DIEFSTALALARM
(indien aanwezig)
WANNEER GAAT HET ALARM
AF
Het diefstalalarm wordt in de volgende ge-
vallen geactiveerd:
❒
als een van de portieren, de motorkap
of de achterklep ongeoorloofd wordt
geopend (omtrekbeveiliging);
❒
als het start-/contactslot wordt be-
diend met een niet geautoriseerde
sleutel;
❒
als de kabels van de accu worden on-
derbroken;
❒
als er bewegende voorwerpen in het
interieur aanwezig zijn (volumetrische
beveiliging);
❒
bij het optillen/kantelen van de auto.
Als het alarm in werking treedt, wordt, af-
hankelijk van het land, de sirene geacti-
veerd en gaan de richtingaanwijzers knip-
peren (ongeveer 26 seconden). De wijze
waarop het systeem werkt en het aantal
cycli kunnen per land verschillen.
Toch is een maximum aantal cycli voor-
zien voor de akoestische en zichtbare sig-
nalen. Na een alarmsignalering schakelt het
systeem over naar de normale bewa-
kingsfunctie.
14
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
De volumetrische beveiliging en de kan-
telsensor kunnen met de betreffende be-
dieningsknoppen op de plafondverlichting
voor worden uitgeschakeld (zie de para-
grafen “Volumetrische beveiliging” en
“Kantelsensor” op de volgende pagina’s).
BELANGRIJK De startblokkering wordt
uitgevoerd door de Fiat CODE en wordt
automatisch ingeschakeld als de contact-
sleutel uit het start-/contactslot wordt ge-
nomen.
ALARM INSCHAKELEN fig. 12
Richt bij gesloten portieren, achterklep en
motorkap, en met de contactsleutel in
stand OFF of uitgenomen, de sleutel met
afstandsbediening in de richting van de au-
to. Druk op de knop
Á
en laat de knop
weer los.
U hoort een akoestisch signaal (“BIEP”)
(behalve bij uitvoeringen voor bepaalde
markten) en de portieren worden ver-
grendeld.
Het inschakelen van het alarm wordt
voorafgegaan door een zelfdiagnose: als
het systeem een storing vindt, dan klinkt
nogmaals een akoestisch signaal en ver-
schijnt op het display een bericht (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Schakel in dit geval het diefstalalarm uit
door de knop
Ë
in te drukken, controleer
of de portieren, de motorkap en de ach-
terklep goed gesloten zijn en schakel het
alarm opnieuw in met de knop
Á
.
fig. 12
F0L0100m
Als bij goed gesloten portieren, motorkap
en achterklep het akoestisch signaal wordt
herhaald, dan is er een storing gesigna-
leerd in de werking van het systeem.
Wendt u in dat geval tot de Fiat-dealer.
BELANGRIJK Als een afzonderlijk portier
met de metalen noodsleutel wordt ver-
grendeld, schakelt het alarm niet in.
BELANGRIJK De werking van het dief-
stalalarm verschilt per land.