Ferm
83
Sahanterän korkeuden ja kulman asetus
Kuva 4a Korkeusasetus.
Kuva 4b Kulma-asetus – löysää sitä ennen kiinnitysnuppia – älä unohda kiristää
sitä uudelleen.
Sahanterän suojuksen asetus
Kuva 5
Kiristä suojuksen ruuvia vain niin paljon, ettei suojus tärise liian voimakkaasti, vaan putoaa
vielä alas pöytään aina omalla painollaan. Ts. suojuksen on oltava helposti liikkuva ja
itsestään sulkeutuva – ei missään tapauksessa liian tiukkaan kiristettynä.
Sahanterän vaihtaminen
Huomio! Sitä ennen verkkopistoke ehdottomasti vedettävä irti.
Kuva 6a Avaa 4 kotelon ruuvia koneen oikealta puolelta.
Kuva 6b Avaa 2 kotelon ruuvia sisältä.
Kuvat 6c - d Avaa sahanterän mutteri (tavanomainen oikea kierre) –
mukanatoimitetulla holkkiavaimella ja kuusiokoloavaimella sahanterän
vastaanpitämiseksi. Sahanterän poistamisen helpottamiseksi voidaan
sahanterän korkeutta hieman alentaa. Asennus päinvastaisessa
järjestyksessä.
Älä unohda: Sahanterässä olevan pyörimisnuolen on oltava yhdenmukainen koneessa
olevan pyörimisnuolen suunnan kanssa.
Koneessa oleva pyörimisnuoli näkyy, kun poistat sahanterän.
4. KÄYTTÖ
Aseta pöytäpyörösaha aina tasaiselle työskentelypinnalle.
Pöytäpyörösahaan tulee päästä kaikista suunnista, vähintään kuitenkin edestä ja oikealta
– sahanterän vaihto!
Koneen jalassa on 4 reikää.
Kiinnitä pyörösaha työstöpöytään 4 ruuvilla, jotka ovat 5 - 6 mm Ø.
Suuntaa yhdensuuntaisvaste sahanterään nähden yhdensuuntaiseksi, jotta työkappale ei
juutu vasteen ja sahanterän väliin.
Yhdensuuntaisvasteen asetus ja kiinnitys ennen sahaamista
Kuva 7
Kiinnitä yhdensuuntaisvaste ensiksi edestä – paina vipua alaspäin, voimakkaasti mutta ei
liian voimakkaasti – lukitse sen jälkeen takana oleva kiinnityskoukku.
Kiinnitä yhdensuuntaisvaste molemmilta puolilta ennen sahaamista.
GB
D
NL
F
E
P
I
S
FIN
N
DK
Ferm
4. Houd anderen op een afstand
• Laat andere personen – en vooral kinderen – niet aan het apparaat of de kabel
komen. Houd ze weg van uw werkplek.
5. Berg elektrische gereedschappen veilig op
• Elektrische gereedschappen moeten als u ze niet gebruikt op een droge, hoog
liggende of afgesloten plaats worden bewaard, buiten bereik van kinderen.
6. Overbelast uw elektrische gereedschap niet.
• U werkt beter en veiliger als u binnen het aangegeven vermogensbereik blijft.
7. Gebruik het juiste elektrische werktuig
• Gebruik geen machines met gering vermogen voor zware klussen.
• Gebruik elektrisch gereedschap niet voor doeleinden waarvoor het niet bestemd is.
8. Draag geschikte kleding
• Draag geen ruim vallende kleding of sieraden; deze kunnen door bewegende delen
gegrepen worden.
• Bij buitenwerk is het raadzaam om slipvast schoeisel te dragen.
• Als u lang haar heeft, draag dan een haarnetje.
9. Gebruik beschermingsmiddelen
• Draag een veiligheidsbril.
• Gebruik bij stof producerend werk een mondkapje.
10. Sluit de afzuiginstallatie aan
• Zijn er een stofafzuiging en een opvanginstallatie beschikbaar, overtuig u er dan van
dat deze ook inderdaad aangesloten en op de juiste wijze gebruikt worden.
11. Gebruik de kabel niet voor doeleinden waarvoor hij niet bestemd is
• Gebruik de kabel niet om de stekker uit het stopcontact te trekken. Bescherm de kabel
tegen hitte, olie en scherpe randen.
12. Zet het werkstuk vast
• Gebruik klemmen of een bankschroef om het werkstuk vast te zetten. Zo wordt het
steviger vastgehouden dan in uw hand.
13. Vermijd ongewone lichaamshoudingen
• Zorg dat u stevig staat en bewaar steeds uw evenwicht.
14. Onderhoud uw gereedschappen met zorg
• Hou knip- en snijwerktuigen scherp en schoon om beter en veiliger te kunnen werken.
• Volg de aanwijzingen betreffende smering en vervanging van werktuigen op.
• Controleer de voedingskabel van uw elektrische gereedschap regelmatig en laat deze
bij beschadiging vervangen door een erkende vakman.
• Controleer verlengsnoeren regelmatig en vervang ze in geval van beschadiging.
• Houd handvatten droog, schoon en vrij van olie en vet.
15. Trek de stekker uit het stopcontact
• Als u het apparaat niet gebruikt, voor het verrichten van onderhoud en bij het verwisselen
van hulpstukken zoals zaagbladen, boortjes of frezen: stekker uit het stopcontact.
16. Laat geen werktuigsleutels zitten
• Controleer vóór het inschakelen of sleutels en instelwerktuigen verwijderd zijn.
17. Vermijd onbedoeld aanslaan
• Vergewis u ervan dat de schakelaar op “Uit” staat voor u de stekker in het
stopcontact doet.
18. Gebruik speciale verlengkabels voor buitengebruik
• Gebruik bij buitenwerk alleen daarvoor goedgekeurde en als zodanig aangeduide
verlengkabels.
26
GB
D
NL
F
E
P
I
S
FIN
N
DK