n e d e r l a n d s
32
HEEL GEMAKKELIJK: houd de mand aan de
handgrepen aan de beide zijden vast en trek
die met beide handen tegelijkertijd naar boven
(zowel om de mand hoger als lager te plaatsen)
(3.1.2). Controleer of die recht geplaatst is.
NORMAAL MODEL: wanneer de mand leeg is,
verwijdert u de eindstoppen (3.1.3); haal nu de
mand eruit (3.1.4) en plaats die op de gewenste
hoogte, plaats de eindstoppen opnieuw
3.2 Plaatsen van de vaat.
Verzekert u zich ervan dat het vaatwerk
geschikt is voor reiniging in de
vaatwasmachine.
Het wordt niet aangeraden om voorwerpen van
hout, aardewerk, zilver, aluminium,
gedecoreerd porselein of niet hittebestendig
plastic te plaatsen.
Voor een correcte reiniging is het noodzakelijk
dat de vaat op de juiste manier in de manden
geplaatst is, zonder dat de voorwerpen elkaar
raken.
De onderste mand is voor de vuilste
voorwerpen: ovenschotels, schalen en borden.
Begin met het laden van de mand vanaf de
buitenzijde (3.2.1). Plaats ovenschotels
ondersteboven, diepe borden links en platte
borden rechts.
Wanneer de machine inklapbare steuntjes
heeft, plaatst u die voor grote voorwerpen,
zoals ovenschotels, in horizontale stand (3.2.2
– 3.2.3).
Plaats bestek met het handvat naar beneden
(3.2.4)
Messen en andere voorwerpen met scherpe
punten dienen geplaatst te worden in de mand
met de punt naar beneden of in horizontale
positie.
De bovenste mand is voor breekbare
voorwerpen: kopjes, glazen, porselein,
glaswerk en borden met een standaardmaat
(3.2.5). Een gedeelte van de mand is bestemd
voor lang bestek en er zijn inklapbare steuntjes
die in verticale positie geschikt zijn voor glazen
(3.2.6).
Voor het Express-programma of de functie
Bovenladen dient al het vaatwerk geplaatst
te worden in de bovenste mand (3.2.7).
Terwijl in de functie Onderladen het
vaatwerk enkel in de onderste mand geplaatst
wordt (3.2.3).
Deze eenvoudige aanpassing van de
vaatwasmachine is vitaal voor een correct
functioneren. Besteed hier aandacht aan.
Anders zou dit van zeer negatieve invloed
op de machine kunnen zijn.
Wanneer het 0 is, gebruik dan GEEN zout.
In het geval van twijfel, dient u zich tot de
technische dienst te wenden.
Handmatige afstelling. Aan de rechter
binnenzijde van de vaatwasmachine bevindt
zich een regelaar met oranje hendeltje, zoals
op afbeelding (2.2.1). Plaats die op het cijfer
dat wordt aangegeven door de tabel.
Elektronische regeling.
Wanneer uw
regelaar overeenkomt met afbeelding (2.2.2)
of (2.2.3).
Wanneer uw model van het type A is, drukt u
langer dan 3 sec. op de toets OPC (2.2.4). Bij
het loslaten ervan zal de actuele waarde op
de display worden weergegeven (2.2.5).
Druk herhaalde malen op dezelfde toets totdat
u de benodigde waarde bereikt.
Bevestig door te drukken op (2.2.6).
Bij de overige modellen drukt u langer dan
drie seconden op de toets (2.2.7) of,
wanneer die er niet is, op de toets (2.2.8).
Bij het loslaten ervan zal de actuele waarde
op de display worden weergegeven (2.2.5) of
zal die waarde aangegeven worden door een
aantal pieptonen (2.2.9).
Druk herhaalde malen op dezelfde toets
totdat u de benodigde waarde bereikt.
Bevestig door te drukken op de toets PROG
(2.2.10).
2.3 Reiniging vooraf. U dient een
voorwasprogramma uit te voeren (zonder
wasmiddel, noch vaat, noch
spoelglansmiddel). Vooraf doet u, wanneer
dat nodig is, een eerste hoeveelheid zout
(2.3.1) in het reservoir zonder dat helemaal te
vullen. Vul het reservoir op met water en roer
het om met een lepeltje (2.3.2). Plaats het
deksel en start het programma.
3
Gebruik
3.1 Afstelling van de bovenste mand.
Afstellingstypes (3.1.1)