8
Positioneren van het apparaat
Teveel aan vocht trekt door uw hele huis, net als bijv. kookgeurtjes. Zoek daarom een plaats
voor uw ontvochtiger van waaruit hij de vochtige lucht uit het hele huis naar zich toe kan
trekken. Hebt u een serieus probleem in een bepaalde ruimte, dan kunt u om te beginnen het
apparaat daar neerzetten, en het later naar een meer centrale plek verplaatsen.
Zorg ervoor dat de luchtontvochtiger tijdens het gebruik op een stevige, vlakke en horizontale
ondergrond staat. Het apparaat dient aan alle kanten minimaal 20 cm. vrije ruimte te hebben
om de luchtstromen niet te belemmeren. Wanneer u het apparaat wilt verplaatsen, dient u het
eerst uit te schakelen, de stekker uit het stopcontact te nemen en de watertank te ledigen.
Het gebruik van een verlengsnoer wordt afgeraden; zoek dus een plaatsje in de buurt van een
stopcontact. Is het gebruik van een verlengsnoer absoluut onvermijdelijk, gebruik dan een snoer
met randaarde, met een minimale draaddoorsnee van 1,5 mm². en rol het snoer helemaal af
tijdens het gebruik.
Plaats het apparaat niet in de buurt van een kachel, haard of andere warmtebron en niet in de
volle zon.
Als de luchtontvochtiger in werking is dient u deuren en ramen naar buiten zoveel mogelijk
gesloten te houden om het ontvochtigen efficiënt te laten verlopen. Gebruik het apparaat echter
niet in een luchtdicht afgesloten of zeer kleine ruimte. Gebruik of bewaar het apparaat nooit in
ruimtes kleiner dan 4m² en houdt minimaal 20 cm. open ruimte aan alle zijden van het apparaat.
Installatie / Continu-afvoer
Naarmate het apparaat in een vochtiger omgeving werkt, zal de tank vaker moeten worden
leeggemaakt. Soms is het dan ook doelmatiger een continu-afvoer aan te brengen.
Er zijn twee manieren om continu-afvoer op het apparaat aan te sluiten t.w. waterafvoer naar
een lager gelegen watertank of waterafvoer mogelijkheid ( zonder pompfunctie ) of waterafvoer
naar een hoger gelegen watertank of waterafvoer mogelijkheid ( met pompfunctie ). Het
verschil zit er in waar u de afvoer waterslang op het apparaat moet aansluiten.
Waterafvoer naar een lager gelegen watertank of waterafvoer mogelijkheid (zonder
pompfunctie)
1. Trek de watertank uit het apparaat.
2. Sluit een passende slang (meegeleverd) evt. met een slangklem of