17
6.2 ZELFLEREN TIJDEN
De volgende procedure dient te worden gevolgd voor het zelfleren
van de werktijden:
1. deblokkeer het automatische systeem en zet hem in de gesloten
stand. Controleer of de eindschakelaar voor het sluiten (indien
aanwezig) is geactiveerd (led FFC uit) en of de leds STOP en SAFE
aan zijn;
2. druk op SW1 en houd hem ingedrukt totdat het automatische sy
-
steem de openingsmanoeuvre begint;
3. werking zonder eindschakelaar: wacht, zodra het automatisch
systeem de open stand heeft bereikt, 2-3 seconden en druk
vervolgens opnieuw op SW1 of geef het commando OPEN om
het bedieningsmechanisme te stoppen;
werking met eindschakelaar: het automatische systeem zal
automatisch stoppen wanneer de eindschakelaars bij opening
worden bereikt. Nadat de motor gestopt is, begint de kaart met
het zelfleren van de extra werktijd (time-out waarna de kaart
het commando voor stopzetting van de motor geeft als de
eindschakelaar niet correct wordt bereikt). Wacht de gewenste
tijd af (max. 10 min.), en druk daarna op OPEN of SW1 om de tijd
in het geheugen op te slaan;
4. als de logica A of AP is ingesteld, begint de kaart de pauzetijd
te leren nadat de procedure van punt 3 voltooid is. Wacht de
gewenste pauzetijd af, druk daarna opnieuw op OPEN of SW1
om deze tijd op te slaan (max.=5 min.). Vervolgens zal het au
-
tomatische systeem automatisch beginnen met het sluiten van
de deur;
5. als er daarentegen een andere logica ingesteld is dan A of AP,
is het zelfleren al voltooid bij punt 3. Druk op OPEN of CLOSE,
afhankelijk van de logica, om de deur te sluiten.
7. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
Aan het einde van de programmering moet worden gecontroleerd of
de installatie correct functioneert. Controleer vooral of de veiligheid
-
svoorzieningen correct in werking treden.
5.
PROGRAMMERING VAN DE BEDRIJFSLOGICA
De bedrijfslogica kan worden geselecteerd door de knop SW1 net
zo vaak in te drukken als het nummer van de gewenste logica is,
onafhankelijk van de huidige logica en de status van de deur. De tijd
tussen de ene druk op de toets en de volgende moet korter zijn
dan 1 seconde
.
De geselecteerde logica wordt vervolgens continu weergegeven
door het knipperen van de led DL1, 1 keer per seconde met tus
-
senpozen van 3 sec., net zo vaak als het nummer van de gewenste
bedrijfslogica.
Om de logica’s te selecteren moet u zo vaak op SW1 drukken als
wordt aangegeven in de volgende tabel:
Nr. Logica Beschrijving
AANTAL MALEN
INDRUKKEN SW1
1 B/C Gemengd B / C 1 maal
2 B Halfautomatisch B 2 maal
3 C Dead man 3 maal
4
EP
(default)
Halfautomatisch stap voor
stap
4 maal
5 AP Automatisch stap voor stap 5 maal
6 P Parkeren 6 maal
7 A Automatisch 7 maal
LED
AAN
(contact gesloten)
UIT
(contact geopend)
DL1 Knipperend, om de geselecteerde logica aan te geven
OP-A Commando actief Commando niet actief
CLOSE Commando actief Commando niet actief
SAFE Veiligheden gedeactiveerd Veiligheid geactiveerd
STOP
Commando niet actief Commando actief
FCA Eindschakelaar opening vrij
Eindschakelaar opening geac
-
tiveerd
FCC Eindschakelaar sluiting vrij
Eindschakelaar sluiting
geactiveerd
6.1. CONTROLE VAN DE LED’S
6. INBEDRIJFSTELLING
In de onderstaande tabel wordt de status van de leds aangegeven
in relatie tot de status van de ingangen (vet gedrukt de conditie van
automatisch systeem gesloten en in rust). Als de ingangen van de ein
-
dschakelaars op klem 7 (-) zijn aangesloten, zijn de leds FCA en FCC
altijd aan. Controleer de status van de signaleringsleds aan de hand
van de onderstaande tabel.
Werking statussignaleringsleds
Als u het veiligheidsniveau van de installatie wilt verhogen, kunt u de
voorknipperfunctie activeren, waarmee het lichtsignaal 3 seconden
voordat de sluitbeweging begint, wordt ingeschakeld.
Handel als volgt om de voor knipperfunctie te activeren:
1) controleer of de poort gesloten is
2) open het contact
Stop en houd hem open
3) controleer of de led
DL1 gedoofd is (als hij brandt is de voorknip-
perfunctie al actief)
4) druk even op de knop
SW1 en controleer of de led DL1 brandt
5) sluit het contact
Stop weer (DL1 dooft).
Handel als volgt om de functie te deactiveren:
1) controleer of de poort gesloten is
2) open het contact
Stop en houd hem open
3) controleer of de led
DL1 brandt (als hij gedoofd is, is de voorknip-
perfunctie al gedeactiveerd)
4) druk even op de knop
SW1 en controleer of de led DL1 dooft
5) sluit het contact
Stop weer
6.3. VOORKNIPPERFUNCTIE