Opmerkingen:
Niet alles kan in de vaatwasser.
Ongeschikt zijn:
-bestek met houten, hoornen of paarlemoeren grepen
-niet hittebestendige artikelen, plastic delen of ouder serviesgoed
-gelijmde serviesdelen
-kristallen glazen, metalen producten die kunnen roesten
-houten borden of planken
-uit kunststof samengestelde artikelen
Ook kunnen diverse glassoorten door inwerking van wassen met een vaatwasser gaan
verkleuren en/of melkkleurig of dof worden.
Zilveren en aluminium producten veranderen van kleur.
Tegels of geglazuurde artikelen kunnen de glans verliezen en worden dof.
Zet geen artikelen in de vaatwasser die vies zijn door sigaren/sigarettenas, kaarsvet, lak of
verf.
Controleer bij aanschaf van serviesgoed altijd of het vaatwas bestendig is.
Let er op dat de vaatwasser niet te vol wordt beladen. Afhankelijk van het type biedt het
apparaat plaats aan 8 resp. 12 couverts.
Let er bij het vullen van de vaatwasser op dat veel etensresten eerst worden verwijderd en dat
eventueel ingebrand vet is wordt losgeweekt.
De sproeiarmen mogen nooit geblokkeerd zijn.
Leg open artikelen altijd met de opening naar onder zodat er geen water in kan blijven staan.
Zet artikelen niet in of op elkaar. Zorg ervoor dat glazen goed ‘vast’ staan. Grote en zware
artikelen horen in de onderste korf, de lichte zaken in de bovenkorf.
Als er schade mocht zijn ontstaan aan glas of ander serviesgoed, kan dit liggen aan het soort
materiaal, de samenstelling van het vaatwasmiddel of aan de watertemperatuur en duur van
het programma. Zorg daarom altijd voor serviesgoed dat vaatwasbestendig is. Let op
toepassingsmogelijkheden van het vaatwasmiddel en kies eventueel een programma met een
lagere temperatuur. Ook is het goed om b.v. vervorming van artikelen te voorkomen door
deze direct na afloop van een programma uit de vaatwasser te halen.
Gebruik
De vaatwasmachine aanzetten
Het starten van een programma:
1. Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit.
2. Zorg dat de waterkraan geheel open staat.
3. Laad de machine (zie “het laden van de korven”)
4. Voeg afwasmiddel toe (zie “zout, afwasmiddel en glansspoelmiddel”)
5. Sluit de deur en druk op de aan-/uitknop. Het controlelampje gaat branden.
Druk op de knop ‘Prog’ om een wasprogramma te kiezen (zie lijst programma’s)
Als de deur goed sluit is een klik te horen.
Na afloop van het programmakan de deur worden geopend, de schakelaar op ‘uit’ worden
gezet en de kraan worden dichtgedraaid.
19