27
MegaDens 3 Pro 322 / MegaDens 4 Pro 326 / MegaDens 5 Pro 331 / MegaDens A Pro 331
Nr. Parameter-functie: Geadviseerde instellingen Geadviseerde instellingen Alternatief instelbaar:
MegaDens 3 / 4 / 5 MegaDens A
P 0 1 Instelling cv-drukmeting ............................................ 01 = cv-druksensor ............... 01 = cv-druksensor ............ 0 0 = cv-drukschakelaar
(moet 01 zijn) (moet 01 zijn) (niet instellen)
P 0 2 Afstemming van de print op toesteltype .................... 01 (moet 01 zijn) .................... 0 2 (moet 02 zijn) ................. (niet anders instellen)
P 0 3 Minimum toerental ventilator ...................................... 4 5
Hz .................................... 4 5 H z ................................. 0 0 - 220 Hz
P 0 4 Ontsteekniveau (in percentage van maximum) .......... 60 % ..................................... 60 % .................................. 00 - 100 %
P 0 5 V entilatortoerental tijdens st andby ............................ 00 Hz .................................... 00 Hz ................................. 2 5 - 100 = 20 Hz
P 0 6 Instelling blokkeren zomerstand ................................ 01 (moet 01 zijn) .................... 01 (moet 01 zijn) ................. 0 0 - 01
P 0 7 Cv-stijgingslijn (cv-aanvoertemperatuur) ................... 0 1
o
C ..................................... 01
o
C .................................. 0 1 - 1 0
o
C
P 0 8 Minimum startpunt cv-stijgingslijn ............................... 45
o
C ..................................... 45
o
C .................................. 2 0 - 4 5
o
C
P 0 9 Nadraaitijd pomp (na vraag kamerthermostaat) ......... 1 5 minuten ............................ 1 5 minuten ......................... 00 - 255 minuten
P 1 0 Wachttijd na cv-gebruik (voor cv) ............................. 0 4 minuten ............................ 0 4 minuten ......................... 00 - 1 0 minuten
P 1 1 Begrenzing capaciteitsinstelling voor cv ................... 8 0 % ..................................... 8 0 % .................................. 0 0 - 100 %
P 1 2 Instelling tijdelijk/continu nadraaien cv-pomp .............. 00 (= zie parameter 09) ......... 0 0 ( = zie parameter 09) ...... 0 1 = continu nadraaien
P 1 3 Maximum toerental modulerende pomp (n.v .t.) ........... 100 % .. ................................. 100 % ................................ n .v . t.
P 1 4 T emperatuur pompstop tijdens nadraaien (aanvoer) .. 33
o
C ..................................... 20
o
C .................................. 0 0 - 10 0
o
C
P 1 5 Begrenzing maximale instelling cv-setpoint ................ 9 0
o
C ..................................... 90
o
C .................................. 2 0 - 9 0
o
C
P 1 6 Nadraaitijd pomp (na tapwatervraag) ....................... 3 0 seconden ......................... 3 0 seconden ...................... 0 0 - 255 seconden
P 1 7 Wachttijd na tapwatervraag (voor cv) (“d1”) ............ 120 seconden ....................... 120 seconden .................... 0 0 - 255 seconden
P 1 8 Maximaal vermogen voor tapwaterbereiding ............. 100 % . .................................. 100 % ................................ 0 0 - 100 %
P 1 9 Begrenzing maximale instelling tapwatersetpoint ....... 65
o
C ..................................... 65
o
C .................................. 4 0 - 6 5
o
C
P20
type 3/4/5:
min. warmhoudtemperatuur
cv-ww (in comfortstand) .................... 55
o
C ................................................................................. 00 - 80
o
C
type A:
inschakel temperatuur verschil t.o.v .
tapwatersetpoint (-) ............................................................................ 02
o
C .................................. 00 - 60
o
C
P21
type 3/4/5:
dT cv-wisselaar (comfortstand) .......... 0 5
o
C ................................................................................. 00 - 20
o
C
type A:
regeltemperatuur aanvoer .................................................................. 80
o
C .................................. 00 - 100
o
C
P 2 2 Pompregel-dT aanvoer- en retoursensor (n.v .t.) ....... 1 8
o
C ..................................... 18
o
C .................................. 0 0 - 3 0
o
C
P 2 3 Max. dT tussen aanvoer- en retoursensor ................ 2 5
o
C ..................................... 25
o
C .................................. 0 0 - 3 0
o
C
(regeling brander)
P 2 4 Instelling laagste uitschakeldruk cv-druksensor ......... 04 ......................................... 04 ...................................... n .v . t. (niet instellen)
P 2 5 Niet van toepassing ................................................. 08 ......................................... 08 ...................................... n .v . t.
