huisdieren uit de buurt om brandwonden en brandschade te
voorkomen.
2. Overbelast het apparaat niet. Gebruik het apparaat niet voor
doeleinden waarvoor het niet is bedoeld.
3. Wees voorzichtig wanneer u het apparaat gebruikt. Gebruik uw
gezonde verstand en kijk altijd goed uit wat u doet. Gebruik het
apparaat niet wanneer u vermoeid bent, medicijnen gebruikt die
slaperigheid veroorzaken of wanneer u alcohol of drugs hebt
gebruik. Gebruik het apparaat niet wanneer u niet in staat ben het
apparaat veilig te gebruiken.
4. Dit apparaat is niet geschikt om te worden gebruikt door personen
(incl. kinderen) met een fysieke-, zintuiglijke- of mentale
beperking, of gebrek aan ervaring en kennis, ongeacht of er
toezicht is of instructie is gegeven aangaande het gebruik van het
apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
5. Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
6. Zorg ervoor dat niemand op het apparaat gaat zitten.
7. Onvolledige verbranding of gebrek aan zuurstof kan
koolmonoxidevergiftiging veroorzaken. Koolmonoxide is dodelijk.
De eerste signalen van koolmonoxidevergiftiging lijken op
griepachtige verschijnselen: hoofdpijn, duizeligheid, branderige
ogen en neus, droge mond en keel en misselijkheid. Constateert u
deze symptomen, dan werkt uw apparaat niet goed of er is te
weinig ventilatie. Zorg onmiddellijk voor frisse lucht! Laat het
apparaat controleren en/of zorg ervoor dat er voldoende ventilatie
is. De één is gevoeliger voor koolmonoxidevergiftiging dan de
ander. In het bijzonder zwangere vrouwen, mensen met hart- of
longproblemen of bloedarmoede, ouderen en personen onder
invloed van alcohol hebben een verhoogd risico.
8. Het apparaat kan intens heet worden. Stel mensen (in het bijzonder
kleine kinderen en ouderen) en dieren niet bloot aan de directe
hitte. Pas op voor brandwonden en kledingschade.
9. Contact met vloeibaar gas kan bevriezingswonden veroorzaken.
10. Kinderen, handelingsonbekwame personen en dieren mogen niet in
de buurt van het apparaat worden toegelaten, tenzij onder streng
toezicht. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het aansteken.
11. Laat een werkend apparaat nooit zonder toezicht.
12. Dit apparaat (incl. de gasfles) dient volgens de nationale wet- en
regelgeving te worden aangesloten, gebruikt en opgeslagen. De