Onmiddellijk ontstekingsproces: Zodra de transformator onder spanning (230V)
staat, transformeert hij deze naar hoge spanning die in de bougie middels een vonk
ontlaadt. Deze vonk ontsteekt de brandstofdeeltjes in de verbrandingskamer.
Koelings- en Ventilatieproces: De ventilator achterop de heater (2
e
ventilator)
voorziet hem van zuurstof voor de verbranding en blaast de warme lucht uit. De
ventilator onderin (1
e
ventilator) koelt het oppervlak van de heater.
Oververhittingsbeveiliging: Deze heater is uitgevoerd met een temperatuurlimiet-
controle die de heater uitschakelt als de inwendige temperatuur tot een onveilige
hoogte oploopt. Als de temperatuur weer is gedaald tot onder een ingestelde grens,
kunt u uw heater weer starten. Als dit gebeurt heeft uw heater wellicht een
onderhoudsbeurt nodig. Veronachtzaam het signaal niet!
Bescherming elektrisch circuit: Een zekering beschermt de onderdelen van het
elektrische circuit tegen beschadiging. Als u vermoedt dat de zekering is
doorgebrand, bied uw apparaat dan aan ter reparatie. .
Vlamsensor: De heater gebruikt een fotocel om de vlam in de verbrandingskamer te
‘zien’. Als de vlam dooft zal deze sensor de brander stoppen en zo de heater
uitschakelen.
Omvalbeveiliging: De heater heeft een omvalbeveiliging die het apparaat
uitschakelt wanneer het kantelt.
LET OP!
De elektromagnetische pomp maakt wat geluid wanneer hij voor de eerste keer werkt
en na het bijvullen van de brandstof. Dit wordt veroorzaakt door lucht die uit de pomp
wordt verwijderd. Na 10 seconden wordt dat normaal.
Laat de pomp niet zonder brandstof werken; de beïnvloedt de levensduur negatief!
INGEBRUIKNAME
Neem de heater voorzichtig uit de doos en verwijder al het verpakkingsmateriaal.
Bewaar doos en verpakkingsmateriaal voor toekomstige opslag.
Controleer de heater zorgvuldig op (transport)schade. Gebruik geen apparaat dat
beschadigingen vertoont maar neem contact op met uw leverancier.
Bevestig voor gebruik de handgreep en de beschermkap op het apparaat zoals
voorop het instructieboekje afgebeeld, d.m.v. de meegeleverde schroeven,.
Brandstof
Vul de brandstoftank tot de brandstofmeter “F” aanwijst. Vul altijd buitenshuis
brandstof bij en zorg ervoor dat het apparaat daarbij stevig en vlak staat. Overvul
de tank nooit en verwijder eventueel gemorste brandstof zorgvuldig. Vul nooit
brandstof bij wanneer het apparaat in werking of nog heet is! Dat kan tot een
explosie leiden.
Gebruik uitsluitend gezuiverde petroleum of diesel als brandstof. Gezuiverde
petroleum is het zuiverst. Gebruikt u diesel, zorg dan voor wat extra ventilatie om
de geurverontreiniging af te voeren. Diesel kan ook wat meer roetvorming geven.