3. Controleer ventilator, stekker en elektrokabel voor gebruik op
beschadigingen. Stel het apparaat niet in werking wanneer u
beschadigingen constateert aan apparaat, elektrokabel of stekker,
of wanneer het slecht functioneert, is gevallen of op andere wijze
een storing vertoont. Breng het complete apparaat terug naar uw
leverancier of een erkend elektricien voor controle en/of reparatie.
Vraag altijd om originele onderdelen. Het apparaat (incl.
elektrokabel en stekker) mag uitsluitend worden geopend en/of
gerepareerd door daartoe bevoegde en gekwalificeerde personen.
4. Verwijder de stekker uit het stopcontact en schakel de ventilator
meteen uit wanneer je vreemde geluiden hoort, iets ruikt of rook
ziet.
5. Controleer voor gebruik of de spanning die het stopcontact, waarop
u de ventilator wilt aansluiten, afgeeft, gelijk is aan het voltage dat
op het typeplaatje van de ventilator staat: 220/240V~50Hz.
6. Voorkom het gebruik van verlengkabels. Is dat onvermijdelijk,
gebruik dan een goedgekeurde kabel van voldoende capaciteit en
ontrol hem helemaal.
7. Voorkom dat de elektrokabel in contact komt met scherpe-, hete- of
bewegende voorwerpen. Wind hem niet om de ventilator en rol hem
niet te strak op.
8. Wanneer de elektrokabel of de stekker beschadigd is, dient deze
door een gekwalificeerd persoon te worden vervangen. Voer nooit
zelf reparaties uit.
9. Zorg ervoor dat de ventilator op een stevige, vlakke en horizontale
ondergrond staat tijdens gebruik.
10. Laat een werkende ventilator niet zonder toezicht in een ruimte.
11. Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik in natte of vochtige
ruimtes als badkamers, wasruimtes enz. Plaats hem niet in de
nabijheid van een kraan, badkuip, douche, zwembad, fonteintje
o.i.d., zorg ervoor dat hij nooit in water kan vallen en voorkom dat
water het apparaat binnendringt. Mocht het apparaat tóch ooit in
water vallen, neem dan éérst de stekker uit het stopcontact! Een
inwendig nat geworden apparaat niet meer gebruiken maar ter
reparatie aanbieden.
12. Dompel apparaat, snoer of stekker nooit in water of andere
vloeistof en raak het apparaat nooit met natte handen of voeten
aan.
13. Plaats het apparaat niet in een open raam i.v.m. regen, niet op
natte oppervlakken en voorkom dat er vocht op wordt gemorst.