Varo kiertoliikkeestä johtuvaa takapotkua
Kuva 3a
A= Takapotkun suunta
B = Takapotkuvyöhyke
Työntö- (juuttumisesta johtuva takapotku) ja
vetovaikutukset
kuva 3b
A= Veto
B = Kiinteät esineet
C = Työntö
Takapotkua saattaa esiintyä, jos terälevyn kärki tai pää
koskettaa jotakin esinettä tai jos puuaines puristuu yhteen ja
teräketju juuttuu kaatokoloon. Kärkikosketus voi joskus aiheuttaa salamannopean vastakkaisen liikkeen, jolloin terälevy sinkoutuu nopeasti
ylös ja käyttäjään päin. Teräketjun jääminen puristuksiin terälevyn alaosan kohdalta saattaa vetää sahaa eteenpäin, käyttäjästä poispäin.
Teräketjun jääminen puristuksiin terälevyn yläosan kohdalta voi singota terälevyn nopeasti käyttäjään päin.
Kaikissa näissä tapauksissa voi seurauksena olla sahan hallinnan menetys, mikä voi johtaa vakaviin henkilövahinkoihin.
3. KOKOAMISOHJEET
Kokoamiseen liittyvät vaatimukset
Ennen käyttöönottoa uusi sahasi saattaa vaatia terälevyn, teräketjun ja vetopyörän kannen asennuksen, ketjun säädön ja öljysäiliön täytön
voiteluöljyllä. Älä käynnistä sahan moottoria ennen kuin laite on koottu asianmukaisesti. Lue kaikki ohjeet huolellisesti. Älä asenna muun
kokoista terälevyä ja ketjua kuin mitä suositellaan käytettäväksi mallisi kanssa.
Varoitus! Käytä teräketjua käsitellessäsi työkäsineitä teräviä leikkuuhampaita vastaan.
Terälevyn ja teräketjun asennus
Terälevyn ja teräketjun asennus:
1. Aseta voimalaite vaakasuoralle pinnalle.
2. Poistaaksesi sivukannen (A), käännä nupista (B) ja
ruuvaa (C) vastapäivään (Kuva 4a).
3. Liuta tanko sahaan ja aseta ketju oikein vetopyörään
(Kuva 4b).
4. Levitä ketju siten, että ketjun leikkuuhampaat (E)
osoittavat pyörimissuuntaan (Kuva 4c)
5. Aseta sivukansi takaisin paikalleen ja käännä vipua (B)
myötäpäivään.
6. Käännä kiristyslenkkiä (D), kunnes ketjun on sopivan
kireä (Kuvat 4d + 5).
7. Käytettyäsi ketjusahaa noin tunnin ajan säädä ketjun
kireys 2 mm:iin 9N:n väännöllä.
Fig. 4b Fig. 4c
Fig. 3a Fig. 3b
Ferm 69
GB
D
NL
F
S
FIN
N
DK
Eigenlijke zaagsnede
1. Gebruik houten of kunststof wiggen (G) om te
voorkomen dat het zaagblad of de ketting (H)
in de snede ingeklemd raakt. Met wiggen kunt
u bovendien het vellen sturen (Fig. 11c).
2. Als de diameter van de te vellen boom groter
is dan de lengte van het zaagblad, kunt u twee
zaagsneden maken (Fig. 11d).
Waarshuwing! Als de eigenlijke
zaagsnede te dicht bij de baard komt, kan
de boom omvallen. Als een boom begint te
vallen, haalt u de zaag uit de snede, trekt u
de stekker los en legt u de kettingzaag
neer, waarna u via de vluchtweg wegloopt
(Fig. 11a).
Takken verwijderen
Verwijder de takken van een gevelde boom. Verwijder
geen steungevende takken (A) voordat u de stam in
stukken hebt gezaagd (Fig. 12). Onder spanning
staande takken moeten bovenlangs worden
doorgezaagd om te voorkomen dat de kettingzaag
klem komt te zitten.
Waarshuwing! Ga nooit op de stam staan
als u takken verwijdert.
In stukken zagen
De gevelde stam wordt in stukken gezaagd. Zorg dat u
stevig staat, en als u op een hellende ondergrond
staat, dient u boven de stam te staan. Ondersteun de
stam als dat mogelijk is, zodat het af te zagen stuk niet
op de grond rust. Als de stam aan beide uiteinden wordt ondersteund en u de stam in het midden moet doorzagen, maak dan eerst aan de
bovenkant een zaagsnede tot halverwege de stam en maak daarna de zaagsnede aan de onderkant. Hierdoor voorkomt u dat het zaagblad
en de ketting worden ingeklemd. Let erop dat de ketting de grond niet raakt tijdens het in stukken zagen van de stam, omdat de ketting
daardoor snel bot wordt. Als u een stam op een hellend vlak in stukken zaagt, ga dan altijd boven de stam staan.
1. De stam wordt over de volledige lengte ondersteund: Zaag aan de bovenkant en voorkom dat u in de grond zaagt (Fig. 13a).
2. De stam wordt aan één kant ondersteund: Zaag eerst onderlangs 1/3 van de stamdiameter om versplintering te voorkomen. Zaag
daarna bovenlangs om bij de eerste zaagsnede uit te komen en om inklemming te voorkomen (Fig. 13b).
3. De stam wordt aan beide kanten ondersteund: Zaag eerst bovenlangs 1/3 van de stamdiameter om versplintering te voorkomen. Zaag
daarna onderlangs om bij de eerste zaagsnede uit te komen om inklemming te voorkomen (Fig. 13c).
Opmerking: U kunt een stam het beste met een zaagbok vasthouden. Als dat niet mogelijk is, moet u de stam optillen en met takken of
stukken hout ondersteunen. Verzeker u ervan dat de stam die u zaagt goed wordt ondersteund.
Gebruik van een zaagbok
Voor uw veiligheid en om het zagen te vergemakkelijken is een correcte houding voor verticaal
zagen essentieel (Fig. 14).
Verticaal zagen:
A. Houd de zaag met beide handen stevig vast en houd de zaag tijdens het zagen recht vóór uw
lichaam.
B. Houd uw linkerarm zo recht mogelijk.
C. Zorg dat u uw gewicht over beide voeten verdeelt.
Voorzichtig! Verzeker u ervan dat de ketting en het zaagblad tijdens het zagen
voldoende gesmeerd worden.
5. ONDERHOUD
Zaagbladonderhoud
Waarshuwing! Verzeker u ervan dat de elektrische kabel uit het stopcontact is getrokken voordat u onderhoudswerkzaamheden
aan uw kettingzaag uitvoert.
Fig. 14
Fig. 12
Fig. 13a
Fig. 13b
Fig. 13c
Fig. 11c Fig. 11d
