Fig.D
Als u de V-snaar heeft omgelegd, dient u deze via de
motorplaat (17) met de vastzetknop (18) weer te span-
nen. De spanning is juist, wanneer de V-snaar zich ca. 1
cm in laat drukken.
De motorpoelie moet horizontaal worden uitgelijnd,
zodat voortijdige slijtage en het losraken van de V-snaar
wordt voorkomen. Hiertoe kan de motorpoelie (15) aan
de motor na het losmaken van de inbusbout langs de
motoras worden verschoven.
SPINDEL SNELHEDEN
Fig.E
Positie van de V-snaar Toeren per min.
A 2650
B 1650
C 1220
D 850
E 580
De toerentallen van de boorspindel en de V-snaarcombi-
naties kunnen uit de afbeelding en de tabel worden afge-
lezen.
BOORSPINDEL EN BOORSTIFT
Alle blanke delen van de machine zijn voorzien van een
beschermende laklaag, die roestvorming tegengaat. Die
beschermende laklaag is gemakkelijk met behulp van
milieuvriendelijke oplosmiddelen te verwijderen. Test
de V-snaarspanning voordat u de machine aan het elek-
triciteitsnet aansluit.
De binnenzijde van de boorspindel dient volledig te wor-
den ontvet. Gebruik daarvoor milieuvriendelijke oplos-
middelen. Ga met de boorkopstift op dezelfde manier te
werk. Alleen op deze wijze kan een correcte transmissie
worden bereikt.
BEDIENING, AANWIJZINGEN EN
TIPS
DIEPTEAANSLAG
Fig.F
De boorspindel is voorzien van een diepteaanslag. Met
de moer kan deze worden ingesteld. Op de schaalverde-
ling kan de boordiepte worden afgelezen.
INKLEMMEN VAN DE BOOR
Fig.G
In de boorkop van de tafelboormachine kunnen boren en
andere gereedschappen met cilindrische schacht wor-
den geklemd. Het draaimoment wordt via de spankracht
van de drie klembekken op de boor overgedragen. De
boor dient - om wegglippen te voorkomen - met behulp
van de tandkranssleutel vast te worden geklemd. Bij het
wegglippen van de boor in de boorhouder ontstaat aan
de boorschacht een lichte braam, die een centrisch klem-
men onmogelijk maakt. Een op die wijze ontstane braam
moet in ieder geval door te slijpen worden verwijderd.
INKLEMMEN VAN HET WERKSTUK
Fig.H
De boortafel en de voetplaat van de tafelboormachine
zijn voorzien van groeven ter bevestiging van spange-
reedschappen. Klem het werkstuk altijd in de machine-
klem of andere spangereedschappen vast. U voorkomt
daardoor ongevallen en verhoogt zelfs de boorprecisie,
omdat het werkstuk niet "slaat".
TAFELVERSTELLING
Fig.I
De boortafel is aan de boorkolom bevestigd en kan na
het losmaken van de vastzethendel in hoogte worden
versteld. Stel de tafel dusdanig in, dat er tussen de boven-
kant van het werkstuk en de punt van de boor voldoende
afstand over blijft. De tafel kunt u ook zijwaarts zwenken,
wanneer u een werkstuk direct op de voetplaat wilt
klemmen.
Fig.J
Voor schuine boringen en bij schuin ondersteuningsvlak
van het werkstuk kan de tafel worden gezwenkt. Draai
daarvoor de zeskantschroef (20) aan het draaipunt van
de tafel los en verwijder de centrering (21). Zwenk de
tafel in de gewenste positie. Schroef vervolgens met een
steeksleutel de zeskantschroef (20) weer goed vast.
TOERENTAL, DRAAISNELHEID, TOEVOER
De toevoer - de aanzetbeweging van de boor - geschiedt
met de hand aan de 3-armige boorhefboom. De draai-
snelheid wordt door het toerental van de boorspindel en
door de diameter van de boor bepaald.
De juiste keuze van de toevoer en het toerental van de
boorspindel zijn voor de levensduur van de boor door-
slaggevend. Als basisregel geldt: bij een grotere diameter
van de boor moet het toerental lager worden gesteld;
hoe groter de stevigheid van het werkstuk is, deste gro-
ter moet ook de snijdruk zijn. Opdat de boor daarbij niet
overmatig wordt verhit, moeten gelijktijdig de toevoer
en de draaisnelheid worden verlaagd. Bovendien dient
de boor met boorolie te worden gekoeld.
