11. Onderhoud en reiniging
104
Mocht zich desondanks ergens condens vormen, deze
dan gewoon opnemen.
Vorstbeschermingsmaatregelen
Bij voldoende verwarming van de binnenruimte is dichtvriezen van
de schoonwatertank, de waterleidingen en de warmwaterboiler niet
te verwachten.
Gebruik ‘s winters
Bij gebruik ‘s winters ontstaat door bewoning van de caravan bij
lage temperaturen condens. Om een goede ruimteluchtkwaliteit
te waarborgen en schade aan het voertuig door condenswater te
voorkomen, is een goede ventilatie zeer belangrijk.
Voor de ventilatie geldt
• In de opwarmfase van de caravan de verwarming in de hoogste
stand zetten en bovenkasten, gordijnen en rolgordijnen openen.
Daardoor wordt een optimale be- en ontluchting bereikt.
• Uitsluitend met ingeschakelde luchtcirculatie verwarmen.
• ‘s Morgens alle kussens omhoog zetten, de bergruimten ventile-
ren en vochtige plekken droogmaken.
• Schoorsteenverlengstuk van minimaal 10 cm lengte plaatsen.
Voor de voorbereiding geldt
• Caravan op lak- en roestschade controleren. Schade indien
nodig repareren.
• Ervoor zorgen dat geen water in de kunstmatige vloerventilatie
en in de verwarming kan binnendringen.
• De metaaldelen van de ondervloer met een beschermmiddel op
wasbasis tegen roest beschermen.
• Gelakte buitenoppervlakken met een geschikt middel conserveren.
Winterklaar maken
In het algemeen geldt
• Stal de caravan alleen in een afgesloten ruimte als deze droog
en goed geventileerd is. Anders kunt u de caravan beter in de
buitenlucht laten staan.
Voor het interieur van de caravan geldt
• Leeg de koelkast en maak hem schoon. Laat de deur van de
koelkast open staan.
• Laat deuren van bergruimten en kasten open staan i.v.m. de
ventilatie.
• Kussens en matrassen zo neerzetten dat ze niet in contact kun-
nen komen met condenswater.
• Maak de caravan zonodig grondig droog door hem voor het
stallen goed te verwarmen; zo voorkomt u schimmelvorming
door condensvocht.
• Zet luchtontvochtigers in de caravan en droog of vervang het
granulaat regelmatig.
• Koppel minstens eenmaal per maand de accu’s los, demonteer
ze zo mogelijk en controleer het oplaadniveau; laad de accu’s
zo nodig bij.
• Laat alle leidingen van het watersysteem volledig leeglopen.