Gebruik als schroevendraaier
• Verwijder de accu en zet de richtingknop op de middelste stand
(vergrendeld).
• Zet de stelring (5) op de stand boren en plaats een geschikte
schroevendraaierbit in de boorkop. Zet de ring voor het toerental
(4) op de gewenste stand (1 is laag en 21 is hoog). Plaats de accu en
ontgrendel de richtingknop om de boormachine gebruiksklaar te
maken.
• Start met een laag toerental en verhoog de instelling steeds totdat
het juiste toerental voor de klus is gevonden.
• Gebruik de richtingschakelaar op de rechterstand om schroeven
vast te draaien en op de linkerstand om deze los te draaien of te
verwijderen.
Gebruik de machine niet als schroevendraaier als de ring voor
het toerental op de boorstand staat. Hierdoor raakt de
boormachine beschadigd.
Gebruik als boor
• Verwijder de accu en zet de richtingknop op de middelste stand
(vergrendeld).
• Zet de stelring (5) op de stand boren. Plaats een geschikte boorbit
in de boorkop en zet de ring voor het toerental (4) op de
boorstand..
• Controleer of de richtingknop op de juiste stand staat, normaliter
op "R" voor rechtsdraaiend.
• Plaats de accu en ontgrendel de richtingknop om de boormachine
gebruiksklaar te maken.
Gebruik als klopboor
Voor het boren in harde materialen zoals steen of beton.
• Verwijder de accu en zet de richtingknop op de middelste stand
(vergrendeld).
• Zet de stelring (5) op de stand klopboren/hameren. Plaats een
steenboor met hardmetalen punt in de boorkop.
• Controleer of de richtingknop op de juiste stand staat, normaliter
op "R" voor rechtsdraaiend.
• Plaats de accu en ontgrendel de richtingknop om de boormachine
gebruiksklaar te maken.
ONDERHOUD
De ze machines zijn ontworpen om gedurende lange tijd
een probleemloze en onderhoudsvrije werking te
garanderen. De levensduur van de machine wordt
aanzienlijk verlengd wanneer u deze regelmatig reinigt
en volgens de instructies behandelt.
Reinigen
Reinig de behuizing van de machine regelmatig, maar bij
voorkeur na elk gebruik, met een zachte doek. Houd de
ventilatieopeningen vrij van stof en vuil.
Verwijder hardnekkig vuil met een zachte, licht vochtige
doek en zeepsop. Gebruik geen oplosmiddelen zoals
benzine, alcohol, ammonia, enz. Dergelijke stoffen zijn
schadelijk voor de kunststof onderdelen.
Smeren
De machine hoeft niet extra gesmeerd te worden.
Storingen
Wanneer een defect optreedt, bijvoorbeeld door
slijtage, kunt u contact opnemen met het serviceadres
dat op de garantiekaart staat vermeld.
Achter in deze gebruiksaanwijzing vindt u een overzicht
van de verkrijgbare reserveonderdelen.
MILIEU
De machine wordt in een stevige verpakking geleverd
om transportschade te voorkomen. De verpakking
bestaat zoveel mogelijk uit herbruikbaar materiaal. Maak
gebruik van de mogelijkheid om de verpakking te
recyclen.
Ni-Cd-accu´s zijn recyclebaar. Voer de accu af bij het
KCA-afval zodat deze kan worden hergebruikt of op een
milieuvriendelijke manier kan worden verwijderd.
GARANTIE
Lees de garantievoorwaarden op de apart bijgevoegde
garantiekaart.
Wij verklaren dat dit product
voldoet aan de volgende
normen of normatieve documenten
EN50260-1, EN50260-2-1, EN50260-2-2,
EN60335-1, EN60335-2-29, EN55014-1,
EN55014-2, EN61000-3-2, EN61000-3-3
overeenkomstig de bepalingen in de richtlijnen
98/37/EEG
73/23/EEG
89/336/EEG
van 12-08-2003
GENEMUIDEN NL
W. Kamphof
Quality department
CE
ı
CONFORMITEITSVERKLARING
(
NL
)
6 Ferm
ACCUKLOPBOORMACHINE
DE NUMMERS IN DE NU VOLGENDE TEKST
VERWIJZEN NAAR DE AFBEELDINGEN OP
PAGINA 2
TECHNISCHE SPECIFICATIES
PRODUCTINFORMATIE
Afb. A
1. Richtingknop
2. Aan/uit (variabele snelheid) schakelaar
3. Boorkop
4. Regelring voor toerental
5. Stelring voor klopboren
6. Indicator accuvermogen
7. Accu
8. Accu-ontgrendelknop
9. Snelheidschakelaar
INHOUD VAN DE VERPAKKING
1 Accuklopboormachine
1 32,4V accu
1 Acculader
1 Extra hendel met dieptebegrenzer
1 Draagkoffer
1 Gebruiksaanwijzing
1 Garantiekaart
1 Veiligheidsinstructies
Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op eventuele
transportschade.
