Reinigingsmiddel bijmengen:
Vul de reinigingsmiddeltank met een middel dat apparaat en spuitoppervlak niet aantast.
Werk onder lage druk; het middel wordt nu automatisch bijgemengd.
Met de reinigingsmiddelknop kunt u de hoeveelheid bij te mengen reinigingsmiddel regelen:
zo ver mogelijk met de klok mee = maximale hoeveelheid bijmengen
zo ver mogelijk tegen de klok in = geen reinigingsmiddel bijmengen.
TIPS VOOR HET GEBRUIK
Als de waterstraal uit de nozzle komt veroorzaakt dat een terugslag van het spuitpistool. Zorg er dus
voor dat u stabiel staat en het spuitpistool stevig vast hebt. Let er ook op dat door de hoge druk van
de waterstraal geen voorwerpen van hun plaats schieten en vallend of rondslingerend schade
kunnen veroorzaken. Kies ook voor uzelf een veilige plaats!
Houd uw werkomgeving opgeruimd en schoon.
De hogedrukstraal kan schade veroorzaken aan bijv. banden enz. wanneer u van te dichtbij werkt.
Houdt altijd minstens een afstand van 30 cm. tot het te reinigen voorwerp! Pas altijd de afstand tot
het te reinigen object (en daarmee de druk) aan bij het object dat u wilt reinigen.
Werk bij verticale oppervlakken van onder naar boven
Voorkom dat spoelwater op ongewenste plaatsen terechtkomt
Verplaats de reiniger niet door aan de elektrokabel te trekken. Til het apparaat niet op aan de kabel.
Voorkom dat de kabel beschadigd wordt door olie, oplosmiddelen, scherpe randen enz. Bedek de
machine niet tijdens het gebruik.
Gebruik de machine niet in een niet voldoende geventileerde ruimte.
Asbestbevattende oppervlakken onder hogedruk reinigen is verboden.
Als de machine langer dan 5 minuten niet wordt gebruikt, dient hij uitgeschakeld te worden.
UITSCHAKELEN
Schakel het apparaat uit (knop op OFF / 0)
Sluit de watertoevoer
Laat eventuele druk ontsnappen door de trekker in te knijpen tot er geen water meer uit de nozzle
komt.
Sluit het veiligheidsslot op de spuithandgreep
Neem de stekker uit het stopcontact
OPSLAG
Voor u het apparaat opruimt moet het water uit de pomp, de slang en de toebehoren worden
verwijderd. Dit doet u door het apparaat met de schakelaar uit te schakelen en de watertoevoerslang
af te koppelen. Start de machine nu weer en knijp het spuitpistool in. Laat de machine lopen tot er
geen water meer uit de spuitlans komt. Schakel hierna de machine onmiddellijk uit; nooit laten
‘drooglopen’!
Neem de stekker uit het stopcontact, wind de slang op en hang de elektrokabel aan de ophanghaak.
Plaats spuitpistool en lansen in de houders van het apparaat.
Het apparaat dient vorstvrij te worden opgeslagen. Is dat onmogelijk, laat het apparaat dan antivries
aanzuigen voor u het opruimt. Spoel het apparaat wel goed door met schoon water voordat u het
weer gebruikt! Mocht het apparaat per ongeluk toch bevriezen, laat het dan voor gebruik controleren.
Vorstschade valt buiten de garantie. Start nooit een bevroren hogedrukreiniger!
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Het spuitpistool is voor de veiligheid voorzien van een ‘slot’. Met uitgeklapt palletje blokkeert het
spuitpistool en werkt het niet. Door hem terug te duwen ontgrendelt u het spuitpistool weer (zie afb. 8).
De motor is uitgevoerd met een thermische beveiliging, die hem bij oververhitting uitschakelt. In
principe start hij zelf weer in al hij voldoende is afgekoeld, maar beter is het de machine uit te schakelen,
5 à 10 min. te wachten en daarna opnieuw te starten. Onderzoek de oorzaak van de oververhitting en
neem die weg. Bij herhaling dient u het apparaat niet meer te gebruiken en contact op te nemen met uw
leverancier / servicedienst.