Nederlands
39
Controleer of de gastoevoer in orde is. U kunt dit doen door
te controleren of uw andere gasapparaten goed werken.
Gaan de branders branden als u de knop indrukt? Zo niet,
controleer dan de voeding - brandt het klokje?
Stroomstoring
In het geval van een stroomstoring kunt u de kookplaat met
een lucifer aansteken.
Algemene veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat dient door een bevoegd persoon te worden
geïnstalleerd in overeenstemming met de aanwijzingen voor
de installatie. De installatie dient aan de relavante voorschrif-
ten alsmede de vereisten van het plaatselijke energiebedrijf
te voldoen.
Indien u gas ruikt
Geen stroomschakelaars aan- of uitzetten.
Niet roken.
Geen open vuur gebruiken.
Het gas niet uitzetten bij de meter of cilinder.
Doe de deuren en ramen open om het gas te laten
ontsnappen.
Bel het gasbedrijf.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk
gebruik. Indien het voor andere doeleinden wordt gebruikt,
maakt dit eventuele garantie- of aansprakelijkheidsclaims
wellicht ongeldig.
Bij het gebruik van een gasfornuis komt er warmte en vocht
vrij in de ruimte waarin het fornuis is geïnstalleerd. Zorg
ervoor dat de keuken goed geventileerd is: houd bestaande
ventilatiegaten open of installeer een mechanische ventilator
(mechanische afzuigkap).
Indien u het fornuis gedurende lange tijd gebruikt, is wellicht
aanvullende ventilatie nodig. U kunt bijvoorbeeld een raam
openzetten of de mechanische ventilatie opvoeren, indien
van toepassing.
Het fornuis dient door een bevoegd elektricien te worden
geïnstalleerd in overeenstemming met de aanwijzingen voor
de installatie. Het mag uitsluitend worden gerepareerd door
een bevoegd onderhoudstechnicus en er mogen uitsluitend
goedgekeurde reserveonderdelen worden gebruikt. Vraag de
installateur om u de bedieningsschakelaar van het fornuis te
laten zien. Markeer de schakelaar zodat u hem makkelijk kunt
vinden. Voordat er met schoonmaken of onderhoudswerk
wordt begonnen, dient u het fornuis altijd eerst te laten
afkoelen en de stroom af te sluiten, tenzij de handleiding iets
anders aangeeft.
Alle onderdelen van het fornuis kunnen heet worden en
blijven na het koken een tijd heet.
Wees voorzichtig bij het aanraken van het fornuis. Om de
kans op brandwonden zoveel mogelijk te beperken, dient u
altijd te controleren of de bedieningsknoppen uitstaan en of
het fornuis is afgekoeld voordat u het fornuis schoonmaakt.
Gebruik droge ovenwanten indien mogelijk. Bij gebruik van
vochtige wanten kunt u zich aan de stoom branden als u een
heet oppervlak aanraakt. Bedien het fornuis niet met natte
handen.
Gebruik geen handdoeken of andere dikke doeken in plaats
van een ovenwant. Dergelijke doeken kunnen vuur vatten
indien ze met een heet oppervlak in aanraking komen.
Wees voorzichtig bij het schoonmaken. Indien u een natte
spons of doek gebruikt om gemorste resten van een heet
oppervlak af te vegen, dient u op te passen dat u zich niet aan
de stoom brandt. Sommige schoonmaakmiddelen veroorza-
ken schadelijke dampen wanneer ze met hete oppervlakken
in aanraking komen.
Gebruik geen onstabiele steelpannen en laat de steel nooit
aan de voorkant van de kookplaat uitsteken.
Zorg ervoor dat baby’s, peuters en jonge kinderen te allen
tijde uit de buurt van het fornuis blijven. Laat kinderen
niet op het fornuis zitten of staan. Leer ze om niet met de
knoppen of andere delen van het fornuis te spelen.
Berg voorwerpen die voor kinderen van belangstelling zijn
niet op in kasten boven het fornuis – klimmen op het fornuis
kan tot ernstige verwondingen leiden.
Maak uitsluitend de in deze handleiding vermelde onder-
delen schoon.
Omwille van de hygiëne en de veiligheid dient het fornuis
te allen tijde schoon te worden gehouden aangezien vet en
andere resten vuur kunnen vatten.
Zorg ervoor dat het fornuis op een veilige afstand van
brandbare wandbekledingen en gordijnen en dergelijke
staat.
Gebruik geen spuitbussen in de buurt van het fornuis terwijl
het fornuis aanstaat.
Bewaar en gebruik geen brandbare stoen en ontvlambare
vloeistoen in de buurt van het fornuis.
Probeer vetbranden niet met water te doven. Pak brandende
pannen nooit op. Draai de bedieningsknoppen uit. Doof de
vlammen door de pan volledig af te dekken met een deksel
van de juiste maat of met een bakplaat. Gebruik een univer-
seel poeder- or schuimblusapparaat, indien beschikbaar.
Laat het fornuis zonder toezicht aanstaat op een hoge tempe-
ratuur. Overkokende pannen kunnen rook veroorzaken en
gemorst vet kan vuur vatten.
Draag geen loszittende of -hangende kleding tijdens gebruik
van het fornuis. Wees voorzichtig als u iets uit kasten boven
de kookplaat pakt. Brandbare stoen kunnen vuur vatten
indien ze met een heet oppervlak in aanraking komen en
kunnen ernstige brandwonden veroorzaken.
Pas op bij het verwarmen van vet en olie, aangezien het vlam
kan vatten als het te heet wordt.
Gebruik een frituurthermometer, indien mogelijk, om te
voorkomen dat het vet boven het rookpunt wordt verhit.
Laat frituurpannen nooit zonder toezicht aanstaan. Verwarm
vet altijd langzaam en onder toezicht. Frituurpannen dienen
slechts voor een derde vol vet te zitten. Indien u teveel vet in
de pan doet, kan de pan overstromen wanneer u er eten bij
doet. Indien u verschillende soorten olie of vet combineert
bij het frituren, dient u de olie te vermengen voordat u het
verhit, of, in het geval van vet, terwijl het smelt.
Het voedsel dat u gaat frituren dient zo droog mogelijk te
zijn. De rijp op diepvriesproducten of het vocht op verse
voedselproducten kunnen het hete vet doen bruisen en over-