ALGEMENE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Neem bij het gebruik van elektrische machines altijd de
plaatselijk geldende veiligheidsvoor-schriften in acht in
verband met brandgevaar, gevaar voor elektrische schokken
en lichamelijk letsel. Lees de onderstaande instructies
aandachtig door.
Bewaar de instructies zorgvuldig!
1. Houd uw werkomgeving op orde.
Een wanordelijke werkomgeving leidt tot gevaar voor ongevallen.
2. Houd rekening met omgevingsinvloeden.
Laat elektrische gereedschappen niet in de regen liggen. Gebruik
elektrische gereedschappen niet in een vochtige of natte
omgeving. Zorg voor een goede verlichting. Gebruik elektrische
gereedschappen niet in de buurt van brandbare vloeistoffen of
gassen.
3. Voorkom een elektrische schok.
Vermijd lichaamscontact met geaarde voorwerpen zoals buizen,
radiatoren, kachels en koelkasten. Raak tijdens gebruik geen
metalen onderdelen aan van de machine en houd alleen de
geïsoleerde handgreep vast.
4. Houd kinderen uit de buurt.
Laat andere personen niet aan het gereedschap komen, houd ze
weg van het werkgebied. Wanneer u op een verhoging werkt, zorg
er dan voor dat er geen personen onder u bevinden.
5. Berg het gereedschap veilig op.
Bewaar gereedschappen wanneer ze niet worden gebruikt in een
droge en afgesloten ruimte, buiten het bereik van kinderen.
6. Overbelast het gereedschap niet.
U werkt beter en veiliger binnen het aangegeven
vermogensbereik.
7. Gebruik het juiste gereedschap.
Gebruik voor zware werkzaamheden geen te lichte
gereedschappen of voorzetapparatuur. Gebruik gereedschappen
niet voor werkzaamheden waarvoor ze niet zijn bedoeld.
8. Draag geschikte werkkleding.
Draag geen loshangende kleding of sieraden. Ze kunnen door
bewegende delen worden gegrepen. Draag tijdens werkzaam-
heden buitenshuis rubber handschoenen en schoeisel waarmee u
niet uitglijdt. Draag een haarnetje wanneer u lang haar heeft.
9. Draag een veiligheidsbril.
Gebruik bij stoffige werkzaamheden een stofmasker.
10.Raak geen bewegende delen aan.
Houd de machine tijdens het werk met beide handen vast.
11.Zet het werkstuk vast.
Gebruik klemmen of een bankschroef om het werkstuk vast te
zetten. Het wordt dan beter vastgehouden dan u met uw hand
kunt doen.
12.Verbrandingsgevaar.
Raak nooit onmiddellijk na het uitschakelen van de machine het
werkstuk of metalen onderdelen aan. Deze kunnen tijdens het
gebruik sterk verhit raken, waardoor verbrandingsgevaar
ontstaat.
13 Zorg dat u stevig staat.
Vermijd een abnormale lichaamshouding. Zorg er voor dat u stevig
staat en steeds in evenwicht bent.
14.Onderhoud het gereedschap zorgvuldig.
Houd uw gereedschap scherp en schoon om goed en veilig te
kunnen werken. Neem de onderhoudsvoorschriften en de
aanwijzingen voor het vervangen van gereedschappen in acht.
Handgrepen droog en vrij van olie en vet houden.
15 Controleer op beschadigingen.
Controleer regelmatig de stekker en de kabel van de machine
resp. de lader. Laat de machine bij beschadigingen door een
erkende reparateur repareren. Controleer de verlengkabel
regelmatig en vervang de verlengkabel bij beschadiging.
16.Haal de accu uit de machine.
Wanneer de machine niet gebruikt wordt of bij onderhoud en het
verwisselen van onderdelen bijv. boorkop, boren. etc.
17.Gebruiksklare toestand.
Let op dat de machine altijd gebruiksklaar is omdat de machine niet
aangesloten hoeft te zijn op het stroomnet.
18.Laat geen machinesleutel in de machine zitten.
Controleer voor gebruik dat de sleutel uit de machine verwijderd
is.
Aansluitspanning | 32,4 V
—
---
Aansluitspanning acculader | 230 V~
Frequentie acculader | 50 Hz
Accucapaciteit | 1,9 Ah (NiCd)
Laadtijd | 2 uur
Dubbel toerental | 0 - 350/min
| 0 -1150/min
Klopfrequentie | 0 -5600/min
| 0 –18.400/min
Machinegewicht (incl. 1 accu) |3,85 kg
Lpa geluidsdrukniveau | 86,6 dB(A)
Lwa geluidsvermogen | 97,6 dB(A)
Vibratie | 6,65 m/s
2
Ferm 3
