49
2 / INSTALLATIE VAN DE VAATWASSER
• WATERAFVOER
Fig. 11
Fig. 12
U kunt de afvoerslang aansluiten ofwel :
- op een geventileerde sifon (fig. 10)
- op de sifon van de gootsteen (fig. 10)
- op de rand van de gootsteen met behulp van
een speciaal hiervoor voorzien plastic hulpstuk
(meegeleverd naar gelang model) (fig. 12).
Als u de vaatwasser op een sifon aansluit, moet u
de afsluiter van de sifon verwijderen. Dan het rub-
ber opzetstuk er helemaal insteken. Zonodig alles
vastzetten met een klembeugel (fig. 11).
Tip :
Ervoor zorgen dat de afvoerslang stevig
op zijn plaats blijft zitten met behulp van een
band of beugel om mogelijke overstromingen
te voorkomen.
De aansluiting van de afvoer moet worden aan-
gebracht op een hoogte gelegen tussen 0.40 m
(minimum) en 1 m (maximum) van de vloer.
De standaard lengte van de afvoerslang
bedraagt 1.50 meter. U kunt deze lengte desge-
wenst opvoeren (maximaal 3 meter). In dit geval
moet u wel controleren of de waterafvoer naar
behoren tot stand wordt gebracht. De slang
moet op de vloer liggen en pas verticaal naar
boven gaan vlakbij de afvoerplaats.
Als u het apparaat in een kolom installeert, mag
het afvoersysteem niet boven de vaatwasser lig-
gen en moet het zich op zijn minst op 20 cm afs-
tand van de onderzijde van het apparaat bevin-
den.
Belangrijk :
Bij het aanbrengen van de slang, moet u
er voorzichtig en geleidelijk aan trekken om
hem niet te knikken (fig. 09). Voorkom knikken
of platdrukken van de slang, hierdoor zou het
water niet meer of niet meer goed naar buiten
kunnen stromen.