14
Controleer vóór u uw airconditioner in gebruik neemt of:
- het apparaat volgens de voorschriften en veiligheidsinstructies is
geïnstalleerd;
- het apparaat geen beschadigingen of gebreken vertoont;
- het stopcontact dat u wil gebruiken de spanning afgeeft die op het
typeplaatje van het apparaat staat (220-240V~50Hz);
- geen ander apparaat is aangesloten op hetzelfde stopcontact.
Wanneer dit allemaal in orde is kunt u stekker in het stopcontact steken.
Schakel het apparaat in met de ‘Power’ toets.
Koelfunctie
Druk op de ‘Mode’ toets tot het ‘Cool’ lampje op het display brandt.
Het display toont 25°C.
Stel met de Temp ▲/Temp ▼toets de gewenste temperatuur in. Het display
toont de ingestelde temperatuur. De temperatuur kan ingesteld worden op 16
tot 31°C.
Druk op de ‘Speed’ toets om de ventilatorsnelheid laag (silent), middel (normal)
of hoog (turbo)
Houd een interval aan van minimaal 3 minuten tussen elke aan/uit.
Ontvochtigingsfunctie
Druk op de ‘Mode’ toets tot het ‘Dehum’ lampje op het display brandt.
Controleer of de waterafvoer correct is aangesloten.
Het display toont automatisch 2°C onder de kamertemperatuur.
De temperatuur kan niet veranderd worden.
De ventilatorsnelheid wordt automatisch ingesteld op laag (silent)
Houd een interval aan van minimaal 3 minuten tussen elke aan/uit.
Ventilerenfunctie
Druk op de ‘Mode’ toets tot het ‘Fan’ lampje op het display brandt.
Het display toont 25°C.
Stel met de ‘Speed’ toets het vermogen in op laag (silent), middel (normal) of
hoog (turbo).
De temperatuur kan niet veranderd worden.
Timerfunctie
Automatische start:
Stel eerst in, in welke mode (koelen, ontvochtigen, ventileren) en de
temperatuur waarmee u de airconditioner wilt laten starten.
Schakel de airconditioner uit met de<Aan/Uit> knop. De airconditioner staat nu
stand-by.
Druk op de <Timer> knop
Stel met de <UP> en <Down> knoppen in over hoeveel uur de airconditioner
moet starten (1-24 uur).