1. Indicatielampje temperatuur
2. Indicatielampje ruimtetemperatuur
3. Indicatielampje ventileren laag
4. Indicatielampje ventileren hoog
5. Indicatielampje automatische functie
6. Indicatielampje koelfunctie
7. Indicatielampje ventilator
8. Indicatielampje verwarmingsfunctie
(niet van toepassing)
9. Indicatielampje tijdklok
10. Indicatielampje compressor
11. Knop voor temperatuur omhoog
12. Knop voor temperatuur omlaag
13. Snelheidschakelaar(ventilatie)
14. Functie knop
15. Tijdklokschakelaar
16. ON/OFF schakelaar(voeding)
17. Digitale display
De airconditioner in-/uitschakelen
Druk op de knop ON/OFF en de eenheid start automatisch. Als de omgevingstemperatuur
- hoger is dan 23oC, schakelt de koelfunctie in.
- hoger is dan 20oC, maar lager of gelijk aan 23oC, schakelt de ventilator in.
- lager is dan 20oC, schakelt de verwarmingsfunctie in (niet van toepassing).
Het corresponderende indicatielampje gaat bij het inschakelen van de functie meteen
branden. *OPMERKINGEN Het indicatielampje voor de COMPRESSOR gaat alleen
branden als de compressor in werking is.
Het digitale display geeft de omgevingstemperatuur van het vertrek weer.
Druk nog een keer op de knop ON/OFF om de eenheid uit te schakelen.
Modus/functie instellen
Druk op de knop MODE om de gewenste functie te selecteren: automatisch, koelen,
ventileren of verwarmen (verwarmen is alleen beschikbaar bij (niet van toepassing).
Het indicatielampje van de geselecteerde functie gaat branden.
Temperatuur instellen
Druk op de knop 'Temperature up' of 'Temperature down' om de gewenste temperatuur in
te stellen.
Het digitale display geeft de ingestelde temperatuur weer als u op de knop 'Temperature
up' of 'Temperature down' drukt. Na enkele seconden wordt wederom de
omgevingstemperatuur weergegeven.
De vooraf ingestelde temperatuur van dit apparaat is: 24oC voor koelen, 20oC voor
verwarmen.