer van de drukregelaar
aanwezig is en in goede staat.
5. Koppel de drukregelaar op de gasfles. Draai de wartelmoer stevig met de hand
vast, voldoende om een gasdichte aansluiting te verkrijgen. (Let op:
vastdraaien=tegen de klok indraaien).
6. Draai de gaskraan boven op de gasfles open. (Let op: open draaien=tegen de klok
indraaien).
7. Wanneer u gesis hoort draai onmiddellijk de gaskraan boven op de gasfles weer
dicht. De aansluiting is dan niet dicht. Draai de wartelmoer van de drukregelaar
steviger vast.
8. Doe een lekkage test met zeepsop. Wanneer er zeepbellen ontstaan is de
aansluiting niet dicht. Draai onmiddellijk de gaskraan boven op de gasfles weer
dicht. Draai de wartelmoer van de drukregelaar steviger vast.
9. Als geen lekkage is geconstateerd kunt u de terrasverwarmer ontsteken.
Schoonmaak en opslag
1. Zorg dat de gaskraan op de gasfles goed gesloten is
2. Verwijder drukregelaar en slang van de gasfles
3. Stel vast dat de gaskraan onbeschadigd is en de afdichtingen in orde. Twijfelt u
daaraan, wissel dan de gasfles om bij uw dealer.
4. Sla vloeibaar gas nooit op onder begane-grond-niveau of in ruimtes met
onvoldoende ventilatie.
5. Reinig de poeder gecoate oppervlakken met een zachte, evt. wat vochtige doek.
Gebruik geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen.
6. Verwijder neerslag, spinrag en ander vuil uit de omkasting van de gasfles, en uit de
ventilatieopeningen van het bedieningscompartiment, de brander en de
ventilatieroosters met een stofzuiger of een compressor. Zo houdt u het apparaat
schoon en veilig. Reinig geen openingen met tandenstokers of andere materialen
die af kunnen breken en zo de openingen kunnen blokkeren.
7. Verwijder de aanslag van de brander om hem schoon en veilig te houden.
8. Sla het apparaat, liefst in de originele verpakking, op in een droge, veilige ruimte.
Service en onderhoud
Voer nooit zelf reparaties of onderhoud uit. Gasapparatuur kan gevaar opleveren en
vraagt om specifieke kennis. Periodiek onderhoud dient te worden uitgevoerd met
tussenpozen van niet meer dan 6 maanden, of wanneer zich storingen voordoen,
zoals abnormale vlammen of verkleuring van de brander. Genoemde storingen wijzen
veelal op blokkering van de gastoevoer of verstopte branderopeningen.
Wanneer de waakvlam verstopt zit met neerslag, spinnenweb o.i.d. zal de vlam klein
zijn en wellicht niet genoeg warmte produceren om de grote brander te ontsteken.
Brander, waakvlam en gastoevoer kunnen eventueel worden gereinigd met een
compressor. Schroef daartoe het plaatje met de drie schroeven op de zijkant van het
bedieningscompartiment (naast de knoppen) los en verwijder het. Nu heb u toegang
tot de brander. Schroef na het doorblazen het plaatje weer zorgvuldig vast.