P 2 6 Niet van toepassing ................................................. 00 ......................................... 00 ...................................... n .v . t.
P 2 7 Niet van toepassing ................................................. 00 ......................................... 00 ...................................... 0 0 - 03
t/m software 1.5 geldt: (zie uitleg softwareversie blz. 34 bovenaan)
P 2 8 Instelling t.b.v . 230V voedingsfrequentie ................... 0 0 = 50Hz .............................. 0 0 = 50Hz .......................... 0 1 = 60Hz (niet instellen)
V anaf software 1.6 geldt: (zie uitleg sof twareversie blz. 34 bovenaan)
P 2 8 Instelling t.b.v . ingang 1-2 toestelconnector ............... 00 ......................................... 0 0 ...................................... 0 1 (niet instellen)
P 2 9 Instelling t.b.v . 230V voedingsfrequentie ................... 0 0 = 50Hz .............................. 0 0 = 50Hz .......................... 0 1 = 60Hz (niet instellen)
Parameterlijst van het PARAMETERMENU
Inregelen cv-installatie
Om het huis comfortabel te verwarmen, dient de installatie cv-zijdig ingeregeld te worden (zie ook GIW / ISSO).
Optimalisatie
Bij de geadviseerde instellingen van het toestel, zal deze met praktisch elke cv-installatie goed functioneren. Indien noodza-
kelijk kunnen in het P ARAMETERMENU instellingen worden aangep ast (uitsluitend door de inst allateur uit te voeren).
Alleen bij duidelijke en dringende redenen adviseren wij om af te wijken van de geadviseerde instellingen.
U moet precies weten wat de instelling betekent om te voorkomen dat het toestel niet meer juist functioneert.
Nr.
Getoonde informatie in het INFORMA TIEMENU (tolerantie temperatuursensors: +/- 2
o
C)
t01 T emperatuur cv-aanvoer-dubbel-sensor ..... (sensor 1) (
o
C)
t02 T emperatuur tapwatersensor ...................... (niet aanwezig in dit toestel, - - wordt weergegeven)
t03 T emperatuur cv-retoursensor ...................... (
o
C)
t0 4 T emperatuur rookgassensor ....................... (
o
C)
t05 T emperatuur buitensensor .......................... (indien sensor aangesloten) (± 2
o
C)
t06 T emperatuur cv-aanvoer-dubbel-sensor ..... (sensor 2) (
o
C)
F07 T oerental ventilator ....................................... (in Hz)
F08 Indicatie tapwaterhoeveelheid ..................... (waarde delen door 10; uitkomst = liters/min, ± 10%) (n.v .t. bij MD A)
P0 9 Waterdruk cv-installatie ................................ (waarde delen door 10; uitkomst in bar ± 10%)
P1 0 Modulatiepercentage cv-pomp..................... (n.v .t.)
F1 1 Indicatie vlamsignaal ................................... (waarde delen door 10 = in micro Ampère; ± 10%)
* De waarde wordt niet weergegeven of is fictief omdat dit type toestel niet voorzien is van de noodzakelijke onderdelen.
*
*
Noteer een eventuele gewijzigde instelling
Als u een instelling wijzigt, leg deze wijziging dan vast.
Dit is handig bij een eventuele printvervanging.
• Schrijf de wijziging op de meegeleverde sticker
en plak deze op de mantel van het toestel.
• Noteer de wijziging op het A4 blad in de elektrakast
en eventueel in kolom 3 van bovenstaande tabel.
Max. cv-aanvoertemperatuur (cv-setpoint)
o
C.
Max. cv-vermogen ingesteld op kW .
Aangepaste parameters:
Dit toestel is nu een MegaDens 4Pro 326 HP CW3.
Indien nodig invullen: op mantel plakken i.v .m. service!
DRS9068/01
V erander deze instellingen niet / instellen op serviceprint