5. Opbouw buiten
32
5.7 Voortentlijst
Voor het eenvoudiger bevestigen van het tentdoek is de voortentlijst
bij de achterlichten en aan de voorkant ter hoogte van de sierlijst
omgebogen.
5.6 Dak en dakreling
(modelafhankelijk /speciaal accessoire)
Als uw caravan is voorzien van een dakreling – onge-
acht of deze als speciale optie in de fabriek of nader-
hand door uw dealer is aangebracht – dan dient u bes-
list rekening te houden met het volgende:
• Op het dak van de caravan mag niet worden gelo-
pen. Voor daardoor ontstane beschadigingen kan
Fendt niet aansprakelijk worden gesteld.
• Bij vochtigheid en natheid bestaat een verhoogd ri-
sico op uitglijden en ongelukken.
De dakreling dient louter ter verfraaiing van het
uiterlijk van de caravan en is niet geschikt om als
bagagerek te worden gebruikt.
Raadpleeg a.u.b. beslist ook de veiligheidsinstructies
in de apart bijgeleverde gebruiksaanwijzing van de
producent van het apparaat.
Houd er bij nauwe bochten en bij het rangeren rekening mee
dat de maximale inslaghoek tussen caravan en trekkend vo-
ertuig door etsendrager en belading sterk kan zijn beperkt.
Als u ervoor kiest etsen mee te voeren d.m.v. een ge-
schikt en toegelaten draagsysteem aan de achterzijde
van een caravan, houd er dan rekening mee dat hier-
door het naloopgedrag negatief kan worden beïnvloed.
Het rijgedrag van de voertuigcombinatie verandert aanzienlijk met
een beladen etsendrager. De rijsnelheid moet aan deze omstan-
digheden worden aangepast.
• Let erop dat de maximaal toegestane steunlast bij een beladen et-
sendrager niet wordt overschreden. Zie hiervoor ook hoofdstuk 2.3.
• Ook bij optimale belading van het draagsys-teem daalt de kritische
snelheid dramatisch.
• De bestuurder van het voertuig is verantwoordelijk voor de toe-
stand en de veilige bevestiging van het draagsysteem, alsook voor
de veilige bevestiging van de etsen.
• Ook in onbeladen toestand moet het draagsysteem met de aan-
wezige houders en sjorbanden worden beveiligd.
• Controleer voor het eerst na een korte afstand (ca. 50 km) en vervolgens
met regelmatige tussenpozen of montage en belading in orde zijn.
• Let erop dat de remlichten en achterverlichting van het voertuig
noch geheel noch gedeeltelijk door de lading aan het zicht worden
onttrokken.
• Het maximale draagvermogen van het draagsysteem bedraagt 60 kg.
5.8 Fietsendrager
voor montage op de dissel
(speciaal accessoire)
De weergave kan afwijken, afhankelijk van
model en uitvoering.