anderszins heet kan worden. Leid de kabel niet om scherpe hoeken en wind hem
na gebruik niet te strak op!
8. Het gebruik van een verlengsnoer wordt afgeraden omdat dit oververhitting en
brand kan veroorzaken. Is het gebruik van een verlengsnoer onvermijdelijk, zorg
dan voor een onbeschadigd, goedgekeurd verlengsnoer met een minimale
doorsnee van 3 x 1,5 mm² en een minimaal toegestaan vermogen van 1000 Watt.
Rol het snoer altijd geheel af om oververhitting te voorkomen!
9. Tijdens het gebruik kan de stekker lauw aanvoelen; dat is normaal. Is hij echt
warm, dan mankeert er waarschijnlijk wat aan het stopcontact. Neem contact op
met uw elektricien.
10. Gebruik de kachel niet buitenshuis en niet in ruimtes, kleiner dan 7 m³.
11. Een kachel bevat inwendig hete en/of gloeiende en vonkende delen. Gebruik hem
dus niet in een omgeving waar brandstoffen, verf, ontbrandbare vloeistoffen en/of
gassen enz. worden bewaard.
12. Plaats de kachel niet in de buurt van open vuur of warmtebronnen.
13. Gebruik de kachel niet vlakbij of gericht op meubels, dieren, gordijnen, papier,
kleding, beddengoed of andere brandbare zaken. Houd dit minstens 1 meter van
de kachel verwijderd!
14. Bedek een kachel nooit! Gebruik de kachel dus ook nooit om kleding op te drogen
of iets op te zetten. Laat niets tegen de kachel leunen!
15. De lucht rond het verwarmingspaneel moet vrij kunnen circuleren. Het
verwarmingspaneel dient minimaal 20 cm. van alle voorwerpen, muren, enz.
verwijderd te zijn; De minimale afstand tot het plafond is 4 cm, hierdoor ontstaat er
luchtstroom die oververhitting van het verwarmingspaneel tegengaat.
16. Schakel altijd de kachel uit, neem de stekker uit het stopcontact en laat de kachel
eerst afkoelen wanneer u:
- de kachel wilt schoonmaken
- onderhoud aan de kachel wilt uitvoeren
- de kachel aanraakt of verplaatst.
17. Deze kachel wordt heet tijdens het gebruik (±120°C). Om brandwonden te
voorkomen niet met de blote huid de hete oppervlakken aanraken!
18. Zorg voor zorgvuldig toezicht wanneer dit apparaat wordt gebruikt in de
aanwezigheid van kinderen, handelingsonbekwame personen of huisdieren.
Kinderen, jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt te worden gehouden, tenzij er
continu toezicht op hen is. Kinderen, ouder dan 3 jaar maar jonger dan 8 jaar
mogen het apparaat uitsluitend aan- of uitschakelen als het apparaat op zijn
normale werkplek staat of geïnstalleerd is en wanneer er toezicht op hen wordt
gehouden of wanneer zij instructies hebben ontvangen aangaande het op veilige
wijze gebruiken van het apparaat en begrijpen welke gevaren eraan verbonden
zijn. Kinderen, ouder dan 3 jaar maar jonger dan 8 jaar mogen niet de stekker in
het stopcontact steken, niet het apparaat regelen of reinigen en er geen
gebruikersonderhoud aan uitvoeren.
19. Dit apparaat kan door kinderen van 8 jaar en ouder en personen met verminderde
fysieke, zintuigelijke of geestelijke vaardigheden of gebrek aan ervaring en kennis
worden gebruikt wanneer er toezicht op hen wordt gehouden of wanneer zij
instructies hebben ontvangen aangaande het op veilige wijze gebruiken van het
apparaat en begrijpen welke gevaren eraan verbonden zijn. Kinderen mogen niet
met het apparaat spelen. Reiniging en gebruiksonderhoud mogen niet door
kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd.
20. Zorg voor zorgvuldig toezicht wanneer dit apparaat wordt gebruikt in de
aanwezigheid van kinderen, handelingsonbekwame personen of huisdieren. Laat