Bij dunne platen moeten vrij grote boringen voorzichtig
met geringe toevoer en geringe snijdruk worden uitge-
voerd, opdat de boor niet "hakt" en de boring op maat
blijft.
Bij diepe boringen (groter dan 2x de diameter van de
boor) is de spaanafvoer moeilijker en de verhitting van de
boor groter.
Verlaag ook dan de toevoer en het toerental en zorg
door regelmatig terugtrekken van de boor voor een
betere spaanafvoer. Bij boringen met een grotere diame-
ter dan 8 mm moet worden voorgeboord, opdat een
voortijdige slijtage van de boor - hoofdsnijkant verme-
den wordt en de boorpunt niet te zwaar wordt belast.
Ferm 13
ELEKTRICKÉ ZAPOJENÍ
Přístroj má elektrickou instalaci, která splňuje potřebné
normy a standardy. K jeho opravě je oprávněn pouze
kvalifikovaný odborník.
Přístroj je vybaven vypínačem s automatickým
vypínáním při náhlém výpadku napájení. Při pok-
lesu napětí se přístroj nezapne automaticky z bezpečnostních
důvodů a musí být znovu zapnut ručně.
V případě, že vyměnujete elektrickou šňůru
nebo zástrčku
V případě, že jste vyměnili elektrickou šňůru nebo
zástrčku, nahrazené okamžitě odstraňte. Mohli byste je
omylem znovu zapojit do elektrické sítě.
V případě použití prodlužovacích kabelů
Používejte pouze schválené prodlužovací kabely, které
vyhovují použitému výkonu přístroje. Vodiče kabelů
musí mít v průřezu aspoň 1.5 mm
2
. V případě, že je kabel
ještě smotán, tak jej úplně vytáhněte.
SESTAVENÍ PŘÍSTROJE
Fig.B
• Umístěte základovou desku (13) do správné pozice.
• Připevněte stojan (11) pomocí dodaných šroubů (12)
k desce.
• Nasuňte nyní držák stolku (10) se stolkem na stojan
(11). Pomocí upevňovací rukojeti (6) upevněte stolek
do žádané polohy.
• Nyní můžete sestavit kryt přístroje (7) a zajistit jej
pomocí pojistných kolíků (8).
• Neboť hřídel vrtačky byl ve výrobním podniku
namazán, doporučuje se přístroj nechat volně běžet
asi 15 minut při nejnižší rychlosti (Obr. B).
Dříve než vsunete sklíčidlo s kolíkem na hřídel
vrtačky musí být vnitřek sklíčidla zbaven úplně
maziva!
NASTAVENÍ PRACOVNÍ LAVICE PRO
VRTAŚKU
Vrtačka musí být před použitím přichycena k pevné
základně. Základová deska (13) má proto v sobě vyvrtány
otvory.
Deska pak může být připevněna k základně v těchto bod-
ech pomocí šroubů. Je-li připevněna na dřevěnou desku,
pak musí být na její opačné straně použity dostatečně
velké podložky, aby se šroub s maticí nezařízl příliš do
dřeva a nepovolilo se tak upevnění přístroje.
Upevňovací šrouby mohou být utahovány do té
doby, dokud se základová deska tlakem nedefor-
muje. Je-li napětí příliš vysoké, je zde nebezpečí jejího prask-
nutí.
NASTAVENÍ POŚTU OTÁŚEK HŘÍDELE
VRTAŚKY
Fig.C
Různé počty otáček hřídele vrtačky se mohou nastavit
posunutím klínového řemenu řemenového náhonu.
Přístroj je chráněn bezpečnostním vypínačem tak, aby se
přístroj automaticky vypnul, je-li otevřen jeho kryt.
Klínový řemen se posune následujícím způsobem:
• Odejměte kryt klínového řemenu (14) uvolněním
šroubu na jeho pravé straně.
• Uvolněte upevňovací šroub (18) a posuňte motor ve
směru hlavice přístroje a tím uvolněte klínový řemen.
• Posuňte klínový řemen podle popisu na vnitřní části
jeho krytu.
• Klínový řemen opět napněte posunutím desky
motoru (17) zpět. Nastavení napětí opět zajistěte
dotažením upevňovacího knoflíku (18).
• Kryt klínového řemenu opět nasaďte a přístroj tak
bude připraven k použití.
Kryt klínového řemenu mějte při používání
přístroje vždy nasazený.
48 Ferm